- volksliedjes in Klanken van ver Plaatjes- makers uit het eigen land Met vrouw en kroost de wereld rond Nieuwe en oude namen „AMERIKA'S STEMVORK" 't Ts allemaal wel erg leuk, dat gedoe met The Beatles en al die andere sterren uit de tienerwereld. Je kunt X er heerlijk bij gillen, je kunt je laten opzwepen, je onderdompelen in het bedwelmende ritme. Maar dat is het dan ook. De kater komt achteraf: dat wonderlijke gevoel van leegteZingen kan ook een feest gesterkt te voorschijn komt. Een merkwaardig feest, waaraan je moet deelnemen, of je wilt of niet; dat over je komt, zomaar op een ogenblik waarop je er helemaal niet op rekende. Neen, geen saai, dor en vervelend muzikaal lesuur, maar een samenzijn vol humor, die de ernst te duidelijker laat uitkomen. Wie dacht, dat zoiets niet bestond in deze nuchtere en zakelijke tijd? Heeft hij nooit gehoord van Trini Lopez en van diens onvoorstelbaar succesvolle versje van de hamer van het recht, de klokken van het recht en het lied over de gelijkheid van alle broeders en zusters? Was het alleen maar dat onbezorgde, ongecom pliceerde voordragen van Trini Lopez, dat „Of I had a hammer" tot een succes maakte? Was het dat pittige ritme? Of had „de boodschap", die de tekst bevatte er ook invloed op? Vraag het Pete Seegers, de man, die het „hammerliedje" schreef. De man die ook Mariene Dietrichs „Sag mir wo die Blumen sind" en de Wea vers „Kisses sweeter than wine" als zijn werkstukjes mag bestempelen, zoals vele tientallen andere. Magisch Boodschap Idealist Vaandel PETE SEEGERS oude muziek niet alleen voor oude mensen Nieuws van de Platenmarkt door K. ELKA BOBBY SOLO In Italië aan de top IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII1 Het bezoek van volkszanger-componist-onderwijzer, -cineast schrijver-dichter Pete Seegers aan ons land slokte deze maal een grote hap van onze platenpagina op. Daarom in het kort het een en ander over een achttal met zorg gekozen langspelers, die klan ken uit alle delen van de wereld in de huiskamers brengen. „The Boll Weevil song and eleven other great hits" is een typisch Ame rikaanse plaat met een dozijn stuk ken van grote variatie. Er zijn ty pische volksliedjes onder, ballades, blues en popsongs. Brook Benton is een snel naar voren gekomen zanger, die niet alleen over een bijzonder fraaie stem beschikt, maar die boven dien zijn teksten met een ongelooflij ke zeggingskracht overbrengt. Hij is een van de grootste balladers van deze tijd, met het vermogen, iedere noot ieder woord, die inhoud te ge ven, die tot een intrigerend en indrin gende gebeurtenis maken. De prach tige tekstbehandeling doet soms ritme en melodie volkomen naar het twee de plan verhuizen en dwingt tot luis teren. De fraseringen rond de melodie hebben slechts ten doel, de betekenis van de songs nog duidelijker naar vo ren te doen laten komen. Opmerke lijk is de gevarieerde begeleiding, (de honky tonk piano in het prachti ge Frankie and Johnny). Kortom, een adembenemende plaat (Mercury MCL 125305). Als een meteoor is op de Nederland se country and western markt ver schenen Lety FrizzelL Hij schrijft al van zijn vijftiende jaar af liedjes, waarvan vele tophits werden. Twaalf ervan op deze voortreffelijke plaat, „The one and only Lefty Frizzell' vrolijke en weemoeidige liedjes, stuk voor stuk bijzonder melodieus, een voudig van opbouw, met goed lopen de teksten en gezongen zoals een cow- boyballad gezongen hoort te worden. (CBS BPG 62188). Een oud gediende in deze wereld is Marty Robbins. Hij is een van de wei nige country and Western zangers, die ook op het terrein van de popu laire niet-cowboy liedjes zijn sporen verdiende. Dat wil zeggen, die op de hitparadelijsten „Singing the blues" en „A white sport coat" naar de hoogste toppen zong. Maar in de eer ste plaats is hij t-och nog altijd de man met de breedgerande hoed, de gespoorde laarzen en de franjes aan zijn kleurige overhemd. De man van de gemakkelijke, „informal and re laxing country song", zoals Pete See gers het noemt. Een dozijn ervan op CBS 