Goed
achterlicht
ziëtuwel!
Twaalf jaar boomfeestdag
betekent half miljoen bomen
'T MANNETJE IN DE PANDJESJAS
Bijdrage verfraaiing
van het landschap
Kwart eeuw geleden werden
broer en zuster Scholl
door nazis terechtgesteld
NATIONALE BOOMFEESTDAG 1968
De helden
van de
„Witte Roos"
Chimpansee
ongeseüiKl
voor
bouwvakker
Vrijdag 22 maart 1968
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 5
LEVENSLANG
BROCHURES
NATIONAAL
FEITEN EN CIJFERS
OPPERVLAKTE
München. Studenten van nu kunnen
Eich nauwelijks voorstellen, wat het
betekende, in de twaalf jaren van ter
reur in Duitsland 1933-1945 ook maar
het geringste verzet tegen de staats
macht te plegen. Deze vermetel
heid, die gelijk stond aan zelfmoord,
bracht een studentenverzetsgroep aan
de universiteit in München op.
Het is thans vijf en twintig jaar ge
leden, dat broer en zuster Hans en
Sophie Scholl samen met hun mede
verzetsman Christoph Probst na een
proces van het zogenaamde „Volks
gerichtshof" van de nationaal-socia-
listen ter dood veroordeeld en twee
dagen daarna in München-Stadelheim
terechtgesteld werden. Enkele maan
den later trof drie andere Heden van
de verzetsgroep „Witte Roos" hetzelf
de lot: de initiatiefnemer van de be
weging, professor Kurt Huber, en
de studenten Alexander Schmorell en
Willi Graf.
De groep „Witte Roos" had zich
ten doel gesteld, het Duitse volk door
vlugschriften wakker te schudden en
tot openbaar verzet tegen Hitier en
zijn trawanten aan te zetten, tot een
tegenbeweging, die tot de val van de
tiran en tot de beëindiging van de
half verloren oorlog had moeten lei
den.
Een pogen, dat zoals iedere ge
tuige van de gebeurtenissen van toen
duidelijk was, gedoemd was te mis
lukken. Ook de samenzwerende stu-
In het geheel van activiteiten, ge
richt op een leefbaar Nederland,
neemt bijgevolg de nationale boom
feestdag een zinvolle plaats in. Dit
alles heeft de initiatiefnemers van
deze dag voor ogen gestaan, toen zij
in 1957, nog pas in één gemeente met
hun actie een begin maakten.
Van deze goed opgezette manifes
tatie niet minder dan 1600 kinde
ren u,-t de 5e en 6e klasse van de la
gere scholen namen eraan deel is
een grote propagandistische waarde
uitgegaan. Het aantal deelnemende
gemeenten en kinderen is dan oox
jaarlijks gestegen zoals bijvoor
beeld in 1957, 1 gemeente, 1.600 kin
deren; 1967 plm. '150 gemeenten, plm
25.000 kinderen; 1968 tenminste 182
gemeenten, ten minste 27.350 kinde
ren.
De deelneming aan de nationale
boomfeestdag heeft zich tot dusverre
beperkt tot de jeugd uit de vijfde en
zesde klassen van de lagere scholen.
De organisatie van deze dag is in han
den van het in 1955 opgerichte Lande
lijk Comité Nationale Boomfeestdag,
dat bestaat uit vertegenwoordigers
van instanties op het gebied van on
derwijs, bosbouw, landschapsverzor
ging- en cultuurtechniek. Dit Comi
té heeft in verschillende provincies
contactpunten van waaruit contacten
met de gemeentelijke autoriteiten
worden gelegd en onderhouden. Van
meet af aan heeft het Landelijk Co
mité Boomfeestdag zich op het stand
punt. gesteld, dat de schoolkinderen
over het Waarom van dit'féést mc&t
worden verteld.
Iedere Nederlander moet eigenlijk
al jong de ogen worden geopend
voor het levensbelang van groenvoor
ziening en natuurbehoud. Pas dan
kan men van hun ook op oudere leef
tijd voldoende begrip voor deze idee
verwachten.
De boomfeestdag is een gerede aan
leiding om het hierboven gestelde
in praktijk te brengen; bovendien
wordt het gehele evenement daardoor
uitgeheven boven het „één dag boom
pjes planten". De voorlichting wordt
alom in de weken vóór de boom
feestdag gegeven. De dag zelf vormt
dan een hoogtepunt en tevens een lo
gische afsluiting van deze voorlich
tingscampagne.
