V A N D A M Iwt viiii Dam paren bij de Boerenleenbank is sparen volgens uw persoonlijke wensen Boerenleenbank WERKSTER GASHAARD WASAUTOMAAT OF KOELKAST JEWJLMKE en de leèuwer-wos FLUP het Wilde komm Messen vuur so n sestig ze uw rit ig jaor Assurantiekantoor J. A. VOORTMAN N. V. werkster FLINKE JONGEN AFWEZIG W.PAKKERT Rijssense Gebouwensloperij DOOR HARRY WONINK Vrijdag 13 september 1968 WEEKBLAD VOOR 5IJSSEN Pagina 2 comfortabel en charmant: H.A.V.I.-Tours FA. GEBR. BLOEMENDAL Wierdensestraat 106 Rijssen - Tel. 05480-2217 AKKUNDIGE VOORLICHTING LLES OP HUISHOUDELIJK GEBIED ERGENS ZOVEEL SERVICE E SPECIALIST OP VERYVARMINGSGEBIED ANLEG VAN GAS, WATERLEIDING, ELECTRA ODERN BEDRIJF Elsenèrstraat 47 - Rijssen Telefoon 2 3 6 6 Oosterhofweg 2 - Rijssen B. J. Nijhuis Zonen N.V. - Rijssen aannemer sbedkijf vmmt Overweegt de aanschaf van een Kom vrijblijvend met ons praten. Wij geven u de hoogste inruilpremie. WASAUTOMATEN Zanker - AEG - Zanussi - Miele enz. Inruilpremie tot f 250. GASHAARDEN Etna - E.M. Jaarsma - DRU - Velie - Beckers - Bocal - Vulcana (met houtvuur) enz. De nieuwste modellen. Inruilpremie tot f 150. KOOKPLATEAUS f 175.Inruilpremie f 22.50 Zie onze etalages HAARSTRAAT 100 - 102 RIJSSEN J. P.van Nouhuys NATTE BiERBOSTEL Soepenberg Assurantie- en Accountantsbureau Alle verzekeringen Plastic dakgoten - riool- en afvoerbuizen bruikbare ijzeren balken en platen. In plaats van kaarten D.V. op maandag 16 september hopen wij met onze geliefde ouders J. VAN MAANEN en C. VAN MAANEN - KROES hun 25-jarig huwelijksfeest te vieren. Rijssen september 1968 Zuiderstraat 1 Daan en Aly Betty en Henk Albert en Janny Gelegenheid tot feliciteren van 16.30-18.30 uur in de Julianaschool, Zuiderstraat 3 té Rijssen. ALLE VERZEKERINGEN HYPOTHEKEN FINANCIERINGEN OOSTERHOFWEG 16 telefoon 2269, b.g.g. 2892 of 5704 - 257 J. W. Jansen, Piet Heinstraat 8, Rijssen Geopend: dagelijks van 8.30 tot 17.30 uur donderdags tot 's avonds 9.00 uur, zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur. Peugeot-de brommer van autoklasse. Mooi. Makkelijk. Modern. Kom 'm bekijken en proberen. Voor 419,50 rijdt u al Peugeot! P2/1/X40 Gevraagd GEVRAAGD voor 1 halve da per week. Leeftijd plm. 15 j. Boekweitstraat 13 - Rijssen RIJSSEN De Boerenleenbank weel dat sparen afhankelijk is van Lw persoonlijke om standigheden. Daarom kunt U bij de Boerenleen bank kiezen uit verschillende spaarvor- men. Sparen bij de Boerenleenbank betekent dan ook: Sparen op de manier, die bet best past bij Uw persoonlijke omstandig heden en wensen. Op korte of lange termijn. Maar altijd met eeD aantrekke lijke rente over Uw gehele tegoed! Bovendien kunt U als spaarder ge bruik maken van de andere diensten van de Boerenleenbank. De bank voor ieder een. Voor particulier en zakenman, gezin en bedrijf. De bank, die in baar gehele dienstbetoon aan Uw belangen tegemoetkomt. Voor de ontvangst van uw salaris, voor verzekeringen, voor hypothe caire - en persoonlijke leningen, betaal cheques aaö- en verkoop van effecten en vreemd geld. Kortom alle diensten waarvoor U een bank nodig heeft.... en altijd bij in de buurt. Stap er eens binnen de bij/il; vaar iedereen 11000 I recfifhlfen» TIMMERFABRIEK W# vragén één flinké die samen met het reeds aanwezige personeel het schoonhouden t*i» »na« kantoren kan veraorgen. Werktijden: ^dagelijks van 17 -1» uur - zatei'dstós 7.30-12 uur. Aanmelden dagelijks Molendijk 86 d - RIJSSEN. FA. D. PAS DIERENARTS RIJSSEN van woensdag 18 tot en met 29 september Waarneming door de collega's te Wierden rechtstreeks van de brouwe rij. Aardappelvezels, ook termijnlevering. Alle soorten hooi en stro. Fa. Gebr. Dronten - Telef. 