E.R.K.V. herdacht zilveren
bestaan met geslaagd feest
Riessen vuur zo n zestig
zeuwntig jaor terugge
Puroj
t
Adverteren
doet
verkopen
In café Jan Kuper
Jubilarissen
gehuldigd
Damp°breeW
houdt
FILMNIEUWS
Noorderlijken tegen
Excelsior
Excelsior op bezoek
bij SVZW
V ooi lichting bij de
voeding
Sportclub Rijs sen
gaat naar Hulsen
mm
De Mors houdt
prestatieloop
Groep Manenschijn
won dropping
DOOR HARRY WONINK
Vrijdag 1 maart 1968
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 2
In verband met het 25-jarige bestaan van de kanarievereniging
E.R.K.V. werd vrijdagavond de leden met hun dames een feest
avond aangeboden in café Jan Kuper. Bijna alle leden hadden
gehoor gegeven aan het verzoek van het bestuur, zoveel mogelijk
op te komen naar de feestavond. Wel nu, de leden hebben uit
stekend aan dit verzoek voldaan. In een prettige sfeer werd
de feestavond doorgebracht.
Zaterrlag
Kiss the girls and make them die
Woensdag Moderne liefde
e.'
't Oole Veerhoes, de boerderieje den at
steet woer at vrooger de oawerstek-
plaase wes in de Oa.
§m
De leste ophaalbrugge an de Veerweg
den at dateern oet et jaor 1897.
Voorzitter F. Bussehers sprak een kort ope
ningswoord, waarna de heren H. Schulen-
burg en J. Schulenburg werden gehuldigd
met hun 25-jarig jubileum.
Zij waren de oprichters van E.R.K.V., die
op 7 december 1942, midden in de oorlog
ADVERTENTIE
de kracht van een verkoudheid
«■■■bij Vader, Moeder en Kind-am
In de binnenlanden van Brazilië wordt een
Britse geleerde Lord Aldric (TERRY-THO-
MAS) vermoord nadat hij bij een volksstam
een vreemde apathie bij de mannen heeft
vastgesteld ten opzichte van de charmes der
andere sekse.
In Rio gaat de Amerikaanse geheime agent
Kelly (MICHAEL CONNORS) de gangen na
van de rijke fabrikant Ardonian (RAF VAL-
LONE), wiens vriendinnetjes de neiging heb
ben jong te sterven. Het meisje Grace (MAR
GARET LEE) kan Kelly nog net redden; uit
een door Ardonian gezonden boeket orchi
deeën kruipt een dodelijke schorpioen op haar
af.
Ardonian installeert mooie meisjes royaal
In fraaie apartementen maar houdt ze daar
In het oog via een privé televisie-systeem. Zo
dra hij een van hen op ontrouw betrapt, stuurt
hij haar een duur cadeau waarin een boa
constrictor schuilt of een fles parfum, dat
bijenzwermen agressief maakt.
Ardonian droomt van een wereld waarin
hij de enige potente man zal zijn. Hij heeft
een systeem ontwikkeld dat gehele wereld
delen steriel kan maken indien een ruimte
vaartuig te juister plaats bepaalde ultraso
nische golven uitzendt. Op de volksstam van
Lord Aldric zijn de proeven al geslaagd. In
tussen brengt Ardonian alvast .mooie meisjes
in een winterslaap; hij bewaart ze in een
,,weck"-systeem voor de mooie tijd waarin
hij alleenheerser zal zijn. Zijn nauwste can
didate is de blonde Susan (DOROTH3 PROVI-
NE), een britse jonkvrouw die in een Rolls
Royce met chauffeur James (TERRY-THO-
MAS) rijdt. Zij helpt Kelly ontsnappen van
Ardonians jacht als deze de lastige speurder
juist uit de weg denkt te ruimen.
De Britse ambassadeur geeft een receptie
ter ere van Lord Aldric. De Lord verschijnt
natuurlijk niet, wel diens knecht... met het
bericht van zijn dood. Consternatie! De knecht
brengt Aldrics notitieboek mee. Ardonian
laat dat achterover drukken. Kelly licht het
uit Ardonians zak. Op haar beurt berooft Su
san hem ervan. Kelly dringt bij Susan binnen.
Zij blijkt net als Kelly agente te zijn, maar
dan voor de Britten. Het tweetal sluit vriend
schap.
Ardonian ontdekt dat Susan het notitieboek
heeft en wil haar uit de weg ruimen als hij
met haar luncht. Zij ontsnapt en rijdt met
James en Kelly naar het steriele dorp. Ar
donian zet zijn bende in beweging,die hen
te pletter moet rijden. Zij ontsnappen dank zij
de uitzonderlijke accessoires van Susans Rolls
Royet.
