Mannes Karakas wordt meester
jager op de Grimberg
HET FATALE SCHOT
DUITSE RADIO EN FILMINDUSTRIE
KOESTEREN GROTE VERWACHTINGEN
FILMNIEUWS
Uit de keuken van het toneel
Pracht handen
Zucht naar avontuur van het publiek
Woensdag de film:
Koninginnen van de nacht
Vrijdag de film:
De Vuurproef van Ursus
Belangstelling voor
I kerk groot in
Zweden
Vrijdag 14 februari 1964
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 5
VAN COEVERDEN.
en nimmer ruw of schraal
Tube16°-9S" Hamea-Gelei
RIJSSEN buiten de wallen
De benoeming was afgekomen- Mannes Ka
rakas zou meesterjager worden op de Grim
berg. Dat betekende dat het er voor vele stro
pers niet beter op zou worden. Maar er was
er één, die Mannes niet vreesde. Dat was Be
rend van de jonge Dood. Berend was een stro
per van professie. Reeds op zesjarige leeftijd
had de oude Egbert de Jager van de Ooster
hof hem betrapt met strikken zetten vlak bij
het kasteel. De Rijssenaren zelf, die lachten
er om. Want het jachtrecht was uitsluitend
voor de heren edelen en de drosten van Twen
te hielden hier aan strak de hand.
Maar Mannes Karakas kon men niet te pak
ken krijgen, en daarom had men het over
'n andere boeg gegooid. Bij de Grimberg stond
een huis voor de meesterjager, maar hij wilde
blijven wonen in het Hangerad. Zogezegd om
beter de Rijssener stropers in de gaten te hou
den. Maar dat was het hem niet. Mannes had
de burgerschap van Rijssen gewonnen. Hij
had een huis binnen Rijssen. En als burger
van Rijssen was je niet helemaal afhankelijk
van de heren. En daarbij burger zijn van Rijs
sen gaf vele voordelen. Zo mocht je vrijelijk
turf graven of laten graven. Je kon meedoen
aan de burgemeestersverkiezing en was lid
van de stedelijke schutterij. Mocht 'n heer van
de Grimberg het eens in zijn hoofd krijgen om
je op een bepaalde dag aan de dijk te zetten
nou dan stond de gehele Grimberg voor je
open als stroper. De dag kwam dat Mannes
beëdigd zou worden. De jonker van Eisen
was toevallig drost het was een nogal gemoe
delijk heer. Mannes zwoer dure eden, hij zou
zijn heer dienen zogoed als het in zijn vermo
gen was.
Hij beloofde het plechtig. De drost drukte
hem op het hart een goed dienaar van de
landschap te zijn. Wat zoveel wilde zeggen
als dat hij terdege de belangen van de land
adel voor moest staan. Dit was in die dagen,
de gewoonste zaak ter wereld. Wat het platte
land betrof maar niet de burgers van steden
zoals Rijssen. Natuurlijk! Zij, de burgers
leefden gaarne met de edelen in vrede. Maar
nu de dag na de beëdiging hield Mannes Ka
rakas een partij naar Rijssener trant.
Dat wil zeggen er zou uitgebreide visite
zijn. De Hangeradnaobers hadden ongevraagd
de boel schoongemaakt en versierd. De naaste
naobers waren Slater Bram en de Scheper.
Janman en Haardieks en Jannao van Haar
Dieks die het eerzame beroep van baker uit
oefende speelde baas in een kwart van de stad
van Rijssen. Haar Jannao gaf aanwijzingen
hoe het moest. Dit was niet naar de zin van
Slater Bram, die zich niet wilde laten comman
deren door de wiezemoor van Rijssen. Toen
Jannao wat al te dicht bij Bram kwam en
hem haar vuist onder de neus hield, nou
toen sloeg Bram haar met zijn rijzebezem van
het erf van Mannes Karakas. Dit gaf krakeel
in de buurt. Vooral omdat Mannes en zijn
vrouw met de kinderen naar de visite was
bij de Goffert de onderschout. De Goffert
droeg Mannes een goed hart toe. En om hem
al vast wat in de hoogte te halen had hij
Mannes en diens vrouw met de Snotveren,
zoals Rika de onderschoutenvrouw de jonge
Karakassen noemde. De Goffert had voordien
hooglopende onenigheid gehad met zijn vrouw
Rika was van netten huize. Zij was een doch
ter van de schout van Markelo. Niet dat zij
zich veel verbeeldde of trots was, neen dat
niet. Maar je kon je ook niet als onderschouten
vrouw zijnde, met allerlei pruttel ophouden.
