Goed achterlicht ziëtuwel! Twaalf jaar boomfeestdag betekent half miljoen bomen 'T MANNETJE IN DE PANDJESJAS Bijdrage verfraaiing van het landschap Kwart eeuw geleden werden broer en zuster Scholl door nazis terechtgesteld NATIONALE BOOMFEESTDAG 1968 De helden van de „Witte Roos" Chimpansee ongeseüiKl voor bouwvakker Vrijdag 22 maart 1968 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 5 LEVENSLANG BROCHURES NATIONAAL FEITEN EN CIJFERS OPPERVLAKTE München. Studenten van nu kunnen Eich nauwelijks voorstellen, wat het betekende, in de twaalf jaren van ter reur in Duitsland 1933-1945 ook maar het geringste verzet tegen de staats macht te plegen. Deze vermetel heid, die gelijk stond aan zelfmoord, bracht een studentenverzetsgroep aan de universiteit in München op. Het is thans vijf en twintig jaar ge leden, dat broer en zuster Hans en Sophie Scholl samen met hun mede verzetsman Christoph Probst na een proces van het zogenaamde „Volks gerichtshof" van de nationaal-socia- listen ter dood veroordeeld en twee dagen daarna in München-Stadelheim terechtgesteld werden. Enkele maan den later trof drie andere Heden van de verzetsgroep „Witte Roos" hetzelf de lot: de initiatiefnemer van de be weging, professor Kurt Huber, en de studenten Alexander Schmorell en Willi Graf. De groep „Witte Roos" had zich ten doel gesteld, het Duitse volk door vlugschriften wakker te schudden en tot openbaar verzet tegen Hitier en zijn trawanten aan te zetten, tot een tegenbeweging, die tot de val van de tiran en tot de beëindiging van de half verloren oorlog had moeten lei den. Een pogen, dat zoals iedere ge tuige van de gebeurtenissen van toen duidelijk was, gedoemd was te mis lukken. Ook de samenzwerende stu- In het geheel van activiteiten, ge richt op een leefbaar Nederland, neemt bijgevolg de nationale boom feestdag een zinvolle plaats in. Dit alles heeft de initiatiefnemers van deze dag voor ogen gestaan, toen zij in 1957, nog pas in één gemeente met hun actie een begin maakten. Van deze goed opgezette manifes tatie niet minder dan 1600 kinde ren u,-t de 5e en 6e klasse van de la gere scholen namen eraan deel is een grote propagandistische waarde uitgegaan. Het aantal deelnemende gemeenten en kinderen is dan oox jaarlijks gestegen zoals bijvoor beeld in 1957, 1 gemeente, 1.600 kin deren; 1967 plm. '150 gemeenten, plm 25.000 kinderen; 1968 tenminste 182 gemeenten, ten minste 27.350 kinde ren. De deelneming aan de nationale boomfeestdag heeft zich tot dusverre beperkt tot de jeugd uit de vijfde en zesde klassen van de lagere scholen. De organisatie van deze dag is in han den van het in 1955 opgerichte Lande lijk Comité Nationale Boomfeestdag, dat bestaat uit vertegenwoordigers van instanties op het gebied van on derwijs, bosbouw, landschapsverzor ging- en cultuurtechniek. Dit Comi té heeft in verschillende provincies contactpunten van waaruit contacten met de gemeentelijke autoriteiten worden gelegd en onderhouden. Van meet af aan heeft het Landelijk Co mité Boomfeestdag zich op het stand punt. gesteld, dat de schoolkinderen over het Waarom van dit'féést mc&t worden verteld. Iedere Nederlander moet eigenlijk al jong de ogen worden geopend voor het levensbelang van groenvoor ziening en natuurbehoud. Pas dan kan men van hun ook op oudere leef tijd voldoende begrip voor deze idee verwachten. De boomfeestdag is een gerede aan leiding om het hierboven gestelde in praktijk te brengen; bovendien wordt het gehele evenement daardoor uitgeheven boven het „één dag boom pjes planten". De voorlichting wordt alom in de weken