IJ
verkozen
de dood
boven de
slavernij
monument van verzet tot het uiterste
ZB
joor
Masada is een machtige rotsvesting, die tot vierhonderd meter op
rijst boven de Dode Zee in Israël. Tweeduizend jaar geleden
stond op deze plek een prachtig paleis van Herodes, de koning van
Judea. Vandaag de dag is Masada het symbool van een geheel land. De
recruten van het tankkorps van het Israëlische leger maken altijd een
pelgrimstocht naar Masada. Zij beklimmen de muren en in het licht \an
fakkels, dat wordt weerkaatst door de ruïnes van het oude fort, leggen
zij de eed af, stellen zij zich met ziel en lichaam in dienst van het va
derland.
Hun eed heeft een verre echo in lang vervlogen tijden, in een Nan
de aangrijpendste episodes van de joodse historie. In het jaar 73, tij
dens de laatste fase van een opstand tegen de Romeinse bezetters, ver
dedigde een groep leden van een fanatieke godsdienstige sekte Masada
tegen het tiende legioen Romeinse veteranen. Toen verder verzet ho
peloos was geworden, sloegen de 960 verdedigers liever de hand aan
zichzelf dan in slavernij te worden weggevoerd. De Romeinen vonden
slechts lijken toen zij eenmaal door de muren waren gebroken.
Onlangs heelt een legerschare op nieuw het beleg rond Masada gesla
gen. Ditmaal was het een legioen van vrijwilligers-archeologen, uit alle
windstreken toegestroomd. Zij waren naar Israël getogen om een ant
woord te krijgen op de vele vragen, waarmee de dramatische onder
gang van de rotsvesting, negentien eeuwen geleden, de geschiedschrij
ving heeft geconfronteerd. De oudheidkundigen kregen de steun van
het Israëlische leger om de moeilijke aanval met succes uit te voeren.
De internationale vrijwilligers te Masada stonden onder leiding van
Jigael Jadin, die grote bekendheid kreeg als chef van de generale staf
van het leger van Israël tijdens de Arabisch-Israëlische oorlog van
1948. thans hoogleraar in de archeologie aan de Hebreeuwse Universi
teit. Zijn strategische plan voor de aanval met archeologen op de gehei
men van Masada werd met grote instemming door de regering aan
vaard. Het is in de eerste plaats aan Jadin en aan zijn vrijwilligers uit
vele landen te danken, dat Masada een nationaal monument is gewor
den voor het volk van Israël, dat misschien niet voor het laatst de strijd
om het naakte bestaan heeft moeten aanbinden.
In bijgaand artikel, exclusief voor ons blad, beschrijft prof. Jadin
hoe de opgravingen te Masada tot een goed einde zijn gebracht.
Perkamenten
rollen
De Essenen
Grootse taak
Het paleis
Pakhuizen
prof. JIGAEL JADIN
Badinrichting
Honderden munten
Synagoge
overheidsgebouw dat wij juist ten
westen van het complex bergplaat
sen hadden blootgelegd. Beide zi.in
wat betreft opzet en bouwwijze prak
tisch gelijk, met drie badkuipen. Eén
ervan was altijd gevuld met regen
water. zoals de joodse wet voor
schrijft.
Het schoollokaal werd pas in de
laatste fase van de opgravingen ge
vonden. Het gebouwtje ligt ten zui
den van het westelijke paleis en be
staat uit een lange ruimte met. aan
drie kanten zitbanken en één zitbank
in het midden.
WJii zijn natuurlijk erg trots op
V V de ontdekking van de perka
menten rollen, in totaal veer
tien in getal. Zij zijn de eerste die
ooit zijn aangetroffen anders dan in
grotten en het was nu mogelijk de
vondsten stratigrafisch te dotermine-
ren, namelijk vóór de vernietiging
van Masada in het jaar 73 n.
Chr. Tot de teksten behoren bijbel
boeken als Genesis, Leviticus, Deu-
teronomium, Psalmen en Ezechiel,
geheel overeenkomstig de traditione
le Hebreeuwse bijbel.
