Mannes Karakas wordt meester jager op de Grimberg HET FATALE SCHOT DUITSE RADIO EN FILMINDUSTRIE KOESTEREN GROTE VERWACHTINGEN FILMNIEUWS Uit de keuken van het toneel Pracht handen Zucht naar avontuur van het publiek Woensdag de film: Koninginnen van de nacht Vrijdag de film: De Vuurproef van Ursus Belangstelling voor I kerk groot in Zweden Vrijdag 14 februari 1964 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 5 VAN COEVERDEN. en nimmer ruw of schraal Tube16°-9S" Hamea-Gelei RIJSSEN buiten de wallen De benoeming was afgekomen- Mannes Ka rakas zou meesterjager worden op de Grim berg. Dat betekende dat het er voor vele stro pers niet beter op zou worden. Maar er was er één, die Mannes niet vreesde. Dat was Be rend van de jonge Dood. Berend was een stro per van professie. Reeds op zesjarige leeftijd had de oude Egbert de Jager van de Ooster hof hem betrapt met strikken zetten vlak bij het kasteel. De Rijssenaren zelf, die lachten er om. Want het jachtrecht was uitsluitend voor de heren edelen en de drosten van Twen te hielden hier aan strak de hand. Maar Mannes Karakas kon men niet te pak ken krijgen, en daarom had men het over 'n andere boeg gegooid. Bij de Grimberg stond een huis voor de meesterjager, maar hij wilde blijven wonen in het Hangerad. Zogezegd om beter de Rijssener stropers in de gaten te hou den. Maar dat was het hem niet. Mannes had de burgerschap van Rijssen gewonnen. Hij had een huis binnen Rijssen. En als burger van Rijssen was je niet helemaal afhankelijk van de heren. En daarbij burger zijn van Rijs sen gaf vele voordelen. Zo mocht je vrijelijk turf graven of laten graven. Je kon meedoen aan de burgemeestersverkiezing en was lid van de stedelijke schutterij. Mocht 'n heer van de Grimberg het eens in zijn hoofd krijgen om je op een bepaalde dag aan de dijk te zetten nou dan stond de gehele Grimberg voor je open als stroper. De dag kwam dat Mannes beëdigd zou worden. De jonker van Eisen was toevallig drost het was een nogal gemoe delijk heer. Mannes zwoer dure eden, hij zou zijn heer dienen zogoed als het in zijn vermo gen was. Hij beloofde het plechtig. De drost drukte hem op het hart een goed dienaar van de landschap te zijn. Wat zoveel wilde zeggen als dat hij terdege de belangen van de land adel voor moest staan. Dit was in die dagen, de gewoonste zaak ter wereld. Wat het platte land betrof maar niet de burgers van steden zoals Rijssen. Natuurlijk! Zij, de burgers leefden gaarne met de edelen in vrede. Maar nu de dag na de beëdiging hield Mannes Ka rakas een partij naar Rijssener trant. Dat wil zeggen er zou uitgebreide visite zijn. De Hangeradnaobers hadden ongevraagd de boel schoongemaakt en versierd. De naaste naobers waren Slater Bram en de Scheper. Janman en Haardieks en Jannao van Haar Dieks die het eerzame beroep van baker uit oefende speelde baas in een kwart van de stad van Rijssen. Haar Jannao gaf aanwijzingen hoe het moest. Dit was niet naar de zin van Slater Bram, die zich niet wilde laten comman deren door de wiezemoor van Rijssen. Toen Jannao wat al te dicht bij Bram kwam en hem haar vuist onder de neus hield, nou toen sloeg Bram haar met zijn rijzebezem van het erf van Mannes Karakas. Dit gaf krakeel in de buurt. Vooral omdat Mannes en zijn vrouw met de kinderen naar de visite was bij de Goffert de onderschout. De Goffert droeg Mannes een goed hart toe. En om hem al vast wat in de hoogte te halen had hij Mannes en diens vrouw met de Snotveren, zoals Rika de onderschoutenvrouw de jonge Karakassen noemde. De Goffert had