03210 - 2224 BROUWER Hellendoorn - Tel. 05486-4586 Dannenberg 38c, Rijssen Telefoon 2645 Wij hebben een speciale lage premie voor uw auto. Tevens Verzorgen wij voor u het invullen van belastingbiljetten enz. Nieuwe verzekeringen en schaden kunt U ook opgeven aan A. GREVELING Gr. Adolfstraat 4, Rijssen. NIEUWE DAKPANNEN opnieuw verb. Holl. Ie keus per stuk 0.30 NIEUWE TROTTOIRTEGELS 4Vt cm per stuk 0.38 GOLFPLATEN, grijs-blauw NIEUW HARDBOARD per m2 1.52 Verder tweedehands BOUWMATERIALEN onder andere planken - balken - ramen - deuren - op maat gezaagde regels. Allerlei Abner en Suffolk artikelen. Gaas - draad - puntdraad - klauwhamers vanaf 2.85 Nijptang 1.55 - combinatietang 1.85 BRAAKMANSDIJK 7 - RIJSSEN TELEFOON 05480 - 2298 en 2875. Jewiimke har 'n uur geleên vuur de slager 'n stel voarkenspeutjes noar nen klaantn 'ebrach. De boskop kon gin oetstél liên. en umdat de knech van 'n slager zéek was, vreug de slager an Jewiimke, of hee de voarkens peutjes wol bezorgen. '1 Was nen bessen eane dwas duur 't bos. maar affijn, atte wierumme was, zol e nen fleenkn bol leèwer-wos van de slager kriengn. De mevrouw leut um veer keer beln, vuur de dure lüsgung. Doar ha'j 't menske. ..Zo, kereltje, ben je daar eindelijk? Had dat niet wat vlugger gekund?" Waljoa, doar neumn ze um ..kereltje", of- skoon hee de twaalne 'passeerd was, en hee har gaauwer mu'n komn, terwiel hee vrie- willig survus gaf. En asof dèt nog neet genog was, stuek de mevrouw 'n neuze deepe in 't vetpapiern zèkske. en vreug wantrouwnd: ..Zijn dat wel varkenspootjes?" Toen was biej Jewiimke de moate gleunig vol. ,,'t Zeent de platveute van de slager zelf", was Jewilmkes beskaid. ..hee hef dr wal slim zearte van, mear dat hetfe vuur de klaantn ouwer". En vort was Jewiimke, wierumme, 't bos duur. Hee veun nog 'n leüg strik en steuk dèt in de taske. Jewiimke heul neet van strope- rieje. Biej de slager krege nen grootn waffel. De mevrouw har de slager op'ebeld offe soms nog mear van dee onbeschofte jongs har en latte nooit wier langs hoown te komn. De slager was doar heilig ouwer en gaf Je- rilmke gin leèwer-wos. Onrecht genog op de weareld...... Mistreustig steun Jewiimke op 't trotwaar. Hee zol de taske is noa-kiekn. of dr nog een kwatje in zat vuur rie krekette oet n auto matiek van de slager. Jewiimke veun 'n kwat je én 't kopperdroad van 't strik, 'n Idee! Hee gooin vuste 'n kwatje in 'n sleuf en skreeuwn..De kroketten zijn op! duur t loket. De slager greep doarop een tablo met nieje woarme kroketten, en maakn n auto matiek van de achterkaante lus, um de kro- ket'n in de vèks te stopn. Doar har Jewiimke op 'ewocht. Hee treuk n vèkn lus en wochen. tot de slager in dèt zelfde vèkn 'n kroketje lea. Doar ha'j ne. Jewiimke dee ne greppe en kreeg de voes van de sla ger te pak'n. Op 't zelfde mement harre't strik dr umme 'en beun 't aander oeteane in 'n knop van: ..bij weigeren op de knop druk ken". De slager zat vaste. Hee kon de ene voes neet teruggetrèkn en met de aandere voes dr neet biejkom'n. Jewiimke kon kalm n kroket oet zinne hane opvisken en op'ètn. Wat gung de slager te keer! Mear dr was ginnen klaantn in 'n weenkrl. Niemand kon um heurn. ..Ik zal oe lüsmaak'n, as ikke 'n leèwerwos kriege, dèn ie miej belouwd hebt", zea Je wiimke. De slager leup pears an mear zag <n, datte de belofte mear mos inlüssen. ..Mear to kan ik oe 'n leèwerwos neet geewn". zea de slager listig, ..dan mu'j miej eerst lüs- inaakn". ..Dan kan ik wal noar de wors fluit n. mm Jcwilrrtke. ,,lk weet 't bètter, ik zal zelf Juist, toen de hermelijn het wilde konijn wilde aanvallen, klonk een sjierpend gepiep achter de braamstruiken. De witte rover wist, dat dat de angstkreet van een grote lijster was. Even