Later wordt Susan echter per helicopter ont
voerd naar Ardonians onderaardse laborato
rium. Ardonian heeft een rood-Chinese dele
gatie op bezoek, die voor 500 millioen dollar
zijn sterilisatie-formule komt kopen. Hij ac
cepteert het geld, maar elektrocuteert de de
legatie. Susan moet nu in de ,,weck", maar
zij verzet zich en wordt voor straf in de neus-
kogel van de sterilisatie-raket gezet die Ar
donian de ruimte in gaat zenden.
De radar in de Rölls heeft James en Kelly
naar het laboratorium gevoerd. Kelly dringt
daar binnen en kan nog verhinderen dat Ar
donian de raket afvuurt. Terwijl deze twee de
zaak uitvechten, alarmeert James het Brazili
aanse leger. Kelly redt Susan op het nipper
tje en sluit haar in zijn armen.
moderne liefde
Galia is een onafhankelijk meisje, dat goed
haar kost verdient als decoratrice. Zij redt
werd opgericht in de ,,sniederszaal" van
kleermaker B. J. Kamphuis aan de Haar-
straat. Het bestuur werd als volgt samenge
steld; voorzitter H. Jansen (ome Dieks), se
cretaris B. J. Kamphuis, penningmeester A.
Pongers en leden de heren Boers en Wolters.
Tien jaar later was de vereniging reeds uit
gegroeid tot ruim 40 leden. In 1957 organi
seerde E.R.K.V., onder voorzitterschap van
de heer H. Gerritsen een grote wedstrijd
voor Overijssel en Gelderland. In 1958 kwam
er onenigheid in de vereniging, zodat
E.R.K.V. met 11 leden zich, ondanks alle
voorkomende moeilijkheden goed staande
wist te houden.
Het afgelopen jaar werd het 75ste lid inge-
Het Noordelijk zaterdag elftal dat dinsdag
avond om half 8 een lichtwedstrijd tegen Ex
celsior speelt op het sportpark .,De Koerbelt",
komt uit in de volgende opstelling en speelt
het 4-2-4 systeem.
Doel: J. Koers (KVSB), Achter: S. Veen-
stra (VVT), S. Blom (Workum), A. Bonsema
(Blauw Wit 34), S. Plat (ONS).
Midden: E. Blokzijl (Pelikanen), R. Koeling
(Fit Boys). Voor: A. Grijter (AVC Assen),
Klaas Bosma (VVT), W. Haitema (Oever
zwaluwen), G. de Hoop (Vriendentrouw).
De opstelling van Excelsior wordt zater
dag bekend gemaakt na de wedstrijd tegen
SVZW in Wierden.
Indien het weer, evenals vorige week, niet
als spelbreker optreedt, dan ziet het pro
gramma voor de Excelsior-elftallen voor za
terdag er als volgt uit:
Excelsior I gaat naar Wierden en komt
daar tegen SVZW binnen de lijnen.
Excelsior 2 speelt in Vriezenveen en ont
moet daar de reserves D.O.S., altijd een las
tige tegenstander op eigen terrein.
Het derde elftal van Excelsior treedt als
gastheer op van het Enschedese Sparta 2 en
heeft zeker "kans op een* gelfjkspel> g -
Excelsior 4 brengt bij de Poppe een .bezoek
aan Blauw Wit 2 en moet kunnen winnen.
Het vijfde elftal is vrij.
Excelsior 6 gaat Sportclub Lemele 3 ont
vangen, terwijl de zevende editie te gast gaat
bij Enter Vooruit 6.
Het A 1 elftal van de junioren speelt in Al
melo tegen A 1 van P.H.
De B 1 en 2 junioren spelen tegen elkaar.
Excelsior C 1 heeft een zware uitwedstrijd
in Nijverdal tegen De Zweef C 1.
Excelsior C S en C 3 spelen thuis tegen res
pectievelijk Enter Vooruit C 1 en Holten C 2.
De pupillen beginnen zaterdag na een lange
rustpauze ook weer, met als tegenstander in
Goor Twente D 1.
een jonge vrouw, Nicole, die zich wilde ver
drinken omdat haar man niet meer van haar
houdt. Galia helpt haar er weer bovenop, laat
haar bij zich logeren en overtuigt haar er
van dat zij haar man in het ongewisse moet
laten over haar dood.
