Tophits van overa weer groot in geta uit de oude en de nieuwe wereld Pagina 6 Herinneringen aan Piaf Valente Silvester Drie dames Halliday Ifield Trini Sinatra Johnson Fats w Oscar Een van de belangrijkse factoren, die de gram mofoonplaat zo populair hebben gemaakt is, da; zij ons in staat stelt, de artistieke prestaties van beroemde artiesten nog lang nadat zij over het hoogtepunt van hun carrière heen zijn of zelfs na hun dood nog te beluisteren. Dat geldt niet alleen voor de grote sterren van de opera, die dank zij de verzameling van Leo Riemens ook voor gene raties, die na hen kwamen nog begrippen zijn, maar dat is evenzeer van toepassing op sterren en sterretjes van de lichte muze. Zo verschijnen er en kele jaren na de zo tragische dood van de jonge Buddy Holly nog steeds nieuwe platen van dit tieneridool, hetgeen te danken is aan het feit, dat zijn platenmaatschappij een groot aantal banden vooruit had laten opnemen. En nu is dan niet lang geleden een van de grootste figuren van het Franse chanson overleden. Edith Piaf, het door bet noodlot herhaaldelijk neergeslagen Parijse vrouwtje, dat over een onbegrijpelijke veerkracht beschikte en dat ondanks voldoende verdriet om ieder ander voor altijd te doen zwijgen, tot vlak voor haar verscheiden de wereld verraste met tel kens weer imponerende opnamen. Dank zij de plaat Edith Piaf heeft er gedurende haar car rière bijzonder veel gemaakt klinkt haar stem ook nog nadat zij zelf niet meer tot het rijk der levenden behoort. André Kostelanetz heeft in het Tecente verleden een bezoek aan ons land gebracht. Hij maakte een toernee door Europa in verband met een televisie-uitzending. Op het scherm dirigeerde hij namelijk werken van George Gershwinn. Aansluitend aan deze tournee zijn enkele nieuwe epetjes van deze grote in Rusland geboren, maar jong naar Amerika verhuisde com ponist-orkestleider uitgebracht. In totaal zijn meer dan 40.000.000 exemplaren van de Kostalanetz- langspelers verkocht. Dat zegt toch wel iets. De waarde van deze man is, dat hij „de kloof overbrugde tussen de mensen, die geloofden dat alles wat vrolijk klinkt geen muziek kan zijn en degenen, die dachten, dat muziek alleen ple zier isDe platen van deze in Amerika veelgeroemde dirigent, vermelden zowel populaire num mers als klassieke werken en wat daar tussen in ligt, zoals het War saw Concerto en de Rhapsody in Blue. El zijn reeds tal van herinnerings albums aangekondigd, maar ongetwij feld zal een van de belangrijkste zijn de 25 cm lp, die Columbia samenstel de van haar grootste succesnummers ..Je me souviens Edith Piat" (Co lumbia 33 HP 167) bevat zo wel on geveer alle toppers, die „de kleirn mus" beroemd maakte. En stukken uit alle perioden van haar zo vrucht bare artistieke loopbaan. Zo zijn ei het vermaarde „Les trois cloches' van de jaren, waarin ze met Les Com pagnons de la chansons vele tour nees maakte, „La vie en rose", dat ze met ongelooflijk succes in Ameri ka ten doop hield, haar wrang-vro lijke „La goualante du pauvre Jean" het grootste van alle successen „Mi- lord" en tot slot van deze grote tien haar vocale testament „Non, je ne regrette rien". Een hommage aan een vrouw, die ondanks haar eigen troos teloze bestaan onnoembaar velen ogenblikken van geluk verschaf te met de chansons, die ze zo met haar hele ziel zong. Een plaat, die men gerust een historisch document mag noemen. Een ster van bijna dezelfde al lure is hoewel de aard van haar artisticiteit een totaal ande re is als die van Piaf Caterina Valente. Ook zij heeft geen ge makkelijke jeugd gehad. Ook haar ouders waren rondtrekken de circusartiesten. En ook zij werd al als piepjong kind ge noodzaakt met zingen de kost te verdienen. Maar er is een levens groot verschil tussen deze beide vrouwen. Caterina Valente is als