Nou pruttel! Had de onderschout geroepen
Ja pruttel! Bitste Rika terug. Stropersrom-
mel als je het dan weten wilt!
Toen sloeg de Goffert met de vuist op tafel
Het was een daverende slag. De thee
pot viel van het comfoortje en rolde over de
tafel. Rika nam de benen. Zij liep naar Jannao
van Haar Dieks om haar nooa te klagen.
Jannao deed een schone schoetert voor. zette
de ondermuts op en stapte resoluut mee naar
het huis van de Goffert. Die zat in de hoek
van de haard een pijp te roken. Zo bin ie'j der
wier? vroeg hij laconiek. Maar daar kwam
wat anders op, toen hij de roodneuzige kope
ren kop gewaar werd van Haar Dieksen Jan
nao. Wij hebben hier niet wat in de wieg te
verwachten! Riep Dieks de pijp uit de mond
nemend? Wat bin ie'j vuur een keal? Kreet
Jannao. De onderschout van Rijssen! Riep de
Goffert. Schaam jij je niet om zo'n goede
fatsoenlijke vrouw de deur uit te doen? Dit
werd de Goffert te gortig. Hij liep naar de
deur, zette ze open en riep en nou der oet, en
gauw anders krieg ie'j, de voot vuur het gat!
Dat was te veel voor Haar Dieksen Jannao.
Zij liep driest naar de schout, en diende een
klacht in tegen de Goffert. De schout maakte
procesverbaal op en legde het in de lade. Hij
liet Jannao de deur uit en lachte zich krom.
Net iets voor de Goffert om zo op te treden!
Bij gelegenheid zou hij het eens vragen wat
er was met Jannao. De Goffer! was in huis
echter de sterke man de visite ging door.
De vrouw van Karakas viel nog al mee en
Mannes Karakas vertelde de hele avond stro-
persavonturen van je welste. Op aanraden
van de schout zou hij een feestje geven aan
verschillende eminente personen van Rijssen.
Dat was al in orde, riep Mannes er kwamen
mensen op de visite waar nog niet dat, op te
zeggen viel. Nou de Goffert en Rika zouden
ook komen. De volgende middag en avond
zou het zijn. Het bier moest komen van Albert
Knijpert de kastelein van de stroperskroeg.
Haar Dieksen Jannao deelde als gewoonlijk de
lakens uit En daar kwamen ze dan.
Als eerste kwam Pisse Jantjen met zijn
vrouw Triene. Vlak daar na, Roelof met de
hoorn met zijn vrouw de scheve Antje. Die
had hij getrouwd omdat ze veel geld te wach
ten had.
Naderhand bleek dat zij niets erfde omdat
Eij met Roelof getrouwd was.
Als derde kwam de Flikkert de belastingbeur-
der, die kwam alleen omdat zijn vrouw zo
hoogmoedig was. Zij was een dochter van de
spinster en haar vader zou wel een of andere
jonker zijn. Daar leek zij tenminste op. Zo
werd er gefluisterd. Als vierde kwam de Gof
fert met Rika. Haar Dieksen Jannao, die de
honneurs waarnam, keek beminnelijk naar Ri
ka, maar met strenge blik negeerde zij de Gof
fert. Als zesde kwam Lekkerbekken Siene om
de deur.
Rika van de Goffert fluisterde tegen haar
man: Gait wat'n rommel! Maar Gait kende
wel wat, en dacht bij zichzelf, als het niet
erger wordt, kan het nog wel.
Daar kwam het Kluntjen achter de deur
heen. Hoog en breed zette hij zich bij het
haard vuur tussen de mannen en nam direct
de Goffert op de korrel. De Goffert en het
Kluntjen waren bepaald geen vrienden. Hij
begon met veel lof te praten over de schout.
