E.R.K.V. herdacht zilveren bestaan met geslaagd feest Riessen vuur zo n zestig zeuwntig jaor terugge Puroj t Adverteren doet verkopen In café Jan Kuper Jubilarissen gehuldigd Damp°breeW houdt FILMNIEUWS Noorderlijken tegen Excelsior Excelsior op bezoek bij SVZW V ooi lichting bij de voeding Sportclub Rijs sen gaat naar Hulsen mm De Mors houdt prestatieloop Groep Manenschijn won dropping DOOR HARRY WONINK Vrijdag 1 maart 1968 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 2 In verband met het 25-jarige bestaan van de kanarievereniging E.R.K.V. werd vrijdagavond de leden met hun dames een feest avond aangeboden in café Jan Kuper. Bijna alle leden hadden gehoor gegeven aan het verzoek van het bestuur, zoveel mogelijk op te komen naar de feestavond. Wel nu, de leden hebben uit stekend aan dit verzoek voldaan. In een prettige sfeer werd de feestavond doorgebracht. Zaterrlag Kiss the girls and make them die Woensdag Moderne liefde e.' 't Oole Veerhoes, de boerderieje den at steet woer at vrooger de oawerstek- plaase wes in de Oa. §m De leste ophaalbrugge an de Veerweg den at dateern oet et jaor 1897. Voorzitter F. Bussehers sprak een kort ope ningswoord, waarna de heren H. Schulen- burg en J. Schulenburg werden gehuldigd met hun 25-jarig jubileum. Zij waren de oprichters van E.R.K.V., die op 7 december 1942, midden in de oorlog ADVERTENTIE de kracht van een verkoudheid «■■■bij Vader, Moeder en Kind-am In de binnenlanden van Brazilië wordt een Britse geleerde Lord Aldric (TERRY-THO- MAS) vermoord nadat hij bij een volksstam een vreemde apathie bij de mannen heeft vastgesteld ten opzichte van de charmes der andere sekse. In Rio gaat de Amerikaanse geheime agent Kelly (MICHAEL CONNORS) de gangen na van de rijke fabrikant Ardonian (RAF VAL- LONE), wiens vriendinnetjes de neiging heb ben jong te sterven. Het meisje Grace (MAR GARET LEE) kan Kelly nog net redden; uit een door Ardonian gezonden boeket orchi deeën kruipt een dodelijke schorpioen op haar af. Ardonian installeert mooie meisjes royaal In fraaie apartementen maar houdt ze daar In het oog via een privé televisie-systeem. Zo dra hij een van hen op ontrouw betrapt, stuurt hij haar een duur cadeau waarin een boa constrictor schuilt of een fles parfum, dat bijenzwermen agressief maakt. Ardonian droomt van een wereld waarin hij de enige potente man zal zijn. Hij heeft een systeem ontwikkeld dat gehele wereld delen steriel kan maken indien een ruimte vaartuig te juister plaats bepaalde ultraso nische golven uitzendt. Op de volksstam van Lord Aldric zijn de proeven al geslaagd. In tussen brengt Ardonian alvast .mooie meisjes in een winterslaap; hij bewaart ze in een ,,weck"-systeem voor de mooie tijd waarin hij alleenheerser zal zijn. Zijn nauwste can didate is de blonde Susan (DOROTH3 PROVI- NE), een britse jonkvrouw die in een Rolls Royce met chauffeur James (TERRY-THO- MAS) rijdt. Zij helpt Kelly ontsnappen van Ardonians jacht als deze de lastige speurder juist uit de weg denkt te ruimen. De Britse ambassadeur geeft een receptie ter ere van Lord Aldric. De Lord verschijnt natuurlijk niet, wel diens knecht... met het bericht van zijn dood. Consternatie! De knecht brengt Aldrics notitieboek mee. Ardonian laat dat achterover drukken. Kelly licht het uit Ardonians zak. Op haar beurt berooft Su san hem ervan. Kelly dringt bij Susan binnen. Zij blijkt net als Kelly agente te zijn, maar dan voor de Britten. Het tweetal sluit vriend schap. Ardonian ontdekt dat Susan het notitieboek heeft en wil haar uit de weg ruimen als hij met haar luncht. Zij ontsnapt en rijdt met James en Kelly naar het steriele dorp. Ar donian zet zijn bende in beweging,die hen te pletter moet