Galia zal ervoor zorgen met Greg, Nicole's
man, in kontakt te komen. Hij blijkt niet on
gerust te zijn en gelooft, dat zijn vrouw een
uitstapje maakt. Hij ontvangt Galia en gaat
met haar uit. Ze worden minnaars. Nicole,
die nog steeds in Galia's flat woont, laat haar
bekennen. Maar deze liefde is een openbaring
voor Galia. Ze houdt van Greg; haar onaf
hankelijkheid en cynisme zijn plotseling ver
dwenen.
En wat denkt Nicole? Ze schijnt rustig en
onverschillig. Greg wil Galia doen geloven,
dat zijn vrouw verdronken is. Waarom? Die
nacht vraagt ze zich af of Nicole haar zal
doden. Maar de volgende dag. wanneer ze
naar Greg gaat, ziet ze Nicole samen met
haar man. Waarom dit geheimzinnige gedoe?
Wil Nicole naar Greg terug?
De volgende dag is Nicole verdwenen. Op
goed geluk telefoneert Galia naar Greg en
krijgt Nicole aan de telefoon. Ze heeft Greg
doodgeschoten. Voor het eerst leef ik zon
der angst" zegt Nicole, „Doden is makke
lijker dan je denkt".
Buiten loeien de sirenes van de politie-auto
Galia is bevrijd.
schreven, zodat de vereniging uitstekend
bloeit. Het bestuur is momenteel als volgt sa
mengesteld; voorzitter F. Bussehers, secre
taris J. Schulenburg. penningmeester J.
Beldman en de leden M. Dannenberg, G. J.
Nijland en G. ten Bolscher, die tevens ring-
commissaris is. Op de feestavond werden
korte filmpjes vertoond van oud-Rijssen door
fotograaf H. Zandvoort.
Een visnet vol variatie.
Geef vis eens een extra plaats in het menu.
Hij verdient het. Niet alleen om zijn hoge
voedingswaarde, maar ook om zijn uitsté
kende smaak. Vis is een goede en door
gaans goedkope bron van dierlijk eiwit. De
samenstelling van vis komt vrijwel overeen
met die van vlees. Vis is echter arm aan
ijzer. Zeevis is daarentegen een van de wei
nige leveranciers van jodiumzouten.
Voor hen, die zich voornemen wat meer
vis te gaan eten, geven wij hier wat ver
schillende vissoorten.
Rondvis: Haring, kabeljauw, koolvis, ma
kreel, pieterman, poon, schelvis, sprot, wij
ting.
Platvis: Griet, heilbot, schar, schol, tarbot,
tong, tongschar.
Recepten voor 4 personen.
Visschotel.
1 kg. aardappelen, 250 g kabeljauwfilets of
diepvries kabeljauw of schelvis, 150 g uien, 1
teentje knoflook. 1 theelepel kerrie, 2 eetle
pels paprikapoeder, zout (peper), ±60 g boter
of margarine, paneermeel, geraspte kaas.
De uien schoonmaken en klein snipperen, de
knoflook klein snijden. De diepvriesvis uit de
verpakking halen verse vis met koud water
afspoelen, en de vis zouten. Boter of marga
rine smelten, de uien met de knoflook en de
vis bakken en gaarstoven.
De kerrie en paprika toevoegen en het meng
sel op smaak afmaken. De aardappelen gaar
koken. Een vuurvaste schaal of schotel in
smeren met boter of margarine en laag om
laag vullen met aardappelplakjes en vismeng-
sel.
Plakjes aardappel als bovenste laagje hou
den. De schotel afwerken met paneermeel en
boter of margarine, geraspte kaas en in een
hete oven een bruin korstje laten krijgen.
Viscocktail.
100 g kabeljauw, 50 g garnalen. 4 eetlepels
yoghurt, 1 sinaasappel, zout (peper), peter
selie of paprikapoeder. De gare vis van gra
ten ontdoen. De sinaasappel schoonmaken
en in kleine stukjes snijden. De yoghurt ver
mengen met sinaasappel, zout (peper). De vis
hierdoor roeren en de cocktail in coupes
scheppen. De peterselie wassen, fijnsnijden en
hiermee de cocktail garneren óf wat papri-
'kfcpc*ec*e*ï op «fre«cocktail strooien.
Vissóep *-)
1 leter water, een kleine vis of visresten als
kop, huid en graten, zout, ui, wortel, selde-
pels) bloem, 40 g (3 eetlepels) boter of mar
garine, melk (peper).
De vis(resten) opzetten met het water, de
schoongemaakte, fijngesneden kruiden en 1
eetlepel zout. Het geheel aan de kook bren
gen. De bouillon ±'i uur zachtjes laten trek
ken en zeven.