Ook ontdekten wij een fragment
van een rol met een gedeelte van
de verloren gegane oorspronkelijke
Hebreeuwse tekst van het Boek der
Jubilaeën, een van de belangrijkste
pseudopigrafen, die alleen bekend
was door Ethiopische, Grieks^' *ëri
Latijnse manuscripten, doch waar
van altijd wel is vermoed dat er een
oorspronkelijk Hebreeuwse tekst
moest zijn geweest. Het Boek der
Jubilaeën stond in hoog aanzien bij
de sekte van de Rollen van de Dode
Zee. Soortgelijke fragmenten zijn
trouwens aangetroffen te Qumran,
de woonplaats van de leden dezer
sekte.
Van grote betekenis was de vondst
van een kopie uit de eerste eeuw n.
Chr. van het verloren geraakte He
breeuwse origineel van het Boek
der Wijsheid, een der belangrijkste
apocriefe geschriften. De interres-
santste, merkwaardigste vondst ech
ter was een deel van een rol, iden
tiek met een rol uit de grotten van
Qumran, met liturgieën verband
houdende met de offers die op sab
bat werden gebracht. Nu het rol-
fragment van Masada duidelijk kan
worden gedateerd als niet jonger
dan de eerste helft van de eerste
eeuw, betekende het een afdoende
weerlegging van de mening van een
klein aantal geleerden, die altijd heb
ben beweerd dat de rollen van d«
Dode Zee niet echt waren of hoog
stens uit de middeleeuwen konden
stammen.
Er is intussen een nieuwe leven
dige discussie ontbrand onder
de deskundigen. Beweerd is na
melijk. dat de mensen te Qumran
destijds hebben behoord tot een op
zichzelf staande sekte. Ik deel even
wel de mening van vele anderen, dat
de sekte van de Rollen van de Do
de Zee mag worden geïdentificeerd
als die der Essenen. Zodoende moet
de vondst te Masada nog nader ver
klaard worden. Volgens rpij is deze
rol door Esseense vluchtelingen
meegenomen. Josephus heeft ons
trouwens de naam overgeleverd van
een der territoriale bevelhebbers in
de revolutie, zekere Johannes de Es-
seër. Het lijkt niet erg waarschijn
lijk, dat er maar één enkele Esseër
aan de opstand zou hebben deelge
nomen en dat die dan nog wel com
mandant van een belangrijke sector
zou zijn geworden.
Ik mag niet verzuimen er de aan
dacht op te vestigen, dat wij behal
ve de rollen niet minder dan 700
ostraca's hebben opgespoord, pot
scherven m-et incripties. Zij moeten
nog precies worden bestudeerd.
De interessantste serie bestaat uit
elf scherven, elk met een andere
naam of bijnaam erin gekrast,
steeds kan een zelfde handschrift
worden herkend. De grootste verras
sing is, dat op één scherf ,,Ben Jair"
staat, de naam van een der bevel
hebbers uit het boek van Josephus.
Dragen deze scherven wellicht de
namen van de tien a twaalf mannen
die het langst in leven bleven en
toen onderling door het lol uitmaak
ten wie de andere zou doden om
niet in handen van de vijand te val
len, zoals Josephus het heeft be
schreven? Het is een verleidelijke
interpretatie.
Het opgravingswerk is voltóoid.
Wij, archeologen, staan nu vpor een
minder romantische, doch, 1 weten
schappelijk gezien, veel moeilijker
taak, de taak om de gebprgen over
blijfselen nader te onderzoeken. Wij
moeten een inventaris maken van de
miljoenen scherven, wij moeten de
inscripties ontcijferen, wij moeten de
betekenis van de rollen te weten ko
men. Alle bijzonderheden dienen zo
wel uit archeologisch als uit histo
risch oogpunt te worden geanaly
seerd. Ik vertrouw dat als het mate
riaal eenmaal volledig wordt gepu
bliceerd, het oude Masada weer ge
heel tot leven zal worden gewekt.
Hoe belangrijk het gevonden ma
teriaal moge zijn, voor ons zal Masa
da altijd het symbool blijven van
mensen die de dood verkiezen bp*
ven slavernij van ziel en lichaam.
