Behalve gevangenis ook research-laboratorium fpft» In zeer vele badcellen is het maar behelpen Stemming is niet slecht SÉ ÉS* Dronken achter het stuur: nu bomen rooien in Drente Iedereen zou kunnen weglopen r m ÜP' .f mm mm t-':f m ,.r, L i - i II» Bekende combinaties hebben groot nadeel BANKENBOSCH straf gesticht voor verkeerszondaren lllllillllülUIlJIIIIIIlllillllllllll'lll llllüllllltlllllillllilll! iiliiliiiniliir.il mi! Tegen een uur of acht gaan ze op pad. Ongeveer honderd mannen in allemaal eendere overalls met daaronder allemaal eendere man chester pakken. Ze trekken de bossen in, gewapend met schop of bijl. Ze gaan bomen rooien. Het zyn geen houthakkers van beroep. De meesten verrichten in hun normale leven geen zware lichamelijke ar beid. Ze zijn chauffeur, fabrieksdirecteur, bouwvakker, journalist, kastelein, arts of bedrijfsleider. Op het moment is dat beroep van geen belang. Iedereen is hier gelijk: gevangene. ding tot. andere gevangenissen slech ter zou zi.in, maar omdat het systeem niet deugt. Er zitten hier veel jon gens uit de bouw, die hun handjes echt wel willen laten wapperen. Het is toch idioot dat je die knapen in de ze tijd van woningnood hier houtjes laat hakken". „ONRECHTVAARDIG" Wat de gevangenen niet kunnen be grijpen en niet kunnen verkroppen is het grote verschil in straffen voor on geveer vergelijkbare delicten. De rechter in het ene arrondissement straft vele keren harder dan zijn col lega in het andere. houden, zou je het ene proces-verbaal na het andere kunnen maken. Maar op dat uur controleert de politie niet scherp. Vermoedelijk omdat anders de nachtclubs en bars dan wel kon den sluiten". Er is onvrede dus in Bankenbosch. Maar ondanks dat is de stemming er niet slecht. Over de behandeling wordt niet geklaagd, verre van dat zelfs. Alleen het eten vormt een punt van discussie. Veel gevangenen heb ben honger. „Ik heb voorgesteld het vetrantsoen te verhogen", aldus de heer Nieboer. „De Voedingsraad vindt het niet no dig. Het eten is vet genoeg". Dankenbosch doet zijn naam eer aan. Het kamp ligt midden in de wildrijke bossen van Veenhuizen. In de barakken links zitten de verkeerszondaars. Rechts 35 dienstweigerende Jeho va's Getuigen. Toen in april 1963 de eerste verkeersdelinquenten kwamen, waren de Jehova's Getuigen er al. Op het grote middenterrein is symbolisch een afscheiding ge maakt tussen links en rechts. Het bleek in de praktijk meer dan ge noeg. De groepen bemoeien zich absoluut niet met elkaar. Rond het kamp is een hoge af rastering van prikkeldraad. De mazen zijn groot. Met een tang kun je in een mum van tijd een gat maken, groot genoeg om er door te kruipen. De afrastering is meer gemaakt om reeën bui ten, dan om mensen binnen te houden. Het hek bij de ingang .Mi i i i liiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii staat overdag altijd open. Wie wil, kan weglopen. Nog nooit heeft iemand het gedaan. De barakken werden kort na de oorlog gebouwd voor Indië-dienst- weigeraars en -deserteurs. Daar na heeft Bankenbosch onder meer dienst gedaan als gevange nis voor politieke delinquenten. Bankenbosch is een afdeling van de gevangenis en rijkswerkinrich ting Norgerhaven, die uit vier ge stichten bestaat. Behalve ver keerszondaars zitten in Veenhui zen landlopers, souteneurs en „normale" gevangenen met een goede conduite-staat. De strafgestichten te Veenhui zen hebben een eigen plantsoe nen- en reinigingsdienst, een eigen