DE MOORDENAAR VAN HET MOERAS 111!» JHIUUfl Raadsleden sagen in zwembad „geen enkel nut BURGERLIJKE STAND hengele* s bier (4) Badmeester jan Tijhof met pensioen door Harry Wonink Postduivennieuws Pompvers uit g de fles?.s Vrijdag 10 september 1965 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 3 Zwemmen in de Regge „Geen enkel nut" Feest r Ambtenaar Ongelooflijk zeg; je hebt ge lijk! Dat bier smaakt even vers als bier dat zó uit de pomp komt. Je proeft géén verschil. Hoe heet dat merk? Hengelo's BierEen merk om te onthouden. Die brouwers weten wat een dorstig man toekomt. Geweldig: pomp vers bier uit de fles. Proost! c pompvers Ook in 1965 met goud bekroond! Badmeester Jan Tijhof (na 38 jaar) zaterdag voor het laatst in functie Van 1927 tot 1961 zwaaide badmeester Jan Tijhof hier de scepter. Daarna verhuisde hij naar „De Koerbelt". Zaterdag sluit hij daar voor het laatst de poort en zal hij eervol van zijn functie als badmeester ontheven worden. „De Mors" doet nu nog dienst als viswater voor gepensioneerden. Als de heer E. J. (Jan) Tijhof zaterdagmiddag de poort van het zwembad „De Koer belt" sluit, betekent dat voor hem niet alleen, dat het zwemseizoen 1965 gesloten is, maar dat hij een levensperiode afsluit. Het bereiken van de pensioengerechtigde leef tijd van de heer Tyhof, houdt in dat hij zijn werk moet overdragen aan zijn (nog onbekende) opvolger. Het afscheid »an zijn taak als badmeester van het zwembad zal Jan Tijhof ongetwijfeld weemoedig stemmen, hoewel hij, een evenwichtig figuur zijnde, een en ander niet al te veel zal dramatiseren. Vele Rijssenaren - wie zou Jan Tijhof eigenlijk niet kennen - zullen het met ons eens zijn, dat de functie, die badmeester Tijhof in 1927 aanvaardde zijn levenstaak is geworden. Tijhof lijkt een welhaast on misbare figuur en zelfs oudere Rijssenaren kunnen zich het zwembad zonder Tijhof en zijn vrouw moeilijk voorstellen. Het zal voor hem de eerste tijd wel moeilijk worden, maar „och" zegt Tijhof als we even bij hem zitten te praten „het zal wel wennen". Hoewel Tijhof zijn werk altijd in alle be scheidenheid heeft verricht heeft hij zich een grote plaats weten te veroveren bij enkele ge neraties Rijssenaren. Met voldoening kijkt Tijhof terug op zijn werk als badmeester in Rijssen. Zijn herinnerin gen zijn talrijk en gevarieerd, vooral aan de tijd, die hij als badmeester doorbracht op het karakteristieke zwembad in de Mors. De overgang naar „De Koerbelt" is wel groot ge weest, hij en zijn vrouw hebben zich snel aan de nieuwe situatie weten aan te passen en de overgang werd vergemakkelijkt, doordat een grote verbetering werd bereikt, qua zwemac- commodatie. Het was de laatste jaren op het zwembad de Mors „niet al te best", zoals Tijhof het verzachtend uitdrukt. Toch, als zijn ge dachten afdwalen naar vroegere jaren, heeft? hij een grote bevrediging van zijn werk. Hij heeft duizenden Rijssenaren de zwemkunst ge leerd, had contact met vele Rijssenaren en touristen en de sportiviteit, die het vak mee bracht gaf hem een grote voldoening. Als we Tijhof vragen hoe het in zijn werk is gegaan, dat hij badmeester werd op de Mors, dan moet hij dit verhaal nauwkeurig uit de doeken doen. Je wordt natuurlijk geen badmeester van de ene dag op de andere, maar ik had nog al belangstelling voor de zwemsport, ik deed het graag, ik had „enige aanleg" en ik had er veel voor over, aldus Jan Tijhof, die zich nog precies herinnert met hoeveel moeilijkhe den de bouw van de „zweminrichting" zoals het zwembad officieel werd betiteld in zijn werk ging. Toen Rijssen geen zwembad rijk was, ging de jeugd op warme- (en ook op minder warme) - dagen