overwoog hij, wat te doen, het konijn proberen te grijpen of zich af te wen den van Flup en een gemakkelijk te pakken, in nood verkerende lijster te zoeken. Hij be sloot tot het laatste, toen voor de tweede keer de angstkreet klonk. Langzaam sloop het hongerige dier naar de braamstruik. En toen was alles vuur. Een geel, flitsend licht en een rollende donder. En de hermelijn schreeuwde, sprong in de richting van de bos rand. En weer bliksemde de braambos en weer knalde het en de hagel ruiste door het hout. In de sprong tuimelde de witte herme lijn over de kop. Vanachter de braamstruiken kwam de jachtopziener tevoorschijn. Hij had die nacht een tijdje op stropers geloerd, tot hem dat stilliggen was gaan vervelen. Daarom had hij een rondgang gemaakt door het jacht veld. En zo had de groenrok, terwijl hij het fietspad volgde, de hermelijn dichter bij zien komen, als een rollende sneeuwbal, in een poging een wild konijn te grijpen. De spuit laden met twee rode hagelproppen en achter de struiken duiken, was het werk van een ogenblik. Tussen zijn duimen had hij met tuitende lippen de angstkreet van een grote lijster nagebootst, de hermelijn in de waan brengend, dat achter de struiken een gemak kelijke prooi wachtte. Na de beide schoten stond de jachtopziener op en bescheen met een zaklantaarn de bos rand. Op het rijwielpad lag een plukje wit haar en aan de struikheide kleefden kleine roodglinsterende druppeltjes bloed. En daar, midden op het reepad, lag de hermelijn. Zijn vrijbuitersbestaan was teneinde. Flup spoedde zich naar zijn hol. Bevend van angst kroop hij onder de grond en ver sliep daar de dag. Tegen de avond was hij de doorstane emoties echter praktisch alweer vergeten. Hij kroop toch dichtbij de uitgang van het hol en wachtte daar op de kómst van de schemer. Hij ving hier al het een en ander op van het leven, buiten bet hol. Hij luisterde naar verdachte geluiden. Maar er bleek geen onraad te zijn. Wel ritselde het nu en dan tussen de dennen. Maar aan het geschetter en geschreeuw te horen, waren dat eksters en vlaamse gaaien. Hun aan wezigheid stond hem wel aan. want zodra er iets ongewoons gebeurde in het bos, meld den ze dat ver in het rond en iedere wilde bewoners van het vrije veld kon er dan re kening mee houden. En acht geven op mo gelijke gevaren. wal 'n stukn ofsnien. Dan za k oe vervolgens lüsmaakn". Zo mos de slager wal geboeid toozeen, dèt Jewiimke 'n forsen bol leèwerwos ofsnee. De keal har 't gleunig moeilijk en hee maakn oarge geluun. Jewiimke gung wier 'n ween- kel oet en maak'n in 'n automatiek 't strikke lus. De slager vleug as ne lüsgemaakte bolle duur 'n weenkel um Jewiimke alsnog te pakn. Mear dèt har Jewiimke al vuurzeen, hee steun al op gendsen hook van de stroate te etn Van de leèwerwos Nog steeds zwie rf de steen marter door de omgeving. Wanneer de konijnen 's avonds in de bosweide fourageerden. hadden ze het vaak over deze vermetele rover. Soms hoor de men in een week niet, dat hij een konijn had gegrepen. Dan voedde hij zich met ratten en muizen. Tot hij op een nacht weer temid den van de konijnen verscheen en zijn tol opeiste. Nu er, in het vroege voorjaar, ook al wat jonge konijntjes boven de grond ver schenen, probeerde hij die eerder te bemach tigen dan een oud konijn. De jongen waren minder argwanend en sneller te grijpen. Sommige konijnen hadden de aanval over leefd. Als men ze hoorde, waren ze de steen marter te snel afgeweest, maar Flup wist dat ze doodgewoon geluk hadden gehad. Voor al het oude konijn, dat bij de zandafgraving woonde, sneed nogal eens op over zijn avon tuur met de marter. Het was al weken ge leden gebeurd, in de tijd. toen de sneeuw nog bezig was te veranderen