rijden. Zij ontsnappen dank zij de uitzonderlijke accessoires van Susans Rolls Royet. Later wordt Susan echter per helicopter ont voerd naar Ardonians onderaardse laborato rium. Ardonian heeft een rood-Chinese dele gatie op bezoek, die voor 500 millioen dollar zijn sterilisatie-formule komt kopen. Hij ac cepteert het geld, maar elektrocuteert de de legatie. Susan moet nu in de ,,weck", maar zij verzet zich en wordt voor straf in de neus- kogel van de sterilisatie-raket gezet die Ar donian de ruimte in gaat zenden. De radar in de Rölls heeft James en Kelly naar het laboratorium gevoerd. Kelly dringt daar binnen en kan nog verhinderen dat Ar donian de raket afvuurt. Terwijl deze twee de zaak uitvechten, alarmeert James het Brazili aanse leger. Kelly redt Susan op het nipper tje en sluit haar in zijn armen. moderne liefde Galia is een onafhankelijk meisje, dat goed haar kost verdient als decoratrice. Zij redt werd opgericht in de ,,sniederszaal" van kleermaker B. J. Kamphuis aan de Haar- straat. Het bestuur werd als volgt samenge steld; voorzitter H. Jansen (ome Dieks), se cretaris B. J. Kamphuis, penningmeester A. Pongers en leden de heren Boers en Wolters. Tien jaar later was de vereniging reeds uit gegroeid tot ruim 40 leden. In 1957 organi seerde E.R.K.V., onder voorzitterschap van de heer H. Gerritsen een grote wedstrijd voor Overijssel en Gelderland. In 1958 kwam er onenigheid in de vereniging, zodat E.R.K.V. met 11 leden zich, ondanks alle voorkomende moeilijkheden goed staande wist te houden. Het afgelopen jaar werd het 75ste lid inge- Het Noordelijk zaterdag elftal dat dinsdag avond om half 8 een lichtwedstrijd tegen Ex celsior speelt op het sportpark .,De Koerbelt", komt uit in de volgende opstelling en speelt het 4-2-4 systeem. Doel: J. Koers (KVSB), Achter: S. Veen- stra (VVT), S. Blom (Workum), A. Bonsema (Blauw Wit 34), S. Plat (ONS). Midden: E. Blokzijl (Pelikanen), R. Koeling (Fit Boys). Voor: A. Grijter (AVC Assen), Klaas Bosma (VVT), W. Haitema (Oever zwaluwen), G. de Hoop (Vriendentrouw). De opstelling van Excelsior wordt zater dag bekend gemaakt na de wedstrijd tegen SVZW in Wierden. Indien het weer, evenals vorige week, niet als spelbreker optreedt, dan ziet het pro gramma voor de Excelsior-elftallen voor za terdag er als volgt uit: Excelsior I gaat naar Wierden en komt daar tegen SVZW binnen de lijnen. Excelsior 2 speelt in Vriezenveen en ont moet daar de reserves D.O.S., altijd een las tige tegenstander op eigen terrein. Het derde elftal van Excelsior treedt als gastheer op van het Enschedese Sparta 2 en heeft zeker "kans op een* gelfjkspel> g - Excelsior 4 brengt bij de Poppe een .bezoek aan Blauw Wit 2 en moet kunnen winnen. Het vijfde elftal is vrij. Excelsior 6 gaat Sportclub Lemele 3 ont vangen, terwijl de zevende editie te gast gaat bij Enter Vooruit 6. Het A 1 elftal van de junioren speelt in Al melo tegen A 1 van P.H. De B 1 en 2 junioren spelen tegen elkaar. Excelsior C 1 heeft een zware uitwedstrijd in Nijverdal tegen De Zweef C 1. Excelsior C S en C 3 spelen thuis tegen res pectievelijk Enter Vooruit C 1 en Holten C 2. De pupillen beginnen zaterdag na een lange rustpauze ook weer, met als tegenstander in Goor Twente D 1. een jonge vrouw, Nicole, die zich wilde ver drinken omdat haar man niet meer van haar houdt. Galia helpt haar er weer bovenop, laat haar bij zich logeren en overtuigt haar er van dat zij haar man in het ongewisse moet laten over haar dood. Galia zal ervoor zorgen met Greg, Nicole's man, in kontakt te komen. Hij blijkt niet on gerust te zijn en gelooft, dat zijn vrouw een uitstapje maakt. Hij ontvangt Galia en gaat met haar uit. Ze worden minnaars. Nicole, die nog steeds