zangeres oneindig veel meer mans dan Edith Piaf; haar muzikaliteit en haar zangtechniek zijn veel groter. Maar zij mist die felle be wogenheid van de door het leven operette, van de rock and roll ei twist. Bijzonder geschikt is hij voo de plaat die Decca hem liet makei met twaalf grote songs uit de jarei sinds 1944: „The songs we shan't for get" (ACL 1144). Ouderen zullen me veel genoegen nog eens luisteren naai toppers van voorheen, zoals „Don' fence me in", „Tennessee Waltz" „Heart of my heart", ..Yellow rosi of Texas", „Mockin' bird hili" en „Sioux city sue". Misschien wat vial en met geen overvloed aan variatif in de arrangementen, maar met vak manschap gespeeld en gezongen er- prettig in het gehoor liggend. Zonder zang is Victor Silvestei groot geworden. Zijn activiteiten ir de platenstudio's strekken zich ui over vele jaren. Hij is waarschijnlijl een van de meest produktieve platen makers ter wereld. Er is nu weer eei nieuwe serie lamgspelers van zijl rallroom orkest gemaakt, die als tite meekreeg „Victor Silvester's Invita ion". Muziek als altijd in strik danstempo: knap uitgekiend arrange inenten, die naast het straffe ritm veel melodieuze vondsten verraden Want zo simpel als het lijkt is he niet: simpele muziek spelen, die nie! te indringend wordt omdat ze func tioneel moet blijven en die toch ook niet vervelend mag zijn. Het geheim van Silvester is, dat hij zijn eentonig heid altijd fris houdt. (Columbia 33SX 1480). EDITH PIAF JOHNNY HALLIDAY FRANK SINATRA en dochter. geslagen en door haar medemen sen vertrapte Franse collega. Bei den zingen ze, omdat ze het niet laten kunnen: uit pure hartstocht voor hun werk. Misscien was Caterina Valente puur artistiek gesproken wel de evenknie, van Piaf geworden. Maar daarvoor is het haar uiteraard in de betrekkelijke zin van het woord maatschappelijk te goed gegaan. Va lente is rijk en gelukkig. Het leven heeft haar heel veel goeds gebracht. Vandaar dat haar vroegere opnamen de liedjes uit haar beginperiode, zoals dat onvergetelijke liedje over de zwarte kindertjes gevoeliger waren. Wat overigens beslist niet weg neemt, dat deze grote zangeres met haar fabuleuze capaciteiten, ook nu nog elke song de juiste dosering van vrolijkheid, verdriet, melancholie of nostalgie weet mee te geven. Dat be wijst de langspeler, die ze heeft ge maakt in Amerika: „Souvenirs from USA" (Decca SLK 16252- P) waarop een dozijn Amerikaanse evergreens is opgenomen. „Funny Valentine", „Lo ve walked in" en „Cherokee" zijn voor ons de hoogtepunten. Jazz is wellicht een te groot woord voor deze opnamen, maar „jazzy" zijn ze wel. Met een formidabele techniek en een aangeboren gevoel voor het jazzi- diom. Kortom, een bijzondere Valen- te-schijf, die de vele fans van deze charmante vrouw eigenlijk een van de eerste Europese vocalisten, die in Amerika voet aan de grond kreeg veel plezier zal doen. nummers heel goed overweg kan. Zijn verloving met het tienerzangeresje Sylvia Vartan gevolgd door een belegering door beider fans be wees de geweldige, populariteit van dit Franse duo. Twee nieuwe lang- spelers voor de Nederlandse Halli- day-vrienden (en vooral vriendinnen- „Salut les copains" („copains" noemt Johnny zijn makkers, de tieners die om hem te horen zingen vele uren in de rij staan) bevat een tiental voor het merendeel wilde stukken in de twist stijl, maar ook enkele slow rocks en enkele bandjes uit de films „Les Parisiennes" en „Douce Violen ce" (Philips BL 77374). Johnny Halli- day no. 5 laat voornamelijk in het Frans vertaalde Amerikaanse tophits horen, zoals „Da dou ron ron" en „Sweet little sixteen". Allemaal be wijzen. waarom deze charmante, zo vriendelijk uitziende knaap zoveel jon gelui in zijn ban weet te krijgen. Vakwerk van de beste soort. Amerika mag dan al de bakermaten ret mekka