in kil dooiwa ter. Hij was op een avond naar de boerenhof getrokken, om te kijken, of daar nog iets eetbaars in de moestuin was achtergeble ven. Hij was wel aan zijn trekken gekomen, zo vertelde hij. Onverwacht had hij iets bo ven zich gehoord, gekras van nagels op het dak van een kippenhok. Daar was toen de steenmarter verschenen. Het dier had het ko nijn niet ontdekt. Dit drukte zich tussen de boerenkoolstronken. Maar toen het van het dak was gesprongen, had het konijn het niet langer uit kunnen houden en was er tussen uit gegaan. Onmiddellijk had het de marter achter zich aangehad. Het konijn sloeg wilde haken, rende om de vruchtbomen heen, zag een zwarte opening en rende binnen. Hij bleek in een grote schuur verzeild te zijn geraakt. Opeens leek het, of de zon opkwam, had hij verteld. Alles werd licht. Wonderbaar lijk. Flup had wel begrepen, wat dat was ge weest. Het was het licht van al die kleine zonnetjes, die de mensen aan lange palen hadden opgehangen boven de wegen. De mensen hielden kennelijk niet van de duister nis, zij wilden niet in het donker over hun paden gaan. Maar goed, toen had daar plot seling de boer gestaan en de marter had de achtervolging gestaakt en was weer naar buiten gevlucht. ,,De man deed mij niets", vertelde het oude konijn. ,,Ik was erg bang voor hem, maar hij streek me over de rug en bracht me buiten de schuur. En toen :k weer naar het bos liep, riep hij me na: ..Wees maar niet bang, van nu af aan. zal ik met mijn geweer de marter achtervolgen en hem doden!" Flup had gevraagd, hoe hij de man had kunnen verstaan en dat had het oude konijn in verlegenheid gebracht. ,,In elk geval zei hij iets dergelijksantwoordde het. Er wa ren weken verstreken en de marter was er nog steeds. ..Weet je", had Flup gezegd. ,.die hulp van de mensen, acht ik niet zo hoog. Waarom willen ze de steenmarter doden? Omdat hij, ons, konijnen achternazit. Niet omdat de mens medelijden met ons heeft, maar omdat hij straks, wanneer de jacht open is. zelf op ons wil schieten. Met datzelfde geweer, waarmee hij ons tegen de marter wil beschermen, zal hij straks ons doden. Nee. ik geloof niet, dat we de hulp van de boer Toen de Diele ooider begon te worn, hee woonn doar ees in De Steege doar biej de Gaeje van 't Waejngtjen, en later in 't Zaand- gat biej n' Horrebeeld. en at 's weenters koold was. dan gonge noa n' ticheiwoark um doar te sloapn, umdett doar aaltied woarm was. har der eens ne keer eene teegn um e'zeg: ,,Jans ik anappe nin aj neet noa 't rüsthoes goat van de zusters, doar krieg iej ne goo verzorge, en war iej good terechte". Mear doar mos hee niks van hemn. asse doar oawer kuijern was 't net of ze .um de greepe vuur hüeln. en hee har dan ook e'zeg: ..Det is niks vuur miej. Zoo lange 8t ik nog ne snie stoete in 't waagnspoer kan stipn, kriengnt ze miej neet in 't rüsthoes". Hee was det vrieje leawn e'weant en doar wolle vuureers nóg neet van of. 'n Mooi Riessens tiepe zoo ak a hebbe zeg was ook Oarnd van Oarnd Meijer. Mog ook geane n' borreltje en kon mooi kuijern. ..Aj vuur ne veerduite zeent geboorn, muij nooit rekng op n' dreekn" harre eens e'zeg op nen oawnd oarns in ne vergunnege, toen hee doar met n' man of wat um de toafel har e'zat met n' borreltje vuur zi'k. ..Det kój wa zeen an miej, als luep miej aalt teegn. Hej doar non teegn oawergesteeld den van oons", hee bedoeln doar zin bruer Derk met. ..den steenkt gewoonweg van gelukke. want als luep um aaltied met!" ..Woerdan"? vreungn de aandien, dee at wa wussen deiter non wier n' heel verhaal op n' klos zol komn. ..O", zegge, noadelte ees muentjen van 't borreltje har edruenkn en de lipn har of e'likket: ..Vegangn wekke nog wier, wiej harn een boerenhoes kort biej Moarkel det of mos worn e'skilderd, en doar luepe wiej 's moarns hen langs n' Vree- zenboarg umdet det 't richste was. Lauw doar non good en wa vuur biej wean, of klabats doar skeut oonze Derk het pennken met eer- pel oet n' dook in 't waagnspoer. 