vóór de boom feestdag gegeven. De dag zelf vormt dan een hoogtepunt en tevens een lo gische afsluiting van deze voorlich tingscampagne. Ten behoeve van de voorlichting ontvangen de leerkrachten voor elk deelnemend kind een leesboekje over bomen, bossen en de bopmfeest- dag, een bouwplaat in de vorm van een naar eigen smaak in 'te richten diorama met coulissen van de ele menten uit het Nederlandse land schap, een exemplaat van ,,'t boom- feestciagiied" én verschillende versna- peringen waaronder een reep choco- lade met een speciaal omslag. Boven dien ontvangt elke deelnemende school een vaantje als herinnering. Het Landelijk Comité stelt voorts te gen de kostende prijs voor de scho len beschikbaar een serie van 38 lichtbeelden in kleuren met een uit voerige beschrijving over bossen en bomen in het Nederlandse landschap. Aan de hand hiervan vertellen de leerkrachten of deskundigen, die door t Landelijk Comité daartoe zijn aangezocht, de kinderen iets over het grote belang van groenvoorziening in steden en op het platteland. Op de dag zelf in 1968 is dit 3 april planten dan de kinderen hun bomen in het hos, langs de wegen, in steden en dorpen. De boomfeesri dag wordt per dorp of stad meestal besloten met een filmvertoning of als de mogelijkheden dit toelaten, met een excursie naar de bossen. Hoewel de boomfeestdag nog niet tot een nationale manifestatie is uit gegroeid (Nederland telt ongeveer 1000 gemeenten, waarvan er in 1968 ruim 180 zullen deelnemen) schiet de idee allengs beter wortel. Mede door de propaganda van pers, radio en televisie, krijgt deze dag langzamer hand bij de gemeentelijke autori teiten en in onderwijskringen een be kende klank. Om de boomfeestdag krachtig te propageren worden thans brochures verspreid onder gemeentelijke auto- nreiten, leerkrachten en aanstaan de onderwijzers. Voor elk van deze categorieën is de tekst aangepast, de opmaak is uniform. Deze propagan da, die het gehele jaar door plaats vindt, wordt geleid door het secreta riaat van het Landelijk Comité dal bij het Staatsbosbeheer berust ir> nauwe samenwerking met de con tactpersonen in de 'provincies. Nederland is een land waar elke vierkante meter grond een bestem ming heeft. De mogelijkheden tot het planten van bomen zijn dientengevol ge r.-el onbeperkt. Wanneer echter in elk bestemmingsplan aan de groen voorziening recht wordt gedaan, en de verwachtingen zijn te dien aanzien hoopvol gestemd dan zal de booxeestdag tot in lengte van jaren zijn bestaansrecht behou den. Dan zullen ook vele honderdduizen den de herinnering met zich dragen aan „hun" boomfeestdag en over tuigd zijn dat groenbehoud en groen voorziening het aanzien kunnen ge ven aan een landschap waarin de werkende en zich ontspannede mens zich wèl bevindt. Voor wie-het nog niet wist; wij leven in de eeuw van het getal. Toch zijn getallen maar betrekkelijk, en valt niet alles meer te verklaren. Zo lijkt dat halve miljoen heel wat. Maar degenen die met de groenvoorziening van ons land hebben te maken, weten dat dit aantal nog maar een druppel op de gloeiende plaat betekent. Het gaat bij de nationale boomfeestdag dan ook om iets anders; om de 175.000 mensen, kinderen en volwasennen, die sinds 1957 deze bomen hebben geplant, om hen die iets hebben begrepen van het waarom van de boomfeestdag. Die met het planten van hun boompje het gevoel hebben gekregen iets bij te dragen tot de ver- fraiing van hun naaste, vertrouwde omgeving. En die met het ouder worden dit gevoel hebben weten vast te houden en te ont wikkelen zodat ze dit op jongeren hebben