Geen record verbeterd
Sabrina en Rudin zegevierden
I ■■■■Hl
DE MOORDENAAR
VAN HET MOERAS
(O
Sportclub won
van E.Y.
R.M.C. hield sterrit
«Pb
cloor
Hurry Wonink
Sportvelden in september
bemesten
VEEMARKT RIJSSEN
PREDIKBEURTEN
Wedvlucht „De Zwaluw"
Vrijdag 20 augustus 1965
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
Spanning
Onbedreigd
In de finale Greyhounds B -klasse
bereikte Robin van de Ryssenaar
Hageman een derde plaats. De
trotse eigenaar hier met Robin links
op het „schavotje". Als nummer 1
finishte in deze klasse Spitfire van
Met De Bruyn uit Groningen
Kamee van Alibaba
Op deze foto zien
we de start van de
halve finale Grev
hounds. De hond
in starthok no 1
had kenneli/k last
van hef mooie zo- S*
merweei en keerde
zon en concur
renten' de rue toe
lil xXs 1
Windhonden strede
kampioenschap van
Nederland
Op de prachtige renbaan de Koerbelt werden zaterdagmiddag windhonden-
renwedstrijden gehouden om het kampioenschap van Nederland voor de greyhounds
naast een wedstrijd om de eretitel „snelste Afghaan" van Nederland. Het is voor de
liefhebbers een sportieve gebeurtenis geworden van de eerste orde met spannende
courses en een zeer interessant verloop van het wedstrijdprogramma. Tegen de aan
vankelijke verwachting in, werden er geen records verbeterd, de honden moesten
lopen onder min of meer ongunstige omstandigheden. De baan was (te) droog, de
wind was nogal fel en het was vrij warm, zodat er veel van de dieren werd geëist.
Dat dit niet zonder gevolgen kon blijven werd duidelijk naarmate de wedstrijd
vorderde. Door de hardheid van de baan raakten de „voeten" van enkele honden
geblesseerd.
Dat er ondanks genoemde ongunstige fac
toren toch nog behoorlijke tijden werden ge
registreerd pleit voor de kwaliteit van het ma
teriaal, dat in de starthokken werd gebracht.
Meerdere malen werden tijden van 22 secon
den op de 350 meter baan genoteerd, ook tij-
den als 22,1, 22,2 etc.
Hoeveel er van de honden geëist is, kwam tot
uiting in de finale.
Daarin werd door de beste hondên van deze
middag een tijd gemaakt van 22,7.
De kampioenschapswedstrijden hebben veel
spanning en veel sportief genoegen gebracht
en de organisatie van dit evenement was bij
het bestuur van de windhondenrenvereniging
Rijssen in goede handen.
Ware er een ere prijs te verdelen, dan zou
deze ongetwijfeld zijn toegewezen aan de fraa
ie hond „Sabrina van 't Lage Dak" van de heer
Smits uit Weesperkarspel, die zich in de eer
ste course reeds uitstekend weerde en daar een
tijd liet afdrukken van 22 seconden.
In alle courses wist zij te winnen en ook in
de finale van de teven liep Sabrina zich on
bedreigd naar de kampioenstitel.
Bij de reuen heerste er meer spanning De
Alleen op een goed bespeelbaar veld kun
nen de spelers, zelfs die van topklasse, het spel
tot volle ontplooiing brengen.
Dit is dan ook de reden dat de laatste ja
ren zeer veel aandacht aan drainage, be-
zanding (verschraling) en egalisatie van de
velden wordt besteed teneinde een zo sterk
mogelijke grasmat te krijgen. Deze grasmat
moet in een zo goed mogelijke conditie wor
den gehouden door maaien (resp. afweiden
door schapen) en door een juiste bemesting.
En aan dit laatste valt op zeer veel velden
nog wel het een en ander te verbeteren. Dit
blijkt uit de resultaten van het grondonder
zoek dat in dé loop der jaren is verricht.
Op de velden die onder beheer staan van de
Nederlandse Sport Federatie wordt regelma
tig onderzoek verricht in verband met het
feit dat deze instelling hiervoor een abonne
ment op grondonderzoek heeft afgesloten.
Een belangrijk aantal velden valt hier ech
ter buiten en ook voor deze is het van belang
dat ruime aandacht aan een juiste bemesting
wordt geschonken. De meest geschikte tijd
voor bemesting is september, dus voordat
het grote seizoen begint.
i iiniii iiiiii riiiiiniiiiiiiitiiiiüitiiiiitiininiïiiniiiiHitiiiin
vraag overheerste of een van de honden van
de Lextongroep (3 stuks) de ere titel zou weg
slepen of de fraaie hond Rudin van de heer
Vissebrooy uit Eindhove.