62315. Zuidwaarts, Tien jaar geleden kwam een ondernemende Zuidamerikaan naar Europa: Luis Alberto del Para na. Hij raakte met zijn trio Los Pa- raguayos verzeild in Nederland. De mannen van Philips zagen wat in die spontaan musicerende knapen uit Pa raguay, die door hun regering als mu zikale ambassadeurs waren uitgezon den. Tien jaar speelt Luis nu voor Philips en dat jubileum is gevierd met een langspeler „Felicidades", waarop een reeks van die echte Paraguays stukken is vastgelegd. Melle Weersma verzorgde de toelichtende tekst op de hoea zo voortreffelijk, dat we er wei nig aan toe te voegen hebben. De vele Paraguayos fans weten het verder wel. (Philips BL 08175). Een even opmerkelijke als verfris send geluid komt nit Afrika. Miriam Makeba zingt reeds jaren in Znid- Afrika, maar kwam pas in de we- reldpubliciteit, toen Harry Belafonte haar hoorde en van haar optreden een plaat maakte. Hij liet Miriam met haar merkwaardige stem begeleiden door haar eigen vrienden, met een uit gebreid Afrikaans slagwerk, gitaren, trompet, fluit, de „duimpiano" (een plukker met metaalstrips op een hou ten klankbord) en opzwepende ritme instrumenten. Miriam Makeba zingt niet alleen de ontroerende liederen van haar eigen stam, maar ook negro- Amerikaanse songs, dat wil zeggen blues, calypso's en zo meer. Een on gewone, maar juist daarom en om de geweldige expressieve mogelijkhe den van deze zangeres opwinden de plaat (London HA 1111). Voor volksmuziek uit Israël, zij het met een wat veramerikaanst tintje zorgen Claire en Mema Barry, ofwel de Barry Sisters, twee in Amerika wo nende Joodse meisjes die niet alleer bijzonder charmant moderns liedje: zingen, maar die tijdens hun bezoek aan Israël bewezen, dat ze ook met d* typische Jiddische muziek overweg kunnen. De Barry Sisters hebben hun grote carrière opgebouwd in luxueuze nachtclubs met een internationaal re- pertoir. De ware liefhebbers zullen evenwel de voorkeur geven aan hun interpretaties van de liedjes van hun eigen volk, zoals ze voorkomen op „The Barry Sisters in Israël" (Roulet te MGRL 9431). Nana Mouskouri hebben we leren kennen van de film „Les enfants du Piree". Haar latere commerciële platen, zoals „Roses blanches de Cor fou", „Ximeroni" (het grote succes van de vluchtelingenlangspeler „All Star Festival") brachten haar gouden platen en de roem van de populaire zangeres. Daar is uiteraard niets op tegen, hoewel het toch wel jammer was, dat - Nana's kniebuigingen voor de smaak van (vooral het Duitse) pu bliek baar verder van haar oorspron kelijke Griekse repertoire af brach ten. Nu is ze terug op het vroegere pad. De samenwerking met de com ponisten Hadjidakis en Theodorakis is hersteld op ,Mes plus belles chan son» Grecque»", waarop Nana louter Griekse chansons zing-t. Liederen, die de zangeres met haar prachtige wee moedige stem bijzonder ter harte gaan. Volkomen terecht werd deze plaat in Frankrijk beloond met de Grand Prix du Dlsque. (Fontana ML 680233). Ten slotte van de Griekse archipel naar die zonnige eilanden in de Stil le Zuidzee, die ons reeds vele tiental len jaren zoveel melodieuze wijsjes hebben verschaft. De Hawaiian gitaar heeft wellicht zijn allergrootste jaren gehad, maar nog altijd luistert me nigeen met graagte naar het vibrato van het over de snaren glijdende staal. Onverbrekelijk met deze mu ziek verbonden is de naam van Felix Mendelssohn met z'n Hawaiian sere nades. Deze Engelsman speelde geen authentieke muziek die overigens tamelijk moeilijk te verstaan is maar een geromantiseerde, verweste- lijkte versie daarvan. Hij pretendeer de trouwens nooit, iets meer te willen hetgeen ook moge blijken uit het feit, dat hij allerlei populaire wijsjes op z'n repertoire zette en daar even gemak kelijk een wat oriëntaals tintje aan gaf als een Polynesisch. Maar goed. menigeen, die de Serenaders vroeger heeft gekend, zal ze nog eens willen beluisteren. Het kan, want de plaat is er. Compleet met „Hör mein Lied Violetta" en het fameuze „Goodbey Blues". EMI Ene. 157). Een lange, schrale man, met het ge zicht van