van de moderne populaire nuziek zijn, tegenwoordig bereiken och steeds meer dienaren van de lichte muze uit het oude Europa de internationale top. Een van hen is Tohnny Halliday, de onstuimige Fransman, die de tieners uit de hele wereld met zijn opzwepende ritme aan zijn voeten weet te krijgen. Twintig is dit Franse tieneridool thans, dat niet alleen met heel wilde roek-num mers uit de band kan springen, maar dat ook getuige zijn „Tendres an- nées met langzame en melodieuze Met sneltreinvaart (honderd toeren per minuut) door de internationale platenproduktie. Met bovenaan het juweeltje van Esther en Abraham Ofarim: „One more dance", het vrij moedige liedje over de ziekt' man van de „zij" (Philips JF 329008). In de tweede plaats twee plaatjes van de verloofde van Rina Lodders, die nu wel een beetje extra aandacht verdient. Chubby Checker met een opgewekt versje over het meisje, waarvan hij zo houdt „Loddy lo Een fijn liedje, dat. we al kenden van The Brothers Four (Artone CP 26405) Twist and shout is een gewoon Chub by plaatje (CP 26402) Ook al een liefdesliedje van good old Dean Martin: .Corina", een ge zellig oud liedje (Reprise RR 27042). Meer ouds: de come back van Louis („Bueno sera") Prima met een oud succes, namelijk „Angelina" uit 1958 Toch wel prettig nog eens te horen. De tweede come back is van nie mand minder dan Kay Starr, een jaar of tien geleden helemaal aan de top met liedjes als „Wheel of fortu ne' Kay, met haar aan de blues ver wante stijl, is niets veranderd Ze zingt heel gevoelig het oude Ink Spott succes ..To each his own" 'Ca pitol P 5046). Een prachtige plaat van de pas overleden Dinah Washington: „What a difference a day made". Een ever green, bijzonder gevoelvol vertolkt door een van de grootste blueszange ressen die Amerika rijk was (Mercu ry 127113) Ook de jeugdige Bobby Rydell is in de geschiedenis teruggedoken. Zijn „Woodpecker Song" is niet meer of minder dan de overjarige „Donkey Serenade". Uit Bobby's mond fris, als was hij gisteren gemaakt, met een wat luidruchtige, maar grappige be geleiding (Cameo CP 26398). Een vrolijk plaatje is ook „Every body" van Tommy Roe, voor de TV als top gekozen en dat mocht van ons, want het is eens iets anders in het tie nergenre (Paramount AP 22162). Trini Lopez heeft ook al navolgers: Monty Babson debuteert met „C'est si bon" kennelijk geïnspireerd op Trini. Maar ondanks de „drive" toch veel minder amusant (Palette PB 40180). Ter afwisseling een opgewekt stuk je ouderwetse muziek „Charleston Cocktail" van het orkest van Johnny Milton. Juichende muziek, dus voor een feestje voor tieners over „gevor derde dansparen" (Artone RX 24058). Kans op een topplaats hebhe' The Essex met hun gemoedelijke „Wal kin' Miracle", dat de stem van Anita Humes weer, door drie stoere man- nestemmen op de achtergrond, goed laat uitkomen (Roulette RL 21179 Van de vele zanggroepjes, die te genwoordig een gooi doen naar de populariteit van de platenkopers ver dienen The Impressions zeker de aan dacht. Een met goed gecombineerde stemmen in de rhythme and blues stijl gezongen „It 's all right" (Pa ramount AP 22165). Merkwaardig, maar kennelijk bij de tieners wel in de smaak vallend is de close harmony van de Lady Birds in „I don't care anymore". Ons is het te luidruchtig (Palette PB 40174). Tony Bennet, sinds vele jaren een van de goede ballad-zangers, verras te aangenaam met het melodieuze „This is all I ask" (CBS 1263) „You can never stop loving you" is een variant op de bekende Ray- Charles song. Johnny Tillotson met zijn vriendelijke snuit tekende er voor. Geen wilde muziek, maar wel muzikaal gewild (Cadence 26228) Ten slotte nog een heel oudje, na melijk Frankie Laine, die er weer he lemaal in zit tegenwoordig. „My little one" is een soort wiegeliedje dat Frankie met