voordien hooglopende onenigheid gehad met zijn vrouw Rika was van netten huize. Zij was een doch ter van de schout van Markelo. Niet dat zij zich veel verbeeldde of trots was, neen dat niet. Maar je kon je ook niet als onderschouten vrouw zijnde, met allerlei pruttel ophouden. Nou pruttel! Had de onderschout geroepen Ja pruttel! Bitste Rika terug. Stropersrom- mel als je het dan weten wilt! Toen sloeg de Goffert met de vuist op tafel Het was een daverende slag. De thee pot viel van het comfoortje en rolde over de tafel. Rika nam de benen. Zij liep naar Jannao van Haar Dieks om haar nooa te klagen. Jannao deed een schone schoetert voor. zette de ondermuts op en stapte resoluut mee naar het huis van de Goffert. Die zat in de hoek van de haard een pijp te roken. Zo bin ie'j der wier? vroeg hij laconiek. Maar daar kwam wat anders op, toen hij de roodneuzige kope ren kop gewaar werd van Haar Dieksen Jan nao. Wij hebben hier niet wat in de wieg te verwachten! Riep Dieks de pijp uit de mond nemend? Wat bin ie'j vuur een keal? Kreet Jannao. De onderschout van Rijssen! Riep de Goffert. Schaam jij je niet om zo'n goede fatsoenlijke vrouw de deur uit te doen? Dit werd de Goffert te gortig. Hij liep naar de deur, zette ze open en riep en nou der oet, en gauw anders krieg ie'j, de voot vuur het gat! Dat was te veel voor Haar Dieksen Jannao. Zij liep driest naar de schout, en diende een klacht in tegen de Goffert. De schout maakte procesverbaal op en legde het in de lade. Hij liet Jannao de deur uit en lachte zich krom. Net iets voor de Goffert om zo op te treden! Bij gelegenheid zou hij het eens vragen wat er was met Jannao. De Goffer! was in huis echter de sterke man de visite ging door. De vrouw van Karakas viel nog al mee en Mannes Karakas vertelde de hele avond stro- persavonturen van je welste. Op aanraden van de schout zou hij een feestje geven aan verschillende eminente personen van Rijssen. Dat was al in orde, riep Mannes er kwamen mensen op de visite waar nog niet dat, op te zeggen viel. Nou de Goffert en Rika zouden ook komen. De volgende middag en avond zou het zijn. Het bier moest komen van Albert Knijpert de kastelein van de stroperskroeg. Haar Dieksen Jannao deelde als gewoonlijk de lakens uit En daar kwamen ze dan. Als eerste kwam Pisse Jantjen met zijn vrouw Triene. Vlak daar na, Roelof met de hoorn met zijn vrouw de scheve Antje. Die had hij getrouwd omdat ze veel geld te wach ten had. Naderhand bleek dat zij niets erfde omdat Eij met Roelof getrouwd was. Als derde kwam de Flikkert de belastingbeur- der, die kwam alleen omdat zijn vrouw zo hoogmoedig was. Zij was een dochter van de spinster en haar vader zou wel een of andere jonker zijn. Daar leek zij tenminste op. Zo werd er gefluisterd. Als vierde kwam de Gof fert met Rika. Haar Dieksen Jannao, die de honneurs waarnam, keek beminnelijk naar Ri ka, maar met strenge blik negeerde zij de Gof fert. Als zesde kwam Lekkerbekken Siene om de deur. Rika van de Goffert fluisterde tegen haar man: Gait wat'n rommel! Maar Gait kende wel wat, en dacht bij zichzelf, als het niet erger wordt, kan het nog wel. Daar kwam het Kluntjen achter de deur heen. Hoog en breed zette hij zich bij het haard vuur tussen de mannen en nam direct de Goffert op de korrel. De Goffert en het Kluntjen waren bepaald geen vrienden. Hij begon met veel lof te praten over de schout. Haar Dieksen Jannao viel hem bij. De nao bers luisterden. Als dat geen ruzie geeft dan heet ik geen Gatjan fluisterde de een tegen de ander. Daar stapte Klooster Berend de