in Galia's flat woont, laat haar bekennen. Maar deze liefde is een openbaring voor Galia. Ze houdt van Greg; haar onaf hankelijkheid en cynisme zijn plotseling ver dwenen. En wat denkt Nicole? Ze schijnt rustig en onverschillig. Greg wil Galia doen geloven, dat zijn vrouw verdronken is. Waarom? Die nacht vraagt ze zich af of Nicole haar zal doden. Maar de volgende dag. wanneer ze naar Greg gaat, ziet ze Nicole samen met haar man. Waarom dit geheimzinnige gedoe? Wil Nicole naar Greg terug? De volgende dag is Nicole verdwenen. Op goed geluk telefoneert Galia naar Greg en krijgt Nicole aan de telefoon. Ze heeft Greg doodgeschoten. Voor het eerst leef ik zon der angst" zegt Nicole, „Doden is makke lijker dan je denkt". Buiten loeien de sirenes van de politie-auto Galia is bevrijd. schreven, zodat de vereniging uitstekend bloeit. Het bestuur is momenteel als volgt sa mengesteld; voorzitter F. Bussehers, secre taris J. Schulenburg. penningmeester J. Beldman en de leden M. Dannenberg, G. J. Nijland en G. ten Bolscher, die tevens ring- commissaris is. Op de feestavond werden korte filmpjes vertoond van oud-Rijssen door fotograaf H. Zandvoort. Een visnet vol variatie. Geef vis eens een extra plaats in het menu. Hij verdient het. Niet alleen om zijn hoge voedingswaarde, maar ook om zijn uitsté kende smaak. Vis is een goede en door gaans goedkope bron van dierlijk eiwit. De samenstelling van vis komt vrijwel overeen met die van vlees. Vis is echter arm aan ijzer. Zeevis is daarentegen een van de wei nige leveranciers van jodiumzouten. Voor hen, die zich voornemen wat meer vis te gaan eten, geven wij hier wat ver schillende vissoorten. Rondvis: Haring, kabeljauw, koolvis, ma kreel, pieterman, poon, schelvis, sprot, wij ting. Platvis: Griet, heilbot, schar, schol, tarbot, tong, tongschar. Recepten voor 4 personen. Visschotel. 1 kg. aardappelen, 250 g kabeljauwfilets of diepvries kabeljauw of schelvis, 150 g uien, 1 teentje knoflook. 1 theelepel kerrie, 2 eetle pels paprikapoeder, zout (peper), ±60 g boter of margarine, paneermeel, geraspte kaas. De uien schoonmaken en klein snipperen, de knoflook klein snijden. De diepvriesvis uit de verpakking halen verse vis met koud water afspoelen, en de vis zouten. Boter of marga rine smelten, de uien met de knoflook en de vis bakken en gaarstoven. De kerrie en paprika toevoegen en het meng sel op smaak afmaken. De aardappelen gaar koken. Een vuurvaste schaal of schotel in smeren met boter of margarine en laag om laag vullen met aardappelplakjes en vismeng- sel. Plakjes aardappel als bovenste laagje hou den. De schotel afwerken met paneermeel en boter of margarine, geraspte kaas en in een hete oven een bruin korstje laten krijgen. Viscocktail. 100 g kabeljauw, 50 g garnalen. 4 eetlepels yoghurt, 1 sinaasappel, zout (peper), peter selie of paprikapoeder. De gare vis van gra ten ontdoen. De sinaasappel schoonmaken en in kleine stukjes snijden. De yoghurt ver mengen met sinaasappel, zout (peper). De vis hierdoor roeren en de cocktail in coupes scheppen. De peterselie wassen, fijnsnijden en hiermee de cocktail garneren óf wat papri- 'kfcpc*ec*e*ï op «fre«cocktail strooien. Vissóep *-) 1 leter water, een kleine vis of visresten als kop, huid en graten, zout, ui, wortel, selde- pels) bloem, 40 g (3 eetlepels) boter of mar garine, melk (peper). De vis(resten) opzetten met het water, de schoongemaakte, fijngesneden kruiden en 1 eetlepel zout. Het geheel aan de kook bren gen. De bouillon ±'i uur zachtjes laten trek ken en zeven. De bouillon binden met aangémengde bloem of met een roux. Voor de roux de boter of mar garine smelten, de bloem ineens toevoegen en de massa goed gladroeren. Bij