Maandag 20 december a.s. DE MOORDENAAR VAN HET MOERAS PREDIKBEURTEN RAADSAGENDA door Harry Wonink (18) Verkoop politiebureau trok veel belangstelling VOOR BABY'S HUIDJE Vrijdag 17 december 1965 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN I De najaarsmarkt van maandag 20 december a.s. krijgt dit jaar wel een bijzonder cachet. Op die dag zal n.l. eveneens de trekking plaats vinden van de 42ste marktverloting. Normaal wordt de marktverloting steeds gehouden met de „grote oktobermarkt". doch door het zeer laat afkomen van de vergunning tot het houden hier van, moest de trekking naar een later tijdstip worden verschoven. Het bestuur van „Marktwezen" vond de datum, vlak voor Kerst, nogal gunstig. De winnaar van de hoofdprijs komt nu met een „kerstkoe" thuis. Voor de markt van maandag a.s. zal wel de nodige belangstelling bestaan, indien althans de weersomstandigheden gunstig zijn. Zeer velen zullen waarschijnlijk nog geen lot hebben gekocht en de werkzaamheden van de landbouwer liggen in dit jaargetijde vol komen stil Nog enkele loten Drukste markt in 1950 NED. HERV. GEMEENTE GROTE KERK 9.30 uur Ds. J. de Lange 15.00 uur Ds. H. Binnekamp van Vriezenveen VVESTERKERK 9.00 uur en 10.45 uur Ds. A. Kool 19.00 uur Ds. J. de Lange ELSEN 10.00 uur Eerw. heer G. B. B. Renger GER GEM. NOORDERKERK 9.30 uur en 19.00 uur Ds. A. Bregman 15.00 uur leesdienst GER. GEM. IN NED. ESKERK 9.30 uur, 14.30 uur en 19.00 uur leesdienst GEREF.-KERK BOOMKAMP 9.30 uur en 19.00 uur Ds. H. Brinkman OUD GER. GEM. BEVERVOORDE 9.30 uur, 14.30 uur en 19.00 uur leesdienst OUD GER. GEM. IN NED. ORANJEKERK 9.30 uur, 15.00 uur en 19.00 uur Ds. J. W Slager WOENSDAG 22 DECEMBER GROTE KERK: 19.30 uur Kerstzangdienst. BEVERVOORDE: 19.30 uur Ds. H. Vosman ESKERK: 19.30 uur leesdienst ORANJEKERK: 19.30 uur Ds. J. W. Slager De gemeenteraad van Rijssen komt heden (vrijdag)) avond in openbare zitting bijeen. De agenda ziet er uit als volgt: 1 Vaststelling notulen. 2 Ingekomen stukken. 3 Voorstel, nemen van voorbereidingsbe- sluit. 4 Voorziening vacature Grietje en Jan ter Horststichting. 5 Uitkering nacalculatie van de „trent" 1965 6 7e wijziging van de bezoldigingsverordening 7 Voorziening in de kasgeldbehoefte. 8 Aankoop van enige perceelsgedeelten in plan Zuid, 3e fase. 9 Verkoop van industrieterrein aan A. ten Berge. 10 Vaststelling van herziening VF van het be stemmingsplan. 11 Het verlenen van medewerking der Kleu ter-onderwijswet ten behoeve van de Kleu terschool Marijke. 12 Het verlenen van medewerking der Kleu teronderwijswet, Margriet. 13 Wijziging „I.Z.A." regeling OVERIJSSEL. 14 Regeling opbrengst Rijkssubsidie en te heffen baatbelasting ten behoeve van de verbetering en verharding van de le dwars weg en de le Opgaande weg door het Middelveen. 15 Beschikbaarstellen krediet talud van de Oosterhofweg. 16 Het verlenen van medewerking t.b.v. Haar- Banis- en Delleschool. 17 Verkoop bouwterrein aan Fina. 18 Aankoop woning Haarstraat 34. 19 Aankoop van de woning Bloemstraat 4. 20 Aankoop van perceelsgedeelten van Ter Horst. 21 Verhoging bedrag leerling U.L.O. 22 Onttrekking aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de Stokmansveldweg. 23 Rondvraag. S j Er bestond dinsdagavond een ongekend gro te belangstelling voor de verkoop van het voormalige politiebureau en het woonhuis van de oud-groepscommandant. Hotel Gijsbers, waar de verkoop plaats vond ten overstaan van notaris F. van Schooten was bijna te klein. Eerst werd het woonhuis verkocht. De hoog ste bieder bleek de heer M. Mensink voor 43.000. Het voormalige politiebureau, (dat op de monumentenlijst staat) werd getrok ken door de heer G. Voortman voor 39.000- Hierna werden beide panden totaal ingezet. Nu was het de heer G. Voortman (Haarstraat), die de hoogste bieder van beide percelen bleek n.l. f 82.500... Het werd gegund. Tot voor