Twee jaar lang hebben duizenden
vrijwilligers, afkomstig uit acht
entwintig landen, soldaten van
het Israëlische leger, jongelui uit
kibboetsen en van middelbare scho
len met bijna fanatieke toewijding
gewerkt aan het blootleggen van de
restanten van een rotsvesting in de
woestijn van Judea, hoog boven de
Dode Zee: Masada. Wal trok deze
enthousiaste schare naar deze plek?
Wat bezielde ons, archeologen, om
de gigantische taak ter hand te ne
men? Hoe komt het dat Masada een
bron van inspiratie is geweest voor
zovele geleerden en leken in de ach
ter ons liggende eeuw?
De rotsformatie van Masada, die
met een steile helling van vierhon-
der meter uitloopt tot de westelijke
oever van de Dode Zee, is een plek
van griezelige, indrukwekkende
schoonheid. Jlier bouwde Herodes de
Grote zijn paleizen ten einde zich in
geval van nood in de strijd tegen
Cleopatra van Egypte te kunnen te
rugtrekken. Masada is ook het to
neel geweest van een der meest dra
matische episodes uit de geschiede
nis van de mensheid, toen de 960
joodse verdedigers liever zichzelf
doodden dan door de Romeinen als
slaven te worden weggevoerd.
De kampementen en de schansen
van de Romeinse belegeraars zijn
nog altijd intact, ook het bolwerk
dat tegen de westelijke muur werd
opgeworpen. Zij zijn een sprekend ge
tuigenis van het doorzettingsvermo
gen en het vakmanschap van de Ro
meinse legerleider Silva en zijn tien
de legioen.
Ruim 130 jaar geleden werd Ma
sada opnieuw ontdekt door de
Amerikaanse onderzoeker Ed
ward Robinson. Talrijke archeologen
en nieuwsgierigen hebben de plek
sindsdien bezocht. Dankbaar maak
ten zijn gebruik van de nauwgezette
beschrijving van Josephus. Pas na de
opkomst van de staat Israël in 1948
kwamen allengs meer bijzonderhe
den aan het licht door het speur
werk van enthousiaste jonge mensen.
In 1955 en 1956 deed een officiële
expeditie de nodige verkenningen.
Hierbij werd wel duidelijk, dat Ma
sada alleen zou kunnen worden bloot
gelegd door een grootscheepse expe
ditie. die zich geruime tijd met de
ze taak zou kunnen bezighouden.
Uiteindelijk werd ik belast met de
leiding van het project, uit te voe
ren onder auspiciën van de He
breeuwse Universiteit te Jeruzalem,
het Israëlische Genootschap voor Ex
ploraties en het departement van
Oudheden van de regering van Isra
el. Financiële middelen werden ver
schaft door een groep belangstellen
den in Engeland: de heer en me
vrouw Harry Sacher, het echtpaar
Terence Kennedy en de Wolfson
Foundation, alsmede een dagblad, de
Observer".
Wij hebben twee expedities onder
nomen, namelijk gedurende zeven
maanden in 1963 en 1964 en vier
maanden in 1964 en 1965. Uiteinde
lijk hadden wij 97 procent van de be
bouwde strook van Masada blootge
legd. Met opzet bleef drie procent
van het terrein ongerept opdat de
bezoekers in de toekomst een duide
lijk beeld kunnen krijgen van „vroe
ger en nu".
Het interessante gebouw te Masa
da was het drie verdiepingen
hoge paleis van Herodes, in al
zijn vroegere luister beschreven door
Josephus. De geschiedschrijver is
evenwel niet erg duidelijk geweest
wat betreft de juiste ligging.
Vroeger hebben geleerden dan
ook een groot gebouw aan de weste
lijke rand van Masada voor het pa
leis aangezien, doch ergens klopte
dit niet. Dank zij het werk van de
jeugdige amateur-archeologen uit de
kibboetsen weten wij nu, dat het pa
leis in werkelijkheid op de helling
van de rots heeft gelegen. Het bleek
een paleisachtige villa te zijn. De
plaats was met zorg gekozen: de eni
ge plek in Masada die afdoende is
beschermd tegen de brandende zon
en de verstikkende woestijnwind.