Haar Dieksen Jannao viel hem bij. De nao
bers luisterden. Als dat geen ruzie geeft dan
heet ik geen Gatjan fluisterde de een tegen
de ander. Daar stapte Klooster Berend de
deur binnen vergezeld van zijn vrouw. Piepton-
nen Dika een hoogst fatsoenlijke vrouw van
respectabele omvang. De Goffert had het al
aan de stok met Haar Dieks. De laatste nam
het hoog op dat de onderschout zijn vrouw uit
de deur had gejaagd. Het zou vast tot handtas
telijkheden zijn gekomen want 't Kluntjen had
al een klein zilveren muntje tussen duim en
wijsvinger om iedereen die hem te na kwam
over de kleren of over het gelaat te ritsen
zodat een mogelijke tegenstander niet onbe
schadigd uit de strijd kwam.
Maar er gebeurde iets anders. De jonker
van de Grimberg een klein en nietig mannetje
met een zeer mooie en grote vrouw, waar
kunnen vrouwen al geen zin aankrijgen? fluis
terde Roelof met de hoorn tegen Pisse Jant
jen. Kom binnen Reinhard kom hier! Ge
bood zij. hier is oen nieuwen meesterjager.
De baron gehoorzaamde. De vrouwe van
de Grimberg voelde haar overwicht over dit
volk. Zij was geboren om te gebieden. Hoog
keek zij over de hoofden van het hier verza
melde eenvoudige volk heen. Haar Dieksen
Jannao presenteerde haar een stoel. Maar zij
weigerde beleefd, uit de hoogte. Haar man
die meer van Rijssen hield dan van al het an
dere ging zitten en stak een speech af die knal
de. Hij sprak regelrecht tegen Mannes Kara
kas. En had het vooral over plichtsbetrach
ting en over de slechtheid van het stropende
volk. En ook over de kwaadheid van sommige
vrouwen die haar mannen tot ondeugden
als stropen aanzetten.
Triomfantelijk keek de vrouwe van de Grim
berg het gezelschap rond, alsof zij zeggen wilde
wat zeg je daar van.
De baron verklaarde ten aanschouwe van al
de gasten, dat hij van Mannes Karakas ver
wachtte dat hij streng zou optreden tegen iede
re wilddief in het landgoed de Grimberg. Mor
genvroeg om negen uur moest Mannes Kara
kas op de Grimberg aanwezig zijn, dan kwam
de kleermaker van Almelo de nieuwe uni
form aanmeten. Maar voegde de jonker
er bij, van nu af staat gij in mijnen dienst
Het Kluntjen! is een gemene wilddief! Rein
hard! Riep de vrouwe van de Grimberg. Ik
zeg arresteer die man! Het werd een heel ge
drang en geloop want geen een der mannen
was wat de stroperij aanging brandschoon. En
zij zagen zich al in de kerker zitten op de
Grimberg. Voor Mannes hem grijpen kon was
het Kluntjen al gevlucht.
Hij was de deel opgelopen en wilde door een
zijdeur ontvluchten. Maar hij liep tegen de
snijzomp aan. Deze viel om en juist de
jonker van de Grimberg op de voeten.
Nou, toen ging iedereen aan de haal. Alleen
de Goffert en Mannes bleven op hun post.
De vrouwen dromden in een hoek van het
vertrek te samen rondom Haar Dieksen Jannao,
die als een kloekhen om haar kuikens stond.
Tot morgen dus om negen uur!
Riep nijdig de baron hij voelde zijn tenen
tintelen. Reinhard wij gaan! Klonk de hoge
stem van de vrouw van de Grimberg. En zij
wandelden weg. Zo'n gasterd! Riep Pisse Jan
tjen tegen Roelof met de hoorn. Het was zo'n
mooi feest en nu is alles kapot! Zegevierend
riep Rika tegen de Goffert. Wat heb ik je
gezegd? Daar kun je nog narigheid genoeg
van beleven!
Men was het er algemeen over eens, dat
het niet in orde was dat iemand die daar
zo maa' in Rijssen was komen aanwaaien,
zo maar een goede baan kreeg op de Grim
berg. Mannes Karakas had er maar zo de
beste baan uitgepikt.
Ze zaten op een avond bij elkaar in de
schippersherberg van Veers Marieje. Pisse
Jantjen Roelof met de hoorn. De Flikkert, De
Gofkert. Het Kluntjen en nog enkele gasten
meer.