De heer Pleisier uit Vlaardingen, die niet min
der dan 3 honden (Lexton groep) in de finale
had moet wel met een zeker optimisme de
finale tegemoet gezien hebben.
Zijn teleurstelling moet echter ook groot zijn
geweest, toen hij zag dat de Eindhovense Ru
din op listige wijze de binnenbaan koos, daarin
constant bleef lopen en ondanks een agressief
doorzetten van Micky, Invader en Rebel (Lex
ton groep) werd Rudin op bijzonder fraaie
wijze kampioen van Nederland bij de reuen.
Interessant was ook de strijd om de ere
titel snelste renafghaan van Nederland.
Sportclub Rijssen, dat op het sportpark een
vriendschappelijke wedstrijd gespeeld tegên
Enter Vooruit 2 heeft deze wedstrijd ver
diend weten te winnen. In de eerste 10
minuten werden de Rijssenaren min ofmeer
overrompeld en keek Sportclub al gauw te
gen een achterstand van 2-0 op.
De Rijssenaren wisten zich echter te herstel
len en toen Harbers met een fraai doelpunt
de achterstand wist te verkleinen tot 2-1 en
5 minuten later Rutterkamp gelijk maakte,
kregen de supporters goede hoop op een gun
stig eindresultaat.
Voor de rust wist Rutterkamp na een fraaie
soloren Sportclub een 3-2 voorsprong te be
zorgen en dezelfde speler slaagde er 20 minu
ten na de rust in nogmaals te scoren (4-2).
Tien minuten later reduceerde de midvoor
van Enter V. de achterstand van zijn club
tot 4-3 met welke stand het einde kwam.
In kringen van de liefhebbers van de ren
sport vroeg men zich af of de bekende Emir
van Huize Jennij (eig. de heer Guilloteaux)
definitief op zijn retour zou zijn, of dat deze
Afghaan die de laatste jaren praktisch onver
slaanbaar was, de laatste weken slechts tijde
lijk tekenen van inzinking vertoonde. Emir werd
duidelijk verslagen, wist nog wel in de finale
door te dringen maar kon echter niet verder
komen dan de 4e plaats.
Een fraaie prestatie werd geleverd door Ka-
mee van Alibaba eig. de heer De Waal uit
Amsterdam.
Kamee nam in de finale de leiding en liep
onbedreigd naar de eretitel, waarop de heer de
Waal terecht zeer trots zal zijn.
2e werd Kalif van Alibaba en 3e, Abdullah
el Hazara van mevr. van Nes uit Zwijndrecht.
Door de motorclub „RMC" te Rijssen werd
een sterrit uitgeschreven die door het fraaie
weer een succes is geworden.
De start en finish was op de Veemarkt. Na
afloop vond in hotel Gijsbers de prijsuitrei
king plaats.
De uitslagen luiden: motoren: 1 J. Broese
Nijverdal 18 str. p., 2 A. Vunderink, Hen
gelo 39 str. p.
Auto's. 1 J. Hartholt, Zwolle, 8 str. p., 2
G. Hartholt, Heino 15 str. p., 3 G. Kamp, Del
den, 35 str.p., 4 G. Roelofs, Rijssen 50 str.p.
Bromfietsen: 1 G. Boeve Hellendoorn 21
str. p.
De eerstvolgende sterrit wordt gehouden op
woensdag 15 september a.s.
Varkens 975, To-
Veemarkt Rijssen. Tel 1
AangevoerdRunderen 28,
taal 1003.
Prijzen: 12 melk- en kalfkoeien van 975.- tot
f 1.150.- per stuk; 7 pinken van 775.- tot
850.- per stuk; 7 graskalveren van 375.- tot
475.- per stuk; 25 drachtige zeugen van
f 325.- tot f 375.- per stuk; 950 biggen van
55.- tot 65 per stuk
Overzicht: Rundvee: Handel kalm, prijzen
iets lager Zeugen; Handel gereserveerd,
prijzen iets lager; Biggen: Handel traag, prij
zen iets lager.