De bouillon binden met aangémengde bloem
of met een roux. Voor de roux de boter of mar
garine smelten, de bloem ineens toevoegen
en de massa goed gladroeren. Bij gedeelten,
onder goed roeren, de bouillon erbij schen
ken. De massa telkens laten doorkoken. De
gare vis van graten ontdoen, in kleine stukjes
verdelen en aan de soep toevoegen. De soep
afmaken met fijngehakte peterselie.
De soep desgewenst pikant maken door hét
gebruik van 1 theelepel kerrie óf een stukje
spaanse peper.
Sportclub Rijssen 1 speelt saterdag uit te
gen Hulsense Boys 2. Om kwart over vier
ontvangt Sportclub 2 het derde elftal van BC
SV uit Borne. Sportclub 4 gaat naar Evers-
berg 1. (Nijverdal). Sportclub 3 speelt thuis
om half drie tegen Sportclub Lemele 1. Sport
club 5 gaat naar SVZW 3. Sportclub 6 speelt
in Nijverdal tegen DES 6. Sportclub 7 gaat
eveneens naar Nijverdal en speelt daar tegen
SVVN 5. Sportclub C ontvangt Vesos c en
Sportclub d is gastheer van GFC d uit Goor.
ADVERTENTIE
smetteloos zuiver
De Wiernseweg, of zoo aw hier in Riessen
zengt de Veerweg is doar aalt neet e'wes, as
zoo at wiej ne non kent. Vrooger mutte hem'n
e'lop oawer n' Mölndiek, en dan langs woer
at non de Iesbaane is op de Oa an. Doar woer
at non de boerderieje 't Oole Veer steet is
vrooger ne oawerzet plaase wes oawer de
Oa. Vandoar n' naam 't Oole Veer. De oawer-
stek plaatse, of 't Veer, heurn an n' heer
van n' Grimboarg, den atter, vuur dee tied
dan, nen mooi'n cent van op streek.
Gedurig mut ter dan ook drokte um hem'n
e'wes, met de bisschop van Utrech, den at
hier in dee tied zo'n betje regeer'n, en doar
ook zin possie van wo hem'n. Dee heern van
n' Grimboarg mun'n echter gin min'n hem
e'wes en neet too hem'n wil'n geew'n, zodet
de bisschop kon vaeg'n.
Umstreek's het joar 1492 is det Veer doar
vervlön, en is ter ne brugge vuur in de plaat
se kom'n op de zelfde stae. Zoo um der biej
1910 koej nog zeen woer at dee brugge har
e'wes want toen zat'n der nog stukke van de
poalle in de groond woer atte op har e'röst.
Later toen at ze met de Oa gangs zeet e'wes
en oet hebt e'baggerd zeenter dee stukke der
oet e'haald.
De weg op 't Oosen an leup dan veerder,
dwas n' klok'ndiek oawer, duur n' Ool'n
diek, zoo at ze non nog in Nötter zengt, achter
't kasteel n' Grimboarg hen en zo vedan op
Almelo an. In det book van Van Wiengoarn,
..Met n' ool'n Maester biej'n heerd", word
den weg ook a e'neumd want doar kot an hef
det prieeltje e'stoane woer at den timmer
mans knech oet Vreezenvenne de brugge op
at atte noa Riessen hen gong 's moandags-
moarns um an n' toorn te woarken. Det prieel
tje hef ter nog lange stoan, tenminste ik weet
nog det ter steun.
Non is 't vot,' en ook 't kasteel n' Grim
boarg is vedween'n want in 1821 wes 't zoo
in verval e'kom'n det e'sloopt mos worn.
Doarin de buurte van n' Grimboarg hebt toch
meer groote huuze stoan. Oonder aander doar
woer at non de boerderieje ,,n' Zeggert" steet,
rechts van de weg noa Almelo, dichte an n'
Sloezendiek, en de plaatse ,,De 'Höfte" den
at in Nötter lae.
De boerderieje den at non op dee plaatse
steet het nog aaltied ,,De Hofte", en toen
at ze vuur ennege joar'n terugge doar an 't
brekn wol'n kon ze geen gin vaste groond
krieg'n umdet ze op n'oold stukke van ne
grachte of zo iets kwam te zit'n woer at nen
heel'n hoop schuieter stukke vuurn dag van
vrooger, n' Poar honderd meter doarvuur
steet n' klaen boerderiejke det de Poorte het,
en det steet, noa at ze zengt op de plaatse
woer at vrooger n'ingaank of poorte hèf e'wes
van 't hoes ,,De Höfte".
Meer genog hier oawer, noa dissen klaen
zietsproonk oawer n' Grimboarg en umgevege
gauw terugge noa de Wiernse of Veerweg.