'n Knup van n' dook was um lus e'goane. Alle eerpel oet de panne en vol zaand. 'k Zegge teegn um, doar heb iej oew mooi e'had, mear iej munn mear zeen dej der oew met redt, want iej hoowter neet op te rekng det ik ter oew wat van de minne met doo. Det hoow iej nin inhaalegen hoond, vret iej de oewe mear zelf op, ik zal der miej wa met redn, en met een gaddern hee de eerpel met zaand en al wier biej mekoar, dee ze wier in 't penn ken, kneupn n' dook wier der umme hen, en stapn achter miej an op Moarkel an. Toen aw smiddaagns w.at etn woln. wiej atn aalt oonze eerpel op biej den boer in de kükne oonderwiel zee zelfs ook wat atn, en oonzen dook met 't pennken met eerpel vuur n' dag haaln. zeg oonze Derk. zoo langs neuze weg, mear wa zoo det de vrouwe het heurn, wat ook de bedoelege was van den slieperd: ,,Jè ik zal der wa an munn beginn an dee zaanderege eerpel. 'k Zinne geen gin nen kieskawwer. mear det. knoejstern van det zaand tusken de taane. doar heb ik wa nen moeten accepteren. We moeten zelf iets ver zinnen om de marter weg te krijgen". ,,Was Kortoor er nog maar", verzuchtte Flup later. ..Die zou wel iets weten te bedenken". Die avond dacht Flup lang na. Wat zou het leven weer de moeite waard zijn, wan neer de marter weg was. Het voorjaar liet steeds meer van zich merken. Lauwe zuider- wind sti'eelde 's avonds over de weiden en bracht fijne geuren mee van mals groen. Er moest iets gedaan worden. Maar wat? Lang peinsde Flup. To4n herinnerde het koniin zich één van de leerzame filosofieën van Kort oor. ..Wij konijnen", had hij eens ge zegd. ..zullen altijd onder gevaarvolle omstan digheden leven. Indien wij jong en verstan dig zijn, zullen we vaak net <*en snrone meer kunnen maken dan d*> donH M°ar als we ouder worden, zijn we niet meer zo pa raat. Dan komt de tijd. dat de roofdieren met kans op succes op ons ja een. Ons uit houdingsvermogen is minder oewot-den °n we dertken niet meer zo helder Maar een jong konijn, in de kracht van ziin leven, dat niettemin de nodige ervaring heeft opgedaan en dat voorzichtig is, kan het ver brengen. We zijn voorbestemd om gedood te worden en tot voedsel te dienen. Daarom zullen we nooit in een wereld kunnen leven, die geheel zonder gevaar is. Of we moesten naar de mensen toegaan en zoals onze tamme broe ders. in een hok kruipen. Maai' welk wild konijn kan daar gelukkig worden? We moe ten leren leven met de marter en met de vos. We zullen ze vaak te slim af zijn. doch f°nmaal zijn zii de slimsten. Zouden wij ove rigens wel zonder die gevaren kunnen leven? Maken die het leven niet tot een sport? Wer kelijk, ons enige middel, om de soort in stand te houden, is, veel kinderen voort bren gen. Wij konijnen zijn vruchtbaar. Dat is ons sterkste wapen. Vroeg of laat grijpt de her melijn ons. of de bunzing, of we lopen in een stropersstrik. Dan is het gebeurd. Maar an dere konijnen zullen de holen gebruiken die we gemaakt hebben en de paden bewandelen, die we gebruikten. Er zullen steeds weer an dere konijnen zijn". Flup, nog jong, kwam in opstand tegen deze gedachte. Op de wereld gekomen om tot voed sel te dienen voor sterkere dieren? Maar dat was toch te gek. Een konijn was toch ook blij om te leven, blij met het voorjaar en met een mooie zomeravond? Enfin, hij zou proberen het leven zolang mogelijk te rekken. Als de marter al te brutaal werd. kon Flup een tijdje naar de houtwallen in de wreiden gaan, om daar