enkele jaren terug werd de trekking der marktverloting gehouden in café Hodes aan de Kerkstraat. Op de foto zien wijnaast wijlen notaris Bernard en Jan Nijland (Boot'n Jan) de heer Lugtigheid (oud-gemeentesecreta ris) en de heer G. Kappert (voorzitter V.V.V.). In 1050 bestond de eerste prijs van de gelukkige winnaar woonde in Enter, marktverloting uit twee koeien. De Daarnaast waren er nog drie veeprijzen. De „kopjeskoopman heeft nooit te klagen over gebrek aan belangstelling. Kerstmarkt en Marktverloting Of er maandag nog loten verkrijgbaar zijn, is zeer twijfelachtig. De vereniging „Markt wezen" heeft enkele weken geleden de laat ste loten „in depot" gegeven. Het kleine aan tal teruggezonden (onverkochte) loten buiten Rijssen doet vermoeden dat er maandag veel vraag naar, doch weinig aanbod in markt- loten zal wezen. Voorts wordt maandag een drukke goede renmarkt verwacht. Ten overstaan van nota ris F. van Schooten zal 's middags om twee uur een aanvang worden gemaakt met de trekking De trekkingslijsten zullen reeds 's avonds worden verkocht bij lunchroom De Goeyen, waar 's middags de trekking heeft plaats gehad. De oktobermarkt van 1950 was een dei- drukste in de historie der Rijssense najaars- markten. De (archief) foto's die wij u op de ze pagina tonen, geven hiervan een duidelijk beeld. Een gebakken visje vindt in elk jaar- wacht de vishandelaren weer een drukke getijde gretig aftrek. Ook maandag dag. Op het moment, dat Prins de reebok lucht kreeg van de steenmarters, beslopen de bei de rovers het kleine kalf. Met kronkelende staarten schoven de hongerige dieren door het moeras. Hun scherpe neuzen vertelden hen precies, waar, tussen de wortelkronkels van de struiken, de jonge ree haar leger had. Als een bruine vlek lag ze daar op het groene mos en sliep. Maar de steenmarters wisten, dat die „vlek" een zwelgpartij zon der weerga beloofde. Het moertje opende de aanval. Als een losspringende veer kwam ze omhoog en belandde op de rug van Prins' bescherme- lingetje. Verschrikt sprong de kleine op en holde in paniek weg, de marter, die zich in haar nek had vastgebeten, als een ruiter op de rug. En er naast, rende het steenmarter- mannetje voort, positiekiezend, voor de beslis sende sprong naar de zachte keel van het weerloze slachtoffer. De wilde ren door het Mokkelengoor ging echter in een voor het reekalf gunstige richting. Majestueus contrasterend met het rood van de morgenhemel, stond daar Prins de reebok. Hij hoorde het angstige geschrei van het jong. Dat dreef zijn woede naar een hoogte punt. Er was één van zijn eigen soort in doodsgevaar. Dat laat geen enkel dier koud. Ook Prins niet! De wilde jacht kwam snel nader. Een steeds luider klinkende roffel van ranke pootjes door water en blubber. Op en kele passen afstand zouden ze de bok voor- bijsuizen. „Boo-boo" brieste de stem van Prins. Alarmerend klonk het door de morgenstilte. Toen boog de bok de kop en spietste de mar- terram aan de grond. Met een woeste ruk slingerde hij de dodelijk gewonde Grim van zijn dolkgewei. Een doffe plons en afnemend gespartel, wezen er op, dat de steenmarter stuiptrekkend werd verzwolgen door het moe ras. Het kalfje bemerkte dat haar ruiter, het martermoertje, los liet, op het moment, dat Prins' uitschietende rechterpoot de bruine ro- ver met een knappende slag raakte. De belaag ster van de kleine ree tuimelde over de kop, zag, toen ze haar evenwicht had hervonden, heel dichtbij de scherpe stangen van Prins' koptooi en greep naar een laatste redmiddel: Een gillend krijsen, met wijdgeopende bek en gekromde rug uitgestoten, de zogenaamde dreigschreeuw, die zijn doel niet miste. Prins schiok even terug en van die weifeling maakte de marter gebruik, om snel in de ruigte te verdwijnen. Samen met het kalfje, ging de bok een nieu. we slaapplaats zoeken. Midden in de zee van wuivende