kunnen overdragen. Dit effect, als van de sneeuwbal en de olievlek, is groter dan met welk getal ook valt uit te drukken. bont 39; Limburg 9; IJsselmeerpol- ciers 1. Totaal 182. De Noordelijkste gemeente is Schiermonnikoog; de Zuidelijkste Maastricht. De idee van boomplantdagen is in We waren enige tijd verhuisd naar deze nieuwe buurt. Mijn vrouw kon het in de flat niet uithouden. Flats zijn aardige dingen, maar ze zijn alleen geschikt voor mensen die stokdoof zjn of uitgerust met stalen zenuwen. Deze buurt was geboowd in de jaren kort na de eerste wereldoorlog. Men keek niet op een metertje meer of minder. We hadden een aardig tuintje achter het huis en een ruime schuur. Het dutirde niet lang of de verschillende leveranciers lieten zich zien, de bakker, de melkboer en ook het mannetje. Het won derlijke. was dat ,het mannetje" zoals hij in de hele buurt bekend stond, eigenlijk niets le verde. Hij was wat men noemt een straatty pe. Hij had een soort zwarte pandjesjas aan en had bakkebaarden langs zijn gezicht, zo als je dat wel bij Engelse butlers ziet op de TV. Elke zaterdagmorgen, prompt om elf uur, kwam hij aan de deur en zei: „Uwes wou sekers ook wel uwes portie geluk hebbe..." Hij wachtte nooit op antwoord maar diepte uit zijn binne'/>nzak een stukje papier op. Op dat stukje papier stonden enkele volmaakt onlees bare tekens. Je dokte dan een kwartje en het mannetje ging tevreden heen. Nu ik me goed herinner, want het is al weer een half jaartje geleden/dat we met hem kennismaakten, wa ren we stomverbaasd, toen hij voor de eer ste keer op de stoep stond. We hadden al ge zien hoe hij bij elke deur iets overhandigde en dan iets kreeg. Toen hij bij ons aanbeldde, stond juist onze nieuwe buurvrouw in de hal iets uit te leggen. Het mannetje belde aan en zei alsof hij ons al jaren kende, „Uwes wil se kers ook wel een portie geluk hebbe". Mijn vrouw keek ietwat hulpeloos naar onze nieu we buur, met een gezicht „wat moet ik hier mee aan". De buurvrouw knikte heftig en sis te tussen haar tanden „Geef hem een kwartje". Mijn vrouw haalde een kwartje te voorschijn en ontving het zogenaamde „ge- lukspapiertje". Zo ontstond het gewoonterecht van het gelukbriefje ook in ons gezin. Na een poosje wisten we niet beter. Het mannetje hoorde bij ons leven. Toch kwam er een fcttr dat we zonder geluksbriefje de week door moesten. Dat was, toen mijn oude vader plotseling vrij ernstig ziek werd. Mijn vrouw en ik vertrokken met de kinderen, die we bij familie zouden laten voor het weekeinde. Pas toen de kinderen onder dak waren en wij op weg naar het dorp waar vader woonde, zei mijn vrouw opeens „We missen het ge luksbriefje". Ik bromde wat onder het chauf feren door en haalde de schouders op. Mijn gedachten waren bij mijn vader. Maar op eens realiseerde ik me dat de wagen ietwat trok. Ik stuurde naar de wegberm en stapte uit. Dat moest er nog net bij, lekke band. Ik haalde de reserveband uit de wagen, begon de auto op te krikken. Toen het wiel verwis seld was stapte ik in en wilde wegrijden. Maar wat ik ook deed, het verdraaide ding startte niet. Mijn vrouw wees op de naald van de ben zinemeter, die stond radicaal op nul. Ik vloek te, tegen mijn normale gewoonte in, had ik vergeten om te tanken. Het was heet, ik trok mijn jasje uit, pakte een bezinetankje... ook leeg natuurlijk en ging op weg naar een pompstation. Dat vond ik inderdaad, bijna drie kilometer lopen van de auto. Ik liet het blik vollopen en wilde betalen. Portefeuille f in de wagen laten liggen, bankcheques natuurlijk ook in het jasje. Tenslotte kreeg