wat tot rust te komen. Waar torenhoge sparren hun oude kruinen aaneenvlechten tot een altijdgroen plafond, waar zelfs overdag een schemersfeer heerst en de lucht doordrenkt is van schimmelgeu- ren. leeft de bosuil De roodkoppige nacht roofvogel. die zo'n bijzonder ..unheimisch" stemgeluid heeft. Hij is groter dan de steen uil. die zich thuisvoelt in de boerschap. Hij mist de oorpluimpjes van de ransuil, die aan een dennengordel genoeg heeft, om zich te vestigen. De bosuil hoort thuis in de hoogstammige bossen van de landgoederen. Daar moet hij zich op zijn gemak en daar ook krijgt zijn bloedrode liefdesroep bepaald een sinis ter karakter. I lelken hekel an. ,,Wat heb iej dan", vreug 't meanske. den at 't wal e'huerd har: ,,Is ter wat met oewe eerpel, dej kuijerd van zaand, ,,hej der n' oongelukke met e'had?" ,,Och", zeg den van oons, ,.n' oongelukke non zoo zear, mear 't deukn is miej van moarn oonderweg lüs e'skütn, en toen zeent miej al de eerpel oet 't, pennken in 't zaand e'vüln. Ik heb ter nog wa zoo vuile meuglijk of e'veagn mear doar zit nog wa n' betje zaand an, Zeet mear", en meteen leut hee ze heur zeen. ,,Gut dee koj ..eet etn", zeg dee vrouwe. ..Brengt ze mear noa de delle en goojt ze in 't kuuw vuur de bign. Ik skelle der toch aalt wat te vuile, zoo detter wa wat oawer bliewt, dan zal ik oew aandem doon". Det was weend op de mülle van oonze Derk den at det ook zoo bedoeld har. Toen hee wier kwam van de delle, kreege meij toch nen lakkeren teelder met eerpel en snieboonn met nen grootn sleef met vettege sju der oawer hen, en op de koop too, twee spek- haste zoo groot as minne haane. Toen hee ne op har, vreugn ze um ook nog of der nog of der nog eene lussen, wat den begeerlijken hond, natuurlijk neet of- sleug. En ik kon mear kawn op dee dreuge eerpel met eerpel dee oonze Ka miej met har e'doane, oonderwiel den gasterd van oons miej ook nog ieder bod an keek ak ter wier eene an de vorke steuk. Toen aw later wier an 't striekn warn, mot hee 't iedere keer nog wier anruern, det ik um wa met n' kwas um de oorn hare wiln houwn. Vuural toen atte zea: Oarnd, iej munn vannomdag mear n' betje vuur miej met striekn, want ik hebbe zonnen poer in de hoed, ik hebbe van noa weg te vuile had, Mear jè vuur ne keer mag um det neet heen- dren, want 't smaakn miej zoo lakker, en 't was heel wat aans as dee dreuge eerpel dee at iej noa binn monn sloekn". ..Ak ter nog an deanke", harre zin vehaal besleutn. ..dan kokket miej 't blood nog in de hoed. En zegnt non zelf steenknt den van oons van gelukke of nin?" terwiel hee met een 't leste van n' borrel achter oawer geut. Non det monn ze allemoale too geewn, doar doar harre neet te vuile an ezeg. Joa 't warn mooje keals dee van Oarnd Meijer en iej konn de van als van heurn. Ik hebbe ook wal eens heurn veteln, mear ik wee nin of 't woar is, want iej küent n' meanske gaaw slech maakn. det ze in Ealsen biej nen boer woer at ze 't kwammenet wier niejs harn munn venissen, der in plaase van venis, stroop op harn e'strekn, en toen at ze kloar harn e'had harn ze teegn de vrouwe zeg: ..Meanske 't is beste dej der voort n' laakn um hen hangt aans kom ter de vleegn zoo op en dee kriej der neet wier of". Biej nen aandren boer woer at ze de weend vearn monn skildern. harn ze in plaase van witte voarve, krietwit ter op e'smeerd, det ter met de eeste beste reangbuuje met strüelkes wier of was e'reangnt. Iej begriept wa, aj zukke dinge doot, dan lig iej der biej de leu oet, mear of 't woer is wee zal 't zegn. Iej küent in ieder geval better g«- leuwn as hen vroagn goan, zegnt ze wals. Tookn wekke vearder, Getjan. 1

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1968 | | pagina 2