een door weer en wind geharde Poolvorser, met de schoenen van een betonwerker, de slobbertrui van een vakantiehoudende jeugdleider en de broek van een landarbeider. Dat is Pete Seegers, zoals hij met zijn vijf- snarige banjo en zijn twaalfjarige gitaar door de wereld trekt. De trouba dour van de twintigste eeuw, die ge makkelijk in een dure villa met eigen zwembad in Hollywood zou kunnen wonen om van de opbrengst van zijn artikelen, zijn banjocursussen (15000 van die boekjes worden per jaar in Amerika verkocht) en van zijn liedjes zou kunnen leven, maar die zijn eigen handig gebouwde blokhut aan de Hud son in de steek liet, vrouw en drie kinderen in een bestelwagentje laadde en de wijde wereld In trok. Een wereld vol muziek, die hij wil ontdekken. Een wereld vol mensen, die allemaal plezier beleven aan het zingen van hem en van henzelf. Een bescheiden man, b(jna fanatiek in zijn levensovertuiging, met de tover staf in zijn handen, die een zaal on verschillige toehoorders verandert een grote gemeenschap van uit volle borst meezingende broeders en zusters. De paar middagen en avonden, waarop Pete Seegers in Nederland op het po dium verscheen voor scholieren en studenten, leverden het overtuigende bewijs van zijn magische persoonlijk heid. Pete Seegers is in Amerika een be grip. Zei niet de vermaarde Alan Lo- max, aan wie Amerika het ontdekken van zijn enorme schat aan volksliede ren te danken heeft, over hem „Pete Seegers bezit een zeldzame menselijke gave, namelijk de onderzoekende geest. Deze zachtzinnige en tegelijkertijd fiere en onverbiddelijke geest vindt men te rug in zijn muziek, in zijn houding te genover vrienden, in zijn magere li chaam en in zijn gedachten. Hij is be schreven als een tot leven gewekte troubadour, Amerika's stemvork en zelfs aparte levenskunst, een bewaker van onze erfenis". Een veelzijdig man, die schrale zwer vende Amerikaan, die via Australië, Indonesië, Japan, India, Afrika, Israël in Zuid-Europa belandde, die daarna naar Nederland trok, naar de Scandi navische landen en Rusland, om deze zomer terug te keren naar die blokhut aan de Hudson. Hij had eigenlijk jour nalist willen worden. Er kwam niets van, want zijn vader, een bekend mu ziekleraar ,nam hem mee naar een volksdansfeest, toen hij nog in Harvard studeerde, in dezelfde klas als presi dent Kennedy. Dat feest heeft zijn latere leven bepaald. Pete vergat alle ambities en dook onder in de volks muziek, die hij ging beluisteren door als een zwerver door het land te trek ken, waar de vaders die oude wijsjes leren aan hun zoons. Vier-en-veertig is hij nu en nog altijd duurt die studie voort. Al in 1939 trad Pete Seegers op in de BARRY SISTERS in Israël CBS Radio Alan Lomax show, samen met coryfeeën ais Woodie Guthrie en Leadbelly. H(j verzamelde oude liedjes en schreef nieuwe in de oude stijl. Liedjes met een boodschap, over oorlog en vrede, over arbeid en armoede. „Er is geen zanger in het land, die eerlijker en gemakkelijker een menigte in vuur en vlam kan zetten", zei Alan Lomax. De gevolgen bleven niet uit, de volks muziek kreeg steeds meer vaste voet in Amerika. Daaraan werkten vooral ook de Weavers mee, het zanggroepje, waarvan Pete tien jaar lang deel uit maakte en dat oude songs ais „I ride an old paint", „Goodnight Irene", „On top of old smokey", „Kisses sweeter than wine" bekend maakte en dat de grondslag legde voor veie tientallen zanggroepjes, die later zouden komen, van het Kingston Trio via de Brothers Four tot de New Christy Minstrels. In 1957 verliet Pete Seegers de Wea vers om zoals vroeger weer als solist op te treden. Eenmaal nog zijn alle Weavers bijeen geweest. „Het was een pracht feest", zegt Pete en een glim lach speelt om zijn lippen. „Maar neen, het zwerven, het vrij zijn ging hem toch boven alles. Hij trekt de aardbol rond zingend, studerend, luisterend filmend, vertellend. Hij schreef zang bundels en een banjocursus, hij maakte filmmuziek en documentaire films, hij zong vijftig langspelers vol. Hij treedt voornamelijk op voor scho len en