dienst van openbare wer ken, enzovoort. In het dorp woont vrijwel uitsluitend gevangenisper soneel. Er hangt een sombere, negentiende eeuwse Drentse sfeer. I 1 I I I 1 I iifiinti i i i.imiiiiiiiiini I III i nu woon de status van gevangene. De in- en uitgaande post wordt gecensu reerd. De goedwillende, positieve ele menten overheersen. Sommigen heb ben een beetje een bravourehouding. Uitslovers, die zeggen dat Banken bosch een goed middel is tegen ma nagerziekte. Het gaat wel over. In de ogen van de rechter, die hen veroordeelde, hebben zij ernstig ge zondigd tegen de wegenverkeerswet. De grootste categorie (93 procent) heeft gereden onder invloed. Hier in Veenhuizen, in de gevangenis Ban kenbosch, zitten zij hun straftijd uit. Voor sommigen is dat acht dagen, voor anderen een half jaar. Overdag werken ze in de open lucht. Ze hakken bomen om, graven kuilen of sloten, spitten, schoffelen. En 's avonds praten ze veel, tot ze om half tien naar bed moeten. Er is één onderwerp, dat voortdurend te rugkeert: de vonnissen. De meeste mannen kleineren het feit, waarvoor ze hier zijn, niet. Ze geven toe, dat ze fout zijn geweest, soms zelfs goed fout. Maar het vonnis vinden zij vrijwel zonder uitzondering te zwaar. Het is niet de twee of drie weken ge vangenisstraf, die hun het meeste dwars zit, maar de ontzegging van de rijbevoegdheid. In sommige gevallen betekent die ontzegging zelfs het ein de van een baan. Een beroepschauffeur, veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf en een jaar niet rijden, vertelt: „Ik had twintig jaar gereden zonder één be keuring. Op een feestje drink ik vijf borrels en stap in de auto. Ik word aangehouden omdat Mijn achterlicht niet brandt. Ik hang. Mijn baas wilde me wel houden, maar ik heb direct ontslag genomen. Want ik zou het niet hebben kunnen aanzien als des morgens de wagens uitreden zonder mij". De ontzegging treft zo'n chauffeur oneindig veel harder dan de Amster damse copywriter, die zijn auto al leen voor zijn plezier heeft. Hij geeft dat volmondig toe. „Het is volkomen onjuist", zegt hij, „dat de rechters er zo weinig rekening mee houden of je je rijbewijs werkelijk nodig hebt of niet". Een Rotterdamse zakenman, die een auto voor zijn werk niet kan mis sen: „Ik kwam op een zondagavond terug van het Veluwemeer. Ik had twee borrels op. Achter het stuur viel ik in slaap. Hartstikke fout natuur lijk. Maar weet u wat dat geintje mij kost? Tenminste twaalf mille. Ik moet een jaar een chauffeur nemen en ben drie weken uit de roulatie". MISVERSTAND De heer H. Nieboer, adjunct-direc teur van de vier strafgestichten in Veenhuizen en speciaal belast met de leiding van Bankenbosch zegt: „We hebben hier iemand gehad, die zeer nauw bij het verkeer is be trokken. Hij heeft een belangrijke functie in Den Haag. Die man, een ingenieur, zat hier wegens rijden on der invloed. Hij had echt niet veel gedronken, een borrel of drie. Hij vond zichzelf nog heel goed in staat te chaufferen. Het vonnis overrom pelde hem volkomen. Het was hem totaal onbekend dat je ondanks een zo gering alcohol-promillage in de ge vangenis terecht kunt komen. Het grote misverstand - is, dat je niet zelf bepaalt of je nog in staat bent te rij den, maar dat de politie dat doet. Van de indruk, die één enkele agent van je krijgt, hangt het soms hele maal af". In Bankenbosch gaat de tijd snel, althans in verhouding tot „gewone" gevangenissen. Een jonge timmer man, die wegens