gedeelten, onder goed roeren, de bouillon erbij schen ken. De massa telkens laten doorkoken. De gare vis van graten ontdoen, in kleine stukjes verdelen en aan de soep toevoegen. De soep afmaken met fijngehakte peterselie. De soep desgewenst pikant maken door hét gebruik van 1 theelepel kerrie óf een stukje spaanse peper. Sportclub Rijssen 1 speelt saterdag uit te gen Hulsense Boys 2. Om kwart over vier ontvangt Sportclub 2 het derde elftal van BC SV uit Borne. Sportclub 4 gaat naar Evers- berg 1. (Nijverdal). Sportclub 3 speelt thuis om half drie tegen Sportclub Lemele 1. Sport club 5 gaat naar SVZW 3. Sportclub 6 speelt in Nijverdal tegen DES 6. Sportclub 7 gaat eveneens naar Nijverdal en speelt daar tegen SVVN 5. Sportclub C ontvangt Vesos c en Sportclub d is gastheer van GFC d uit Goor. ADVERTENTIE smetteloos zuiver De Wiernseweg, of zoo aw hier in Riessen zengt de Veerweg is doar aalt neet e'wes, as zoo at wiej ne non kent. Vrooger mutte hem'n e'lop oawer n' Mölndiek, en dan langs woer at non de Iesbaane is op de Oa an. Doar woer at non de boerderieje 't Oole Veer steet is vrooger ne oawerzet plaase wes oawer de Oa. Vandoar n' naam 't Oole Veer. De oawer- stek plaatse, of 't Veer, heurn an n' heer van n' Grimboarg, den atter, vuur dee tied dan, nen mooi'n cent van op streek. Gedurig mut ter dan ook drokte um hem'n e'wes, met de bisschop van Utrech, den at hier in dee tied zo'n betje regeer'n, en doar ook zin possie van wo hem'n. Dee heern van n' Grimboarg mun'n echter gin min'n hem e'wes en neet too hem'n wil'n geew'n, zodet de bisschop kon vaeg'n. Umstreek's het joar 1492 is det Veer doar vervlön, en is ter ne brugge vuur in de plaat se kom'n op de zelfde stae. Zoo um der biej 1910 koej nog zeen woer at dee brugge har e'wes want toen zat'n der nog stukke van de poalle in de groond woer atte op har e'röst. Later toen at ze met de Oa gangs zeet e'wes en oet hebt e'baggerd zeenter dee stukke der oet e'haald. De weg op 't Oosen an leup dan veerder, dwas n' klok'ndiek oawer, duur n' Ool'n diek, zoo at ze non nog in Nötter zengt, achter 't kasteel n' Grimboarg hen en zo vedan op Almelo an. In det book van Van Wiengoarn, ..Met n' ool'n Maester biej'n heerd", word den weg ook a e'neumd want doar kot an hef det prieeltje e'stoane woer at den timmer mans knech oet Vreezenvenne de brugge op at atte noa Riessen hen gong 's moandags- moarns um an n' toorn te woarken. Det prieel tje hef ter nog lange stoan, tenminste ik weet nog det ter steun. Non is 't vot,' en ook 't kasteel n' Grim boarg is vedween'n want in 1821 wes 't zoo in verval e'kom'n det e'sloopt mos worn. Doarin de buurte van n' Grimboarg hebt toch meer groote huuze stoan. Oonder aander doar woer at non de boerderieje ,,n' Zeggert" steet, rechts van de weg noa Almelo, dichte an n' Sloezendiek, en de plaatse ,,De 'Höfte" den at in Nötter lae. De boerderieje den at non op dee plaatse steet het nog aaltied ,,De Hofte", en toen at ze vuur ennege joar'n terugge doar an 't brekn wol'n kon ze geen gin vaste groond krieg'n umdet ze op n'oold stukke van ne grachte of zo iets kwam te zit'n woer at nen heel'n hoop schuieter stukke vuurn dag van vrooger, n' Poar honderd meter doarvuur steet n' klaen boerderiejke det de Poorte het, en det steet, noa at ze zengt op de plaatse woer at vrooger n'ingaank of poorte hèf e'wes van 't hoes ,,De Höfte". Meer genog hier oawer, noa dissen klaen zietsproonk oawer n' Grimboarg en umgevege gauw terugge noa de Wiernse of Veerweg. Zoo at wiej ne non kent, mutte waen e'leg en bestroat in de tied van Napoleon, toen at den hier dé laek'ns oet deel'n. De Riessender tichelders mun der drok met hem'n e'wes, umdet zee al de steender mossen laewern. De