zwemmen in de Regge. Een bepaald deel van de Regge, toeganke lijk vanuit het Leijerweerd, had de grote voorliefde van de Rijssense jongens en er waren er honderden, die redelijk goed kon den zwemmen. Geloof maar, dat de jeugd daar aan de Regge vroeger veel plezier gehad heeft. Het was primitief, had desondanks een speciale bekoring, maar het was een ongunstige, be ter gezegd, een ongewenste situatie. Er was n.l. geen enkel toezicht, en het bleef te allen tijde gevaarlijk. Een aantal voor uitstrevende Rijssenaren ondernamen in de twintiger jaren activiteiten om te komen tot het bouwen van een zwembad. Er waren al eens eerder pogingen ondernomen, maar de moeilijk heden waren groot en vele en er was nog niet veel uit de bus gekomen. In 1927 vormde zich een commissie, die bij de installatie vaststelde, dat nu met „inzet van al onze krachten" getracht moest worden het doel de bouw van een zwembad, te ver wezenlijken. De commissie had zich weten te verzekeren van de medewerking van de Vereniging Marktwezen en Plaatselijke Be langen. Dat was uiteraard zeer belangrijk omdat deze vereniging financiële steun kon en wilde geven. Hoewel deze financiële en morele steun voor de commissie van groot belang waren, moest de oprichtingscommissie toch een be roep doen op de raad. Men vroeg de raad een terrein beschikbaar te willen stellen en een sub sidie te willen verlenen van 2.000,-. De pessimisten die voorspeld hadden, dat dit moeilijkheden zou geven kregen gelijk. Een deel van de raad zag geen enkel nut" in een zwembad en er werden harde woorden als „sportverdwazing" en „princi pieel onaanvaardbaar" gesproken. De debat ten liepen hoog op en toen het voorstel van b. en w. in stemming werd gebracht verlieten de tegenstanders demonstratief de raadzaal. Het voorstel kwam er door en de mogelijk heden tot realisatie van de plannen leken plotseling groter dan ooit. De commissie van oprichting, aangevuld met 2 raadsleden en met enkele leden van de vereniging Marktwe zen en Plaatselijke Belangen, onder leiding van Jhr. Coenen van den Oosterhoff pakte de zaken voortvarend aan. De fa. Ottevan- ger uit Almelo bleek bij de aanbesteding de laagste inschrijver te zijn 4.000.-). Het terrein door de gemeente aangewezen lag zeer gunstig. Men kon gebruik maken van het water van de langs het terrein stromende Maatgraven en met récht was er in Rijssen sprake van de bouw van een natuurbad. In de Maatgraven werd een stuw gebouwd en met een provisorische filter kon men zor gen dat het water doorlopend werd gereinigd. De bouw van de bassins had een vlot verloop en de fa. Ottevanger kon het werk op tijd opleveren. Op 28 juni 1927 was het voor Rijssen een grote dag, toen het zwembad feestelijk kon worden geopend. Dat het feest opgeluisterd werd door de muziekvereniging „Wilhelmina" lijkt haast vanzelfsprekend. De opening werd verricht door Jhr. Coenen, het was prachtig weer en de Rijssense jeugd liet zien, dat een zwembad voor hen geen over bodige luxe was. De Almelose zwem- en polo vereniging „De AA" gaf zwem- en polodemon straties, waarbij de Rijssense jeugd duidelijk werd .dat onder goede leiding in de zwemsport meer kon worden bereikt, dan in de Regge „op eigen houtje te drijven". Was het voor velen een feestelijke dag, in het bijzonder was dat het geval voor de jonge bad meester Tijohof. Jan Tijhof had een jaar tevoren met suc ces een cursus voor badmeester gevolgd. Hij had in stilte wel gehoopt, dat hij benoemd zou worden als badmeester van het nieuwe zwembad, maar zekerheid had hij natuurlijk van te voren niet kunnen krijgen. Toen hij zijn diploma had behaald en be noemd werd, had