deur binnen vergezeld van zijn vrouw. Piepton- nen Dika een hoogst fatsoenlijke vrouw van respectabele omvang. De Goffert had het al aan de stok met Haar Dieks. De laatste nam het hoog op dat de onderschout zijn vrouw uit de deur had gejaagd. Het zou vast tot handtas telijkheden zijn gekomen want 't Kluntjen had al een klein zilveren muntje tussen duim en wijsvinger om iedereen die hem te na kwam over de kleren of over het gelaat te ritsen zodat een mogelijke tegenstander niet onbe schadigd uit de strijd kwam. Maar er gebeurde iets anders. De jonker van de Grimberg een klein en nietig mannetje met een zeer mooie en grote vrouw, waar kunnen vrouwen al geen zin aankrijgen? fluis terde Roelof met de hoorn tegen Pisse Jant jen. Kom binnen Reinhard kom hier! Ge bood zij. hier is oen nieuwen meesterjager. De baron gehoorzaamde. De vrouwe van de Grimberg voelde haar overwicht over dit volk. Zij was geboren om te gebieden. Hoog keek zij over de hoofden van het hier verza melde eenvoudige volk heen. Haar Dieksen Jannao presenteerde haar een stoel. Maar zij weigerde beleefd, uit de hoogte. Haar man die meer van Rijssen hield dan van al het an dere ging zitten en stak een speech af die knal de. Hij sprak regelrecht tegen Mannes Kara kas. En had het vooral over plichtsbetrach ting en over de slechtheid van het stropende volk. En ook over de kwaadheid van sommige vrouwen die haar mannen tot ondeugden als stropen aanzetten. Triomfantelijk keek de vrouwe van de Grim berg het gezelschap rond, alsof zij zeggen wilde wat zeg je daar van. De baron verklaarde ten aanschouwe van al de gasten, dat hij van Mannes Karakas ver wachtte dat hij streng zou optreden tegen iede re wilddief in het landgoed de Grimberg. Mor genvroeg om negen uur moest Mannes Kara kas op de Grimberg aanwezig zijn, dan kwam de kleermaker van Almelo de nieuwe uni form aanmeten. Maar voegde de jonker er bij, van nu af staat gij in mijnen dienst Het Kluntjen! is een gemene wilddief! Rein hard! Riep de vrouwe van de Grimberg. Ik zeg arresteer die man! Het werd een heel ge drang en geloop want geen een der mannen was wat de stroperij aanging brandschoon. En zij zagen zich al in de kerker zitten op de Grimberg. Voor Mannes hem grijpen kon was het Kluntjen al gevlucht. Hij was de deel opgelopen en wilde door een zijdeur ontvluchten. Maar hij liep tegen de snijzomp aan. Deze viel om en juist de jonker van de Grimberg op de voeten. Nou, toen ging iedereen aan de haal. Alleen de Goffert en Mannes bleven op hun post. De vrouwen dromden in een hoek van het vertrek te samen rondom Haar Dieksen Jannao, die als een kloekhen om haar kuikens stond. Tot morgen dus om negen uur! Riep nijdig de baron hij voelde zijn tenen tintelen. Reinhard wij gaan! Klonk de hoge stem van de vrouw van de Grimberg. En zij wandelden weg. Zo'n gasterd! Riep Pisse Jan tjen tegen Roelof met de hoorn. Het was zo'n mooi feest en nu is alles kapot! Zegevierend riep Rika tegen de Goffert. Wat heb ik je gezegd? Daar kun je nog narigheid genoeg van beleven! Men was het er algemeen over eens, dat het niet in orde was dat iemand die daar zo maa' in Rijssen was komen aanwaaien, zo maar een goede baan kreeg op de Grim berg. Mannes Karakas had er maar zo de beste baan uitgepikt. Ze zaten op een avond bij elkaar in de schippersherberg van Veers Marieje. Pisse Jantjen Roelof met de hoorn. De Flikkert, De Gofkert. Het Kluntjen en nog enkele gasten meer. Heb je hem zien lopen, de branie? vroeg het Kluntjen terwijl hij de borrel in een teug door het keelgat goot. Marieje