een verkeersdelict al eens vier maanden in een huis van bewaring heeft gezeten, kan een ver gelijking maken. „Een dag is hier zo om. Dat werken in de buitenlucht is jofel. Maar het grootste voordeel is wel, dat je hier niet dat irriterende sleutelgerammel hoort". Een bouwvakker, kennelijk nog sterk onder de indruk van de be roemde brief van minister Bogaers, zegt: „Voor mijn part gooien ze dit hier plat. Niet dat het hier in verhou- mrnm w mi - y||||!g|||gg 'Ex'. De gevangenen vinden het verde digbaar, dat in grote steden als Amsterdam en Rotterdam dronken rijden gevaarlijker is en dus zwaarder mag worden gestraft dan in een nog vrij rustige provincie stad of op het platteland. Maar dat vonnissen in arrondissementen on derling soms zeer ver uiteenlopen, is volgens hen onrechtvaardig. Niet juist vinden zij het ook, dat de politie in het algemeen nogal passief optreedt en voornamelijk toevalstref fers maakt. „Als je op een zomer nacht op het uur dat de bars uitgaan in Scheveningen iedereen ging aan- 'fa Vraag van een gevangene: „Heb ben die heren van de Voedingsraad wel eens bomen omgehakt?" ..Tijdens de televisiereportage eind vorig jaar zeiden de meeste gevange nen, dat het hier wel meeviel, dat het nog niet zo erg is om een paar weken hier te zijn. Ik hecht weinig waarde aan zulke uitspraken. De meeste mensen zijn nu eenmaal geneigd zich groter te houden dan ze zijn. In wer kelijkheid valt het helemaal niet mee. Het is waar: de mensen heb ben hier meer verantwoordelijkheid dan in andere gevangenissen, ze wor den niet zwaar bewaakt. In de week ends (we hebben hier een vijfdaagse werkweek) en 's avonds kunnen ze hier naar de televisie kijken, kranten lezen, sporten, spelletjes doen. Maar dat alles maakt het gemis van vrij heid geenszins goed". Dit zegt de ge vangenisdirecteur J. W. Spiegelen- berg. En hij vervolgt: „Ook Banken bosch is tenslotte een gevangenis. Het is nooit de bedoeling geweest de mensen hier een bevoorrechte positie te geven. Alleen heeft deze groep, ge- zier haar geaardheid en samenstel ling, een minimum aan bewaking no dig". De „Bankenbosschers" hebben ge- De gevangenis Bankenbosch: wel prikkeldraad, maar geen cellen en geen tralies. Uit het huisje op het middenterrein houdt een bewaarder toezicht. i'inlülfilliiniiil im;ii!'ii:l' i i i i i Bankenbosch past in de ontwikke ling die streeft naar differentiatie en specialisatie van de gestichten. De groep verkeerszondaars is zo groot, dat een aparte gevangenis bestaansrecht heeft. Scheiding van verkeerszondaars van andere ge vangenen heeft een duidelijk voor deel: geen kans op morele besmet ting door werkelijk criminele figu ren. De mensen van Bankenbosch rijden gemiddeld 30.000 kilometer per jaar. Ze zijn vrijwel stuk voor stuk erva ren automobilisten. Er zit haast geen zondagsrijder tussen. De jongeren zijn iets in de meerderheid. 30 pro cent is tussen de 23 en 30, 27 procent tussen de 30 en 40. De rest (43 pro cent) is boven de 40. Van de eerste duizend gevangenen had 67 procent een straftijd van veertien dagen of minder. Er was ook een groot per centage, dat drie weken had. Voor rond 62 procent was Banken bosch de eerste kennismaking met een gevangenis. De rest was reeds eerder tot gevangenisstraf veroor deeld, echter niet wegens een vermo gensdelict "diefstal, oplichting, enz.) of een zedendelict. Behalve gevangenis is Bankenbosch ook research-laboratorium. Een psy choloog zoekt onder de gevangenen