brugge oawer de Oa wes toen ne ophaal brugge zodetter de schuut'n duur kon'n. Toen in 1888 de spoerliene noa Almelo wor e'leg mos doar ook ne brugge kom'n oawer de Oa en det wor ne dreejbrugge. Vlak an de Oa en de spoerliene worn n'huuske e'zet vuur n' brugwachter, den at zorgen det de brugge los wor e'dreejt atter schuut'n duur mossen. Meteen zorgen den brugwachter vuur de spoer- beume op n' Klok'ndiek. Later toen atter gin schuut'n meer duur de Oa gong is de spoer- brugge ne vaste brugge worn en vlak vuur n' oorlog heb ze toen det spoerhuuske ook of e'brök'n. Het zelfde lot hef ook de Veerbrugge truef- fen. De leste ophaalbrugge dateern van 1897, meer toender gin schuut'n meer duurgong. wes 't ophaaln neet meer neudig, en in maei 1934 zint ze begun'n an ne vaste brugge te maak'n. Vuur nood, zoo lange as ze dei- met gangs warn, moei oawer ne noodbrugge den at lae, an de leenker kaante, aj van Riessen kwam. Lange hef ter dee eerste vaste brugge neet e'laeg'n, zo at de meeste Riessen- ders wa weet't, want in n' nach van 8 op 9 april 1945 vlak vuur de bevrijding heb ne de Duutsers in de loch loat'n vleeg'n. De vuurige keer heb fk nog vegt'n um le vetel'n det, at van veert'n de schuut'n an kwam'n en ze mon'n duur de brugge dan bleuzen de schippers op nen hoorn, en danf wus n' brugwachter wa woer laatte of 't wes. n' Lessen brugwachter op 't Veer wes Agter- esch en den woon'n zo aw aalt zein'n in de schuure van Toldieks. As jongs, aw doar ee» toovallig ne keer warn op 't yeer, stuenne wiej natuurlijk vlak vuuran met neuze, en leup'n der dan teeg'n op at de brugge wier daale gong. Ook steun der vlak vuur de brugge n' tol-^ huuske wat ook vuur n' oorlog is of e'brkö'n. Non hej waeg'nbelastige meer toen moej tol betaal'n. An alle kaant'n van Riessen steun zo'n tolhuuske. Vlak veur Enter, op n' Kaei- zer, an de Nijverdalse weg en op 't Veer. Ik weet neet vaste meer ik maenne dej vuur ne kruuwaage twee cent en vuur peerd en waage nen stuuwer mon'n betaal'n aj der duur gong'n. De bakkerieje en vegunnege van Derksen an 't Veer hef ter zonne klaene tachtig joar e'stoane. Toen den ool'n Derksen, dissen Gait den atter non woont zin groffa, doar hef e'bouwd, mun'n de boern oet Nötter hem al- lemoalle hem ne hulpen met 't opvaaern van zaand, zoo bliej asse warn det ze nen bak ker kot biej kreeg'n. Vuur at Derksen doar bouw'n mutte ees nen zet hem'n e'bakt op de dèlle van det hoes woer at non van de Vegte woont. Ook hef Derksen de eerste tied ginne vegunnige had, want den heffe later oawer e'nom'n van n'ool'n Tukkers, den in det hoes hef e'woond wat ze vleen'n joar hebt of e'brök'n, vuur de verbettige dee ze an de Veerweg maakt. Noa ak vleen joar in de kraante heb e'laezén mut det hoes vrooger an de van Ittersumi van n' Ostrof hem'n e'heurd. Den ool'n Tukker den at van Denekamp kwam, en kantonier was e'worn an de weg Riessen-Wiern har toen det *lioès*l'l£och 'van "n*baron 'va ft- n'^iïröf. Urn adé'r rfpoar* fcent* biej* te vècfé:ëtf,h/,0wésse begun'n met hén weenkel en ne vegunnege, zeer tot gemak van de 'boem oet Notter en Rectum, en ook van de schippers, dee at anlaeg'n en lossen op 't Veer biej de brugge. Toen echter de Oa a meender wor bevoarn en hee 't neet zo drok meer har, harre n' weenkel n de kaante doan en de vegunnege harre vekoch an Derksen. In de schuure den at biej det hoés stuen van Tukkers hebt ze aalt nog n' lessen tolboom bewoard, den at ze daale deen'n biej 't tolhuuske an de Veerbrug ge. Took'n wekke veerder Getjan. Onder leiding van de heer E. Sleking trai nen wekelijks tientallen dames, heren, meis jes en jongens, allen leden van de zwem- en poloclub de Mors op zaterdagmorgen om hun conditie in de wintermaanden