Heb je hem zien lopen, de branie?
vroeg het Kluntjen terwijl hij de borrel in
een teug door het keelgat goot. Marieje doot
er nog eene in! Weet ie dat geval van eer
gisteren al? Vroeg de Gofkert. Nee wat is
dat dan? vroegen drie vier mannen
tegelijk. Het blijft onder ons! Dan zal ik het
vertellen. Allen plaatsten zich om het helder
opvlammend haardvuur van Veer Marieje
De Gofkert wilde vertellen toen de per
soon in kwestie juist de deur binnen stapte.
Het was Mannes Karakas, die een of twee
borrels verschalken wilde en meteen eens
poolshoogte nam welk vlees hij in de kuip
had. Want de herberg van Veer Marieje was
de vergaarbak van de stropers, die de Grim
berg onveilig maakten.
Mannes die zijn gloed nieuwe uniform droeg
en inmiddels bezig was een baard te laten
groeien nam plaats bij de haard. Hebben
jullie het nieuws al gehoord? Neen riepen al
len wat is er aan de hand. Mannes gooide de
benen over elkaar en de Gofkert riep Ma
rieje nun borrel vuur Mannes. Nou Mannes
sneed er dadelijk een plaatje af. Eergisteren
heb ik op een haar na een moord begaan.
Tot nu toe was alles goed op de Grimberg.
Maar ik ben blij dat ik burger van Rijssen
gebleven ben. Ik zal je zeggen waarom. Wij
zijn toch als vertrouwde jongens bij elkaar.
Doo der Mans nog eene in! piepte Pisse
Jantjen.
Het manneke verkreukelde zich op het
nieuws dat hij te horen zou krijgen. Nou het
was tegen schemer, dat ik als gewoonlijk het
Grimbergerbos in ging. Daar midden in de
Grimberg je weet wel ter zijde van de beu
kenlaan, waar zich graag de hazen ophouden,
jullie weten het net zo goed als ik, nou daar
wemelde het van wild strikken.
Ik gauw naar het Hangerad. Ik gaf order
om pannekoek të bakken. Want het zou wel
een lange en inspannende nacht worden. De
oude heer van de Grimberg had er net zo over
gedacht. Hij had de Piere, de bekende stro
per uit Ypelo laten komen en met deze een
geheime afspraak gemaakt om een groot aan
tal strikken te zetten, maar dat wist Mannes
Karakas niet en bij het zien van al die strik
ken, ik moet het tot mijn schande bekennen
verdacht ik jullie. Drinkt er nog ees oet!
riep de Fogkert. Hij verkneukelde zich van
plezier. Marieje doo der nog ene in! Mannes
vertelde verder dat hij met een beste voor
raad pannekoek naar het bos was getrokken, en
zich in een droge sloot op de zevende singel
had neergezet op een flinke bos droge varens.
Als het n a twee in de nacht werd dan
moest er een kan warme koffie komen. Dan
zou Janna de vrouw van Mannes even ko
men. Janna ging op eenzame tochten midden
in de nacht er rustig op uit. In de ene hand
de koffieketel in de andere het broodmes
voor eventuele gebeurtelijkheden. Zij stak
verdachte manspersonen rustig aan het mes.
Maar nu de andere partij. De oude heer van
de Grimberg wantrouwig als wat, was op de
gedachte gekomen om voor stroper te spelen.
Hij had zijn geheimknecht De Konte, een
kruiwagen vol dekens en ander materiaal
naar het bekende hazen bos in de Grimberg
laten brengen, en had zich daar in de tweede
droge sloot geïnstalleerd met twee pistolen
en twee geladen geweren. Hij had voor alle
gebeurtelijkheden, behalve zijn driekanten-
steek, ook een warme muts mee genomen.