lisdodden, probeerden ze een droge plek te vinden, om daar de gestoorde dag slaap te hervatten. Maar de grote vrede, die bezit had genomen van de bok, toen hij samen met het kalf het Mokkelengoor was binnenge trokken was verdwenen. Bloed stond in zijn ogen, die onheilspellend weinig van de- iris lieten zien. Die avond stond hij lang, met hoge rug, gekweld door de pijn in zijn lichaam, in het moeras. Stootte met zijn gevaarlijk gewei naar het jong, wanneer dat te dicht naar zijn zin in de buurt kwam. Daarna kwamen er dagen, dat het wat beter ging. Dat de ontstoken le ver hem niet kwelde, hij geen pijn had en dan trok hij rustig met het kalf uit de dekking, om te grazen. Toch bleef Prins uiterst ner veus. Bij het minste verdachte geritsel, boog de bok de kop dreigend naar de grond. En die dagen, waarop hij zich niet onderscheidde van een gezonde ree, werden steeds minder in aantal. Gekweld door de pijn, brutaal door het succes, dat hij telkens weer had in zijn gevechten met vijanden en rivalen, bezeten door het bloed, dat hij, na zijn woeste char ges, zag vloeien, kwam hij in een stadium waarin overmoed en moordlust de boventoon gingen voeren. Inplaats van weg te rennen, wanneer zich onraad aandiende, trad Prins het gevaar, sluipend als een jagende tijger tege moet. Boven de Loohoek klonk de melancholieke trekroep van de wulpen. De berken spreidden een gouden krans op de grond rond hun zil veren wortelgestellen. En in 'het akkermaals hout vonkte het mooie rood van vele bessen. Wanneer gelderse roos, bitterzoet en kam perfoelie hun kleurige vruchtjes den volke to nen, is het september. Deze maand heeft vele stille dagen. Dagen zonder wind en met prille ochtenden in een kleine wereld van melkwitte nevel. Op zo'n dag - de mist lekte in slappe drup pels van de twijgen - klonken in de buurtschap de eerste schoten van een nieuw jachtsei zoen. De opening van de patrijzenjacht werd ingeluid. Scholten was al bijtijds op pad gegaan, die morgen. Nog voor de middag, wilde hij wat van die rappe veldhoenders schieten. In elk geval, overdacht de boer, diende hij alle kluch ten - die uit een ouderpaar met vaak een do zijn opgegroeide jongen bestonden - één keer onder vuur te nemen. Dan kregen de stropers, die het in de komende nachten wellicht met lichtbak en netten wilden proberen, in elk geval niet met onervaren patrijsjes te doen. Scholten had weinig geluk. Eenmaal joeg de hond een klucht, ver buiten schot, op de snorrende wieken. Andermaal had de jager, toen overal om hem heen uit het haverland, de hoenders kraaiend opspatten, zijn dubbel loops op veilig staan. Hij verweet zijn dispo sitie aan de moeilijkheden thuis, in zijn ge zin, waar Minie nog steeds niet de weg wilde gaan, die hij voor haar had uitgestippeld. Zelfs zijn vrouw was nu op de hand van het meis je. Zeker, omdat Nollen hun dochter uit de handen van die aanrander had weten te hou den. Dergelijk sentimenteel gedoe lag hém niet. Dat was geen reden om van standpunt te veranderen. Was er toevallig iemand an ders in de buurt geweest, die avond, dan zou die evengoed het meisje te hulp gekomen zijn. De buurt was op de hand van de jonge stroper. Dat interesseerde Scholten niet. Hij wilde hem niet als zijn schoonzoon. De boer was geen man, die een eenmaal ingenomen standpunt zo maar aan de kant schoof. De aanrander zat zijn straf nu uit.. Die mocht een paar maand brommen. De politie had hem snel te pakken gekregen. Harm had de naam van de „fielt" genoemd. Ontkennen had Wiersma niet geholpen. Harm Nollen had zich met zijn medewerking aan de arrestatie, gedistancieerd van dat soort stro pers, als Wiersma er één was, die uit de achterbuurten van de stad kwamen en die niet als geboren zwervers en natuurgenieters, maar als gevaarlijke rovers door het jachtveld trok ken. Dat alles maakte voor Scholten de zaak niet anders, Minie