ik'crediet van de tankbediende en liep terug. De tank werd gevuld en ik stapje in, startte... niks, de motor was niet aan de praat te krijgen. We genwacht? Hoo maar! Ik opende de kap en keek in het inwendige van de wagen, het zei me geen barst. Ik frunnikte wat aan de bou gieskabels en probeerde weer te starten. Ik zou er vermoedelijk nog gestaan hebben als er niet een man in een overal was komen langs lopen. Hij kwam naar me toe en vroeg: „Panne" Ik knikte, „En hoe!" Hij boog zich over de motor en trok een kabeltje los „start eens?" vroeg hij. Ik draaide de con tactsleutel om. Hij bromde iets van „dacht ik wel" en vroeg „hebt u een stukje zilverpa pier?" Mijn vrouw diepte het uit haar tas op. De man boog zich weer over de kap en frommelde ergens mee. Daarna zei hij weer. Start eens". Weer startte ik en de mo tor sloeg aan. Nooit was ik meer blij met dit bekende geluid dan nu. Ik zou de man iets ge ven, maar hij wuifde dat weg. „Denk liever aan het papiertje", lachtte hij. Ik Jceek hem aan en meende iets erg bekends te zien in zijn gezicht. Hij draaide zich om en slofte de weg af. We reden weg. Ik stopte bij de benzi nepomp en betaalde de bediende. Zondèr ver dere stoornissen kwamen we bij mijn vader aan. Hij was gelukkig goed verzorgd. Zijn toe stand was echter niet best. We bleven het he le weekend. Mijn vrouw bood aan bij hem te blijven maar hij sloeg het af. „Ik heb hier goede verzorging, ik wil jullie gezin niet ver storen". We reden terug. De kinderen kwa men onderweg in de auto en ik vertelde hun de pech op de heenreis. Mijn oudste dochter tje Dina zei lachend ,Dat komt er van als je het papiertje vergeet. „Ach, wat", bromde ik ontstemd. De maandag na dat weekeind zal ik niet gauw vergeten. Op mijn afdeling raakte een belangrijke dossier weg, volmaakt spoorloos. Het nai'e was dat de stukken het laatst op mijn bureau waren gezien. Ik zocht me lam. Toen ik die avond thuiskwam was ik echt wanhopig, die stukken moesten tevoor schijn komen. Ik wist alleen niet hoe. Mijn vrouw zag het wel, ze gaf me een borrel en liet me gewoon met rust. Die avond kon ik niet slapen, tenslotte nam ik een slaappil in en daarop zakte ik in een onrustige slaap. De volgende morgen ging ik met lood in de schoe nen naar kantoor. Ik had gedeeltelijk geluk, de baas moest weg naar het buitenland. Hij kwam niet voor vrijdag terug, uitstel van exe cutie. Het was een reguliere rotweek. De kin deren mopperden over het huiswerk. Mijn vrouw had ruzie met haar be'éfë Vftendin, ik zocht elke dag opnieuw mijn kantoor af en liep de afdelingen langs op zoek naar het dos sier. r# I De vrijdag kwam de baas pas laat terug. Hij liet me dadelijk vragen. Ik had nog niets. Geen spoor van die verdoemelijke papieren. „Als ik dat dossier niet maandagmorgen om elf uur hier op mijn schrijftafel heb, dan zal ik daarvan melding maken aan de hoogste chef...". Zo ging dat en ik 'zat die avond met een barstede hoofdpijn in de trein naar huis. Hoe ik dat weekeinde moest doorkomen, was me een raadsel. Zaterdagmorgen stond '1 man netje weer op onze stoep. „Ik heb u gemist vo rige week, me zoon zei hét nög. U heb het vergete zekers. Maar hier is uwes portie dan weer". Ik vloog naar de voordeur en drong mijn vrouw opzij; „Ik wou graag iets meer als het kon". Wat me tot die vraag dreef kan ik nu nauwelijks meer verklaren. Het manne tje knikte zwijgend en haalde uit zijn binnen zak een extra papiertje. Hij kreeg twee kwar tjes, tikte aan zijn pet en ging naar de buren. De papiertjes in de hand ging ik weer zit ten. Vreemd het gaf me toch iets van