Hij zou zich om twaalf uur in de nacht
laten ophalen door de Konte. Maar de Piere
uit Ypelo was een rechtvaardig mens. Hij
stuurde de buurman de Zwöppe naar Mannes
Karakas, dat deze goed op zijn hoede moest
zijn. Mannes gooide het laatste staartje van
zijn borrel naar binnen. En de Flikkert com
mandeerde Mieije nog een rondjen! Wat het
Kluntjen de opmerking ontlokte van ander
mans leer kön iej good reems snien! Doelen
de op het feit dat de Flikkert belastingbeur-
der was. Jongs gen ruzie! riep Pisse Jantjen
het is völls te gezellig! Mannes Karakas was
dus op zijn hoede. Daar zaten zij dan, de grim
mige jonker van de Grimberg die op zijn
meester jager paste en de kloeke gewezen
stroper Mannes Karakas die zijn heer op
de korrel nam. Zeer langzaam verstreken
de uren. De Konte zou om twaalf uur ko
men, maar bleef uit. Twee bandieten die niet
veel goeds in de zin hadden kruisten zijn
weg, vlak bij het kasteel. De Konte riep om
hulp en die kwam. Juist toen de brug was
opgehaald viel hij in zwijm -zonder te- kun
nen vertellen waar de oude heer zat.
De strenge huisknecht de Praam riep, dat
meneer zich wel zou laten thuis brengen door
een heerjager uit Rijssen. Wat deed hij bij
nacht en ontij de deur uit. Maar ja wat wil
men? De oude heer was zeer avontuurlijk aan
gelegd. Maar om nu op de nachtelijke ge
beurtenissen terug te komen. De jonker zat
te wachten, het werd half een. Een uur, half
twee. En toen kreeg de heer van de Grim
berg het koud. De maan was om tien uur
opgekomen en hij wist niet dat Mannes Ka
rakas vijf sloten achter hem op een ver
meende stroper zat te wachten. Plotseling zet
te de oude jonker zijn driekanten steekhoed
boven op de must, alle warmte hielp. Kara
kas dacht de Gasterd denkt dat hij mij te
slim af is hij zet een hoed op een stok en wil
er van door. Karakas goed schutter, bedacht
zich geen ogenblik legde aan, een schot
klonk en de driekanten hoed fladderde over
de wal. Help! kreet het angstig door het
bos. Ik hoorde de stem van de oude heer.
En het was net of ik door de grond zonk.
Net op dat ogenblik kwam Janna op de
proppen met haar ketel warme koffie. Heb je
wat geraakt man? Ik ik weet het niet! Kreet
Mannes. Ik zal gaan kijken riep Janna reso
luut, nam het broodmes in de rechtervuist en
liep naar de tweede sloot. Daar vond zij een
ineengedoken man.
Mankeert er wat an? informeerde zij, zon
der vrees. Ik ben zo koud riep de man. Man
nes kom eens hier! Hier is iets niet in orde.
Mannes kwam en vond tot zijn grootste ver
bazing zijn eigen landheer in de greppel
liggen.
Hoe kom je hier meneer? vroeg Mannes.
En toen moest de jonker kleur bekennen. Hij
had Mannes op de proef willen stellen.
Kom mee gebood Janna je hebt daar de
hele nacht gelegen en niemand kijkt naar
je om ik heb lekkere warme koffie drink
mee. Drie kommen hete koffie dronk de ba
ron. En toen moest het echtpaar Karakas
hem naar huis brengen. De baron rilde, maar
toch had hij nog de moed om tussen Mannes
en Janna naar huis te lopen.
Op de Grimberg had men zich intussen
ongerust gemaakt. Het hele personeel zocht
naar de oude heer.
Drie man waren naar Rijssen om de herber
gen af te zoeken maar alles zat potdicht. De
Konte was intussen weer bijgekomen en jam
merde dat het zijn schuld was, wanneer de
baron iets was overkomen.
Moedeloos kwam het dienstvolk terug. Tot
grote verbazing zat mijnheer in de pronkka
mer bij het helder vlammend haardvuur
en riep Karakas ik heb mij in jou vergist.
Hindert niks meneer, vergissen is mense
lijk. De baron beloofde Mannes een heel ho
ge baan op de Grimberg en Janna ook.
Ik moet naar huis riep Janna, de kindereu
konden bang worden. Laat Mannes meegaan!
Ik kan best alleen gaan riep Janna. Want ik
heb het broodmes. De jonker beloofde veel.
Maar hij was door de koude bevangen. Juist
toen Mannes Karakas zo ver met zijn verhaal
kwam Janna de Veerherberg binnen. Zij over
zag het toneel bij 't haardvuur en de rode kop
pen van de drank.