op peil te hou den. Dat één en ander geen overbodige luxe is moge blijken uit het feit dat bij sportieve ontmoetingen tegen zwemclubs met overdek te baden de Mors vaak aan het kortste eind trekt. Dank zij' de conditietraining hoopt het Morsbestuur dat hierin echter spoedig veran dering zal komen. Bij deze trainingen gaat het er speciaal om bij de zwemmers en zwemsters het uithoudingsvermogen op te voeren. Daarom zal er vanaf deze week niet alleen op zaterdagmorgen, doch ook op de dinsdag- en donderdagavond worden ge traind, eveneens onder leiding van de heer Sleking. Als uitvloeisel van de conditietraining zal er, begin april, een prestatieloop worden ge houden. De bedoeling is dat men een bepaal de afstand, afhankelijk van- de leeftijd, loopt in een bepaalde tijd. Wie deze prestatie vol brengt, ontvangt als herinnering een vaantje. Voor de echte hardlopers zijn er voorts enke le prijzen te winnen. Van de zwemvereniging Olympia uit Borg- hojrst (Did.) ontving de Mors een uitnodiging om op zaterdag 22 juni a.s. deel te nemen aan wedstrijden aldaar, in verband met de viering van het 1000-jarig bestaan van Borg- hor^t. Beide verenigingen zullen binnenkort in Gronau gaan vergaderen om één en ander door te praten. Op zaterdag 8 juni wordt door Ce Mors een Driekamp georganiseerd waaraan behalve de Mors ook deelnemen WZC (Wijhe) en de Be vers. Op zaterdag 9 maart organiseert de jeugd commissie van de Mors een wandelpuzzel- tocht voor jeugdleden beneden 14 jaar. De start is om twee uur bij café Smit aan de Enterweg. In samenwerking met de Jeugdleidinf hiéld de ontspanningscommissie van Excel sior, vrijdagavond een dropping voor de le den. Dat deze droppingen wel in de smaak val len, werd ook deze avond bewezen want on geveer 50 leden waren aanwezig toen zij m een gesloten vrachtwagen werden vervoerd naar.de Enterse. Es. Hier werden de deelnemers ..gedropt" in groepen met de opdracht een drietal contro leposten op te sporen en zich daarna te mel den 'aan de kantine op het sportpark „D# Koerbelt", waar natuurlijk de gebruikelijke snertmaaltijd wachtte. Winnaars waren: le prijs groep W. Mane schijn, 2e prij? groep A. Voortman, 3e prijs groep B. Wilmink. De poedelprijs voor de laatst binnenkomenden viel ten deel aan groep W.. Donker. Na afloop rerkte, met een dankwoord aan de organisatoren, de heer J. Poortman de prijzen uit. FLU P het wilde konijn Terwijl hol lumoer van schoten klonk en het slaan van stokken tegen takken en bomen, vluchtte Kortoor en Flup weg. Tussen de wor tels van een lijsterbesboompje, gaapte een enge kier, maar net ruim genoeg, om Flup en Kortoor binnen te laten. Onmiddellijk werd het ondergrondse verblijf groter, er was een flinke ketel, waar Flup tot zijn opluchting ook zijn moeder weer terugzag. Toch was de vroe gere genegenheid er met meer. Flup had op eigen benen leren staan, ook al had hij nu nog graag de hulp van Kortoor aanvaard. Hij wilde zijn eigen weg gaan. Maar nu bleef het drietal, diep onder de grond, in angstige spanning wachten op de komende gebeurtenis sen. Boven hen klonk gestamp van laarzen en telkens weer knalden er schoten. En steeds, wanneer een schot klonk, fluis terde Kortoor: „Onze arme vrienden! Wie van hen allemaal, waarmee we de hele zomer geravot hebben op de paden en in de weiden, zal vanavond nog in leven zijn? En hoevelen zullen niet met verminkte ledematen naar de weide komen, of ergens, heel ziek, in het le ger lig'gen en daar op de dood wachten?" Langzaam stierf het lawaai weg. „We blij ven hier nog even", zei Kortoor. „Nu laten de jagers namelijk honden los in het bos. die moeten proberen gewond wild op te sporen. Die honden hebben een heel scherpe neus en men kan