rust. Langzaam ebde de spanning af. het was als of die malle papiertjes daartoe bijdroegen. De zaterdagmiddag verliep normaal. Eigen lijk erg rustig, ik realiseerde me opeens dat de kinderen kalmer waren. Mijn vrouw kwam stralend terug. Ze had haar vriendin op de markt ontmoet en alles was bijgelegd. De zondag was al even gewoon, prettig ge woon. Toch ging ik die maandagmorgen niet onbezorgd naar kantoor. De dondertoon van de chef klonk me vers in de oren. Ik ging zitten en keek naar de klok, negen uur, hoe kwam ik de tijd door. Maar dat viel mee. De telefoon ging en ik werd zonder meer in een stortvloed van drukte geworpen. Elf uur, geen telefoontje van de baas. Wel ging de deur open en wie stond daar? De baas een en al lach en vergevingsgezindheid. „Ke rel ik moet me bij jou excuseren. Ik word oud, laat me dat malle dossier nou in mijn eigen la liggen. Ik snap er niets van. Ik zou zweren dat ik het bij jou had zien liggen. Zo zie je maar weer, oordeel niet te vlug". Hij tilde het pak papieren op en zwaaide er mee. Blij dat het er is„WAT IS DAT?" Er dwarrelde iets uit. Ik raapte het op. Het was een smal strookje wit papier. Een ongeoefen de hand had er vreemde tekens op gekrab beld met een gewone balpen. De baas keek er naar. „Hmm, zeker een notitie, ik ken het handschrift niet. Nou beste kerel, zoals ik al zei, ik wordt oud. We moeten eens pra- pen, je hebt hier lang genoeg gezeten. Zou geen kwaad kunnen om je eens te laten pro moveren". Wat hij verder allemaal zei, ver stond ik maar matig. Ik staarde maar naar het briefje en hoorde het mannetje zeggen: ,Uwes portie geluk". Ja, wat zouden we zon der ons portie geluk moeten beginnen. Ik was blij in die buurt te wonen. r Chimpansee „Tjiko" van Ouwe hands Dierenpark heeft zich ontpopt als bouwvakker. Zijn dagverblijf moest wat opgelapt worden, omdat de ondeugende mensaap er nogal wat cru had huisgehouden. De ganse dag had hij al door een gaatje in de ijzeren schuif van zijn nachthok zitten gluren om de metse laar de kunst af te kijken. Toen deze even wegging om een kopje koffie te drinken, nam „Tjiko" zijn kans waar. Hij trok de zware schuif op iets waartoe chefdierenverzorger A. v. d. Berg hem nog nimmer in staat had geacht rende vliegensvlug op de troffel af, pakte een. hand vol specie en ging als een bezetene aan het smeuren. Ad van den Berg moest echter al heel vlug ingrijpen, want „Tjiko" had van het „metselen" gauw genoeg en begon toen van de specie te eten! „Tjiko" ging gewillig met zijn ver zorger mee. Hij is trouwens de ge makkelijkste van het hele stel mens apen. Hij fietst, wandelt los over het park en is bijzonder lief. Maar v n het beroep bouwvakker heeft hij nog geen kaas gegeten, geleerd dat daar waar de kinderen goed zijn voorbereid op de boom feestdag het boomplanten op zichzelf al een feest is, waaraan enthousiast wordt deelgenomen. Datum van de Nationale Boomfeest dag: 3 april 1968 196? AantaL gemeenten 150; Aantal kinde ren 25.Q00. 1968. Aantal gemeenten 182; Aantal kin deren 27.350 De deelnemende gemeenten zijn als volgt over het land verdeeld: Groningen 16: Friesland 11; Drenthe 20, Overijssel 16; Gelderland 26; Utrecht 9; Noord-Holland 17; Zuid- Holland 10; Zeeland 9; Noord-Bra- Nederland niet nieuw. Reeds tiental len jaren worden door verschillende initiatieven hier en daar boomplant dagen gehouden waaraan schoolkin deren meewerken. Deze boomplantdagen zijn zeker van nut. Er wordt dikwijls mee be reikt dat de jeugd de „eigen" bomen met rust laat. Maar indien, elke vorm van traditie ontbreekt, is de herinne ring aan