Zoo at wiej ne non kent, mutte waen
e'leg en bestroat in de tied van Napoleon,
toen at den hier dé laek'ns oet deel'n. De
Riessender tichelders mun der drok met hem'n
e'wes, umdet zee al de steender mossen
laewern. De brugge oawer de Oa wes toen ne
ophaal brugge zodetter de schuut'n duur kon'n.
Toen in 1888 de spoerliene noa Almelo wor
e'leg mos doar ook ne brugge kom'n oawer
de Oa en det wor ne dreejbrugge. Vlak an de
Oa en de spoerliene worn n'huuske e'zet vuur
n' brugwachter, den at zorgen det de brugge
los wor e'dreejt atter schuut'n duur mossen.
Meteen zorgen den brugwachter vuur de spoer-
beume op n' Klok'ndiek. Later toen atter gin
schuut'n meer duur de Oa gong is de spoer-
brugge ne vaste brugge worn en vlak vuur
n' oorlog heb ze toen det spoerhuuske ook
of e'brök'n.
Het zelfde lot hef ook de Veerbrugge truef-
fen. De leste ophaalbrugge dateern van 1897,
meer toender gin schuut'n meer duurgong.
wes 't ophaaln neet meer neudig, en in maei
1934 zint ze begun'n an ne vaste brugge
te maak'n. Vuur nood, zoo lange as ze dei-
met gangs warn, moei oawer ne noodbrugge
den at lae, an de leenker kaante, aj van
Riessen kwam. Lange hef ter dee eerste vaste
brugge neet e'laeg'n, zo at de meeste Riessen-
ders wa weet't, want in n' nach van 8 op 9
april 1945 vlak vuur de bevrijding heb ne de
Duutsers in de loch loat'n vleeg'n.
De vuurige keer heb fk nog vegt'n um le
vetel'n det, at van veert'n de schuut'n an
kwam'n en ze mon'n duur de brugge dan
bleuzen de schippers op nen hoorn, en danf
wus n' brugwachter wa woer laatte of 't wes.
n' Lessen brugwachter op 't Veer wes Agter-
esch en den woon'n zo aw aalt zein'n in de
schuure van Toldieks. As jongs, aw doar ee»
toovallig ne keer warn op 't yeer, stuenne
wiej natuurlijk vlak vuuran met neuze, en
leup'n der dan teeg'n op at de brugge wier
daale gong.
Ook steun der vlak vuur de brugge n' tol-^
huuske wat ook vuur n' oorlog is of e'brkö'n.
Non hej waeg'nbelastige meer toen moej tol
betaal'n. An alle kaant'n van Riessen steun
zo'n tolhuuske. Vlak veur Enter, op n' Kaei-
zer, an de Nijverdalse weg en op 't Veer.
Ik weet neet vaste meer ik maenne dej vuur
ne kruuwaage twee cent en vuur peerd en
waage nen stuuwer mon'n betaal'n aj der
duur gong'n.
De bakkerieje en vegunnege van Derksen
an 't Veer hef ter zonne klaene tachtig joar
e'stoane. Toen den ool'n Derksen, dissen Gait
den atter non woont zin groffa, doar hef
e'bouwd, mun'n de boern oet Nötter hem al-
lemoalle hem ne hulpen met 't opvaaern van
zaand, zoo bliej asse warn det ze nen bak
ker kot biej kreeg'n. Vuur at Derksen doar
bouw'n mutte ees nen zet hem'n e'bakt op
de dèlle van det hoes woer at non van de
Vegte woont. Ook hef Derksen de eerste tied
ginne vegunnige had, want den heffe later
oawer e'nom'n van n'ool'n Tukkers, den in
det hoes hef e'woond wat ze vleen'n joar hebt
of e'brök'n, vuur de verbettige dee ze an de
Veerweg maakt.
Noa ak vleen joar in de kraante heb e'laezén
mut det hoes vrooger an de van Ittersumi
van n' Ostrof hem'n e'heurd. Den ool'n Tukker
den at van Denekamp kwam, en kantonier
was e'worn an de weg Riessen-Wiern har toen
det *lioès*l'l£och 'van "n*baron 'va ft- n'^iïröf.
Urn adé'r rfpoar* fcent* biej* te vècfé:ëtf,h/,0wésse
begun'n met hén weenkel en ne vegunnege,
zeer tot gemak van de 'boem oet Notter en
Rectum, en ook van de schippers, dee at
anlaeg'n en lossen op 't Veer biej de brugge.
Toen echter de Oa a meender wor bevoarn
en hee 't neet zo drok meer har, harre n'
weenkel n de kaante doan en de vegunnege
harre vekoch an Derksen. In de schuure den
at biej det hoés stuen van Tukkers hebt ze
aalt nog n' lessen tolboom bewoard, den at ze
daale deen'n biej 't tolhuuske an de Veerbrug
ge.