Ten behoeve van de voorlichting
ontvangen de leerkrachten voor elk
deelnemend kind een leesboekje
over bomen, bossen en de bopmfeest-
dag, een bouwplaat in de vorm van
een naar eigen smaak in 'te richten
diorama met coulissen van de ele
menten uit het Nederlandse land
schap, een exemplaat van ,,'t boom-
feestciagiied" én verschillende versna-
peringen waaronder een reep choco-
lade met een speciaal omslag. Boven
dien ontvangt elke deelnemende
school een vaantje als herinnering.
Het Landelijk Comité stelt voorts te
gen de kostende prijs voor de scho
len beschikbaar een serie van 38
lichtbeelden in kleuren met een uit
voerige beschrijving over bossen en
bomen in het Nederlandse landschap.
Aan de hand hiervan vertellen
de leerkrachten of deskundigen, die
door t Landelijk Comité daartoe zijn
aangezocht, de kinderen iets over het
grote belang van groenvoorziening in
steden en op het platteland.
Op de dag zelf in 1968 is dit 3
april planten dan de kinderen hun
bomen in het hos, langs de wegen,
in steden en dorpen. De boomfeesri
dag wordt per dorp of stad meestal
besloten met een filmvertoning of
als de mogelijkheden dit toelaten, met
een excursie naar de bossen.
Hoewel de boomfeestdag nog niet
tot een nationale manifestatie is uit
gegroeid (Nederland telt ongeveer
1000 gemeenten, waarvan er in 1968
ruim 180 zullen deelnemen) schiet de
idee allengs beter wortel. Mede door
de propaganda van pers, radio en
televisie, krijgt deze dag langzamer
hand bij de gemeentelijke autori
teiten en in onderwijskringen een be
kende klank.
Om de boomfeestdag krachtig te
propageren worden thans brochures
verspreid onder gemeentelijke auto-
nreiten, leerkrachten en aanstaan
de onderwijzers. Voor elk van deze
categorieën is de tekst aangepast, de
opmaak is uniform. Deze propagan
da, die het gehele jaar door plaats
vindt, wordt geleid door het secreta
riaat van het Landelijk Comité
dal bij het Staatsbosbeheer berust
ir> nauwe samenwerking met de con
tactpersonen in de 'provincies.
Nederland is een land waar elke
vierkante meter grond een bestem
ming heeft. De mogelijkheden tot het
planten van bomen zijn dientengevol
ge r.-el onbeperkt. Wanneer echter in
elk bestemmingsplan aan de groen
voorziening recht wordt gedaan,
en de verwachtingen zijn te dien
aanzien hoopvol gestemd dan zal
de booxeestdag tot in lengte
van jaren zijn bestaansrecht behou
den.
Dan zullen ook vele honderdduizen
den de herinnering met zich dragen
aan „hun" boomfeestdag en over
tuigd zijn dat groenbehoud en groen
voorziening het aanzien kunnen ge
ven aan een landschap waarin de
werkende en zich ontspannede
mens zich wèl bevindt.
Voor wie-het nog niet wist; wij leven in de eeuw van het getal.
Toch zijn getallen maar betrekkelijk, en valt niet alles meer te
verklaren. Zo lijkt dat halve miljoen heel wat. Maar degenen die
met de groenvoorziening van ons land hebben te maken, weten dat
dit aantal nog maar een druppel op de gloeiende plaat betekent.
Het gaat bij de nationale boomfeestdag dan ook om iets anders;
om de 175.000 mensen, kinderen en volwasennen, die sinds 1957
deze bomen hebben geplant, om hen die iets hebben begrepen van
het waarom van de boomfeestdag. Die met het planten van hun
boompje het gevoel hebben gekregen iets bij te dragen tot de ver-
fraiing van hun naaste, vertrouwde omgeving. En die met het
ouder worden dit gevoel hebben weten vast te houden en te ont
wikkelen zodat ze dit op jongeren hebben kunnen overdragen.
Dit effect, als van de sneeuwbal en de olievlek, is groter dan met
welk getal ook valt uit te drukken.
bont 39; Limburg 9; IJsselmeerpol-
ciers 1. Totaal 182.