NED. HERV. GEMEENTE
GROTE KERK
9.00 uur en 10.45 uur Ds. W, van Tuyl
19.00 uur Ds. A. Kool
WESTERKERK
9.30 uur Ds. A. Kool
15.00 uur Ds. J, Vos
ELSEN
10.00 uur Ds. J. Vos
GER. GEM. NOORDERKERK
9.30 uur en 19.00 uur Ds. A. Bregman
15.00 uur leesdienst
GER. GEM IN NED. ESKERK
(BEVERVOORDE)
11.00 uur en 16.45 uur Ds, Aangeenbrug
GER. KERK BOOMKAMP
9.30 uur en 19.00 uur Ds. Brinkman
OUD GER. GEM. BEVERVOORDE
9.00 uur, 14.30 uur en 19.00 uur leesdienst
OUD GER. GEM. IN NED. ORANJEKERK
9.30 uur en 15.00 uur Ds. J. W. Slager
De postduivenvereniging De Zwaluw nam
deel aan een wedvlucht op Camberg. Een deel
van de uitslag luidt: 1 A. Struik, 2. J. Kui
pers, 3 G. Slagers, 4. A. Bos, 5 G. Bargboer,
6 G. Slagers, Y G. Poortman, 8 A. Struik, 9 A.
Bos en 10 M. Geuzendam.
f
s s
Uil: I I" I I I I I I I Mi i i i
>11111
I l una ill I I I III I
Tiuitiiiiiiiinatii
i iiiiiiiiiiiiiitiiiiaiiicii iiiiiiiiiiiiiiiiuiiiini
In de dennen, die als een zwarte
gordel onder langs de hoge rogge-
akker stonden, zong een merel. Een
mooie lentedag, begin maart, liep
ten einde.
In het bos klonken hamerslagen.
Heel de dag al, hadden ze helder
en ver door de houtopstanden ge
klept. Schril beginnend, dof eindi
gend, wanneer de spijker diep in
de palen was gedreven en de ha
mer het hout raakte.
Jachtopziener Nijhuis had het
druk. Op verschillende plaatsen op
het landgoed van de graaf, had
hij jachtkansels gebouwd. Een
vijftal primitieve hoogzitten. Eerst
had hij ze op de grond in elkaar
getimmerd. Twee forse dennestam-
men, waartussen de een meter
brede eike- en berketreden wer
den bevestigd. En die ruwhouten
trap had hij vervolgens tegen een
eik of den gespijkerd. Dan daar
boven, vlak onder de kruin, een
eenvoudig zitje van een paar stam
metjes en de hoogzit was gereed.
Nijhuis' jachtheer had een af
schotvergunning voor vijf reegei
ten. Vanaf die hoge zitplaatsen
zouden de jagers op hun gemak
kunnen selecteren en oude of zie
ke exemplaren op de korrel ne
men. Hannink, de fabrikant uit
Enschede en zijn jachtvriend zou
den de komende ochtenden en
avonden die hoogzitten bezetten,
die door Nijhuis daar waren neer
gezet, waar.de meeste reeënpaden
in en uit het bos leidden.
Het wild zou de jager niet kun
nen ruiken. Een mens wordt, bij
gunstige wind op driehonderd me
ter afstand reeds ontdekt door de
scherpe reeëneus. Maar wie zich
enkele meters boven de grond
ophoudt, blijft onopgemerkt.
Met een lam gevoel in zijn ar
men. door het ongewone werk, ging
de jachtopziener die avond naar
huis. Het was heerlijk lenteweer
en daarom peddelde Nijhuis op
zijn gemak over het laantje. Nu
maar afwachten, peinsde hij, of
de heren wat konden raken.
Aan hem zou het niet liggen. De
plaatsen, waar de hoogzitten wa
ren gebouwd, had hij met zorg
uitgekozen. Eigenlijk jammer,
dat er wat van die mooie dieren
afgeschoten moesten worden.
Niettemin, het was wel nodig! De
verhouding tussen bokken en gei
ten was in zijn jachtveld niet ide
aal. Op één bok, waren er minstens
vijf geiten en dat, terwijl de beste
verhouding 1:1 was. Op het zes
honderd hectare grote landgoed
van de graaf, huisden minstens
veertig reeën. Er waren niet veel
jachtvelden in de buurt, waar men
op zo'n goede stand kon bogen.