Took'n wekke veerder
Getjan.
Onder leiding van de heer E. Sleking trai
nen wekelijks tientallen dames, heren, meis
jes en jongens, allen leden van de zwem- en
poloclub de Mors op zaterdagmorgen om hun
conditie in de wintermaanden op peil te hou
den. Dat één en ander geen overbodige luxe
is moge blijken uit het feit dat bij sportieve
ontmoetingen tegen zwemclubs met overdek
te baden de Mors vaak aan het kortste eind
trekt.
Dank zij' de conditietraining hoopt het
Morsbestuur dat hierin echter spoedig veran
dering zal komen. Bij deze trainingen gaat
het er speciaal om bij de zwemmers en
zwemsters het uithoudingsvermogen op te
voeren. Daarom zal er vanaf deze week niet
alleen op zaterdagmorgen, doch ook op de
dinsdag- en donderdagavond worden ge
traind, eveneens onder leiding van de heer
Sleking.
Als uitvloeisel van de conditietraining zal
er, begin april, een prestatieloop worden ge
houden. De bedoeling is dat men een bepaal
de afstand, afhankelijk van- de leeftijd, loopt
in een bepaalde tijd. Wie deze prestatie vol
brengt, ontvangt als herinnering een vaantje.
Voor de echte hardlopers zijn er voorts enke
le prijzen te winnen.
Van de zwemvereniging Olympia uit Borg-
hojrst (Did.) ontving de Mors een uitnodiging
om op zaterdag 22 juni a.s. deel te nemen
aan wedstrijden aldaar, in verband met de
viering van het 1000-jarig bestaan van Borg-
hor^t. Beide verenigingen zullen binnenkort
in Gronau gaan vergaderen om één en ander
door te praten.
Op zaterdag 8 juni wordt door Ce Mors een
Driekamp georganiseerd waaraan behalve de
Mors ook deelnemen WZC (Wijhe) en de Be
vers.
Op zaterdag 9 maart organiseert de jeugd
commissie van de Mors een wandelpuzzel-
tocht voor jeugdleden beneden 14 jaar. De
start is om twee uur bij café Smit aan de
Enterweg.
In samenwerking met de Jeugdleidinf
hiéld de ontspanningscommissie van Excel
sior, vrijdagavond een dropping voor de le
den.
Dat deze droppingen wel in de smaak val
len, werd ook deze avond bewezen want on
geveer 50 leden waren aanwezig toen zij m
een gesloten vrachtwagen werden vervoerd
naar.de Enterse. Es.
Hier werden de deelnemers ..gedropt" in
groepen met de opdracht een drietal contro
leposten op te sporen en zich daarna te mel
den 'aan de kantine op het sportpark „D#
Koerbelt", waar natuurlijk de gebruikelijke
snertmaaltijd wachtte.
Winnaars waren: le prijs groep W. Mane
schijn, 2e prij? groep A. Voortman, 3e prijs
groep B. Wilmink. De poedelprijs voor de
laatst binnenkomenden viel ten deel aan
groep W.. Donker.
Na afloop rerkte, met een dankwoord aan
de organisatoren, de heer J. Poortman de
prijzen uit.
FLU P het wilde konijn
Terwijl hol lumoer van schoten klonk en
het slaan van stokken tegen takken en bomen,
vluchtte Kortoor en Flup weg. Tussen de wor
tels van een lijsterbesboompje, gaapte een
enge kier, maar net ruim genoeg, om Flup
en Kortoor binnen te laten. Onmiddellijk werd
het ondergrondse verblijf groter, er was een
flinke ketel, waar Flup tot zijn opluchting ook
zijn moeder weer terugzag. Toch was de vroe
gere genegenheid er met meer. Flup had op
eigen benen leren staan, ook al had hij nu
nog graag de hulp van Kortoor aanvaard.
Hij wilde zijn eigen weg gaan. Maar nu bleef
het drietal, diep onder de grond, in angstige
spanning wachten op de komende gebeurtenis
sen. Boven hen klonk gestamp van laarzen
en telkens weer knalden er schoten.
En steeds, wanneer een schot klonk, fluis
terde Kortoor: „Onze arme vrienden! Wie
van hen allemaal, waarmee we de hele zomer
geravot hebben op de paden en in de weiden,
zal vanavond nog in leven zijn? En hoevelen
zullen niet met verminkte ledematen naar de
weide komen, of ergens, heel ziek, in het le
ger lig'gen en daar op de dood wachten?"