doot er nog eene in! Weet ie dat geval van eer gisteren al? Vroeg de Gofkert. Nee wat is dat dan? vroegen drie vier mannen tegelijk. Het blijft onder ons! Dan zal ik het vertellen. Allen plaatsten zich om het helder opvlammend haardvuur van Veer Marieje De Gofkert wilde vertellen toen de per soon in kwestie juist de deur binnen stapte. Het was Mannes Karakas, die een of twee borrels verschalken wilde en meteen eens poolshoogte nam welk vlees hij in de kuip had. Want de herberg van Veer Marieje was de vergaarbak van de stropers, die de Grim berg onveilig maakten. Mannes die zijn gloed nieuwe uniform droeg en inmiddels bezig was een baard te laten groeien nam plaats bij de haard. Hebben jullie het nieuws al gehoord? Neen riepen al len wat is er aan de hand. Mannes gooide de benen over elkaar en de Gofkert riep Ma rieje nun borrel vuur Mannes. Nou Mannes sneed er dadelijk een plaatje af. Eergisteren heb ik op een haar na een moord begaan. Tot nu toe was alles goed op de Grimberg. Maar ik ben blij dat ik burger van Rijssen gebleven ben. Ik zal je zeggen waarom. Wij zijn toch als vertrouwde jongens bij elkaar. Doo der Mans nog eene in! piepte Pisse Jantjen. Het manneke verkreukelde zich op het nieuws dat hij te horen zou krijgen. Nou het was tegen schemer, dat ik als gewoonlijk het Grimbergerbos in ging. Daar midden in de Grimberg je weet wel ter zijde van de beu kenlaan, waar zich graag de hazen ophouden, jullie weten het net zo goed als ik, nou daar wemelde het van wild strikken. Ik gauw naar het Hangerad. Ik gaf order om pannekoek të bakken. Want het zou wel een lange en inspannende nacht worden. De oude heer van de Grimberg had er net zo over gedacht. Hij had de Piere, de bekende stro per uit Ypelo laten komen en met deze een geheime afspraak gemaakt om een groot aan tal strikken te zetten, maar dat wist Mannes Karakas niet en bij het zien van al die strik ken, ik moet het tot mijn schande bekennen verdacht ik jullie. Drinkt er nog ees oet! riep de Fogkert. Hij verkneukelde zich van plezier. Marieje doo der nog ene in! Mannes vertelde verder dat hij met een beste voor raad pannekoek naar het bos was getrokken, en zich in een droge sloot op de zevende singel had neergezet op een flinke bos droge varens. Als het n a twee in de nacht werd dan moest er een kan warme koffie komen. Dan zou Janna de vrouw van Mannes even ko men. Janna ging op eenzame tochten midden in de nacht er rustig op uit. In de ene hand de koffieketel in de andere het broodmes voor eventuele gebeurtelijkheden. Zij stak verdachte manspersonen rustig aan het mes. Maar nu de andere partij. De oude heer van de Grimberg wantrouwig als wat, was op de gedachte gekomen om voor stroper te spelen. Hij had zijn geheimknecht De Konte, een kruiwagen vol dekens en ander materiaal naar het bekende hazen bos in de Grimberg laten brengen, en had zich daar in de tweede droge sloot geïnstalleerd met twee pistolen en twee geladen geweren. Hij had voor alle gebeurtelijkheden, behalve zijn driekanten- steek, ook een warme muts mee genomen. Hij zou zich om twaalf uur in de nacht laten ophalen door de Konte. Maar de Piere uit Ypelo was een rechtvaardig mens. Hij stuurde de buurman de Zwöppe naar Mannes Karakas, dat deze goed op zijn hoede moest zijn. Mannes gooide het laatste staartje van zijn borrel naar binnen. En de Flikkert com mandeerde Mieije nog een rondjen! Wat het Kluntjen de opmerking ontlokte van ander mans leer kön iej good reems snien! Doelen de op het feit dat de Flikkert belastingbeur- der was. Jongs gen