De overblijfselen van de paleisvil
la bleken volkomen door een dikke
aslaag te zijn bedekt. Tussen de
puinhopen en de as van het laagge
legen terras stieten wij op de ver
schrikkelijke sporen van het lot van
de joodse verdedigers: munten uit
de tijd van de revolte tegen de Ro
meinen, pijlen en honderden zilveren
plaatjes van harnassen. Tussen deze
overblijfselen vonden wij skeletdelen
van een man, een vrouw en een
kind. Aan de schedel van de vrouw
zaten nog donkerblonde vlechten. In
de buurt lagen haar sandalen.
Misschien is dit wel het gezin ge
weest waarvan Josephus melding
maakt: .....de man die als laatste
in leven was gebleven, liet zijn blik
gaan over de gesloten gelederen van
de doden. Hij vroeg zich af of
iemand de slachting kon hebben
overleefd en wellicht nog hulp nodig
had. Toen hij constateerde dat nie
mand meer in leven was. stak hij
het paleis in brand. Fel baanden de
vlammen zich een weg. Met al zijn
kracht dreef hij tenslotte zijn zwaard
in zijn lichaam en hij viel dood ter
neer, aan de zijde van vrouw en
kinderen".
Pal ten zuiden van het paleis liggen
de ruïnes van een groot com
plex gebouwen, bestaande uit
lange, nauwe ruimten. Dit waren de
befaamde opslagplaatsen, die, gelijk
Josephus bericht, door Herodes zijn
gebouwd. Wij ontdekten op de grond
grote puinhopen, in hoofdzaak de
stenen uit de muren en het dak, die
bezweken toen de opstandelingen hun
voorraden in brand staken alvorens
de hand aan zichzelf te slaan.
Vóór wij op deze plaats konden
gaan graven, moest het puin voo-r
zichtig worden opgeruimd. Wij ge
bruikten de stenen om de muren te
herstellen. Daarna gingen wij de as-
laag te lijf. Van de zeventien opslag
plaatsen hebben wij er twaalf uitge
graven en gerestaureerd en wat wij
daarbij vonden bleek hogelijk de
moeite waard te zijn.
Wij stieten bijvoorbeeld op honder
den kruiken met resten voedsel. El
ke soort voedsel werd in een aparte
ruimte bewaard. Sommige kruiken
stamden nog uit de tijd van Hero
des, doch zij zijn ook gebruikt door
de joodse verdedigers die ze op
nieuw vulden er er opschriften op
plaatsten in het Aramees en He
breeuws. De inscripties zijn van het
grootste belang voor de geschiedenis
van het Hebreeuwse schrift want
zij kunnen immers met vokomen ze
kerheid worden gedateerd: 66-73 n.
Chr.
De inscripties verschaften ons ook
allerlei bijzonderheden over het dage
lijks leven van de verdedigers. Zo
bevatten verscheidene kruiken de op
brengst van belastingen - de zoge
naamde tienden - ten behoeve van
de priesters. Zij tonen aan. dat de
Mozaïsche wetten te Masada pijnlijk
nauwkeurig werden nageleefd, zelfs
onder de uiterst moeilijke omstan
digheden tijdens de belegering.
Een grote verrassing wachtte ons
toen wij eenmaal waren begon
nen bij de bergplaatsen te gra
ven. Opeens stieten wij daar op een
openbare badgelegenheid naar de
klassieke Romeinse trant Latei-
bleek, dat dit de grootste badin
richting was die ooit in dit deel van
de wereld is gevonden en ook de
best bewaarde met al haar afzonder
lijke faculteiten en rijke versiering.
De muren van de vertrekken met he
te en lauwe baden en de kleedka
mers waren verfraaid met fresco's
en de vloeren waren prachtig bete
geld.
Het paleis op het westelijke deel
van de rots, het belangrijkste paleis
van Herodes, was in alle opzichten
een koninklijke residentie, compleet
met troonzaal, ontvangstzalen, onder-
Prof. Jigael Jadin voert zijn
legerschare van archeologen
aan m de tweede slag om
Masada. De foto geeft een
beeld van het speurwerk in
de zuidwestelijke hoek van
de oude rotsvesting.