Langzaam stierf het lawaai weg. „We blij
ven hier nog even", zei Kortoor. „Nu laten
de jagers namelijk honden los in het bos. die
moeten proberen gewond wild op te sporen.
Die honden hebben een heel scherpe neus en
men kan hen beter niet in de weg lopen".
Toen ze buiten het hol kwamen, tenslotte
was het al donker. Kortoor snoof geruime tijd
de lucht in, toen ze buiten waren. „Geen on
raad", zei hij. „Ik ruik tenminste niets!"
Met z'n drieën gingen ze over het smalle
wildpad naar de weiden. „Heb je al een eigen
hol?" vroeg Kortoor aan Flup. De laatste
moest dit ontkennen. „Als ik jou was, zou ik
er toch maar eens hier en daar één maken.
Je hebt nu gezien, hoe ons dit hol van pas
kwam".
Ik was eigenlijk van plan. om tot het vol
gende voorjaar te wachten", zei Flup.
„Dat zou ik niet doen", zei Kortoor. „Het
zou me niet verwonderen, wanneer het een
strenge winter wordt. En dan is het prettig,
wanneer je een goed hol hebt".
„Ik houd er niet erg van, om de hele dag
onder de grond te zitten", zei Flup. „Ik lig
graag tussen het buntgras, vooral, wanneer
de zon nog zo lekker schijnt".
„Ja, daar heb je misschien wel gelijk aan",
zei Kortoor, „maar er komen vele dagen met
koude wind en regen, met kletterende hagel
stenen en natte sneeuw. Dan is het niet zo
prettig meer tussen de struiken".
„Daar heb ik eigenlijk rog niet aan ge
dacht", zei Flup. „Als het goed weer blijft,
kan het best zijn, dat ik morgen toch begin,
om een hol te maken. Waar, weet ik echter
nog niet".
De volgende dag begon Flup inderdaad te
graven. Hij ondervond echter, dat het geen
gemakkelijk karwei was. Eens kon hij niet
verder, omdat er een wirwar van boomwor
teltjes de weg versperde, andermaal bleek de
grond te vochtig en zag hij, nadat hij een hal
ve meter diep gegraven had, water in het
hol stromen. Tenslotte vond hij een prachtige
plek, midden in het bos. Het was aan de voet
van een klein heuveltje, waar een bremstruik
stond. Daar vlak achter, zodat men de ingang
vrijwel niet kon zien, indien men door het
bos trok. groef Flup zich in de grond. Hij
werkte hard, ging 's avonds maar even naar
de weide en groef ook de hele nacht door.
De volgende morgen had hij al een ketel en
een tweede uitgang. Toen sliep hij tot de
middag en maakte er nog een vluchtpijp bij,
die vrijwel recht omhoog gini en die maar
een heel kleine opening kreeg, onder de neer
buigende bladeren van een grote varen.
Flup was erg tevreden over z'n werk. Hier
zou hij in de naderende wintertijd 'n droog ver
blijf hebben. Toen hij enkele dagen later m
de ketel lag te slapen, werd hij verschrikt
wakker. Er klonk geritsel, alsof er wat zand
korreltjes het hol binnenrolden. Hij snoof
en sprong meteen verschrikt op. want van
heel dichtbij kwam de vreselijke lucht vsn
een roofdier. Er was een bunzing in het hol.
Het dier was door de hoofdingang binnenge
komen. Met een wilde sprong schoot Flup in
de vluchtpijp en even later rende hij door het
bos. Nu en dan bleef hij zitten, om de omge
ving te verkennen. Hij werd niet gevolgd door
het ondier, merkte Flup al spoedig. Dat was
één geluk, maar aan de andere kant, kon hij
zijn prachtige hol nu wel afschrijven.
Daar kwam hij voorlopig niet weer. Of wel
licht nooit meer. Nu wilde hij toch, dat
Kortoor in de buurt was. Dan kon hij die om
raad vragen. Wat deed een wild konijn, na
zo'n ervaring. Ging hij terug naar het hol, of
liet hij het in de steek? Zou de bunzing or
nu geregeld terugkomen? Of was dat de ge
woonte niet van dat roofdier. Nee. zelfs
als Kortoor zou zeggen, dat er nu geen ge
vaar meer te duchten was, dan nog voelde
Flup er weinig voor, om weer in het pasge-
reedgekomen hol zijn intrek te nemen. H:j
zou geen dag meer rustig lurven slapen.
Steeds bang zijn, dat de bunzing het hol weer
binnendrong, om hem in zijn slaap te overval
len.
Opeens hoorde Flup een stem boven zich.