naar specifieke kenmerken van de „falende automobilist". Zijn onder zoek kan misschien belangrijke gege vens opleveren voor de zo dringend nodige vergroting van de verkeers veiligheid. Het onderzoek wordt door de wetenschap met belangstelling ge volgd. PROBLEMEN THUIS „Van de gevangenen, die in Ban kenbosch komen, kennen wij de ach tergrond niet", zegt de heer Spiege- lenberg. „Vaak blijkt er echter aller lei problema'tiek te liggen op sociaal terrein. We merken dat soms uit de correspondentie". „Soms lees je dat er in het gezin van de gedetineerde iets heel erg fout zit. Dat kun je dan met de man bespreken. Een enkele keer komt er iets positiefs uit. Overigens schrijven de gevangenen weinig en krijgen ze ook niet veel post. De mensen, die hier kort zijn, willen meestal geen enkel contact met de buitenwereld. Ze hebben liever geen bezoek. Maar er is ook nog hun vrouw. En als die dan toch komt, stellen zij dat ook wel weer op prijs". Adjunct-directeur Nieboer: „Op zondagmiddag komen ze. Vrouwen, die urenlang met een klein kind in trein en bus hebben gereisd. De man heeft op zijn gemak zijn krantje ge lezen of naar de radio zitten luiste ren. Als het bezoek afgelopen is gdat de man lekker een partijtje voetbal len. De vrouw vertrekt weer met haar kind op de arm, een lange reis voor de boeg". Volgens de directeur van het con sultatiebureau voor alcoholisme te Assen, die geregeld met de gevange nen spreekt, is xond 60 procent van de Bankenbosschers alcoholist. De heer Spiegelenberg acht dat sterk overtrokken. „Maar het is natuurlijk wat je onder alcoholisten verstaat. In ieder geval is het hier nog niet voor gekomen, dat mensen een ernstige inzinking kregen door niet-drinken. zoals je onder ernstig verslaafden wel meemaakt". Gedetineerden bevestigen de me ning van de directeur. „Natuurlijk, er worden hier veel grapjes gemaakt over drank. We lusten allemaal wel een borreltje. Maar er is hier nie mand, die niet buiten de fles kan". Over alcohol wordt ook gepraat tij dens de groepsgesprekken. En drank en snelverkeer komen ook nog wel eens ter sprake op de verkeersavon- den, die de Groningse politie eens per veertien dagen in Bankenbosch houdt. De gevangenen vinden één keer Bankenbosch meer dan voldoende. Of het werkelijk bij één keer zal blij ven? Tot nu toe zijn er pas enkele ge vallen van recidive, maar dat zegt op zichzelf nog weinig. De gevangenis staat immers nauwelijks twee jaar open voor verkeerszondaars. Een goede kwart eeuw geleden was een badkamer of douchecel voor grote bevolkingsgroepen nog een luxueuze aangelegenheid. De keuken fungeerde op bepaalde tijden als badkamer. Wie een vaste wastafel met warm en koud water bezat, beschikte over een badgelegenheid „die er mocht wezen" voor die tijd althans! Tegenwoordig moet elke nieuwe woning volgens wettelijk voorschrift worden voorzien van een badgelegenheid, tenzij aansluiting op de waterleiding onmogelijk is. Daardoor beschikt elke bewoner van een redelijk nieuwe woning tegenwoordig over een badkamer(tje). Dit wil echter nog niet zeggen, dat die badgelegenheid altijd als zodanig wordt gebruikt. Het verhaal over het lavet dat als opslagplaats voor aardappels of zakjes kolen fungeert is al bijna klassiek geworden. Bomen rooien. Mannenwerk in de bossen van Veenhuizen. Maar de badgelegenheid is er te genwoordig en dat betekende al een grote stap op de weg naar het begrip dat zo fraai als „waterbeschaving" wordt