ruzie! riep Pisse Jantjen het is völls te gezellig! Mannes Karakas was dus op zijn hoede. Daar zaten zij dan, de grim mige jonker van de Grimberg die op zijn meester jager paste en de kloeke gewezen stroper Mannes Karakas die zijn heer op de korrel nam. Zeer langzaam verstreken de uren. De Konte zou om twaalf uur ko men, maar bleef uit. Twee bandieten die niet veel goeds in de zin hadden kruisten zijn weg, vlak bij het kasteel. De Konte riep om hulp en die kwam. Juist toen de brug was opgehaald viel hij in zwijm -zonder te- kun nen vertellen waar de oude heer zat. De strenge huisknecht de Praam riep, dat meneer zich wel zou laten thuis brengen door een heerjager uit Rijssen. Wat deed hij bij nacht en ontij de deur uit. Maar ja wat wil men? De oude heer was zeer avontuurlijk aan gelegd. Maar om nu op de nachtelijke ge beurtenissen terug te komen. De jonker zat te wachten, het werd half een. Een uur, half twee. En toen kreeg de heer van de Grim berg het koud. De maan was om tien uur opgekomen en hij wist niet dat Mannes Ka rakas vijf sloten achter hem op een ver meende stroper zat te wachten. Plotseling zet te de oude jonker zijn driekanten steekhoed boven op de must, alle warmte hielp. Kara kas dacht de Gasterd denkt dat hij mij te slim af is hij zet een hoed op een stok en wil er van door. Karakas goed schutter, bedacht zich geen ogenblik legde aan, een schot klonk en de driekanten hoed fladderde over de wal. Help! kreet het angstig door het bos. Ik hoorde de stem van de oude heer. En het was net of ik door de grond zonk. Net op dat ogenblik kwam Janna op de proppen met haar ketel warme koffie. Heb je wat geraakt man? Ik ik weet het niet! Kreet Mannes. Ik zal gaan kijken riep Janna reso luut, nam het broodmes in de rechtervuist en liep naar de tweede sloot. Daar vond zij een ineengedoken man. Mankeert er wat an? informeerde zij, zon der vrees. Ik ben zo koud riep de man. Man nes kom eens hier! Hier is iets niet in orde. Mannes kwam en vond tot zijn grootste ver bazing zijn eigen landheer in de greppel liggen. Hoe kom je hier meneer? vroeg Mannes. En toen moest de jonker kleur bekennen. Hij had Mannes op de proef willen stellen. Kom mee gebood Janna je hebt daar de hele nacht gelegen en niemand kijkt naar je om ik heb lekkere warme koffie drink mee. Drie kommen hete koffie dronk de ba ron. En toen moest het echtpaar Karakas hem naar huis brengen. De baron rilde, maar toch had hij nog de moed om tussen Mannes en Janna naar huis te lopen. Op de Grimberg had men zich intussen ongerust gemaakt. Het hele personeel zocht naar de oude heer. Drie man waren naar Rijssen om de herber gen af te zoeken maar alles zat potdicht. De Konte was intussen weer bijgekomen en jam merde dat het zijn schuld was, wanneer de baron iets was overkomen. Moedeloos kwam het dienstvolk terug. Tot grote verbazing zat mijnheer in de pronkka mer bij het helder vlammend haardvuur en riep Karakas ik heb mij in jou vergist. Hindert niks meneer, vergissen is mense lijk. De baron beloofde Mannes een heel ho ge baan op de Grimberg en Janna ook. Ik moet naar huis riep Janna, de kindereu konden bang worden. Laat Mannes meegaan! Ik kan best alleen gaan riep Janna. Want ik heb het broodmes. De jonker beloofde veel. Maar hij was door de koude bevangen. Juist toen Mannes Karakas zo ver met zijn verhaal kwam Janna de Veerherberg binnen. Zij over zag het toneel bij 't haardvuur en de rode kop pen van de drank. En riep verontwaardigd schaam ie oew neet! Zoepers de jonker is dood. En zij pinkte een traan weg met haar