De Noordelijkste gemeente is
Schiermonnikoog; de Zuidelijkste
Maastricht.
De idee van boomplantdagen is in
We waren enige tijd verhuisd naar deze
nieuwe buurt. Mijn vrouw kon het in de flat
niet uithouden. Flats zijn aardige dingen,
maar ze zijn alleen geschikt voor mensen die
stokdoof zjn of uitgerust met stalen zenuwen.
Deze buurt was geboowd in de jaren kort na
de eerste wereldoorlog. Men keek niet op een
metertje meer of minder. We hadden een
aardig tuintje achter het huis en een ruime
schuur.
Het dutirde niet lang of de verschillende
leveranciers lieten zich zien, de bakker, de
melkboer en ook het mannetje. Het won
derlijke. was dat ,het mannetje" zoals hij in
de hele buurt bekend stond, eigenlijk niets le
verde. Hij was wat men noemt een straatty
pe. Hij had een soort zwarte pandjesjas aan
en had bakkebaarden langs zijn gezicht, zo
als je dat wel bij Engelse butlers ziet op de
TV. Elke zaterdagmorgen, prompt om elf uur,
kwam hij aan de deur en zei: „Uwes wou
sekers ook wel uwes portie geluk hebbe..." Hij
wachtte nooit op antwoord maar diepte uit
zijn binne'/>nzak een stukje papier op. Op dat
stukje papier stonden enkele volmaakt onlees
bare tekens. Je dokte dan een kwartje en het
mannetje ging tevreden heen. Nu ik me goed
herinner, want het is al weer een half jaartje
geleden/dat we met hem kennismaakten, wa
ren we stomverbaasd, toen hij voor de eer
ste keer op de stoep stond. We hadden al ge
zien hoe hij bij elke deur iets overhandigde en
dan iets kreeg. Toen hij bij ons aanbeldde,
stond juist onze nieuwe buurvrouw in de hal
iets uit te leggen. Het mannetje belde aan en
zei alsof hij ons al jaren kende, „Uwes wil se
kers ook wel een portie geluk hebbe". Mijn
vrouw keek ietwat hulpeloos naar onze nieu
we buur, met een gezicht „wat moet ik hier
mee aan". De buurvrouw knikte heftig en sis
te tussen haar tanden „Geef hem een
kwartje". Mijn vrouw haalde een kwartje te
voorschijn en ontving het zogenaamde „ge-
lukspapiertje". Zo ontstond het gewoonterecht
van het gelukbriefje ook in ons gezin. Na een
poosje wisten we niet beter. Het mannetje
hoorde bij ons leven. Toch kwam er een
fcttr dat we zonder geluksbriefje de week
door moesten. Dat was, toen mijn oude vader
plotseling vrij ernstig ziek werd. Mijn vrouw
en ik vertrokken met de kinderen, die we bij
familie zouden laten voor het weekeinde. Pas
toen de kinderen onder dak waren en wij op
weg naar het dorp waar vader woonde,
zei mijn vrouw opeens „We missen het ge
luksbriefje". Ik bromde wat onder het chauf
feren door en haalde de schouders op. Mijn
gedachten waren bij mijn vader. Maar op
eens realiseerde ik me dat de wagen ietwat
trok. Ik stuurde naar de wegberm en stapte
uit. Dat moest er nog net bij, lekke band. Ik
haalde de reserveband uit de wagen, begon
de auto op te krikken. Toen het wiel verwis
seld was stapte ik in en wilde wegrijden. Maar
wat ik ook deed, het verdraaide ding startte
niet. Mijn vrouw wees op de naald van de ben
zinemeter, die stond radicaal op nul. Ik vloek
te, tegen mijn normale gewoonte in, had ik
vergeten om te tanken. Het was heet, ik
trok mijn jasje uit, pakte een bezinetankje...