veel gt >el zingt r de achterkant nog eens weer „Coo va- ter" (CBS 1167). K. E. Van Johnny Halliday naar Frank Ifield is maar één stap. Niet alleen omdat Johnny met zijn nieuwe film zich op het country and westernpad heeft begeven, dat in Europa immers steeds meer aanhangers vindt en dat in Ifield zo'n enthousiaste vertegen woordiger vindt, maar ook omdat Frank Ifield eveneens een Europeaan is. Hij werd 26 jaar geleden in Co ventry geboren, maar startte zijn mu zikale carrière in Australië, waarheen zijn ouders geëmigreerd waren. De tonge Frank beleeft veel plezier aan de vele C and W programmaatjes voor de Australische radio en zijn leraar een enthousiaste liefhebber van dit genre adviseerde hem, zijn geluk eens te beproeven op het grote toneel. Het succes kwam en Frank Ifield kreeg direct, toen de TV in Australië zijn intrede deed, een eigen programma. Hij stond aan de top in 1959, maar hij wilde nog meer en zijn eerzucht bracht hem terug naar Engeland, waar de showbusiness ho gere eisen stelt, maar ook meer kan sen biedt. En omdat hij aan die eisen voldeed, buitte Frank al die moge lijkheden uit. Hij is nu een van de topsterren in Engeland en zijn platen vinden alom in de wereld kopers Het liefst houdt Frank Ifield zich nog aan de cowboynummers, waarmee hij zijn carrière begon en waarin hij zo plezierig kan jodelen maar niettemin zingt hij ook graag goede „ballads" en zo nu en dan draait hij ook voor een swingende topper zijn hand niet om. „Bom free" is de ty perende naam voor deze langspeel plaat van deze ambitieuze, sportieve jonge knaap (Columbia 33 SX 1534) Men vindt er bekende cowboystuk ken op, zoals „Cold, cold heart" en „Half as much" van wijlen Hank Williams, „Riders in the sky", „Catt le Call" en „He'll have to go", volksliedjes als „Scarlet Ribbon" en popsongs als „Please" en „Funny how time slips away". Na dit Europese reveil van de lich te muziek terug naar Amerika, waar zo'n beetje wekelijks bijzondere pla ten van de persen komen. Zo een is bijvoorbeeld „3 Great girls", een ver zameling songs van de betere soort, gezongen door Ann Margret, Kitty Kallen en Delia Reese. (RCA LPM 2724). Wat ons het meest opviel waren de prachtige begeleidingen vooral van de orkesten van Glenn Osser en Ray Ellis, die des te mooier uitkwam door de opmerkelijke geluidskwaliteit van het (nieuwe) dynagroove opnamesy steem van RCA. Nog een opvallend aspect van deze plaat: drie meiskes met alledrie een grote persoonlijkheid, maar toch (of juist daardoor) alle drie zo totaal vér- schillend. Daar is in de eerste plaats de in Zweden geboren (maar als kind naar Amerika geëmigreerde) Ann j Margret, de verloofde van Elvis Pres- j ley, die heel zwoel, heel sexy, heel erg verliefd zingt met als beste pre statie „I'm in the mood for love" Kitty Kallen, het allerliefste vrouw-1 tje dat indertijd de wereld stormen derhand veroverde met haar „Little Things mean a lot" dwaalt bijna af tot sentimentaliteit, maar haar grote routine en scholing behoeden haar toch nog net voor afglijden. „Begin the Biguine" en Misty" zijn haar i beste bijdragen. Tenslotte de jonge, spontane Delia Reese, van oorsprong gospelzangeres, nu een hard wer kend artieste met een wat rauwer timbre, met de grootste persoonlijk heid. Voor ons de top van de drie, vooral dank zij haar „I get the blues when it rains". Midden in de roos mikt Trini Lopez, de jonge Mexicaanse Amerikaan, die met vrolijkheid en enthousiasme pro fiteert van de bekendheid, die „If I had a hammer" hem bracht. Als voca list heeft hij eigenlijk maar beperk te mogelijkheden, maar als showman is Trini Lopez onovertroffen. Zijn spontaneïteit brengt een dusdanige sfeer in de vermaarde club PJ's, dat de live opname daar de weerklank wel van moest geven. Amerikanen noemen een artiest als Trini Lopez