UIT DE HISTORIE VAN RUSSEN Rijssenaren stonden door de eeuwen heen pal in de strijd om de vrijheid Vrijdag 1 april 1966 WEEKBLAD VOOR RUSSEN Pagina 5 Reformatie „De Lusthof der Edelen", zo werd in de zeventiende eeuw de streek temidden waarvan Rijssen is gelegen genoemd. De dichter Willem de Clerq die twee eeuwen later leefde had een veel andere benaming voor Rijssen. Hij noemde onze stad „een zeer vuile plaats het ellendigste dorp, ooit gezien". Welke van deze twee uitspraken de juiste is weten we niet, waarschijnlijk bevatten beide een kern van waarheid. De minder vleiende uitspraak van wijlen Willem de Clerq mogen we in ieder geval niet zonder meer opzij zetten. De ouderen onder ons herinneren zich nu nog als de dag van gisteren de legio mesthopen die eens de straten van Rijssen sierden". Een dorp was Rijssen echter al eeuwen niet meer. Reeds in 1243 werd Rijssen stad, dank zij de rechten die bisschop Otto III het toen aleeuwenoude dorp schonk. Bevrijd en bezet De toren valt Huisindustrie Staking Zie verder pag. In nevelen gehuld Wallen en grachten Moordbranders Romeinse nederzetting Saksen Zwarte Hoop Oproer Sans-culottes Munsterse heerschappij In 1602 woedt hier ö.e pest en eist ook in Rijs sen veel slachtoffers. Een jaar later sluit Rijs sen een verbond met andere kleine Twentse steden om zo te trachten een eventuele vij and gezamenlijk het hoofd te bieden. Het is in deze tijd dat Prins Maurits gere geld op bezoek komt op kasteel De Oosterhof. om er aan de jacht in de omgeving van Rijssen deel te nemen. (Van de Oosterhof bestaat nog een koopacte uit het jaar 1334). Het is dus reeds ouder dan 600 jaar. In 1631 komt de Ooster hof in het bezit van Ernst van Ittersum Tot 1900 heeft er een Van Ittersum in gewoond In 1606, als Ambrogio Spinola op weg is naar Grol om dit stormenderhand te veroveren, pas seert hij met zijn hoepen ons stadje en brengt dood en verderf. Spinola is in het begin van de 17e eeuw de grote tegenstander van Prins Mau ri ts. Met Oldenzaa! leeft Rijssen tegenwoordig op goede voet. In 1625 was dit echter even an ders. Uit deze grensplaats komt n.l. in ge noemd jaar een grote bende naar Rijssen en brandt dit voor eer groot gedeelte kaal Zo zag de Elsenerstraat er uit omstreeks de eeuwwisseling. De huizen rechts zijn thans geheel verdwenen en hebben plaats moeten maken voor het „Drie hoeksplein", Links rijgen zich thans de zakenpanden aaneen. voor de hier verblijvende Franse ambtenaren „dolle dinsdag" In grote groepen trekken zij door Rijssen op weg naar het zuiden. Ruim 130 jaar later ziet het nageslacht een soortge lijke exodus, met dit verschil dat nu de tocht naar het oosten gaat. Op 11 november 1813 komt kolonel Galitskin, de kozakkenhoofdman, Rijssen bevrijden en be zetten. Twee weken later ziet Rijssen gene raal Berckendorf komen met 6000 man. Deze vertrekken drie dagen later weer en dan is het alsof er in Rijssen sprinkhanen hebben huis gehouden. Eindelijk begint echter het licht der vrijheid te gloren en als de laatste Russen verdwenen zijn, breekt er een eeuw van vol komen rust voor Rijssen aan. In 1821 wordt kasteel de Grimberg gesloopt. Het enige wat er nog aan herinnert is de naam een oprijlaan en een paar stukken steen waar eens de hoofdpoort was. E-, vroP8« van 4 augustus 1826 voor spelt een mooie dag. Plotseling horen de Rijs senaren een geweldit gekraak, gevolgd door een harde slag. Als ze verschrikt naar buiten rennen zien ze met één oogopslag dat de to ren van de Schildkerk het begeven heeft. Er zijn gelukkig geen mensenlevens te betreuren omdat dit alles in de vroege morgen gebeur de. De grote zorgeloosheid van Rijssens xmoede vaderen is echter onbegrijpelijk. De toren ver toonde