ook leeg natuurlijk en ging op weg naar een
pompstation. Dat vond ik inderdaad, bijna
drie kilometer lopen van de auto. Ik liet het
blik vollopen en wilde betalen. Portefeuille f in
de wagen laten liggen, bankcheques natuurlijk
ook in het jasje. Tenslotte kreeg ik'crediet
van de tankbediende en liep terug. De tank
werd gevuld en ik stapje in, startte... niks, de
motor was niet aan de praat te krijgen. We
genwacht? Hoo maar! Ik opende de kap en
keek in het inwendige van de wagen, het zei
me geen barst. Ik frunnikte wat aan de bou
gieskabels en probeerde weer te starten. Ik zou
er vermoedelijk nog gestaan hebben als er
niet een man in een overal was komen langs
lopen. Hij kwam naar me toe en vroeg:
„Panne" Ik knikte, „En hoe!" Hij boog zich
over de motor en trok een kabeltje los
„start eens?" vroeg hij. Ik draaide de con
tactsleutel om. Hij bromde iets van „dacht
ik wel" en vroeg „hebt u een stukje zilverpa
pier?" Mijn vrouw diepte het uit haar tas op.
De man boog zich weer over de kap en
frommelde ergens mee. Daarna zei hij
weer. Start eens". Weer startte ik en de mo
tor sloeg aan. Nooit was ik meer blij met dit
bekende geluid dan nu. Ik zou de man iets ge
ven, maar hij wuifde dat weg. „Denk liever
aan het papiertje", lachtte hij. Ik Jceek hem
aan en meende iets erg bekends te zien in
zijn gezicht. Hij draaide zich om en slofte de
weg af. We reden weg. Ik stopte bij de benzi
nepomp en betaalde de bediende. Zondèr ver
dere stoornissen kwamen we bij mijn vader
aan. Hij was gelukkig goed verzorgd. Zijn toe
stand was echter niet best. We bleven het he
le weekend. Mijn vrouw bood aan bij hem
te blijven maar hij sloeg het af. „Ik heb hier
goede verzorging, ik wil jullie gezin niet ver
storen". We reden terug. De kinderen kwa
men onderweg in de auto en ik vertelde hun
de pech op de heenreis. Mijn oudste dochter
tje Dina zei lachend ,Dat komt er van als je
het papiertje vergeet. „Ach, wat", bromde
ik ontstemd. De maandag na dat weekeind
zal ik niet gauw vergeten. Op mijn afdeling
raakte een belangrijke dossier weg, volmaakt
spoorloos. Het nai'e was dat de stukken het
laatst op mijn bureau waren gezien. Ik zocht
me lam. Toen ik die avond thuiskwam was ik
echt wanhopig, die stukken moesten tevoor
schijn komen. Ik wist alleen niet hoe. Mijn
vrouw zag het wel, ze gaf me een borrel en
liet me gewoon met rust. Die avond kon ik
niet slapen, tenslotte nam ik een slaappil in
en daarop zakte ik in een onrustige slaap. De
volgende morgen ging ik met lood in de schoe
nen naar kantoor. Ik had gedeeltelijk geluk,
de baas moest weg naar het buitenland. Hij
kwam niet voor vrijdag terug, uitstel van exe
cutie. Het was een reguliere rotweek. De kin
deren mopperden over het huiswerk. Mijn
vrouw had ruzie met haar be'éfë Vftendin, ik
zocht elke dag opnieuw mijn kantoor af en
liep de afdelingen langs op zoek naar het dos
sier.
r# I
De vrijdag kwam de baas pas laat terug.
Hij liet me dadelijk vragen. Ik had nog niets.
Geen spoor van die verdoemelijke papieren.
„Als ik dat dossier niet maandagmorgen om
elf uur hier op mijn schrijftafel heb, dan zal
ik daarvan melding maken aan de hoogste
chef...". Zo ging dat en ik 'zat die avond met
een barstede hoofdpijn in de trein naar huis.
Hoe ik dat weekeinde moest doorkomen, was
me een raadsel. Zaterdagmorgen stond '1 man
netje weer op onze stoep. „Ik heb u gemist vo
rige week, me zoon zei hét nög. U heb het
vergete zekers. Maar hier is uwes portie dan
weer". Ik vloog naar de voordeur en drong
mijn vrouw opzij; „Ik wou graag iets meer als
het kon". Wat me tot die vraag dreef kan ik
nu nauwelijks meer verklaren. Het manne
tje knikte zwijgend en haalde uit zijn binnen
zak een extra papiertje. Hij kreeg twee kwar
tjes, tikte aan zijn pet en ging naar de buren.
De papiertjes in de hand ging ik weer zit
ten. Vreemd het gaf me toch iets van rust.