Tijhof naar later zou blij ken zijn levenstaak gevonden. Hij had niet alleen de goede zwemslag we ten te vinden, maar hij had er ook slag van met mensen om te gaan. Tijhof heeft weinig of geen last gehad met de jongens en meisjes die in het zwembad ontspanning kwamen zoeken. Met een gebaar of in dringende gevallen met zijn snerpende fluit, wist hij de Rijssense lieverdjes altijd met weinig moeite tot de orde te roepen. Met grote interesse heeft hij zijn werk altijd gedaan. De accommodatie rond het bad werd in de loop der jaren onder zijn leiding ver beterd en de goede naam die het Rijssense zwembad vooral bij toeristen kreeg, „dat het altijd zo keurig netjes was in en rond het bad" was volledig te danken aan het werk van Jan Tijhof. Tot 1941 toen het zwembad werd overgeno men door de gemeente Rijssen was Jan Tij hof in dienst bij het bestuur van het zwem bad „de Mors" en in 1941 werd hij ambte naar. Als gezegd was de overgang naar het zwem bad de Koerbelt in 1961 voor Tijhof, die ver groeid was met de Mors, onvoorstelbaar groot. Zijn verantwoordelijkheid werd groter en het werk omvangrijker, maar zijn instelling bleef dezelfde. Hij bleef de gemoedelijke badmeester, die meester van het terrein bleef in alle omstan digheden. Zo staat Jan Tijhof dan op de drempel van een nieuwe levensperiode. Zaterdag sluit hij de poort van de Koerbelt voor het laatst. Hij kan terugzien op een verdienstelijke po sitie, die hij in Rijssen sinds 1927 heeft in genomen. In stilte trekt hij zich zaterdag terug. Maar ongetwijfeld zal op het afscheid dat hem bereid zal worden, blijken, hoe zeer men in Rijssen deze geziene figuur ge waardeerd heeft. Vanaf deze plaats wen sen wij Jan Tijhof namens velen een lange periode toe, waarin hij van zijn pensioen zal kunnen genieten. Geboren: Willem zv G Pijffers en J Nijzink Wilhelminastraat 8, 31 aug. Geertje dv H J Vossebelt en G J Harbers Noachstraat 10, 1 sep; Gerrit Jan zv G J Ehrenhard en J ter Maat Lentfersweg 60a, 3 sep; Derk Jan zv G J ten Hove en J Smit Haar- straat 127, 5 sep; Willem zv T Tijhuis en H Harbers, Industrie weg 12, 27 aug te Almelo; Robert zv A Oplaat en J H A Rensen, Mid- deldijk 6, 31 augus te Hengelo (0) Saskia dv A Oplaat en J H A Rensen Middeldijk 6, 1 sep te Hengelo 0. ONDERTROUWD: Jan van Triest 29 j Alphen aan den Rijn Raaf straat 4 en Egbertdina Ligtenberg 25 j Rijs sen, Markeloseweg 81d 2 sep; Aldert Walstra 23 j Amersfoort Spaarnestr 98 en Maria Mientje Rozemuller 21 j Rijssen Holterstraatweg 85 j 6 sep; GETROUWD: Aalt Gerrit van Dijk 26 j en Willemina Nij zink 24 j Rijssen, Weverstraat 5, 3 sep; Beene Nijmeijer 31 j en Janna Berendina Hazelhorst 26 j Rijssen Holterstraatweg 152 3 sep. OVERLEDEN Hendrik Jan Wilmink 51 j ev H Aalvink El- senerstraat 51, 28 aug; Berendina Hakkert 72 j wed v J Paalman, Stationsdwarsweg 5, 30 aug. Jan van de Maat 74 j ev D van den Noort, Arend Baanstraat 51, 5 sep; Aleida Loonink 70 j ong Rozengaarde 3, 4 sep Sieger Schreurs 7 j zv M Schreurs en H de Vries, Prins Hendrikstraat 3, 22 aug. te En schede; Arend Nijland 67 j ev A Slot Huttenwal 22, 30 aug. te Almelo. De postduivenvereniging Het Luchtvermaak nam deel aan een wedvlucht op Venlo met 1076 duiven. De uitslag van deze vlucht was: Groep A: 1 J. Harmsen, 2 H. J. Nieuwenhuis, 3 J. Nijland, 4 W. Scherphof, 5 W. Scherphof, 6 A. Harbers, 7. H. Nieuwenhuis, 8. W. Sikkel- bein, 9 J. Tijhuis, 10 J W. Baan. Groep B: 1 J. van Losser, 2 D. Sprakel, 3 J. Kamp, 4 J. Nijkamp, 5 J. Nijkamp, 6 J. W. Nijkamp, 7. A. Pijffers, 8. A. J. Temmink, 9. G. J. de Wilde, 10 J. Tijhof. Groep C: 1 G. Siemrink, 2 D. J. ten Hove, 3 G. J. v.d. Willige, 4 