aangeduid. Ideaal is de toe stand echter beslist nog niet, vindt de Nederlandse Huishoudraad. Deze heeft de voorzieningen waarmee de badruimten in onze woningwetwonin gen worden uitgerust, aan een kriti sche beschouwing onderworpen. In veel huizen treft men de zogenaam de bad-wascombinatie (lavet) met douchevloer en douchegarnituur. Uit een onderzoek van ongeveer tiendui zend woningwetwoningen, omstreeks 1957 gebouwd, is gebleken, dat 60 pet van deze huizen een bad-was combinatie in de badruimte heeft. Als kinderbad is zo'n combinatie heel geschikt, maar voor oudere per sonen is het in en uit de douchekom stappen ongemakkelijk. Voor bejaar den en invaliden kan het zelfs een ge vaarlijke aangelegenheid zijn, temeer daar de kom door water en zeep glad wordt. In sommige gevallen wordt het la vet ook als wasmachine gebruikt. Er kunnen een wasbeweger en een cen trifuge bij geleverd worden. Ook niet ideaal, meent de NHR. De badcel krijgt nu een dubbele funktie. Op ge zette tijden zijn de mogelijkheden voor de lichaamshygiëne geblok keerd. Daarbij komt nog, dat dit wassysteem inmiddels is verouderd door de hypersnelle ontwikkeling van de automatische wasmachine. Daar door heeft de bad-wascombinatie veel van haar aantrekkelijkheid verloren. HANDDOUCHE ONMISBAAR Ook met de veelvuldig toegepaste vaste douchekoppen is de NHR niet zo gelukkig. Een handdouche geeft veel meer gebruiksmogelijkheden en mag gerust als minimumeis in de badcel worden gezien. Douchevloeren met vloerlozing maar zonder water kering hebben het nadeel dat de hele badcel nat wordt en dat ook buiten de cel natte voetstappen worden ge zet. Wastafel en douche zijn soms vlak bij elkaar bevestigd waardoor twee personen niet tegelijk de bad cel kunnen gebruiken, een nadeel voor grotere gezinnen. Douchebakken met een opstaande rand van min stens vijftien centimeter hoogte bie den meer perspectief: kinderen kun nen erin zitten in een laagje water of staande in de bak een douche krij gen zonder dat er al te veel water in het rond spat. De douchebak kan bo vendien gemakkelijk met een plastic gordijn van de rest van de badcel worden afgescheiden. De Huishoudraad komt tot de conclusie, dat van de diverse gang bare eenvoudige vormen de bad- wascombinatie zonder douchevloer de meeste bezwaren heeft. Aanvul ling met een douchevloer betekent wel een verbetering, maar ook dan blijven er onvolkomenheden. Voor het baden van kleine kinderen is de bad-wascombinatie zeer praktisch. Maar die kinderen blijven niet eeuwig klein en de bad-wascombi natie zou dan ook veel meer moe ten worden gezien als „voorziening erbij" voor gezinnen met kleine kinderen. Als doelmatigste inrichting ziet de NHR vooralsnog een wastafel met daarbij een efficiënte douchegelegen heid, bij voorkeur een douchebak. Een dergelijke inrichting is aange past aan zoveel mogelijk leeftijds groepen, al geeft het wassen en ba den van kleine kinderen wel enige moeilijkheden omdat de „werkhoog- te" voor de moeder nogal onhandig is. Met een stevig badkrukje kan dit bezwaar wel enigszins worden onder vangen. Ideaal is de toestand nog lang niet, vindt de Huishoudraad. Een dergelij ke inrichting blijft een „bad-oplossing op minimumbasis", de badgelegen heid zal ruimer en beter moeten wor den geoutilleerd. Voor gezinnen met meer dan drie kinderen is bijvoor beeld een tweede wastafel in huis be slist geen luxe.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1965 | | pagina 9