Verschrikt keek hij op. Hij zag een bruin
diertje rhet een mooie pluimstaart. Het was
Kwek de eekhoorn. Hij zat op een over het
pad hangende tak van een eik. „Ik zag je
vluchten", zei Kwek. „Ik zag ook, hoe de
bunzing je hol binnenging en ik was bang,
dat het niet goed af zou lopen. Maar toen ik
je uit de vluchtgang zag springen, wist ik.
dat de bunzing mis had gegrepen. Dat is maar
goed ook! Ik houd niet van de bunzing. Als
hij klimmen kon, zou hij mij ook te pakken
nemen. En ik moet toch al zo opletten, dat ik
niet door de marter gegrepen word. Ken jij
de marter? Hij is veel groter dan de bunzing
en hij kan geweldig snel door de boomkruinen
rennen".
„Waar -woon jij", zei Flup, „ook onder de
grond?"
Kwek lachte. „Dacht je nu, dat ik onder
de grond zou wonen, wanneer ik mij een veel
veiliger huisje in de boomkruinen kan maken?
Ik vind het te gevaarlijk op de grond, hoor!
Als ik even beneden ben, dan kijk ik al uit
naar een geschikte boom, om in te klimmen.
Want een eekhoorn moet altijd oppassen, dat
hij niet in een alleenstaandeboom klimt. Je
moet van de ene in de andere kruin kunnen
springen. Zoals jij een hol met vluchtgangen
maakt, zo moeten wij ook steeds zorgen dat
er verschillende mogelijkheden zijn om er tus
senuit te trekken".
„Waar woon je dan", vroeg Flup weer.
..Zie je die hoop dorre bladeren, daar tus
sen de takvork, hoog in die eik? Ieder denkt,
dat het zo maar wat dorre bladeren zijn,
maar het is mijn nest. Als je klimmen kon,
zou ik je het van binnen laten zier Het is he
lemaal dicht. Er zit een dikke wand omheen
en lekker warm stro. Binnen in heb ik het
nest gevoerd met zachte vogelveertjes. Je kunt
er heerlijk slapen. Maar toch slaap ik nooit
erg rustig, sinds de marter hier woont. Hij
is hier nog niet zolang, maar wat heeft hij
al veel van mijn neefjes en nichtjes te pakken
gekregen. Het is bar!"
„Hoeveel lentes leef je al", vroeg Flup.
„Lentes? Die tellen wij eekhoorns nooit. Wij
tellen de winters. En ik heb al twee winters
meegemaakt. Vind je me oud? Zie ik er oud
uit? Iedereen zegt, dat ik me goed houd.
Maar twee winters, dat is wel veel, dat geef
ik toe. Hoeveel heb jij er al meegemaakt?"
„Nog niet één"; antwoordde Flup. „Dit wordt
mijn eerste!"
„r/an krijg je het zwaar',', zei Kwek. „Al»
je de eerste winter maar doorkomt, dan lukt
het met de tweede ook wel, maar die eerste
winter, brrrvreselijk. Heb je wel een»
sneeuw gezien? Nee, natuurlijk niet. O, het i*
heel mooi hoor. Maar het is koud aan de poten
en alle eikels en beukenootjes liggen er on
der en als er, veel sneeuw ligt, en het duurt
weken, voor het gaat dooien, nu, dan lijden
heel veel dieren in het bos honger".
„Ik had een hol gemaakt voor de winter",
zei Flup. „Nu durf ik er niet meèr in. Ik had
het pas klaar. Toen kwam de bunzing".
„Blijf er een paar dagen uit", zei Kwek.
„Ga er dan maar weer heen. De bunzing ver
geet snel. Heel snel. Indien hij je gevangen
had, zou hij er iedere keer weer terugko
men, omdat hij zich een lekker hapje lang
herinnert. Maar jij kwam op tijd weg. Nu
weet hij alleen, dat er een konijn was, dat
vluchtte, dat hij niet te pakken kreeg. Waar
om zou hij terugkomen? Jij bent weg, uit dat
hol. De bunzing is geen denkertje. Hij denkt
niet dat hol is van dat konijn en hij zal er
weer terugkomen. Nee, hij denkt, in dat hol
zat een konijn en dat vluchtte. Nu is het er niet
nieer. Waarom zou ik er dan terugkeren?"
„Als de marter jou uit je nest wegjoeg",
zou je er dan ook terugkeren?"
„Nee", zei Kwek. „Ik zou een nieuw nest
maken. Maar dat is ook heel wat anders. Een
marter is geen bunzing. De eerste gebruikt
zijn hersens beter, gaat met meer overleg te
werk. Maar om «die bunzing, zou ik me geen
zorgen maken". (Wordt vervolgd)