G. Scheppink, 5 G. D. Slag man, 6 G. D. Slagman, 7 G. Scheppink, 8 G. Scheppink, 9 J. Dannenberg, 10 T. Geer- ling. Van de wedvlucht op Parkstone was de uit slag: 1 A. J. Temmink, 2 J. Harmsen, 3 C. Boer man, 4. A. J Temmink, 5. G. Pas, 6. H. Pief- fers, 7 H. J.. Nieuwenhuis, 8 A. J. Temmink, 9 .T. H. Kamphuis, 10 G. J. v.d. Willige. Van de wedvlucht op Roermond was de uit slag: Groep A: 1 J. Harmsen, S J. H. Kappert, 3 J. Harm- Advertentie sen, 4 W. Scherphof, 5 J. Nijland, 6 J. Nijland, 7. J. Harmsen, 8 J. Seppensoolde 9 W. Sik- kelbein, 10 J. Harmsen. Groep B: - 1. E. J. S.prakel, 2. D. Sprakel, 3. A. Voortman, 4 G. Kreijkes, 5 A. J. Harbers, 6 H. Averesch, 7 A. J. Temmink, 8 J. v.d. Willige, 9 J. Nijkamp, 10 H. Meenk.s. Groep C: 1. G. D. Slagman, 2. T Geerling, 3 G. Scheppink, 4. G. D. Slagman 5. G. D. Slag man, 6 G. D. Slagman, 7 N. J. Kienhuis, 8 J. ter Harmsel, 9 G. J. v.d. Willige, 10 J. Dannenberg. De postduivenvereniging de Zwaluw nam deel aan een wedvlucht op Venlo. De uitslag luidt als volgt: 1, 2 en 3 G. Bargboer, 4. H. Haeke, 5 W. Koe dijk, 6 H. A. Koedijk, 7 F. Dommerholt, 8 G. Bargboer, 9 J. Bakker, 10 H. A. Koedijk. NUTSSPAARBANK In de maand augustus werd bij de Nuts- spaarbank Rijssen ingelegd een bedrag van f 576.977.- en terugbetaald- 307.927.-. In deze maand werden 108 nieuwe spaar rekeningen geopend. Voor het licht te zwak werd, moest de sprong reeën binnen be reik van de geweren zijn. Nijhuis dacht dat wel te kunnen bewerk stelligen. „Wat wilt u schieten", fluister de hij zijn jachtheer toe, „de bok of een geit?" De fabrikant schoot het liefst op de bok. Nijhuis vertelde hem wat hij van plan was te doen. Hij wilde vlak over de reeën schieten, zodat de kogel achter hen in de grond terecht zou komen. Dan bestond er een redelijke kans, dat de troep zich in grote haast te rugtrok naar 't bos. Omdat een ree ook wanneer het vlucht zijn eigen paden pleegt te gebruiken, zou de sprong in de richting van de hoog- zit trekken. Die was immers dicht bij de plek gebouwd, waar zo'n wildpad, als een smal tunneltje het bos doorboorde. Nijhuis mikte 'n halve meter bo ven de ruggen van het edele wild. Vele echo's mismaakten de knal van het geweerschot. Als een grommende onweersdreun, rolde het geluid over de weiden. Dier noch mens konden daardoor de plaats bepalen, waar het schot was gelost. De reeën staakten hun bewegingen en hieven alle de kop op. Seconden lang stonden ze zo. Even leek het, alsof de opzet van de jachtopziener was mis lukt. Toen maakte Prins zich van de troep los en begon met kor te, parmantige pasjes in de rich ting van het bos te draven. Dat brak de betovering. Die had door het lawaai van het geweerschot, het gierende geluid van de kogel en de vette zucht, waarmee het gevaarlijke projectiel, zich achter de grazende dieren in de grond drong, van de sprong een aan tal ranke tuinbeeldjes gemaakt. Maar nu gingen alle op de vlucht: Met prachtige zweefspron gen namen de dieren de talrijke prikkeldraadafrasteringen. Het was een heerlijk gezicht, die sier lijke aftocht. De geweerdragers op de hoogzit hadden echter allang geen oog meer voor de sprong als geheel. Beiden drukten de kolf van het ge weer tegen de rechterschouder. Ze tuurden door de richtkijker, terwijl de loop langzaam meewees met de vluchtelingen. Nijhuis had het op een oude, gebrekkige reegeit voor zien. Hannink nam Prins in de richtkijker. De vingers van beide mannen kromden zich om de trek ker! Nijhuis schoot het eerst. De reegeit viel als een blok! De fabri kant had echter moeilijkheden. Telkens wanneer hij wilde schie- ten, liepen twee jonge reeën in z'n schootsveld. Het leek