En riep verontwaardigd schaam ie oew neet!
Zoepers de jonker is dood. En zij pinkte een
traan weg met haar schoeterd. Het was net of
het onweer ingeslagen was.
Het was ruim negen uur. Roelof met de
hoorn begon dadelijk te blazen en de ratel
volgde weldra. De belastingbeurder en het
Kluntjen waren ietwat boven hun theewater.
De „Süddeutsche Rundfunk" in Stuttgart
heeft onlangs aangekondigd, dat 32 nieuwe
hoorspelen voor de microfoon gebracht worden.
Méér dan de helft daarvan is geschreven
door auteurs, die zich nog nooit tevoren aan
een hoorspel hebben gewaagd. Er zijn zo be
kende en omstreden schrijvers bij als Na
thalie Sarraute, Claude Simon en Michel
Butor, de drie voornaamste vertegenwoor
digers van de Franse nieuwe roman. Voorts
zullen hoorspelen van Samuel Breckett, Jean
Cau, Marguerite Duras, Marie-Luise Kasch-
nitz, Frank O'Connor, Jacques Prévert, Ruth
Rehmann James Saunders, Muriël Spark en
Dieter Welershoff ten gehore gebracht wor
den.
Bij de Beierse Omroep in Miinchen werd
een centraal voorlichtings- en documentatie-
bureau voor Jeugdtelevisie opgebouwd. Om
de twee jaar, voor het eerst in 1964, zal de
„Prix Jeunesse" worden toegekend, waarvoor
meerdere honderdduizenden DM ter beschik
king staan. Deze prijs, die in verschillende
prijzen onderverdeeld is, zal o.m. voor de
beste informatieve film, de beste amuse
mentsuitzending en voor een film, die de
jeugd het meest aanspreekt, worden verleend.
Er is al een begin gemaakt met de samen
stelling van een televisie-bibliografie over al
le geschriften die zich met jeugd-televisie
bezighouden alsmede van alle onderwerpen,
die tijdens jeugd- en educatieve televisieuit
zendingen werden behandeld. In de docu-
mentatie-afdeling zullen copiën van die uit
zendingen uit de gehele wereld worden ver
zameld en vertoond, die wegens het daarin
behandelde onderwerp of de wijze van behan
deling belangwekkend geacht kunnen worden.
Over alle bestaande televisieprogramma's voor
de jeugd zal een kartotheek bijgehouden
worden; uitwisseling van programma's zal
worden bevorderd en vergemakkelijkt.
Alle Duitse omroepmaatschappijen in de deel
staten bereiden zich op een derde televisie
net voor. Dit zou door de studio's in de deel
staten moeten worden verzorgd en dus even
eens met de „Tweede Duitse Televisie" in Mainz
gaan concurreren. De televisie van de deel
staat Hessen, die in Frankfort zetelt, is al
het verst gevorderd. De bedoeling is op 1 april
a.s. te beginnen.
Ook in München zijn de voorbereidingen voor
een derde programma in volle gang. Keulen
en Hamburg hebben soortgelijke plannen.
Redactionele voorbereiding is echter niet vol
doende. De Duitse bondsposterijen moet eerst
nog de benodigde zenders bouwen, die dan
ioor de omroepmaatschappijen gehuurd moe
ten worden.
Wie heimwee heeft naar verre landen, moet
deze winter naar de bioscoop gaan. De Duitse
filmindustrie schijnt grote verwachtingen te
koesteren van de zucht naar avontuur van het
publiek. Hiervan een paar voorbeelden: in
het Amazone-gebied wordt van „Rubber", een
film die in de dertiger jaren veel publiek
trok, een nieuwe versie gemaakt, die dit
Heer* „En eeuwig zwijgt" de Amazone-rivier"
zal gaan heten. Naar het al vaker verfilmde
boek van Edgar Wallace „Saunders of the
river" wordt thans „Trommels des doods"
in Zuid-Afrika gemaakt. De film „Rivierpi
raten van de Mississippi" van Gerstacker
wordt weliswaar niet in Amerika ter plaatse
opgenomen, maar in Joegoslavië. Daar wordt
ook - en wel in de bergen van Dalmatië - hard
gewerkt aan „Winnetou", naar het ontsterfe-
lijke epos van Karl May. Tenslotte zal O.W.