Maar het eiste dan ook heel wa+
zorg van de jachtopziener. Loslo
pende honden kort houden, de wan-
delaars in mei uit die delen van
het bos weren, waar de ree-gei
ten hun kalfjes plegen te werpen
en de stroperij, het grootste kwaad
bestrijden. Menige nacht had hij
in de buurt van e< door stropers
boyen het wildpad bevestigde ree-
strik doorgebracht. Vaak met suc
ces. Eén was er echter, die hem tot
nu toe steeds te slim af was ge
weest. Harm Nollen, de zoon van
keuter-boertje - fabrieksarbei
der uit de Loohoek, een buurtschap,
die in het oosten aan het landgoed
grensde. Een gladde jongen, die
alleen opereerde en juist daardoor
zo moeilijk op heterdaad te be
trappen was.
Nijhuis was het prototype van
de jachtopziener. Hij was midden
vijftig en zijn oude, groene hoedje
met de hertekop erop, verborg
een spiegelgladde bol. Zijn scherpe
gezicht met de doordringende blik,
de roodbruine wangen en forse neus
was een nachtmerrie voor de jeug
dige vogelnestjesplunderaars en de
verliefde paartjes, die op verboden
terrein een nestje maakten om de
mooie zomeravonden te verdro
men.
Even streng als hij optrad te
gen het stropersgilde, even kor
daat verwijderde hij de onschul
dige wandelaars uit die delen van
het landgoed, waar talrijke bord
jes er op attendeerden, dat het
daar verboden was voor onbevoeg
den.
De schemer daalde als een
grauwe vitrage over het landschap.
Nijhuis ging even van zijn fiets om
een shagje te draaien. Ondertus
sen luisterde hij naar de merel, die
hoog in een nog kale eikekruin
langs de laan zat en een diepe,
orgelende melodie over de lande
rijen liet klinken, 't Voorjaar was
toch maar een mooie tijd. In zijn
leven kwam van tijd tot tijd al
eens iets van de levensherfst om 't
hoekje kijken. De lente echter, ie
der jaar opnieuw, maakte hem
weer jong. Dan voelde hij zich op
eens weer tot alles in staat. De
reumatiek, die hem het lopen soms
bemoeilijkte, al die nachten op
de koude of natte grond, loerend
op stropers, wreekten zich onher
roepelijk op latere leeftijd, voelde
hij dan nauwelüks meer. Hij ver
heugde zich om het jonge wild.
dat zorgeloos door het jachtveld
dartelde. Merkwaardig eigenlijk,
dat hij het meest van het voorjaar
hield. Voor menig geweerdrager
immers, was de herfst, wanneer de
'acht geopend werd. de glorie
tijd.
Dan werd er door de jachtheer
geoogst, wat de jachtopziener ge
zaaid had. En was de oogst eigen
lijk niet de aantrekkelijkste be
zigheid in 't leven van boer en ja
ger? Nijhuis was echter niet op
de eerste plaats jager. Hij was
wildbehoeder, jachtopziener! Hij
had het wild liefgekregen, had het
zien opgroeien en verheugde zich
in de nazomer om de talrijke
konijntjes op de brandsingels, om
de tientallen hazen, die in de sche
mer hun lange oren boven het gras
uitstaken, waarvan ze vraten en
om 't rumoerige gekraai van hon
derden takkende - 'n slaaptak be
trekkende - fazanten. Het wild
was hoofdzaak, de jacht een nood
zakelijk kwaad. Wat maakte het
hem weemoedig, wanneer hij in
januari, als de grote jacht ge
sloten was, slechts een enkel ko
nijntje op de brandsingels aan
trof en het des avonds onder de
slaapbomen van de boshoenders on
aangenaam stil was.
Daarom hield hij van de lente.
Dan immers, werd de wildstand
weer aangevuld. In die tijd kon Nij
huis het wild beschermen tegen
vier- en tweebenige rovers, dan
had het wild hem nodig. In de
herfst moest hij het in de steek
laten, kon het niet terzijde staan,
wanneer scherpe ogen over de dub
belloops op zijn beschermelingen
loerden.
De jachtopziener tuurde over de
in schemersluiers gehulde vel
den, of er nog geen reeën uit het
bos traden. En juist, toen hij weer
op zijn fiets wilde springen, viel
hij bijna, van schrik en verbazing,
met rijwiel en al om. Want daar,
vlak bij de sloot, die het eike
laantje van de weiden scheidde,
waar de oevers op verschillende
plaatsen diep en zwart waren in
gegroefd - oversteekplaatsen van
de reeën - hingen enkele tientallen
grote strikken. Van stevig elek-
triciteitsnoer gemaakt, hingen ze
heel brutaal, vlak langs de laan.