zo'n dag bij de kinderen meestal zeer vluchtig waardoor de waarde ervan beperkt blijft. Toen in 1954 de uitgave van de F.A.O. „World festival of trees" ver scheen. was dat aanleiding de boom- plantciagen in Nederland niet alleen krachtig te propageren, maar ze te vens tot een jaarlijkse traditie te ma ken. In plaats van boomplantdag zou de ze dag voortaan een nationale boom feestdag heten. De opwekking van de F.A.O. is vooral gericht op die gebieden waar een voortschrijdende ontbossing de bodem doet degenereren en dus de mens in zijn bestaan bedreigt. In Nederland dreigt dit gevaar niet. Door zijn vlakke bodem is waterero- sie niet te vrezen en door de lage ligging evenmin verdroging van de grond. Er zijn echter andere, niet minder dringende redenen om aan de groen voorziening alle aandacht te schen ken. Nederland is met zijn 12 miljoen inwoners op een oppervlakte van ruim 36.000 km2, d.i. 330 per km3, een der dichtstbevolkte gebieden der aarde. Slechts 7,5 pet van de oppervlakte is met bos bedekt, deze bossen zijn door de landbouw bovendien nog gro tendeels tot de arme gronden te ruggedrongen. Bomen en bossen heb ben in Nederland een drieledige functie: zij produceren hout, zij be schermen mens en dier tegen het dik wijls gure en winderige klimaat en zij zijn onontbeerlijk voor de volksge zondheid. Het laatste in stijgende mate. Dit valt te begrijpen, wanneer men be denkt, dat Nederland zich in de laat- menhang met de toenemende bevol kingsdruk gaat dit met e^n groeien de verstedelijking gepaara. Deze verstedelijking neemt zulke afmetingen aan, dat ruimelijke or dening en als facet daarvan de land schapplanning dringend noodzakelijk zijn geworden om de bewoners een omgeving te garanderen, waarin het goed werken en wonen is. Daarom zijn waar mogelijk uitbrei ding van het bosareaal en de groen voorziening vitale overheidstaken met als doel: de betere leefbaarheid van Nederland en de geestelijke en lichamelijke gezondheid van zijn be woners. Steeds krachtiger ook wordt de roepstem die aan een voortschrijden de ontluistering van natuurgebieden een halt toeroept. Dientengevolge wordt men zich in brede kring er van bewust, dat Nederland heel zui nig moet zijn op de weinig ongerep te natuur die het nog rest. NEURENBERG Deze jonge mannen kwamen onlangs plotseling in het nieuws: zij zijn te schuchter om te trouwen. En van hen en nog een tiental andere vrijgezellen onder de 40 hangt het voortbestaan van hun geboorteplaats af. Sinds vijf jaar werd er in het gemeentehuis van Kirchfarrnbach in het zuiden van de Duitse Bondsrepubliek geen huwelijk meer gesloten, het aantal inwoners van het dorp daalde ten ge volge daarvan op 297. En 300 is de minimum grens voor de zelfstandigheid van een gemeente in deze streek. Alle pogingen van de burgemees ter, de flinke, goed verdienende vrijgezellen over te halen een meisje te vragen, mislukten. Op grond van een krantenbericht meldden zich echter thans meer dan honderd jonge meisjes, die bereid zijn een Kirchfarrnbacher te huwen en zo het voortbestaan van het dorp te waar borgen. Twaalf jaar boomfeestdag IA TTB. De kinderen bij te brengen dat wij niet alleen trots maar ook zuinig moeten zijn op onze natuur en ons landschap. Ze vreugde te laten bele ven aan alles wat leeft en groeit. De volwassenen steeds weer er van te doordringen dat ons bestaan een 9teeds wisselend spel van elemen ten is waarvan welvaart, werk, goed wonen deel uitmaken maar evenzeer geestelijk welzijn, ontspanning en' rust in de vrije natuur. En dat wij er dan ook voor moe ten zorgen die natuur