Ook verscheidene Amerika
nen hebben aan het speur
werk te Masada deelgeno
men. Eric Spector. een ze
ventienjarige jongen uit de
Bronx, New York, studeer
de in Israël en maakte van
de gelegenheid gebruik een
handje te helpen bij het be
langwekkende onderzoek.
komens voor het personeel, werk
plaatsen en reusachtige voorraadka
mers. In de bergruimten vonden wij
duizenden kruiken. Op sommige krui
ken hadden de joodse verdedigers
van; de vesting de inhoud precies aan
geduid, „gedroogde vijgen", enz.
Het onderzoek van de restanten
van het paleis, dat een oppervlakte
van 4 000 vierkante meter besloeg, is
bijzonder nauwkeurig geweest. Dank
zij het ingespannen werk van honder
den vrijwilligers zijn in verloop van
elf maanden talrijke waardevolle
objecten te voorschijn gekomen. Wij
ontdekten bijvoorbeeld twee veel
kleurige mozaïeken, uitsluitend ver
sierd met een lijnenspel en bloem
motieven om de joodse onderdanen
van Herodes niet voor het hoofd te
stoten. De mozaïeken zijn misschien
wel de fraaiste, ooit in Israël gevon
den. Stellig zijn zij de oudste.
Ook dit gebouw was met een dik
ke aslaag bedekt. In de as vonden
wij honderden munten uit de tijd van
de opstand, alle met de inscriptie
„Voor de vrijheid van Zion". In de
omgeving van het grote paleis stie
ten wij nog op vier kleinere paleizen,
gebouwd volgens hetzelfde schema.
Zij moeten onderdak hebben gebo
den aan familieleden van Herodes.
De interessantste, belangrijkste
vondsten hebben wij gedaan in de
bergruimten in de vestingmuur, die
als een krans om de top van Masa
da ligt. Wij hebben al die ruimten
zorgvuldig blootgelegd.
De opstandelingen gebruikten deze
ruimten als kazernes. Wij vonden
dan ook grote hoeveelheden huisraad
en tevens zulke vergankelijke over
blijfselen als matten, schoenen, kle
dingstukken. In sommige kamers la
gen in de hoek stapels kolen en as
met stukken van sandalen, spiegels
en andere voorwerpen. Wij moesten
toen opeens weer denken aan een
zinsnede in het relaas van Josephus:
„Snel wierpen zij al hun bezittingen
op een hoop en staken ze in brand".
Overal lagen grote ronde stenen,
de wapens van de belegerden, temid
den van honderden kogels die door de
Romeinen met hun katapulten in de
vesting waren geslingerd.
Ook de schuilplaatsen leverden bij
het onderzoek talrijke bronzen en zil
veren munten op, waaronder 72 zeld
zame zilveren sjekels en halve sje-
kels uit de revolutietijd („Heilig
Jeruzalem - Sjekel van Israël").
Wat betreft de geschiedenis van
de religieuze architectuur waren
de vier interessantste gebouwen
die wij hebben blootgelegd, een sy
nagoge, twee rituele badinrichtingen
en een schoollokaal voor godsdienst
onderwijs. Al deze gebouwen zijn in
de nabijheid van de bouwwerken van
Herodes. Zij bevestigen, dat de jood
se verdedigers van Masada hun gods
dienstige plichten getrouw nakwa
men want juist deze instellingen
speelden een vitale rol in een gods
dienstige gemeenschap.
Uit archeologisch oogpunt was de
synagoge het belangrijkst. Het is een
rechthoekige ruimte, gebouwd tegen
de noordwestelijke vestingmuur, een
ruimte met twee rijen zuilen en over
al lemen banken. Het gebouw is op
getrokken in de richting van Jeruza
lem met de ingang aan de andere
kant. In de laatste fase van de op
gravingen vonden wij, verborgen on
der de vloer, twee bijbelrollen (Eze-
chiël en Deuteronomium)een bewijs
te meer dat het gebouw inderdaad
een synagoge is geweest.
De eerste rituele badinrichting
troffen wij aan in een bastion in het
zuid-oostelijke deel van de vestings
muur.
Daarna stieten wij op een tweede,
op de binnenplaats van een groot
v