universiteiten en dient daarmee de volksmuziek, die hij in al die landen aandachtig bestudeert. „Ze is er over al", legt hij uit. „Net als een plant, die afgestorven schijnt, maar die juist in alle hoeken en gaten van de tuin weer boven komt. Volksmuziek zal nooit uit sterven, omdat zoveel amateurs zich ermee bezig houden. Omdat ze leeft, We zijn allemaal schakels in een lange menselijke ketting, ikzelf ook. Ik ben dolgelukkig, dat ik nu leef: vroeg ge noeg om mannen als Leadbelly nog ge kend te hebben; oud genoeg om de din gen mee te maken,- die nu gebeuren. De techniek maakt de wereld klein; zij doorbreekt de grenzen en doet de men sen zich één voelen. Dat is toch fijn. en als musicus. Waarom hij zoveel van die volksmuziek houdt? Omdat ze zo veel mooiere teksten en ook melo dieën bezit dan de liedjes van de dageljjks veranderende populaire markt; omdat ze overal ter wereld stoelt op de werkende mens. Die volks muziek is onmetelijk rijk en gevarieerd, maar altijd is het grondthema gelijk: de gewone man met zijn zorgenrjjk be staan. Ik geloof daarom, dat deze mu ziek de mensen kan binden. Zoals ook dat hamerliedje, zoals dat versje over die bloemen en soldaten. Pete Seegers houdt van alle volks muziek. Omdat alle uitingen ervan even mooi zijn. Men kan, wat Amerika betreft, bijvoorbeeld niet zeggen, dat de gospel mooier is dan de cowboysong, de ballade mooier dan de jazz. Het is net, wat de een aanspreekt of de ander, maar ze hebben allemaal hun prachtige uitingen, „Ik ben geen beste zanger. Ik ben ook geen groot componist". Seegers zegt het zonder een tikkeltje valse be scheidenheid. „Ik wil alleen maar een man zijn, die de mensen een tikkeltje geluk brengt, die niet pure volksmuziek zingt, maar misschien wel wat com merciële bewerkingen. Maar die dat fijn vindt en die hoopt, dat de mensen het waarderen". Welaan, dat deden ze, die studenten in Leiden, die scholieren in Voorburg en al die anderen, die deze laconieke gast ontvingen. Hij was oprecht blij, in Nederland te zijn. Oprecht, omdat hij ook hier liedjes vond. Omdat zijn grootmoeder een Nederlandse was, om dat Nederlanders zulk een enorme in vloed hadden in heel de wereld („bij ons aan de Hudsonbaai kom je heel veel Nederlandse namen tegen") en niet in de laatste plaats, omdat hij lo geerde bij zijn broer, die nu al twaalf jaar in Leiden woont, waar hij als sterrenkundige meehielp de nieuwe sterrenwacht te bouwen. Pete Seegers is een idealist. Als mens CBS, de platenmaatschappij, die de trip voor deze grote Amerikaan orga niseerde, heeft ervoor gezorgd, dat na zjjn vertrek een herinnering is geble ven aan zijn optreden ,dat te weinigen konden meemaken. Er zijn twee 45 toe ren plaatjes uitgekomen en een lang speelplaat, die we en dat zal nie mand, gezien bovenstaande ontboeze mingen verbazen meer dan van har te aanbevelen. Ze geven een duidelijk beeld van de ongecompliceerde, maar fascinerende kunst van deze man, die het vaandel van de volksmuziek verder draagt. Een vaandel, waaraan meer onderscheidingstekenen hangen, dan welke „popsinger" ook in zijn hele leven kan vergaren. In PeteSeegers definitie van de volksmuziek ligt gelijk ook het geheim van zijn succes besloten:.volksmuziek is niet beslist oude en bijna vergeten muziek; ze ontstaat nog dagelijks. Ze is het idioom, waarin een land, een volk, zijn hoop, zijn verdriet, zijn ge luk en zijn zorgen tot uiting brengt" En hoe zou dat niet alle mensen aan spreken? Van Pete Seegers verscheen de lp „We shall overcome" (een live-opname van een concert van 8 juni 1963 in Car negie Hall) op CBS 62209 en twee sing les, namelijk „Little Boxes" en „Mail myself to you" (CBS 1501) en „We shall overcome" met „Michael row the boat a shore" (CBS 1503). Het meest opmerkelijke Nederland se plaatje van deze maand is onge twijfeld de Noord Hollandse versie van „DominiqueNiet door een non netje gezongen, maar door drie domi needochters, Yme, Mary en Foke Dijkstra, die in Hoorn in enkele chris telijke koren zongen. Hun Dominique is charmant door de schuchtere ma nier waarop