Langzaam ebde de spanning af. het was als
of die malle papiertjes daartoe bijdroegen.
De zaterdagmiddag verliep normaal. Eigen
lijk erg rustig, ik realiseerde me opeens dat
de kinderen kalmer waren. Mijn vrouw kwam
stralend terug. Ze had haar vriendin op de
markt ontmoet en alles was bijgelegd.
De zondag was al even gewoon, prettig ge
woon. Toch ging ik die maandagmorgen niet
onbezorgd naar kantoor. De dondertoon van
de chef klonk me vers in de oren.
Ik ging zitten en keek naar de klok, negen
uur, hoe kwam ik de tijd door. Maar dat viel
mee. De telefoon ging en ik werd zonder
meer in een stortvloed van drukte geworpen.
Elf uur, geen telefoontje van de baas. Wel
ging de deur open en wie stond daar? De baas
een en al lach en vergevingsgezindheid. „Ke
rel ik moet me bij jou excuseren. Ik word
oud, laat me dat malle dossier nou in mijn
eigen la liggen. Ik snap er niets van. Ik zou
zweren dat ik het bij jou had zien liggen. Zo
zie je maar weer, oordeel niet te vlug". Hij
tilde het pak papieren op en zwaaide er mee.
Blij dat het er is„WAT IS DAT?" Er
dwarrelde iets uit. Ik raapte het op. Het was
een smal strookje wit papier. Een ongeoefen
de hand had er vreemde tekens op gekrab
beld met een gewone balpen. De baas keek
er naar. „Hmm, zeker een notitie, ik ken
het handschrift niet. Nou beste kerel, zoals
ik al zei, ik wordt oud. We moeten eens pra-
pen, je hebt hier lang genoeg gezeten. Zou
geen kwaad kunnen om je eens te laten pro
moveren". Wat hij verder allemaal zei, ver
stond ik maar matig. Ik staarde maar naar
het briefje en hoorde het mannetje zeggen:
,Uwes portie geluk". Ja, wat zouden we zon
der ons portie geluk moeten beginnen. Ik was
blij in die buurt te wonen.
r
Chimpansee „Tjiko" van Ouwe
hands Dierenpark heeft zich ontpopt
als bouwvakker. Zijn dagverblijf
moest wat opgelapt worden, omdat
de ondeugende mensaap er nogal wat
cru had huisgehouden.
De ganse dag had hij al door een
gaatje in de ijzeren schuif van zijn
nachthok zitten gluren om de metse
laar de kunst af te kijken. Toen deze
even wegging om een kopje koffie te
drinken, nam „Tjiko" zijn kans
waar.
Hij trok de zware schuif op iets
waartoe chefdierenverzorger A. v. d.
Berg hem nog nimmer in staat had
geacht rende vliegensvlug op de
troffel af, pakte een. hand vol specie
en ging als een bezetene aan het
smeuren.
Ad van den Berg moest echter al
heel vlug ingrijpen, want „Tjiko" had
van het „metselen" gauw genoeg en
begon toen van de specie te eten!
„Tjiko" ging gewillig met zijn ver
zorger mee. Hij is trouwens de ge
makkelijkste van het hele stel mens
apen. Hij fietst, wandelt los over het
park en is bijzonder lief.
Maar v n het beroep bouwvakker
heeft hij nog geen kaas gegeten,
geleerd dat daar waar de kinderen
goed zijn voorbereid op de boom
feestdag het boomplanten op zichzelf
al een feest is, waaraan enthousiast
wordt deelgenomen.
Datum van de Nationale Boomfeest
dag: 3 april 1968
196?
AantaL gemeenten 150; Aantal kinde
ren 25.Q00.
1968.
Aantal gemeenten 182; Aantal kin
deren 27.350
De deelnemende gemeenten zijn als
volgt over het land verdeeld:
Groningen 16: Friesland 11; Drenthe
20, Overijssel 16; Gelderland 26;
Utrecht 9; Noord-Holland 17; Zuid-
Holland 10; Zeeland 9; Noord-Bra-
Nederland niet nieuw. Reeds tiental
len jaren worden door verschillende
initiatieven hier en daar boomplant
dagen gehouden waaraan schoolkin
deren meewerken.