een „performer". Opvallend is het gemak, waarmee hij het ene nummer laat volgen op het ander, soms van totaal andere sfeer, soms met de won derlijkste tempo en ritme wisselin gen. Vakwerk van de eerste orde. De ze „More Trini Lopez at PJ's" (Re prise 9434) met hoofdzakelijk beken de melodietjes, door Trini zelf uit stekend op de gitaar begeleid. Het draaiorgel is een geliefd instru ment in Nederland. Omdat het zo treffend de volksaard typeert. Het kan juichen met vrolijke trillers, ILSE STEVENSON Het zal niemand verwonderen, dat we de eretitel „plaat van de maand" bewaren voor de lp, die de grote Frank Sinatra aan zijn reeds lange reeks platen toevoegde: „AU Alone" Een andere Engelsman: Bryan Johnson, die zijn land in 1960 op hel Eurovisie Songfestival vertegenwoor digde met het vrolijke „Looking high", broer van de populaire Teddy Johnson, die met zijn echtgeno te Pearl Carr ook in ons land een po pulaire verschijning is. Bryan is eei typisch Engelse vocalist: een baritoi met een uitnemend geschoolde sten Als achtjarig knaapje zong hij in ee kerkkoor, later kreeg hij een gedege' toneelopleiding, maar keerde tod naar zijn oude liefde, de populaii song terug. Thans is hij een van Er gelands populairste zangers, dat w zeggen niet iemand als Cliff RWmart die alle tieners op z'n hand heel maar een man met ervaring en mi tientallen radio en TV uitzendingei die verantwoorde mtis mev smuziek brengt, meer naar de kant van de (Reprise R 1009). Het is telkens weer een belevenis te horen, met welk een eenvoudige middelen een man als Si natra van de eenvoudigste teksten een dramatische handeling weet te creëren. Zingen is veel meer dan het netjes laten horen van wat er staat in de tekst; dat leert Sinatra ons iede re keer opnieuw. Elk woord, iedere rustpauze krijgt een spanning, die juist doordat ze niet uitbundig op de luisteraar wordt overgebracht, maar ingehouden onder de oppervlakte blijft, zo'n onvergetelijke indruk maakt. Frank Sinatra heeft een prachtige stem, maar hij is daarnaast een zeer groot artiest, Hij is moeilijk, iedere Amerikaan kan dat vertellen, maar hij heeft als mens meer te bete kenen dan wie ook van zijn collega's. Voor deze plaat in onze ogen een van de toppunten van Sinatra's car rière koos Frank vijf stukken van Irving Berlin, waarvan vooral diens „IVhat'lI I do" prachtig reliëf krijgt. Trouwens alie elf composities zijn elf meesterstukjes, mede dank zij de grandioze backing van het strijk orkest van Gordon Jenkins. Geen wonder, dat Hugh Martin toen hij de ze versie van zijn heerlijke liedje „The girl next door" (het beste van de plaat) hoorde zei: 't is of ik het voor de allereerste keer hoorEn t is al een heel oud ding. Het is niet eerlijk, andere artiesten te vergelijken met Sinatra, die zo een zaam aan de top staat. Op hun gebied 'runnen ze ook groot zijn, zoals de ,'rappige, vrolijke dikkerd Fats Do- nino, die zijn klanten weer voorna melijk in de tienerskringen heeft. Fats heeft weer een langspeler gemaakt en wel „There comes" (Paramount MGAP 9433). Het zijn de levens vreugde, het vuur en het beweeglijke van Fats Domino, die hem zo popu lair maken. Bekende toppers als „There goes my heart again", „Red Sails in the sunset" en „I'm walking" krijgen gezelschap van nog tien mo gelijke toppers in de rhithme and blues stijl, happu music. maar het kan bovenal klaaglijk „we nen" met smartelijke uithalen. En dat laatste schijnt als men de platen- i industrie moet geloven vooral in de Nederlandse volksaard te liggen. Overigens overheerst de vrolijkheid op de „Schlager parade", die de Gro te Gavioli (een van onze fraaiste or gels) produceert (Artone MMDR '522). Een vrolijke, feestelijke lang speler dus en dat mag in ons land aan de balk. In het smartlappengenre heeft Gert 1 immermans veel bereikt, getuige zijn gouden plak voor de grijze ha ren, waarvoor hij zoveel eerbied heeft. Maar dat Timmremans als zan ger meer te betekenen heeft demon streert hij duidelijk op een knappe langspeler „Nimm deine Weisse Gi- tarre (CNR BLE 14304), waarop de Duitse nummers (vooral die bege leid worden door Addy Flor) veruit de beste zijn. De titelsong (naar Vera Lynn's aloude „Yours") is goed voor goud. Een honderd procent smartlap: „Ik ben de bink in iedere haven" van Frans van Schaik de zingende zwer ver. (Artone DR 25197) Moeders jon gen, die in de kroeg alles stuk slaat. Welaan, als het dan zo nodig moet, toe dan maar Een stukje vakkundig huilwerk van de Kilima Hawaiians „Mijn schim mel wacht in de hemel op mij" (Ar tone DR 25194). Het verhaal van het lege zadel omdat het paard plotseling de ogen heeft gesloten is eigenlijk een parodi op de smartlap. Goed gezon gen en gespeeld. „We maken nooit geen ruzie rpeer' zingen Paula Dennis en Sjakie Schramm. Maakten ze maar „nooit geen platen meer Dit boemboem gedoe is de naald niet waard. Dan was die „Tamourée" heel wat leuker (DR 25199). TRINI LOPEZ Ten slotte een nieuweling: Oscar irown jr. met ..Tells it like it is" CBS BPG 62174). Een opmerkelijk ian uit de Amerikaanse showbusiness 'en man, die geen populariteit zoekt, \aar die zingt omdat hij „iets te zeg en heeft". De moderne versie van de ude blueszanger Een man. die zijn |gen teksten schrijft en zijn eigen 'eer weet te creëren. Een unieke fi- Jur die het waard is, dat hij aan- ichtig wordt beluisterd. Op deze aat komen zijn veelzijdigheid en zijn ventieve geest volkomen tot hun cht. Een kennismaking die voor- i de liefhebbers van volksmuziek in le nieuwe vorm zal aanspreken. K. Elka. i „Z. Z. en de Maskers" ofwel het j vreemde groepje van Bob Bouber I maakte een alleraardigst instrumen- plaatje van „La Comparsa". I Veelbelovend (DR 25203) l Nog een instrumentaal schijfje en wel van De Strangers, die bekend werden van de platen van Hank Pe tersen. „Surfin' Strangers" klinkt goed (DR 25196). Weinig imponerend is het epetja van de Nederlandse versie van „Oli ver" met Johnny Kraaykamp. !,Pik inen „Blijf niet lang weg" van Johnny (DR 25206). Voor de jeugd een Ivanhoe-verhaal in het Nederlands, compleet met paardehoeven en wapengekletter en luidende klokken (DR 25179). Een van de vele Nederlanders, dia in het buitenland successen boeken zonder in ons eigen land bekend te zijn is de Limburger Tony Lang, die zijn platendebuut maakt met „Car- mencita' (Funckler DL 45092). Be slist geen uitschieter, maar beslist ook geen slecht plaatje. De begelei ding had veel beter gekund, maar dat is een Nederlandse plaat meestal eigen. Een echte smartlap is die van Sel- ma van Loggem, tot voor kort ano niem als de zingende tramconductri ce. Als het bekend maken van haar naam nu maar niet betekent, dat ze van de tram afgestapt is, want dan zouden we nog meer van die nasale huilebalk verhalen moeten aanhoren als „Een jaar zonder liefde" DR 25198 Wie Ilse Stevenson is, weten we niet, maar dat ze kan zingen bleek ons uit haar gedurfde en vrijmoedige ver tolking van het bekende „Jamba- laya een van de beste composities van Hank Williams. Ramblers pianist Charley Nederpelt tekende voor de bgeleiding van koor en orkest. Een opmerkelijk debuut van deze jonge dame, die even charmant zingt als ze er uit ziet. Laten we de Belgen ook maar on der de reeks Nederlandse plaatjes rangschikken. Voor de tieners Willy Williams een soort Will Tura met „Je liegt" en „Waar en wanneer". Een goede stem, bijzonder geschikt voor de Vlaamse liefdesliedjes. Zwijgen we over de teksten. (Funckler RX 21421) Tot slot een vrolijk plaatje van The Cousins „Hully gully boy" (Palette PB 40172). Aanbevolen.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1963 | | pagina 6