moest een flinke boerenzoon trouwen. Die lutke zeker met Scholtens geld goe de sier maken, later, kom nou, dat ging niet door. Tenslotte krëeg de boer toch nog zijn pa trijzen. Met twee schoten haalde hij er vijf uit een wegvluchtende klucht en was daar heel tevreden mee. Scholten trok vervolgens langs het Mokke lengoor. Inéén van de poelen kon best een wilde eend liggen. Of, nu de trektijd begon, een troep talingen. Er waren geen eenden. Maar wel iets anders! Scholten vond een heel smal paadje, dat door de weiden en over de wal, het moeras binnen slingerde. En dat stond vol met de afdrukjes van reeëschalen. Hij riep de hond terug uit de lisdoddenvei- den, waarin het dier naar wildgeuren zocht. Want Prins de reebok was terug en mocht niet gestoord worden. Alleen door een dodend schot uit zijn ge weer, meende Scholten. De boer was al bang geweest, dat Harm Nollen de bok had neer gelegd. Zó lang had hij vergeefs naar de begeerde geweidrager gespeurd. Maar nee, hier in de modder van het moeras, stonden honderden bewijsjes afgedrukt van Prins' aan wezigheid in het Mokkelengoor. Waar hij dan ook geweest was, nu had de bok opnieuw zijn dagverblijf in het moeras ingericht en zou spoedig bij Scholten op de deel hangen. Spoe dig, ja zeker, want Nollen mocht 'm niet voor zijn. Toen ontdekte de boer nog andere prenten, veel kleinere, die twee aan twee naast elkaar in de modder van het wildpad stonden. Een reekalf. Dan moest er ook een geit in de buurt zijn, overwoog de jager. Hij vond dat vermoeden niet bevestigd. Een vreemde zaak, maar, hoe dan ook, van avond ging Scholten zich hier ergens ver schuilen en zou Prins' zijn laatste sprong ma ken in het biauwopvlammende mondings- vuur van de dubbelloops. Scholten keek op en nu pas merkte hij dat de hond niet bij 'm was. En hij had hem zojuist toch teruggeroepen? En nu weer opnieuw schreeuwen? Nee! Niet te veel rumoer! Dan zou er vanavond van het reebokschieten wel eens niet veel terecht kunnen komen. Hij wilde Prins niet graag storen tijdens zijn wel verdiende dagslaap. Aandachtig luisterde de boer. Misschien kon hij horen, waar de hond zich ophield. Stond hij soms vóór? Had hij een fazant of een haas geroken, die hij nu aan wees, aan ieder die er belangstelling voor had, door een verstarde houdiing, de snuit in de richting van 't zich drukkende wild? Wachtend tot de baas op kwam dagen? Diep in het goor kraakte een tak. Scholten tuurde over de weelde van lisdodden. De geelgroene staken met hun dubbele brui ne pluishulzen staken hoog boven spiegelend water en modder uit, tot waar de wilgen hon derden bronzen koepels vormden. Er ritselde iets tussen de lisdodden. Scholten zag, hoe zich rillingen door de toppen van die plantenzee voortplantten. Alsof twee windvlagen over het goor kwamen, die elkaar langzaam naderden. Verwonderd en geschrokken zag Scholten, hoe de huiveringen in de lisdoddentoppen, op het moment, dat ze elkaar raakten, tot een afschuwelijke botsing kwamen. Vier vierkante meter van het lisdoddencom- plex veranderde in een hel. Het brak en kraak, te, jankte en gilde. De bruine zaadpluiskokers dansten een furieus ballet. Daarboven hing een langzaam stijgende witte wolk van minie me zaadparachutes, die vervroegd losgeraakt de verbreiding van de lisdodden gingen ver zorgen. Een droevig gehuil klaagde over het goor. Opnieuw voer een rilling door de moe. rasvegetatie. Die deinde langzaam weg naar het hart van de waterwildernis. Gesschrokken had de boer dat alles gezien. Nu pas merkte hij, dat het moeras bezig was zijn laarzen binnen te palmen. Moeizaam trok hij de voeten uit de blubber en stapte toen het goor binnen. (Wordt vervolgd). Advertentie Het prachtige herfstweer wag er in 1950 debet aan dat in dat jaar zeer velen de „grote oktobermarkt" bezochten.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1965 | | pagina 3