een kans te geven waar dit maar enigszins mo gelijk is; opdat ons land geen „woes tijn van welvaart" wordt waar niet het geld en- de auto maar wel vrije ruimte, goede lucht en gezond wa ter ontbreken. Op veel scholen leeft men nu al naar de boomfeestdag toe ook al is het nog geen 3 april. De boomfeestdag, het is hiervoor al gezegd, is immers geen doel op zichzelf. Het is een logische afslui ting van een schoolvoorlichting die beoogt de kinderen en wellicht ook hur ouders de ogen te openen voor hetgeen de natuur in Nederland van ons vraagt: belangstelling en instand houding. Als alle jaren vertrekt het Lande lijk Comité „Nationale Boomfeest dag' aan de deelnemende kinderen, leerkrachten en scholen lesmateriaal in de vorm van fotoknipplaten, bouw platen en boekjes. Op de dag zelf geven chocoladere pen, sleutelhangers en kleurige vaantjes voor de deelnemende scho len een feestelijke omlijsting aan het boomplanten. En een ervaring van 12 jaar heeft voor kleuren-tv toe te nemen. In de Bondsrepubliek werden tot nu toe oHgeveer 13.5 miljoen zwart-wit-ontv angers verkocht en reeds 40.000 kleurentv-toe- stellen. De industrie schatdat eind 1970 ongeveer 1.6 miljoen kleuren-tv-to est ellen in bedrijf zijn. Dat betekentdat binnen drie jaar ieder tiende Duitse ge zin, dat naar de tv kijkt \n kleuren ontvangt. Ook de beide reusachtige antennespiegels (onze foto) van de PTT-toren op de Schaferberg in West-Ber- lijn staan in dienst van de kleu rentelevisie. Zij brengen de elektronische signalen draad loos naar de Bondsrepubliek over en omgekeerd ook naar de ontvangers in de oude Duitse hoofdstad. i denten van München, die hun opposi tionele vlugschriften in een kelder drukten, om ze dan op de universiteit rond te delen, geloofden aan geen wonder. Zij wisten precies, dat zij geen enkele kans van slagen hadden, zetten bij hun volle verstand hun le ven op het spel en handelden met doodsverachting. Maar juist deze zelfopoffering hielden ze voor juist en zinvol. „Weg met Hitier" en „Vrijheid" stond niet alleen in de vlugschriften, I - e /t< maar ook met grote letters op mu ren en borden in München. Toen op 18 februari 1943 opnieuw een regen van vlugschriften van de bovenste verdieping van de universiteit in de entreehal neerdaalde, waren de toe gangen tot het gebouw reeds ver sperd. De Gestapo had zich in de gan gen verborgen gehouden, en enkele minuten later werden de uitdelers van de vlugschriften gearresteerd. Reeds op 20 februari veroordeelde het Volksgerichtshof broer en zuster Scholl en Christoph Probst „wegens hoogverraad" ter dood, en op 22 fe bruari werd het vonnis voltrokken. De offerdood van de beide, jonge verzetsmensen is na de ondergang van het Hitlerrijk goed verstaan en gewaardeerd. Hun namen werden tot symbool voor de door knechting en terreur neergehouden wil tot ver zet, voor 't „andere Duitsland". Plei nen en scholen in de Duitse Bondsre publiek, de door Inge Scholl, de zus ter van de terechtgestelde, geleide volkshogeschool. een meisjesgym nasium in München, bronzen pla quettes bewaren de namen van Hans en Sophie Scholl en houden de gedach te aan hun moedige daad wakker. Johann Mauthner Televisie-uitzendingen in kleur zijn duur. Meer dan 300.000 D- mark kosten de drie belangrijk ste camera's: één voor film- en amusementsprogramma's, het elektronische apparaat voor magnetische registratie en life- uitzendingen, alsmede 'n draag bare camera voor actuele opna men. Bij het Duitse televisie publiek begint de belangstelling

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1968 | | pagina 5