reeds lang een vrij brede scheur van torendeur tot aan torenspits. Veertig jaar te voren was ze nog gerestaureerd door aanne mer Peddemos. Voor een stenen toren heeft men geen geld en daarom bouwt de gemeente een toren van hout op de Grote kerk. Deze houten to ren staat er nog, doch er bestaan plannen om hem te vervangen door een stenen. In 1830 besluit Belgié zich vrij te maken van Nederland. Koning Willem I onderneemt een veld tocht tegen de Belgen en de Rijssense Schut ters rukken uit om het hunne bij te dragen om deze veldtocht te doen slagen. De Vleermanshuizen, een groot pand in de Bouwstraat brandt in 1836 geheel af. De gebroeders Ter Horst beginnen in 1864 een jutefabriek in Rijssen. Men begint met 8 ma chines garen te spinnen, maar al ras wordt de zaak verder uitgebouwd. Er komen vier weefgetouwen bij. Het fabriekje komt te staan aan de Beek. Het is een heel bescheiden be gin, die stoomjutespinnerij van de fa D. en J. H. ter Horst, doch in de loop der jaren zul len hier duizenden Rijssenaren volop werk vinden. Omstreeks de eeuwwisseling is het bedijf reeds uitgegroeid tot een fabriek met 700 werk nemers. De huisindustrie is dan nog niet ge heel verdwenen en geregeld ziet men zakken- naaisters die per kruiwagen haar producten komen afleveren. Na 1907 verdwijnt echter ook dit beeld geheel uit de straten van Rijssen. Het oudste tehuis voor ouden van dagen in Rijs sen is de Slotman van der Mijlsstichting. Dit is gebouwd in 1868 en doet nu nog dienst als zo danig. In de loop der jaren hebben echter ook vele jonge gezinnen hier tijdelijk onderdak gevonden. Inmiddels heeft zich ook een tweede ver betering voorgedaan. In 1872 heeft Rijssen een Post- en telegraafkantoor gekregen. De Schild- school opent haar deuren in 1873 voor de leer gierige jeugd. Van een leerplichtwet heeft men in Rijssen in die tijd echter nog niet ge hoord want in de zomer helpt de jeugd op het land terwijl meester Van Wijngaarden hen in de wintermaanden een beetje ken- nis probeert bij te brengen. In 1888 wordt Rijssen uit haar geïsoleerde li- gmg bevrijd door de aanleg van een spoorlijn Apeldoorn-Almelo. Het station aan de Spoor straat dateert nog uit die tijd. In 1896 stichten enkele personen de Coöpe ratieve winkelsvereniging GA. „RIJSSEN" De eerste zaak wordt gebouwd aan de Haar daar na komen er nog drie andere bij, Z<4 jaar later komt er -n nieuw gebouw bij aan de Haar, de zgn. Haarschool verrijst n.l. in 1902. De heer Lodder die in 1904 burgemeester -an Rijssen wordt, weet de raad over te halen een nieuw stadhuis te bouwen Dit verrijst in 1908 op 't Schild. Binnen afzienbare tijd hoopt men Op school leerden wij vroeger dat omstreeks honderd jaar voor Christus de Batavieren de Rijn kwamen afzakken en zich op de oevers van de benedenrivier vestigden. In Twenthe kwamen zij echter niet. Hier kwam een Saksische stam te voet de woon plaats van de oer-Twent binnendringen, ge bruik makend van de houten veenbruggen tus sen het ene (schier)eiland en het andere. Waar schijnlijk heeft de oer-Twent zich vermengd met de Saksen met als gevolg dat de Sakser zijn stempel is gaan drukken op deze streek en de oer-Twent verdwenen is. De Sakser Is de voorvader van de Twentse boer, zoals men die nog steeds aantreft in de omgeving van Rijssen. In de achtste eeuw, toen Rijssen een kerkdorp werd, bestond er nog geen geschreven taal. Van het feit dat Pippijn de Korte (in 751) koning over het Frankische Rijk werd en dat in 754 Bonifatius bij Dokkum werd vermoord, had de Rijssenaar van die dagen dan ook waar schijn geen weet. Hij zal er evenmin van op de hoogte zijn ge weest dat Karei de Grote die van 768-814 re geerde in 785 de Friezen onderwierp en hen tot het Christendom dwong. De eerste vijf eeuwen geschiedenis van Rijs sen zijn in nevelen gehuld. Deze trekken enigs zins op als Rijssen in 1243 stadsrechten krijgt. De middeleeuwen zijn ook voor Rijssen zeer donker. Of „Risoe" echter last heeft gehad van de Denen en Noormannen, vermeldt de his torie niet, maar onwaarschijnlijk is het niet. In het jaar 1323, sticht Evert van Bevervoor de hier een kasteel. Een straatnaam is het enige wat er nog aan herinnert. Kasteel De Grimberg was toen al 200 jaar oud. In 1821 is het helaas gesloopt De negentiende eeuw is het graf van honderden kastelen geworden. Vóór de verheffing tot stad is Rijssen een marke met een markebestuur. Dit moet in 1243 echter plaats maken voor een magistraat. Het betekent een grotere onafhankelijkheid ten opzichte van de bisschop. Er komen wallen en grachten (de muren die later zouden wor den gebouwd zijn er waarschijnlijk nooit ge komen) in een wijde cirkel rondom het Schild. De namen Walstraat, Huttenwal, Watermo len en Hagen herinneren er nog aan. Latere geslachten hebben de wallen geslecht en de grachten ermee aangeplempt. In het jaar 1492, als Karei van Egmond her tog van Gelre wordt, krijgt Otto van Ruten- batg van da bisschop hst racht aan brug over tracht te plunderen. Er is echter weinig te ha len en bovendien geven de Rijssenaren goed partij. Voor de „Zwarte Hoop" vervliegt de hoop op geld of goederen dan ook in rook. Twee jaar later dient Karei van Egmond zich aan. Geenszins een brave broeder doch het stadsbestuur kan de plundering afkopen. Een andere geschiedschrijver vermeldt echter dat Karei van Egmond met zijn bende de Rijs sense venen is ingejaagd. Van 1522 tot 1548 staan de Rijssenaren geregeld op post om vijander van allerlei aard buiten de deur te houden. In 1532 komt Hendrik van Saltzburg met een legertje Rijssen binnenvallen en het drie eeuwen oude stadje heeft weer hevig te lijden van moord en brandsticting. Er wordt wel eens gesproken van die goeie oude tijd, maar als we de geschiedenis van Rijssen nagaan blijkt die oude tijd toch niet zo goed te zijn geweest. De bevolking leefde voortdurend in angst voor de dag van mor gen." De „vrome kinderen van Emlicheim", ook wel de „Moordbranders genoemd, komen van 1548 tot 1560 Rijssen terroriseren. Na 1560, nadat de Rijssense bevolking her haaldelijk slag heeft geleverd met deze „lie verdjes", blijven ze voorgoed weg. Omstreeks 1580 leveren de weerbare mannen van Rijssen een gevecht op leven en dood met de Spaanse indringers. De overmacht is echter te groot en de Rijssense mannen moeten wijken. Zij verschansen zich in de toren op het Schild waar zij hel nog een hele dag uithouden Ze brengen er het leven af door 2100 Carolus gul dens te betalen aan de Spaanse ruiters De historie vermeldt niet hoeveel gesneuvelden er aan elke kant waren. Hoe oud Rijssen precies is, weet niemand. Rijssen is echter stokoud, de opkomst verliest zich in de nacht der nevelen. Eén feit heeft de gescheidenis geboekschaafd. De prediker Lebuinus, die in 777 stierf, heeft de kerk op het Schild gebouwd. Die kerk is er allang niet meer, doch op haar fundamenten heeft men later de huidige Grote Kerk ge bouwd. Omstreeks het begin van onze Christelijke jaar telling moet bij Rijssen een Romeinse neder zetting zijn geweest. In de „es", de helling van de Koningsbelt, (het huidige Plan Zuid) zijn in de negentiende eeuw urnen aangetroffen, ge vuld met as, benevens spiesen, stenen b'/sijlen, zwaarden, hamers, munten, armbanden, K„io ringen en zelfs volledige geraamtes. De mun ten bleken te zijn uit de tijd van de Romeinse keizers Vespasianus, Commedes en Jovianus. In de middeleeuwen heette Rijssen nog Ris- ne en aan die naam is een legende verbon den, Eens, zo wil het verhaal, moet er een groot bos gestaan hebben ten zuidwesten van de plek waar nu Rijssen ligt. Op een kwade dag woei er zo'n sterke zuidwester storm dat alle bo men omvielen, met de takken naar de ene en de stammen naar de andere zijde gericht. Eeuwenlang zijn ze daar blijven liggen en toen er aan de kant van de takken „de riezen" een plaats ontstond, werd dat Risne. De plaats die aan de andere kant ontstond, aan de kant van het „holt" noemde men Holten. Het bos tussen beide plaatsen heeft inder daad bestaan, doch hoe het aan zijn einde is gekomen, is niet bekend. De Walstraat in vroeger dagen. Tegen deze versieringenageerde burgemeester Knottenbelt scherp, nadat hij in 1913 was geïnstalleerd. Het duurde echter nog jaren, eer de mesthopen voorgoed uit de straten van Rijssen verdwenen waren. Ilüllillllllllllilllllllllllllllll .1 I IIlilI I II; ilülllllllllllllillillIllllltflhB de Regge bij Rijssen te leggen. Van al het varend en rijdend verkeer mag hij tol hef fen. De oude brug is reeds lanj/ verdwenen, doch de plaats was zij lag heet thans nog het Oude Veer. Een doker jaar wordt 1497 voor Rijssen. Het is in dat jaar dat Hendrik van Wisch met zijn legerbende naar Rijssen optrekt. De weer bare mannen van. Riissen vechten op hun schansen eti wallen verowd. -h v. - de van vPisch, doch kunnen biet verhinderen dat hun plaats geplunderd wordt door deze woestelingen. In 1515, Karei de Vijfde heeft zojuist de re gering over de Nederlanden aanvaard, wordt Rijssen door een nieuwe bende aangevallen. Dit keer is het „De Zwarte Hoop" die Rijssen Een knus straatje was vroeger de Rozen gaarden. Veel veranderd is hier trou wens nog niet. Het straatje is nog altijd even smal. Links vooraan is nu een win kelpand gevestigd. inwoners van Rijssen een toren te bouwen en op deze uitkijktoren om beurten de wacht te houden. De toren die gebouwd is, is er al lang niet meer, maar de naam Holtentorensweg herinnert nog aan de plek waar deze ongeveer gestaan moet hebben. In 1681 vermoorden twee zigeuners een Rijs senaar. Deze worden gegrepen en op het Schild terechtgesteld. De beul hakt met een zwaard hun beider hoofden af. Na de Munsterse overheersing zijn de be lastingen schrikbarend hoog. In 1690 wordt de belastingschroef zo stevig aangedraaid dat de zaak barst. Het komt ineens op. Er wordt een aanval ge daan op de huizen der pachters. Deze vluch ten hals over kop de stad uit. Hoe de zaak ver der afliep is niet bekend. Dan breekt er een eeuw van betrekkelijke rust aan voor Rijssen. Niet dat er bepaald niets aan de hand is. De heren van Ittersum wpnen op het Oosterhof en dit geeft nog wel eens flin ke wrijving en met een vrijheidxlkevend volk, zoals dat van Rijssen nu eenmaal is. In 1737 gaat het Rijssense stadhuis helaas in vlammen op. Van het archief, dat steeds zo zorgvuldig bewaard is, blijft niets over. Het kasteel „Dé Bevervoorde" wordt in *r—•- iz-J c. wr-.vrlt een flinke boerenwoning gebouwd, „De Krans". Deze laatste gaat in de 20ste eeuw dezelfde weg. Het vrijkorps van Oldenzaal, onder leiding van de bekende patriot mr. J. W. Racer pas seert in 1786 Rijssen om op te rukken naar Hat- tem dat zucht onder „de stadhouderlijke ti rannie". Een jaar later heerst er in Rijssen een plaat selijk oorlogje. Ten oosten van het Schild wo nen de patriotten en ten westen de oranje klanten. Als eerstgenoemden de vrijheids boom hebben geplant en hierom-heen dansen kan een gevecht tussen oranjeklanten en pa triotten niet uitblijven. Ds. Cramer, een onge huwde predikant schaard zich aan de zijde der patriotten Aan deze onenigheid komt een einde als de Duitse generaal Blücher met 1300 huzaren Rijssen inneemt. Vele patriotten vluchten hier na naar België en Frankrijk. De enige watermolen die Rijssen rijk is, wordt in 1794 buiten werking gesteld. Alleen de naam herinnert nog aan de plaats waar deze gestaan heeft. Tandenknarsend ziet Oranjegezind Rijssen in 1795 de eerste Fransen, de „sans-culottes" ko men. In dat jaar wordt de Bataafse republiek schijnbaar zelfstandig, volledig afhankelijk van Frankrijk. Een tegenonwenteling komt er in Rijssen in 1799. De oranjeklanten uit het westen van Rijs sen roeren zich flink en bepalen dat er niemand zonder oranje op straat mag/komen. De Rijssense raad biedt uit symp^htie een pomp van Bentheimer steen aan. Deze staat momenteel nog achter de Grote Kerk. Natuur lijk komen de Fransen weer terug en is het met de macht van Oranje weer gedaan in Rijs sen. In 1810 wordt G. van Wijngaarden benoemd als maire van Rijssen vanwege zijn bekend heid met de Franse taal „5 november 1813" is «in i i minim i i! i r ii i i i riniriinn i In 1888 werd Rijssen bevrijd uit zijn ge- isoleerde ligging door de aanleg van de spoorlijn Almelo-Apeldoorn Het station dat uit dezelfde tijd dateert, heeft in wendig een metamorfose ondergaan. In de loop der jaren is het voorts uitgebreid met een flinke loods. Een jaar later dringt ook in Rijssen de re formatie door. In 1626 gaat pastoor Rothgerus ab Halteren gezegd Braamcamp over naar de nieuwe leer. De macht der geestelijkheid vindt hiermede in Rijssen een abrupt einde. In 1630 heerst in Rijssen een grote hongers nood. Acties voor hongerende gebieden, zoals die tegenwoordig worden gehouden, kent men in die tijd nog niet en Rijssen moet zelf maar zien hoe zij er weer bovenop komt. De strijd om de Mors, weike reeds in 1520 was begonnen, eindigt in 1636. Onder aan voering van de burgemeesters annexeert men de Mors. „Als markeboeren en baronnen een gezamenlijke aanval doen op de Mors, nadat zij door de gemeente is geannexeerd, vinden zij de burgerij paraat Deze zijn blijkbaar beter bewapend dan de aanvallers, want na een kor te strijd zoeken de laatsten hun heil in de vlucht. De boeren en jonkers uit het kerspel klagen de burgers van Rijssen aan bij de drost van Twenthe. Deze gelast, de aanvoer ders van de aanval naar Zwolle te vervoeren. Dit blijk echter onmogelijk, want bij het min ste gevaar luiden de Rijssense poorters de stormklok en houden voor alle gevallen hun kruit droog. De aanvoerders blijven vrij rond lopen en de Mors blijft het eigendom van de gemeente. -Het jaar. 166f; aagt Rijssen onder de Mun- Geiderland en Overijssëï binnen "dodï sFuil an 1666 de vrede van Kleef. In 1672 breekt de oorlog uit met Engeland, Munster, Keuiea en Frankrijk. De Munster- sen en Keulsen tezetten de achterhoek, Overijs sel en Drenthe. Rijssen krijgt uiteraard weer een staartje mee. Als de lïunstersen een aanval doen op de welgevuHe provisiekasten der Rijsse naren, gaan I tstgenoemden met school meester-koster *k Marsman voorop, tot de aanval over. Van hotel De «ort tot aan de huidige bees tenmarkt is het n slagveld en wordt er ver woed gevochten Munsterse krijgsvolk wordt onder leiding vaMarsman geduchtig geslagen. Na afloop van hgevecht blijken bij de Mun- stersen enkele eten gevallen te zijn, de Rijs senaren hebben chts enkele gewonden, waar onder Dirk Maaan, die zijn gehele verdere leven kreupel bit. Een officier n de Munstersen verdrinkt men in een kol!Dit water noemt men later de Munsterkolkfolgens de overlevering be vond zich deze Ik op de hoek Watermolen- Boomkamp aan zijde waar later de fabriek van de fa Ter 1st zal verrijzen. De munsterseeerschappij duurt tot 1674. Als ze voorgoetei-trokken zijn besluiten de

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1966 | | pagina 5