Fischer de held zijn van het „Hete plavei
sel in Casablanca". Een ander Duits film
team, dat de geheimen van een spionage-
centrale op het witte doek wil brengen, is
daarentegen niet naar Tanger of Hongkong ge
trokken, maar doodgewoon naar Zurich. Dat
ligt tenminste in de buurt.
We reizen in deze film per vliegtuig de we
reld door, op zoek naar datgene, wat overal op
aarde de mensen in de avonduren bezighoudt:
amusement in alle vormen. En daarbij wordt
de aandacht hoofdzakelijk geconcentreerd op
de vele mooie vrouwen, die in de vele grote
steden in theaters, cabarets, revues, nacht
clubs een miljoenenpubliek bezighouden met
hun schoonheden, charmes en vaardigheden.
De camera dringt door in de geheimen van
de nacht en werpt een nieuw licht op het le
ven van de meisjes en vrouwen, die pas gaan
slapen als de dag aanbreekt.
Van de Can-Can in de Parijse Moulin Rouge
en apachedansen op Montmartre, gaan we naar
Mexico, waar de vurige Estrellita met haar
orkest droeve en vrolijke liedjes zingt. Tokio
begroet ons met een revue van louter vrouwen
.ontelbaar vele en van Tokio zwerven we naar
Hamburgse nachtclubs.
De oersterke Ursus, trouw onderdaan van Ko
ning Alteus van Licia, heeft enkele malen
diens dochter, prinses Sira, ontmoet en beide
jongemensen zijn zeer op elkaar gesteld, maar
Ursus, 'n nederige landbouwer, die met zijn
jongere broertje Darius een klein stuk grond
bezit, beseft, dat hij nooit méér kan zijn dan
een trouwe dienaar van zijn geliefde prinses.
Op zekere dag passeert Sira met groot ge
volg de woonplaats van Ursus. Zij roept Ursus
bij zich en vertelt hem, dat zij op weg is naar
Caria, om daar met de koning van dat land,
Zagro, te trouwen. Daarna neemt zij afscheid
van Ursus. Naar huis terugkerend hoort Ur
sus geschreeuw en wapengekletter. Sira's kamp
is door bandieten omsingeld en haar solda
ten dreigen een nederlaag te zullen lijden.
De tussenkomst van Ursus doet de strijd een
wending nemen. De bandieten vluchten. Wel
iswaar nemen zij kostbare buit mee, maar
Sira blijft ongedeerd. Om haar veiligheid tij
dens de verdere reis te verzekeren, besluit Ur
sus haar verder te begeleiden en dat blijkt wel
een goed idee, want de karavaan geraakt nog
enkele malen in grote moeilijkheden o.a. bij het
oversteken van een rivier met een pont, maar
tenslotte wordt Caria toch bereikt.
Aldus luidde de titel van de lezing, welke
woensdagavond gehouden werd door de ac
teur Dick Top, die o.a. verbonden is aan de
toneelgroep „Ensemble".
De heer Top, die sprak voor de Ned. Ver.
van Huisvrouwen wist door zijn grote enthou
siasme voor het toneel en alles wat daar
mee samenhangt de dames voortdurend te
boeien. „In ieder mens schuilt de toneelspe
ler", aldus de heer Top. „Kijkt u maar
eens om u heen. Zie het kind, dat zich
onbespied weet, in zijn spel. De voorbeelden
zijn legio in het gewone dagelijkse leven".
Het is bekend dat reeds 2000 jaar v. chr. de
En zij besloten in Rijssen de dood bekend
te maken. Zij liepen slingerend over de straat
en naar de schout. Schoute opstaan. Riepen zij
de jonker van de Grimberg is dood. De
schoutinne had een nukkige bui. Zij kon de
slaap niet vatten. Woedend vloog zij uit het
bed. Greep de waterpot rende er mee naar
de deur deed open en smeet de inhoud in het
gezicht der beide pierewaaiende mannen. Zij
vroegen niet meer naar de schout en dropen
af. De belastingbeurder de Flikkert kwam het
eerst thuis. Hij had een nette en propere
vrouw, die was nog met verstelwerk bezig.
Zij keek op en zag meteen dat het nieuwe
vest van haar man helemaal bruin was.