schoeterd. Het was net of het onweer ingeslagen was. Het was ruim negen uur. Roelof met de hoorn begon dadelijk te blazen en de ratel volgde weldra. De belastingbeurder en het Kluntjen waren ietwat boven hun theewater. De „Süddeutsche Rundfunk" in Stuttgart heeft onlangs aangekondigd, dat 32 nieuwe hoorspelen voor de microfoon gebracht worden. Méér dan de helft daarvan is geschreven door auteurs, die zich nog nooit tevoren aan een hoorspel hebben gewaagd. Er zijn zo be kende en omstreden schrijvers bij als Na thalie Sarraute, Claude Simon en Michel Butor, de drie voornaamste vertegenwoor digers van de Franse nieuwe roman. Voorts zullen hoorspelen van Samuel Breckett, Jean Cau, Marguerite Duras, Marie-Luise Kasch- nitz, Frank O'Connor, Jacques Prévert, Ruth Rehmann James Saunders, Muriël Spark en Dieter Welershoff ten gehore gebracht wor den. Bij de Beierse Omroep in Miinchen werd een centraal voorlichtings- en documentatie- bureau voor Jeugdtelevisie opgebouwd. Om de twee jaar, voor het eerst in 1964, zal de „Prix Jeunesse" worden toegekend, waarvoor meerdere honderdduizenden DM ter beschik king staan. Deze prijs, die in verschillende prijzen onderverdeeld is, zal o.m. voor de beste informatieve film, de beste amuse mentsuitzending en voor een film, die de jeugd het meest aanspreekt, worden verleend. Er is al een begin gemaakt met de samen stelling van een televisie-bibliografie over al le geschriften die zich met jeugd-televisie bezighouden alsmede van alle onderwerpen, die tijdens jeugd- en educatieve televisieuit zendingen werden behandeld. In de docu- mentatie-afdeling zullen copiën van die uit zendingen uit de gehele wereld worden ver zameld en vertoond, die wegens het daarin behandelde onderwerp of de wijze van behan deling belangwekkend geacht kunnen worden. Over alle bestaande televisieprogramma's voor de jeugd zal een kartotheek bijgehouden worden; uitwisseling van programma's zal worden bevorderd en vergemakkelijkt. Alle Duitse omroepmaatschappijen in de deel staten bereiden zich op een derde televisie net voor. Dit zou door de studio's in de deel staten moeten worden verzorgd en dus even eens met de „Tweede Duitse Televisie" in Mainz gaan concurreren. De televisie van de deel staat Hessen, die in Frankfort zetelt, is al het verst gevorderd. De bedoeling is op 1 april a.s. te beginnen. Ook in München zijn de voorbereidingen voor een derde programma in volle gang. Keulen en Hamburg hebben soortgelijke plannen. Redactionele voorbereiding is echter niet vol doende. De Duitse bondsposterijen moet eerst nog de benodigde zenders bouwen, die dan ioor de omroepmaatschappijen gehuurd moe ten worden. Wie heimwee heeft naar verre landen, moet deze winter naar de bioscoop gaan. De Duitse filmindustrie schijnt grote verwachtingen te koesteren van de zucht naar avontuur van het publiek. Hiervan een paar voorbeelden: in het Amazone-gebied wordt van „Rubber", een film die in de dertiger jaren veel publiek trok, een nieuwe versie gemaakt, die dit Heer* „En eeuwig zwijgt" de Amazone-rivier" zal gaan heten. Naar het al vaker verfilmde boek van Edgar Wallace „Saunders of the river" wordt thans „Trommels des doods" in Zuid-Afrika gemaakt. De film „Rivierpi raten van de Mississippi" van Gerstacker wordt weliswaar niet in Amerika ter plaatse opgenomen, maar in Joegoslavië. Daar wordt ook - en wel in de bergen van Dalmatië - hard gewerkt aan „Winnetou", naar het ontsterfe- lijke epos van Karl May. Tenslotte zal O.W. Fischer de held zijn van het „Hete plavei sel in Casablanca". Een ander Duits film team, dat de geheimen van een spionage- centrale op het witte doek wil brengen, is daarentegen niet naar Tanger of Hongkong ge trokken, maar doodgewoon naar Zurich. Dat ligt tenminste in de buurt. We reizen in deze film per vliegtuig de we reld door, op zoek naar datgene, wat overal op aarde de mensen in de avonduren bezighoudt: amusement in alle vormen. En daarbij wordt de aandacht hoofdzakelijk geconcentreerd op de vele mooie vrouwen, die in de vele grote steden in theaters, cabarets, revues, nacht clubs een miljoenenpubliek bezighouden met hun schoonheden, charmes en vaardigheden. De camera dringt door in de geheimen van de nacht en werpt een nieuw licht op het le ven van de meisjes en vrouwen, die pas gaan slapen als de dag aanbreekt. Van de Can-Can in de Parijse Moulin Rouge en apachedansen op Montmartre, gaan we naar Mexico, waar de vurige Estrellita met haar orkest droeve en vrolijke liedjes zingt. Tokio begroet ons met een revue van louter vrouwen .ontelbaar vele en van Tokio zwerven we naar Hamburgse nachtclubs. De oersterke Ursus, trouw onderdaan van Ko ning Alteus van Licia, heeft enkele malen diens dochter, prinses Sira, ontmoet en beide jongemensen zijn zeer op elkaar gesteld, maar Ursus, 'n nederige landbouwer, die met zijn jongere broertje Darius een klein stuk grond bezit, beseft, dat hij nooit méér kan zijn dan een trouwe dienaar van zijn geliefde prinses. Op zekere dag passeert Sira met groot ge volg de woonplaats van Ursus. Zij roept Ursus bij zich en vertelt hem, dat zij op weg is naar Caria, om daar met de koning van dat land, Zagro, te trouwen. Daarna neemt zij afscheid van Ursus. Naar huis terugkerend hoort Ur sus geschreeuw en wapengekletter. Sira's kamp is door bandieten omsingeld en haar solda ten dreigen een nederlaag te zullen lijden. De tussenkomst van Ursus doet de strijd een wending nemen. De bandieten vluchten. Wel iswaar nemen zij kostbare buit mee, maar Sira blijft ongedeerd. Om haar veiligheid tij dens de verdere reis te verzekeren, besluit Ur sus haar verder te begeleiden en dat blijkt wel een goed idee, want de karavaan geraakt nog enkele malen in grote moeilijkheden o.a. bij het oversteken van een rivier met een pont, maar tenslotte wordt Caria toch bereikt. Aldus luidde de titel van de lezing, welke woensdagavond gehouden werd door de ac teur Dick Top, die o.a. verbonden is aan de toneelgroep „Ensemble". De heer Top, die sprak voor de Ned. Ver. van Huisvrouwen wist door zijn grote enthou siasme voor het toneel en alles wat daar mee samenhangt de dames voortdurend te boeien. „In ieder mens schuilt de toneelspe ler", aldus de heer Top. „Kijkt u maar eens om u heen. Zie het kind, dat zich onbespied weet, in zijn spel. De voorbeelden zijn legio in het gewone dagelijkse leven". Het is bekend dat reeds 2000 jaar v. chr. de En zij besloten in Rijssen de dood bekend te maken. Zij liepen slingerend over de straat en naar de schout. Schoute opstaan. Riepen zij de jonker van de Grimberg is dood. De schoutinne had een nukkige bui. Zij kon de slaap niet vatten. Woedend vloog zij uit het bed. Greep de waterpot rende er mee naar de deur deed open en smeet de inhoud in het gezicht der beide pierewaaiende mannen. Zij vroegen niet meer naar de schout en dropen af. De belastingbeurder de Flikkert kwam het eerst thuis. Hij had een nette en propere vrouw, die was nog met verstelwerk bezig. Zij keek op en zag meteen dat het nieuwe vest van haar man helemaal bruin was. Waar heb je gezeten? Smeerlap! Was het eerste wat zij riep. De jonker van de Grim berg is dood! riep de Flikkert met dubbel ge slagen tong! Was jij het maar! Lelijkerd kreet zijn vrouw. Laat zien! Kleed je uit! Nou dat was niet mooi meer. Hij had de volle laag gekregen en stonk als een varken. Spreek op waar ben je geweest? Bij het Veer Dat lieg je. Op het Veer zijn het fatsoenlijke mensen. De Flikkert wilde niet zeggen dat de schoutinne de po over hem had uitgestort. An ders was het met het Kluntjen, deze had nog juist de gooi weten te ontwijken. Janna Kara kas huilde. Het was zo mooi geweest. Haar man had een kei van een baan en nu stond alles op losse schroeven. Voorlopig ging alles echter door. Zoals het was. Mannes Karakas moest op verschillende adelijke huizen de dood bekend maken. En zo kwam hij ook op de Bellinkhof te Almelo. Daar moest hij vertellen van de kwaal die mijnheer de jonker had gehad. Wij selijk vertelde hij niet wat er was voorge vallen. Bij de vrijwrouwe van Almelo viel hij beter in de smaak. Zij nam hem terdege op de korrel. Zij had nog belangen in Rijssen en als het geviel dat hij ontslagen werd zou zij aan hem denken. Want hij was een zeer toonbaar man. Vandaar moest hij naar Boskenlagen Wat hij daar alzo beleegde hopen wij de volgende keer te vertellen. Wat Mannes daar meemaak te zou hij zijn leven lang niet vergeten. VAN COEVERDEN. Egyptenaren religieuze toneelspelen hadden, die in de Nijldelta werden opgevoerd. Nadat hij het ontstaan van het toneel uit voerig geschetst had, vertelde de heer Top over de acteur van nu. De opleiding aan de toneelschool, waarvan er 3 zijn in Nederland, duurt 3 jaar. Dat het beroep „acteur" nog ve len aanlokkelijk toe lijkt, blijkt wel uit het feit, dat er voor één der laatste cursussen aan de toneelschool te Amsterdam 1500 kandida ten waren. Hiervan mocht slechts een 50- tal toelatingsexamen doen, terwijl uiteindelijk 10 kandidaten werden toegelaten. De gang van zaken op de repetities, het rei zen in de provincie, de premières, etc., over al deze onderwerpen wist de heer Top zeer aan schouwelijk te vertellen. Na een demonstratie in het schminken wer den er nog enige fragmenten gespeeld, o.a. uit: De Onschuldigen, de Herbergierster en de Gijsbrecht. De presidente, mevr. Thomassen-Van de Wildt dankte tot slot de heer Top voor zijn voordracht. Zij sprak de hoop uit dat de aanwezigen in de toekomst met nog grotere belangstelling het gebeuren op toneelgebied zullen volgen. Advertentie 'iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiitiiiiMiiiiiiiuitiiiiiitiiiiiiiiiiMiuitiiiiiiiinaiiiiiii De actie van de Zweedse Staatskerk en de Zweedse vrije kerken om 'n volks- petitionnement te houden onder het ge- hele Zweedse volk, ten behoeve van de handhaving van het godsdienstonderwijs 1 in de bovenbouw van het voortgezet on- derwijs, mag geslaagd genoemd worden. Tot dusver hebben meer dan twee mil- joen Zweden boven de zestien jaar hun i handtekening gegeven ten behoeve van 1 1 het godsdienstonderwijs. Bij de aanvang der actie rekenden de optimisten met 1 een maximum van één miljoen handte- I keningen de pessimisten met zeshonderd- I duizend handtekeningen. De werkelijk- heid is totaal anders uitgevallen! In de tijd van twee maanden hebben 2 miljoen Zweden hun stem gegeven aan de op- f m roep der kerken. 5 Eén ding blijkt duidelijk: dat de be- langstelling in Zweden voor Kerk en Christendom veel groter is dan men ge- woonlijk aanneemt. s liiiiuiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiii»

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1964 | | pagina 5