Deze boomplantdagen zijn zeker
van nut. Er wordt dikwijls mee be
reikt dat de jeugd de „eigen" bomen
met rust laat. Maar indien, elke vorm
van traditie ontbreekt, is de herinne
ring aan zo'n dag bij de kinderen
meestal zeer vluchtig waardoor de
waarde ervan beperkt blijft.
Toen in 1954 de uitgave van de
F.A.O. „World festival of trees" ver
scheen. was dat aanleiding de boom-
plantciagen in Nederland niet alleen
krachtig te propageren, maar ze te
vens tot een jaarlijkse traditie te ma
ken.
In plaats van boomplantdag zou de
ze dag voortaan een nationale boom
feestdag heten.
De opwekking van de F.A.O. is
vooral gericht op die gebieden waar
een voortschrijdende ontbossing
de bodem doet degenereren en dus
de mens in zijn bestaan bedreigt.
In Nederland dreigt dit gevaar niet.
Door zijn vlakke bodem is waterero-
sie niet te vrezen en door de lage
ligging evenmin verdroging van de
grond.
Er zijn echter andere, niet minder
dringende redenen om aan de groen
voorziening alle aandacht te schen
ken.
Nederland is met zijn 12 miljoen
inwoners op een oppervlakte van ruim
36.000 km2, d.i. 330 per km3, een der
dichtstbevolkte gebieden der aarde.
Slechts 7,5 pet van de oppervlakte is
met bos bedekt, deze bossen zijn
door de landbouw bovendien nog gro
tendeels tot de arme gronden te
ruggedrongen. Bomen en bossen heb
ben in Nederland een drieledige
functie: zij produceren hout, zij be
schermen mens en dier tegen het dik
wijls gure en winderige klimaat en zij
zijn onontbeerlijk voor de volksge
zondheid.
Het laatste in stijgende mate. Dit
valt te begrijpen, wanneer men be
denkt, dat Nederland zich in de laat-
menhang met de toenemende bevol
kingsdruk gaat dit met e^n groeien
de verstedelijking gepaara.
Deze verstedelijking neemt zulke
afmetingen aan, dat ruimelijke or
dening en als facet daarvan de land
schapplanning dringend noodzakelijk
zijn geworden om de bewoners een
omgeving te garanderen, waarin het
goed werken en wonen is.
Daarom zijn waar mogelijk uitbrei
ding van het bosareaal en de groen
voorziening vitale overheidstaken
met als doel: de betere leefbaarheid
van Nederland en de geestelijke en
lichamelijke gezondheid van zijn be
woners.
Steeds krachtiger ook wordt de
roepstem die aan een voortschrijden
de ontluistering van natuurgebieden
een halt toeroept. Dientengevolge
wordt men zich in brede kring er
van bewust, dat Nederland heel zui
nig moet zijn op de weinig ongerep
te natuur die het nog rest.
NEURENBERG Deze jonge mannen kwamen
onlangs plotseling in het nieuws: zij zijn te
schuchter om te trouwen. En van hen en nog
een tiental andere vrijgezellen onder de 40
hangt het voortbestaan van hun geboorteplaats
af. Sinds vijf jaar werd er in het gemeentehuis
van Kirchfarrnbach in het zuiden van de Duitse
Bondsrepubliek geen huwelijk meer gesloten,
het aantal inwoners van het dorp daalde ten ge
volge daarvan op 297. En 300 is de minimum
grens voor de zelfstandigheid van een gemeente
in deze streek. Alle pogingen van de burgemees
ter, de flinke, goed verdienende vrijgezellen
over te halen een meisje te vragen, mislukten.
Op grond van een krantenbericht meldden zich
echter thans meer dan honderd jonge meisjes,
die bereid zijn een Kirchfarrnbacher te huwen
en zo het voortbestaan van het dorp te waar
borgen.
Twaalf jaar boomfeestdag IA TTB.
De kinderen bij te brengen dat wij
niet alleen trots maar ook zuinig
moeten zijn op onze natuur en ons
landschap. Ze vreugde te laten bele
ven aan alles wat leeft en groeit.
De volwassenen steeds weer er
van te doordringen dat ons bestaan
een 9teeds wisselend spel van elemen
ten is waarvan welvaart, werk, goed
wonen deel uitmaken maar evenzeer
geestelijk welzijn, ontspanning en'
rust in de vrije natuur.
En dat wij er dan ook voor moe
ten zorgen die natuur een kans te
geven waar dit maar enigszins mo
gelijk is; opdat ons land geen „woes
tijn van welvaart" wordt waar niet
het geld en- de auto maar wel vrije
ruimte, goede lucht en gezond wa
ter ontbreken.
Op veel scholen leeft men nu al
naar de boomfeestdag toe ook al is
het nog geen 3 april.
De boomfeestdag, het is hiervoor
al gezegd, is immers geen doel op
zichzelf. Het is een logische afslui
ting van een schoolvoorlichting die
beoogt de kinderen en wellicht ook
hur ouders de ogen te openen voor
hetgeen de natuur in Nederland van
ons vraagt: belangstelling en instand
houding.
Als alle jaren vertrekt het Lande
lijk Comité „Nationale Boomfeest
dag' aan de deelnemende kinderen,
leerkrachten en scholen lesmateriaal
in de vorm van fotoknipplaten, bouw
platen en boekjes.
Op de dag zelf geven chocoladere
pen, sleutelhangers en kleurige
vaantjes voor de deelnemende scho
len een feestelijke omlijsting aan
het boomplanten.
En een ervaring van 12 jaar heeft
voor kleuren-tv toe te nemen.
In de Bondsrepubliek werden
tot nu toe oHgeveer 13.5 miljoen
zwart-wit-ontv angers verkocht
en reeds 40.000 kleurentv-toe-
stellen. De industrie schatdat
eind 1970 ongeveer 1.6 miljoen
kleuren-tv-to est ellen in bedrijf
zijn. Dat betekentdat binnen
drie jaar ieder tiende Duitse ge
zin, dat naar de tv kijkt \n
kleuren ontvangt. Ook de beide
reusachtige antennespiegels
(onze foto) van de PTT-toren
op de Schaferberg in West-Ber-
lijn staan in dienst van de kleu
rentelevisie. Zij brengen de
elektronische signalen draad
loos naar de Bondsrepubliek
over en omgekeerd ook naar de
ontvangers in de oude Duitse
hoofdstad.
i
denten van München, die hun opposi
tionele vlugschriften in een kelder
drukten, om ze dan op de universiteit
rond te delen, geloofden aan geen
wonder. Zij wisten precies, dat zij
geen enkele kans van slagen hadden,
zetten bij hun volle verstand hun le
ven op het spel en handelden met
doodsverachting. Maar juist deze
zelfopoffering hielden ze voor juist
en zinvol.
„Weg met Hitier" en „Vrijheid"
stond niet alleen in de vlugschriften,
I - e /t<
maar ook met grote letters op mu
ren en borden in München. Toen op
18 februari 1943 opnieuw een regen
van vlugschriften van de bovenste
verdieping van de universiteit in de
entreehal neerdaalde, waren de toe
gangen tot het gebouw reeds ver
sperd. De Gestapo had zich in de gan
gen verborgen gehouden, en enkele
minuten later werden de uitdelers
van de vlugschriften gearresteerd.
Reeds op 20 februari veroordeelde
het Volksgerichtshof broer en zuster
Scholl en Christoph Probst „wegens
hoogverraad" ter dood, en op 22 fe
bruari werd het vonnis voltrokken.
De offerdood van de beide, jonge
verzetsmensen is na de ondergang
van het Hitlerrijk goed verstaan en
gewaardeerd. Hun namen werden
tot symbool voor de door knechting
en terreur neergehouden wil tot ver
zet, voor 't „andere Duitsland". Plei
nen en scholen in de Duitse Bondsre
publiek, de door Inge Scholl, de zus
ter van de terechtgestelde, geleide
volkshogeschool. een meisjesgym
nasium in München, bronzen pla
quettes bewaren de namen van Hans
en Sophie Scholl en houden de gedach
te aan hun moedige daad wakker.
Johann Mauthner
Televisie-uitzendingen in kleur
zijn duur. Meer dan 300.000 D-
mark kosten de drie belangrijk
ste camera's: één voor film- en
amusementsprogramma's, het
elektronische apparaat voor
magnetische registratie en life-
uitzendingen, alsmede 'n draag
bare camera voor actuele opna
men. Bij het Duitse televisie
publiek begint de belangstelling