hen beter niet in de weg lopen". Toen ze buiten het hol kwamen, tenslotte was het al donker. Kortoor snoof geruime tijd de lucht in, toen ze buiten waren. „Geen on raad", zei hij. „Ik ruik tenminste niets!" Met z'n drieën gingen ze over het smalle wildpad naar de weiden. „Heb je al een eigen hol?" vroeg Kortoor aan Flup. De laatste moest dit ontkennen. „Als ik jou was, zou ik er toch maar eens hier en daar één maken. Je hebt nu gezien, hoe ons dit hol van pas kwam". Ik was eigenlijk van plan. om tot het vol gende voorjaar te wachten", zei Flup. „Dat zou ik niet doen", zei Kortoor. „Het zou me niet verwonderen, wanneer het een strenge winter wordt. En dan is het prettig, wanneer je een goed hol hebt". „Ik houd er niet erg van, om de hele dag onder de grond te zitten", zei Flup. „Ik lig graag tussen het buntgras, vooral, wanneer de zon nog zo lekker schijnt". „Ja, daar heb je misschien wel gelijk aan", zei Kortoor, „maar er komen vele dagen met koude wind en regen, met kletterende hagel stenen en natte sneeuw. Dan is het niet zo prettig meer tussen de struiken". „Daar heb ik eigenlijk rog niet aan ge dacht", zei Flup. „Als het goed weer blijft, kan het best zijn, dat ik morgen toch begin, om een hol te maken. Waar, weet ik echter nog niet". De volgende dag begon Flup inderdaad te graven. Hij ondervond echter, dat het geen gemakkelijk karwei was. Eens kon hij niet verder, omdat er een wirwar van boomwor teltjes de weg versperde, andermaal bleek de grond te vochtig en zag hij, nadat hij een hal ve meter diep gegraven had, water in het hol stromen. Tenslotte vond hij een prachtige plek, midden in het bos. Het was aan de voet van een klein heuveltje, waar een bremstruik stond. Daar vlak achter, zodat men de ingang vrijwel niet kon zien, indien men door het bos trok. groef Flup zich in de grond. Hij werkte hard, ging 's avonds maar even naar de weide en groef ook de hele nacht door. De volgende morgen had hij al een ketel en een tweede uitgang. Toen sliep hij tot de middag en maakte er nog een vluchtpijp bij, die vrijwel recht omhoog gini en die maar een heel kleine opening kreeg, onder de neer buigende bladeren van een grote varen. Flup was erg tevreden over z'n werk. Hier zou hij in de naderende wintertijd 'n droog ver blijf hebben. Toen hij enkele dagen later m de ketel lag te slapen, werd hij verschrikt wakker. Er klonk geritsel, alsof er wat zand korreltjes het hol binnenrolden. Hij snoof en sprong meteen verschrikt op. want van heel dichtbij kwam de vreselijke lucht vsn een roofdier. Er was een bunzing in het hol. Het dier was door de hoofdingang binnenge komen. Met een wilde sprong schoot Flup in de vluchtpijp en even later rende hij door het bos. Nu en dan bleef hij zitten, om de omge ving te verkennen. Hij werd niet gevolgd door het ondier, merkte Flup al spoedig. Dat was één geluk, maar aan de andere kant, kon hij zijn prachtige hol nu wel afschrijven. Daar kwam hij voorlopig niet weer. Of wel licht nooit meer. Nu wilde hij toch, dat Kortoor in de buurt was. Dan kon hij die om raad vragen. Wat deed een wild konijn, na zo'n ervaring. Ging hij terug naar het hol, of liet hij het in de steek? Zou de bunzing or nu geregeld terugkomen? Of was dat de ge woonte niet van dat roofdier. Nee. zelfs als Kortoor zou zeggen, dat er nu geen ge vaar meer te duchten was, dan nog voelde Flup er weinig voor, om weer in het pasge- reedgekomen hol zijn intrek te nemen. H:j zou geen dag meer rustig lurven slapen. Steeds bang zijn, dat de bunzing het hol weer binnendrong, om hem in zijn slaap te overval len. Opeens hoorde Flup een stem boven zich. Verschrikt keek hij op. Hij zag een bruin diertje rhet een mooie pluimstaart. Het was