Reestrikken. Twintig telde hij er,
die misschien nog geen uur gele
den hier waren geplaatst en die
wellicht vannacht of tegen het glo
ren van de nieuwe dag weer zouden
worden weggehaald, zodat hij niets
van deze stropersactie had ge
merkt wanneer hij niet toevallig
hier even van zijn fiets was ge
stapt.
Nijhuis liet de wrede vangmid-
delen onaangeroerd. Hij verdaeht
meteen Harm Nollen van deze po
ging om zijn reestand te decime
ren. Niemand anders immers, was
zo goed op de hoogte met de ge
dragingen van het wild op 't land
goed. De wilddief wist, dat de
reeën, die men hier geregeld in
de weiden kon waarnemen, zich in
de vooravond meestal te goed de
den aan tussen 't gras voorhanden
zijnde kruiden, om dan later over
het laantje te trekken, met de be
doeling 't aan de andere zijde van
het weggetje gelegen eikebos te
bezoeken. Malse eikeknoppen en
ionge lootjes vormden lekkernijen
voor het edele wild en het placht
zich daar dan ook vaak de hele
nacht, tot aan de vroege ochtend
op te houden.
Dat werd liggen, vannacht, lig
gen in de struiken om Nollen op
heterdaad te betrappen. Een ogen
blik overwoog Nijhuis om de ge
makkelijkste weg te kiezen de
strikken alle op te trekken en de
nacht rustig in bed door te bren
gen.
Toch was hij teveel politieman
om de kans niet aan te grijpen,
nu de gelegenheid er was de stro
per uit de Loohoek te arresteren.
Snel naar huis! Het witte, schil
derachtige, maar vochtige huisje
aan de rand van het bos, waar een
grote hertekop boven de voor
deur prijkte. Wat eten. Warme kie
ren aan, het gemakkelijker te han
teren pistool meegenomen in
plaats van de dubbelloops en dan
er op los! En de bouvier ging na
tuurlijk ook mee. Onderweg zag hij
al een grote wilgestruik, waaron
der hij zich kon installeren en van
waar het laantje goed in de gaten
te houden zou zijn.
De zwarte ruwharige bouvier
drukte zich braaf tussen de wil
gentwijgen. Nijhuis ging languit
liggen. Hij sloeg de dikke jas om
zich heen en wachtte.
Het werd een frisse nacht en bij
na ieder half uur opperde de jacht
opziener het plan de twintig strik
ken op te trekken, naar huis te
gaan, lekker warm bij zijn vrouw
onder de wol te kruipen en de
gedachten aan stroperij uit te ban
nen. Toch deed hij dat niet! Hij
bleef liggen, zoals hij al zo vaak
des nachts in het veld had gelegen.
Morgenvroeg kon ie wel uitsla
pen. Nijhuis nam z'n pistool uit
de tas, schoof de slede achteruit,
zodat er een patroon in de kamer
klikte en legde het wapen naast
zich neer. Hief vervolgens de 7x50
nachtkijker voor z'n gezicht. Se
cuur spiedde hij het laantje aan
weerskanten af. Er was geen onraad
te bekennen. Soms bleef de jacht
opziener lang op een struik, die
aan de kant van de weg tussen de
grote eiken stond, turen, omdat hij
meende beweging te zien. Maar
hij was reeds te dikwijls bij
nacht en ontij in het veld geweest,
om zich daardoor te laten beet
nemen. In het duister leek im
mers iedere struik een levend we
zen. Tuurde men er lang op, dan
leek hij te bewegen en dichterbij
te schuiven.
Nijhuis overwoog, dat hij hier
uitstekend lag. En wat heel be
langrijk was, er streek een
frisse avondbries over zijn rug,
die de mensenlucht in de richting
van de weiden blies, zodat de
reeën, die daar nu zeker ergens
graasden gewaarschuwd zouden
zijn en v°r van de gevaarlijke
laan blijven. Op enkele honder
den meters afstand kregen ze
al lucht van de jachtopziener en
konden er hun conclusies uit trek
ken.
Achter Nijhuis, in de dennen,
steunden de ransuilen. „Oe..oe..oe"
kreunde het voortdurend uit de
donkere pijnboomkoppen. Die ge
pluimde nachtrovers hadden de
liefde in de kop. Nu klonk er een
ander geluid. Huiveringwekkend,
haast angstaanjagend, dat de
stadsman van schrik in elkaar zou
doen krimpen, wanneer hij het in
deze omgeving hoorde. Ook 'n uil.
Een bosuil, die keer op keer
een spookachtig gehuil uit zijn
kromme snavel liet ontsnappen.
(wordt vervolgd)
V fe
1