er op, alsof die de vogelvrijverklaarde wilden beschermen. Er kwam pas meer afstand tussen de reeën, toen de sprong het bos bereikte. Daar volg den de die m het wildpad, dat zo smal was, dat er slechts achter elkaar lopend gebruik van kon worden gemaakt. Nu stonden de bomen de geweerschutter in de weg. Toch schoot Hannink ten slotte. Noch de jachtopziener, noch zijn jachtheer waren er echter ze ker van dat de kogel zijn doel had bereikt. De beide mannen daalden de wan kele trap van de hoogzit af. Eerst bogen ze zich over de reegeit, die door een goedgericht schot bleek te zijn geveld. „Ik had liever gehad, dat de bok hier lag", dacht Nijhuis hardop. Het werd al donker. Boven de weiden dans ten de kieviten hun liefdesballet. Ergens achter de dennen knorde een pas uit het zuiden teruggekeer de houtsnip. Indien de bok inder daad geraakt was, zou het, zonder een goede hond niet meevallen het dier op te sporen. Ze zochten het reeënpad op. Bereikten al spoedig de plek, waar Pi ins had gelopen, toen Hannink schoot. Nijhuis raapte een plukje grauw winterhaar op. Nergens lag bloed! Ja toch, drie pas dieper het bos in, kleefde een heel klein rocd druppeltje aan een dor blad. De jachtopziener schudde z'n hoofd „Hij is niet dodelijk geraakt mijn heer. Zonder hond behoeven we niet te proberen hem te vinden. Misschien is die bok nu reeds een paar kilometer uit de buurt!" x x X Onder de laaghangende naald- pluimen van het sparrenbos, op de grens van het landgoed van de graai en de buurtschap de Loo- hcek, had Rein de vos zijn dagver blijf. Het natuurlijke plafond van de aatipianting had heel wat van de regen, die die dag zo rijkelijk gevallen was, kunnen tegenhouden. De zon, die in de namiddag de re genbuien afwisselde, dreef de rook- rok uit zijn leger. Hij sloop door een droge greppel en ging in het gele buntgras op de brandsingel liggen. Daar konden de laatste stra len van de zon hem bereiken. Dam pend droogde de oranjebruine pels. Somt bewogen de spitse vosse- oren even. Dan tiraaiden de zwar te schelpen in de richting van waar de rover een verdacht' geluid meende op te vangen. Van een rus tige. onbezorgde slaap was bo ven de grond zelden sprake! Een dagverblijf in een hol was je wa re. Maar geen bosbewoner begeeft zier, graag met een natte pels on der de grond. De fraaie bont zou immers erg vuil worden door het scuuren langs de wanden van de pijp Daarom had Rein, toen de dag met regen begon, en hij ge noeg muizen had gevangen en verorberd, 'n leger gekrabd onder de groene overhuiving van de sparren. Vele geluiden waren er die Rein niet in het minst verontrustten. Het ritselen van een speels ko nijntje aan de bosrand. De zoeven de vlucht van een troep spreeuwen, die op weg was naar de slaap plaats. Het rammelen van een bceienkar over een hobbelige weg. Maar dan ving het roofdier een geluio op, waaraan hij meer dan gewone aandacht schonk. Het was sleclits een heel licht knakken ge- weet van een dor takje.. De schemer hechtte donkere sluiers aan alle stammen van het sparrebos. De nacht stond op he. punt zijn heerschappij ook uit ie breiden over de weiden van de buurtschap de Loohoek en de brandsingels. De vos zat opeens op de hurken. Opnieuw had z'n scherp gehoor een licht krakend geluid opgevangen. Net, alsof er iets of iemand heel voorzichtig door het nar ldbos sloop. Daar moest Rein meer van we ten! Misschien was het een ge- malfke.'ijk te grijpen prooi. Ook kon het een mens zijn, een jager, die bezig was de vos te besluipen. De roodrok zette zich in bewe ging. Hij ging niet regelrecht op de veroorzaker van het gerucht af. Integendeel, in eerste instantie ver