Kwek de eekhoorn. Hij zat op een over het pad hangende tak van een eik. „Ik zag je vluchten", zei Kwek. „Ik zag ook, hoe de bunzing je hol binnenging en ik was bang, dat het niet goed af zou lopen. Maar toen ik je uit de vluchtgang zag springen, wist ik. dat de bunzing mis had gegrepen. Dat is maar goed ook! Ik houd niet van de bunzing. Als hij klimmen kon, zou hij mij ook te pakken nemen. En ik moet toch al zo opletten, dat ik niet door de marter gegrepen word. Ken jij de marter? Hij is veel groter dan de bunzing en hij kan geweldig snel door de boomkruinen rennen". „Waar -woon jij", zei Flup, „ook onder de grond?" Kwek lachte. „Dacht je nu, dat ik onder de grond zou wonen, wanneer ik mij een veel veiliger huisje in de boomkruinen kan maken? Ik vind het te gevaarlijk op de grond, hoor! Als ik even beneden ben, dan kijk ik al uit naar een geschikte boom, om in te klimmen. Want een eekhoorn moet altijd oppassen, dat hij niet in een alleenstaandeboom klimt. Je moet van de ene in de andere kruin kunnen springen. Zoals jij een hol met vluchtgangen maakt, zo moeten wij ook steeds zorgen dat er verschillende mogelijkheden zijn om er tus senuit te trekken". „Waar woon je dan", vroeg Flup weer. ..Zie je die hoop dorre bladeren, daar tus sen de takvork, hoog in die eik? Ieder denkt, dat het zo maar wat dorre bladeren zijn, maar het is mijn nest. Als je klimmen kon, zou ik je het van binnen laten zier Het is he lemaal dicht. Er zit een dikke wand omheen en lekker warm stro. Binnen in heb ik het nest gevoerd met zachte vogelveertjes. Je kunt er heerlijk slapen. Maar toch slaap ik nooit erg rustig, sinds de marter hier woont. Hij is hier nog niet zolang, maar wat heeft hij al veel van mijn neefjes en nichtjes te pakken gekregen. Het is bar!" „Hoeveel lentes leef je al", vroeg Flup. „Lentes? Die tellen wij eekhoorns nooit. Wij tellen de winters. En ik heb al twee winters meegemaakt. Vind je me oud? Zie ik er oud uit? Iedereen zegt, dat ik me goed houd. Maar twee winters, dat is wel veel, dat geef ik toe. Hoeveel heb jij er al meegemaakt?" „Nog niet één"; antwoordde Flup. „Dit wordt mijn eerste!" „r/an krijg je het zwaar',', zei Kwek. „Al» je de eerste winter maar doorkomt, dan lukt het met de tweede ook wel, maar die eerste winter, brrrvreselijk. Heb je wel een» sneeuw gezien? Nee, natuurlijk niet. O, het i* heel mooi hoor. Maar het is koud aan de poten en alle eikels en beukenootjes liggen er on der en als er, veel sneeuw ligt, en het duurt weken, voor het gaat dooien, nu, dan lijden heel veel dieren in het bos honger". „Ik had een hol gemaakt voor de winter", zei Flup. „Nu durf ik er niet meèr in. Ik had het pas klaar. Toen kwam de bunzing". „Blijf er een paar dagen uit", zei Kwek. „Ga er dan maar weer heen. De bunzing ver geet snel. Heel snel. Indien hij je gevangen had, zou hij er iedere keer weer terugko men, omdat hij zich een lekker hapje lang herinnert. Maar jij kwam op tijd weg. Nu weet hij alleen, dat er een konijn was, dat vluchtte, dat hij niet te pakken kreeg. Waar om zou hij terugkomen? Jij bent weg, uit dat hol. De bunzing is geen denkertje. Hij denkt niet dat hol is van dat konijn en hij zal er weer terugkomen. Nee, hij denkt, in dat hol zat een konijn en dat vluchtte. Nu is het er niet nieer. Waarom zou ik er dan terugkeren?" „Als de marter jou uit je nest wegjoeg", zou je er dan ook terugkeren?" „Nee", zei Kwek. „Ik zou een nieuw nest maken. Maar dat is ook heel wat anders. Een marter is geen bunzing. De eerste gebruikt zijn hersens beter, gaat met meer overleg te werk. Maar om «die bunzing, zou ik me geen zorgen maken". (Wordt vervolgd)

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1968 | | pagina 2