ie het zingen, tenminste in de solo'tjes (Pythia PE 20.000). Allerminst schuchter is Herman Tholen, die onlangs dank zij Wimlbo zijn rentree maakte in een TV pro gramma. Hij zong toen opgewekt het vrolijke liedje „Achter de wolken schijnt altijd de zon" en bewees daarmee, dat de oudere artiesten echt nog heel best mee kunnen. Het liedje is nu op de plaat verschenen (Artone DR 25214). De gloednieuwe Selvera's brengen een Nederlandse versie van Conny Froeboes' „Drie Musketiers". De vrienden van de oude Selvera's kun nen gerust zijn: het verschil is nau welijks te merken. Wat meer pit in dit nummertje had overigens geen kwaad gekund (Artone DR 25217). Een. verrassend goed plaatje komt van het in Nederland wonende Zuid- Afrikaanse zangeresje Ilonka. Ze koos het enige tijd geleden lang als hitparade no 1 genoteerde „The lion sleeps tonight", letterlijk vertaald in het Nederlands. Een fijn stemmetje met pit (Imperial HI 1110). In het cabaretgenre een grappig plaatje van de drie Jacquets, name lijk „Jij moet niet zo doordouwen" en „Het Bootje", een beetje naar het oude Engelse comedy stijl gaande. Domme mannekes, maar een slimme begeleiding met het gestopte trompet je (Imperial IH 574). Ongeveer in dezelfde stijl zingt Henk Elsink „Hou 'em" en „Daar heb ik nooit eens tijd voor". Met z'n wat hese stem is Henk Elsink reeds lang een bekende gast in de huiska mers, want hij heeft er al zo'n vijf tig TV shows op zitten. Dat hij ta lent heeft, bewijst hdj ook weer met dit sympathieke plaatje (Imperial HI 1092). Een gezellig plaatje verschaffen de||||||||mmm||,,,|IM,N||m||| MARY, YME en FOKE DIJKSTRA Dominique onverslijtbare Kilima Hawaiians hun vele fans „Song of the Islands" en „Honolulu March" zijn twee heel oude bekenden, die het nog wel een poosje uit zullen houden ook (Arto ne DR 25215). En ten slotte de ontdekking van het jaar: Mieke Bos. Of The Sound of Mu sic de West Side Story in populari teit zal evenaren is een onbeantwoor de vraag, maar dat de muziekjes van het duo Rodgers en Hammerstein in de smaak vallen staat vast Bovendien is Mieke ex-Selvera een echte musicalster geworden, die zich met vele buitenlandse collega's kan me ten. Het eerste plaatje van de Neder landse versie bevat het verhaal van kabouter Wouter en Do re mi, beide gezongen door Mieke Bos en de kin deren (Artone EPDR 6735). 111111111111111111111111111111111111 Mary Ford he^ft vele jaren een on» afscheidelijk duo gevormd: met haar echtgenoot Les PauL Het huwelijk is evenwel ontbonden en Mary treedt nu op als soliste. Haar eerste plaatjet „Dominique" (Stateside HSS 1106) is net zoals vroeger bijvoorbeeld „Vaya con dios" een duet. Bijzonder sfeer» voL Over Trini Lo-pez hoeven we niets meer te zeggen. Hij zingt bekende wijsjes: „Goody Goody" (Reprise 27050) en „Unchained my heart" (27046) Pittig en vlot met beste kan sen voor alweer een hoge notering. Gloednieuw is Bobby Solo, die in twee weken 600.000 Italianen verleid de zijn „Una Lacrima sul viso" te kopen. Een warme stem heeft deze vriendelijke jongen, die veel luid ruchtige collega's een lesje geeft (CBS 1505). Een beetje teleurstellend vonden wij ,3ey bey Birdie", het titelliedje uit de gelijknamige film. Bobby Ry- dell zingt het stroef als een dreun, het trio James Darren, Paul Petersen en Shalley Fabares maakt er te opge legd een grapje van (wat het overi gens wel is) Resp. Cameo CP 26384 en Colpdx 42897. De achterkant van beide schijfjes „Put on a happy face" is veel vrolijkeT. Dat geldt voor bei de opnamen. Voor een heel erg lief plaatje zorgt de jeugdige Diane Renay met haar Navy Blue (Stateside HSS 1107). Een nieuwe naam met een stem, waarvan men zou zeggen „waar heb ik die eerder gehoord?" Ten slotte nog meer vertrouwde klanken: het orkest van Steve Race speelt melodieën geïnspireerd op be kende televisiefiguren, namelijk Per ry Mason en Doctor Kildaire. Twee knappe instrumentale nummers met een aangenaam in het gehoorliggende tenorsaxchorus (Imperial IH 560).

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1964 | | pagina 9