wijderde hij zich van de plek, waar een takje had gekraakt. Ten slotte boog hij rechtsaf en gleed in een greppel, die hem ongezien diep in het bos zou brengen. Het wezen dat zich daar door het naaldhout verplaatste, liep tegen de zwakke avondbries in. Dat was heel verstandig. Zo bleef het, in dien het zijn neus goed gebruikte, op de hoogte van rlles, wat zich voor hem op de route, die het van plan was te volgen, ophield. De vos, even slim, trachtte achter de geheimzinnige sluiper te komen. Teen Rein plots stilstond en zijn spitse snuit omhooghief, was dat een teken dat de rover in zijn op zet was geslaagd. Hij snoof de geur van een ree in zijn neusgaten. Een ree dus! In elk geval geen vij and En de lucht was zo dik, dat wees er op dat 't dier zich heel langzaam verplaatste. Dat was tcch niets voor een gezonde ree, om zo traag door het houtge was te trekken. Ha, had hij het niet gedacht? Daar rook rood- roK bioed! Er lag een glinsteren de druppel op het wildpad. Meteen had de vos de neus op de grond en volgde het warme spoor. Hij jankte haast van opwinding en be geerte. Prins was nog geen honderd me ter van de graslanden van de Loo hoek ingelopen, toen hij gerucht achter zich hoorde. Laag bij de grond, kwam in grote haast een griezelige schim dichterbij. Prins de reebok bleef staan. Dat deed de vos nu ook. Vlak boven het gras, op nog geen tien pas af stand, zweefden onheilspellend twee lichtende, scheve chinezen- ogen. Wat haalde die vos in zijn sluwe kop? Meende hij, dat Prins een gemakkelijk te veroveren prooi was, omdat hij nu en dan 'n drup peltje bloed verloor. De reebok was er helemaal niet zo slecht aan toe. Hij liep iets kreupel, omdat 'n schampschot een diepe vleeswond in zijn linkerachterpoot had ver oorzaakt. De wond had eerst nog flink gebloed, maar dat werd nu steeds minder. Onder normale om standigheden had de bok een goed- v ei borgen leger opgezocht. Daar had hij zich dan de wond gelikt, tot het bloeden was gestuit. Was gaan slapen zodat de genezing een aanvang kon nemen. In dat voernemen werd hij nu gehinderd door de vos. Prins werd nerveus, tcei, het roofdier steeds maai', zonder zich te bewegen, naar hem bh ci loeren. Hij vluchtte! Zo snel, a!s de gewonde poot toestond, ging hij dieper de weiden in. De vos volgde. En zo verwijderden de vluch teling en de jager zich steeds ver der van 't landgoed van de graaf. Prins speet dat niets. Na de er varing met de strik en 't slecht- gerichte schot, dat een brandende pijn in zijn poot had veroorzaakt, had hij meer dan genoeg van die gevaarlijke omgeving. Een ree verlaat zijn geboorte grond niet zo graag. De treklust van de edele viervoe ter werd echter ook gestimuleerd door een natuurlijke aandrang. In maart en april laat het winter haar van de reecn met plukken te gelijk los. Geleidelijk komt dan de prachtige diepbruine, kortha- rige zomerdracht tevoorschijn. In die tijd krijgen vooral de oudere bokken een afkeer van de grote win tergezelschappen. Nog even had Prins die avond, de witte spiegels van zijn groeps genoten boven het smalle pad zien voortdansen. Die witte plek om de staartbasis is vooral in het donkere bos een goed middel om het ver band van de sprong te bewaren. Temeer, daar de dieren bij gevaar de spiegel wijd uitspreiden, zodat hij dan veel groter en blanker is dan normaal. Omdat de gewonde bok niet snel genoeg voortkon, had hij de anderen tenslotte in de steek gelaten en was zijn eigen weg gegaan. Die voerde hem naar het sparren bos op de grens van het landgoed. En nu zat hem een vos op de hie len! (Wordt vervolgd).

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1965 | | pagina 3