Waar heb je gezeten? Smeerlap! Was het
eerste wat zij riep. De jonker van de Grim
berg is dood! riep de Flikkert met dubbel ge
slagen tong! Was jij het maar! Lelijkerd
kreet zijn vrouw. Laat zien! Kleed je uit!
Nou dat was niet mooi meer. Hij had de volle
laag gekregen en stonk als een varken.
Spreek op waar ben je geweest? Bij het Veer
Dat lieg je. Op het Veer zijn het fatsoenlijke
mensen. De Flikkert wilde niet zeggen dat de
schoutinne de po over hem had uitgestort. An
ders was het met het Kluntjen, deze had nog
juist de gooi weten te ontwijken. Janna Kara
kas huilde. Het was zo mooi geweest. Haar
man had een kei van een baan en nu stond
alles op losse schroeven.
Voorlopig ging alles echter door. Zoals het
was. Mannes Karakas moest op verschillende
adelijke huizen de dood bekend maken.
En zo kwam hij ook op de Bellinkhof te
Almelo. Daar moest hij vertellen van de
kwaal die mijnheer de jonker had gehad. Wij
selijk vertelde hij niet wat er was voorge
vallen. Bij de vrijwrouwe van Almelo viel hij
beter in de smaak.
Zij nam hem terdege op de korrel. Zij had
nog belangen in Rijssen en als het geviel dat
hij ontslagen werd zou zij aan hem denken.
Want hij was een zeer toonbaar man.
Vandaar moest hij naar Boskenlagen Wat
hij daar alzo beleegde hopen wij de volgende
keer te vertellen. Wat Mannes daar meemaak
te zou hij zijn leven lang niet vergeten.
VAN COEVERDEN.
Egyptenaren religieuze toneelspelen hadden,
die in de Nijldelta werden opgevoerd.
Nadat hij het ontstaan van het toneel uit
voerig geschetst had, vertelde de heer Top
over de acteur van nu. De opleiding aan de
toneelschool, waarvan er 3 zijn in Nederland,
duurt 3 jaar. Dat het beroep „acteur" nog ve
len aanlokkelijk toe lijkt, blijkt wel uit het
feit, dat er voor één der laatste cursussen aan
de toneelschool te Amsterdam 1500 kandida
ten waren. Hiervan mocht slechts een 50-
tal toelatingsexamen doen, terwijl uiteindelijk
10 kandidaten werden toegelaten.
De gang van zaken op de repetities, het rei
zen in de provincie, de premières, etc., over al
deze onderwerpen wist de heer Top zeer aan
schouwelijk te vertellen.
Na een demonstratie in het schminken wer
den er nog enige fragmenten gespeeld, o.a.
uit: De Onschuldigen, de Herbergierster en de
Gijsbrecht.
De presidente, mevr. Thomassen-Van de
Wildt dankte tot slot de heer Top voor zijn
voordracht. Zij sprak de hoop uit dat de
aanwezigen in de toekomst met nog grotere
belangstelling het gebeuren op toneelgebied
zullen volgen.
Advertentie
'iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiitiiiiMiiiiiiiuitiiiiiitiiiiiiiiiiMiuitiiiiiiiinaiiiiiii
De actie van de Zweedse Staatskerk
en de Zweedse vrije kerken om 'n volks-
petitionnement te houden onder het ge-
hele Zweedse volk, ten behoeve van de
handhaving van het godsdienstonderwijs 1
in de bovenbouw van het voortgezet on-
derwijs, mag geslaagd genoemd worden.
Tot dusver hebben meer dan twee mil-
joen Zweden boven de zestien jaar hun i
handtekening gegeven ten behoeve van 1
1 het godsdienstonderwijs. Bij de aanvang
der actie rekenden de optimisten met 1
een maximum van één miljoen handte- I
keningen de pessimisten met zeshonderd- I
duizend handtekeningen. De werkelijk-
heid is totaal anders uitgevallen! In de
tijd van twee maanden hebben 2 miljoen
Zweden hun stem gegeven aan de op- f
m roep der kerken.
5 Eén ding blijkt duidelijk: dat de be-
langstelling in Zweden voor Kerk en
Christendom veel groter is dan men ge-
woonlijk aanneemt. s
liiiiuiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiii»