Tophits van overa
weer groot in geta
uit de oude en de nieuwe wereld
Pagina 6
Herinneringen
aan Piaf
Valente
Silvester
Drie dames
Halliday
Ifield
Trini
Sinatra
Johnson
Fats
w Oscar
Een van de belangrijkse factoren, die de gram
mofoonplaat zo populair hebben gemaakt is, da;
zij ons in staat stelt, de artistieke prestaties van
beroemde artiesten nog lang nadat zij over het
hoogtepunt van hun carrière heen zijn of zelfs na
hun dood nog te beluisteren. Dat geldt niet alleen
voor de grote sterren van de opera, die dank zij
de verzameling van Leo Riemens ook voor gene
raties, die na hen kwamen nog begrippen zijn,
maar dat is evenzeer van toepassing op sterren en
sterretjes van de lichte muze. Zo verschijnen er en
kele jaren na de zo tragische dood van de jonge
Buddy Holly nog steeds nieuwe platen van dit
tieneridool, hetgeen te danken is aan het feit, dat
zijn platenmaatschappij een groot aantal banden
vooruit had laten opnemen. En nu is dan niet
lang geleden een van de grootste figuren van het
Franse chanson overleden. Edith Piaf, het door
bet noodlot herhaaldelijk neergeslagen Parijse
vrouwtje, dat over een onbegrijpelijke veerkracht
beschikte en dat ondanks voldoende verdriet om
ieder ander voor altijd te doen zwijgen, tot vlak
voor haar verscheiden de wereld verraste met tel
kens weer imponerende opnamen. Dank zij de
plaat Edith Piaf heeft er gedurende haar car
rière bijzonder veel gemaakt klinkt haar stem
ook nog nadat zij zelf niet meer tot het rijk der
levenden behoort.
André Kostelanetz heeft in het
Tecente verleden een bezoek aan
ons land gebracht. Hij maakte een
toernee door Europa in verband
met een televisie-uitzending. Op
het scherm dirigeerde hij namelijk
werken van George Gershwinn.
Aansluitend aan deze tournee zijn
enkele nieuwe epetjes van deze
grote in Rusland geboren, maar
jong naar Amerika verhuisde com
ponist-orkestleider uitgebracht. In
totaal zijn meer dan 40.000.000
exemplaren van de Kostalanetz-
langspelers verkocht. Dat zegt toch
wel iets. De waarde van deze man
is, dat hij „de kloof overbrugde
tussen de mensen, die geloofden
dat alles wat vrolijk klinkt geen
muziek kan zijn en degenen, die
dachten, dat muziek alleen ple
zier isDe platen van deze
in Amerika veelgeroemde dirigent,
vermelden zowel populaire num
mers als klassieke werken en wat
daar tussen in ligt, zoals het War
saw Concerto en de Rhapsody in
Blue.
El zijn reeds tal van herinnerings
albums aangekondigd, maar ongetwij
feld zal een van de belangrijkste zijn
de 25 cm lp, die Columbia samenstel
de van haar grootste succesnummers
..Je me souviens Edith Piat" (Co
lumbia 33 HP 167) bevat zo wel on
geveer alle toppers, die „de kleirn
mus" beroemd maakte. En stukken
uit alle perioden van haar zo vrucht
bare artistieke loopbaan. Zo zijn ei
het vermaarde „Les trois cloches'
van de jaren, waarin ze met Les Com
pagnons de la chansons vele tour
nees maakte, „La vie en rose", dat
ze met ongelooflijk succes in Ameri
ka ten doop hield, haar wrang-vro
lijke „La goualante du pauvre Jean"
het grootste van alle successen „Mi-
lord" en tot slot van deze grote tien
haar vocale testament „Non, je ne
regrette rien". Een hommage aan een
vrouw, die ondanks haar eigen troos
teloze bestaan onnoembaar velen
ogenblikken van geluk verschaf
te met de chansons, die ze zo met
haar hele ziel zong. Een plaat, die
men gerust een historisch document
mag noemen.
Een ster van bijna dezelfde al
lure is hoewel de aard van
haar artisticiteit een totaal ande
re is als die van Piaf Caterina
Valente. Ook zij heeft geen ge
makkelijke jeugd gehad. Ook
haar ouders waren rondtrekken
de circusartiesten. En ook zij
werd al als piepjong kind ge
noodzaakt met zingen de kost te
verdienen. Maar er is een levens
groot verschil tussen deze beide
vrouwen. Caterina Valente is als
zangeres oneindig veel meer mans
dan Edith Piaf; haar muzikaliteit
en haar zangtechniek zijn veel
groter. Maar zij mist die felle be
wogenheid van de door het leven
operette, van de rock and roll ei
twist. Bijzonder geschikt is hij voo
de plaat die Decca hem liet makei
met twaalf grote songs uit de jarei
sinds 1944: „The songs we shan't for
get" (ACL 1144). Ouderen zullen me
veel genoegen nog eens luisteren naai
toppers van voorheen, zoals „Don'
fence me in", „Tennessee Waltz"
„Heart of my heart", ..Yellow rosi
of Texas", „Mockin' bird hili" en
„Sioux city sue". Misschien wat vial
en met geen overvloed aan variatif
in de arrangementen, maar met vak
manschap gespeeld en gezongen er-
prettig in het gehoor liggend.
Zonder zang is Victor Silvestei
groot geworden. Zijn activiteiten ir
de platenstudio's strekken zich ui
over vele jaren. Hij is waarschijnlijl
een van de meest produktieve platen
makers ter wereld. Er is nu weer eei
nieuwe serie lamgspelers van zijl
rallroom orkest gemaakt, die als tite
meekreeg „Victor Silvester's Invita
ion". Muziek als altijd in strik
danstempo: knap uitgekiend arrange
inenten, die naast het straffe ritm
veel melodieuze vondsten verraden
Want zo simpel als het lijkt is he
niet: simpele muziek spelen, die nie!
te indringend wordt omdat ze func
tioneel moet blijven en die toch ook
niet vervelend mag zijn. Het geheim
van Silvester is, dat hij zijn eentonig
heid altijd fris houdt. (Columbia 33SX
1480).
EDITH PIAF
JOHNNY HALLIDAY
FRANK SINATRA en dochter.
geslagen en door haar medemen
sen vertrapte Franse collega. Bei
den zingen ze, omdat ze het niet
laten kunnen: uit pure hartstocht
voor hun werk.
Misscien was Caterina Valente
puur artistiek gesproken wel de
evenknie, van Piaf geworden. Maar
daarvoor is het haar uiteraard in
de betrekkelijke zin van het woord
maatschappelijk te goed gegaan. Va
lente is rijk en gelukkig. Het leven
heeft haar heel veel goeds gebracht.
Vandaar dat haar vroegere opnamen
de liedjes uit haar beginperiode,
zoals dat onvergetelijke liedje over
de zwarte kindertjes gevoeliger
waren. Wat overigens beslist niet weg
neemt, dat deze grote zangeres met
haar fabuleuze capaciteiten, ook nu
nog elke song de juiste dosering van
vrolijkheid, verdriet, melancholie of
nostalgie weet mee te geven. Dat be
wijst de langspeler, die ze heeft ge
maakt in Amerika: „Souvenirs from
USA" (Decca SLK 16252- P) waarop
een dozijn Amerikaanse evergreens is
opgenomen. „Funny Valentine", „Lo
ve walked in" en „Cherokee" zijn
voor ons de hoogtepunten. Jazz is
wellicht een te groot woord voor deze
opnamen, maar „jazzy" zijn ze wel.
Met een formidabele techniek en een
aangeboren gevoel voor het jazzi-
diom. Kortom, een bijzondere Valen-
te-schijf, die de vele fans van deze
charmante vrouw eigenlijk een van
de eerste Europese vocalisten, die in
Amerika voet aan de grond kreeg
veel plezier zal doen.
nummers heel goed overweg kan. Zijn
verloving met het tienerzangeresje
Sylvia Vartan gevolgd door een
belegering door beider fans be
wees de geweldige, populariteit van
dit Franse duo. Twee nieuwe lang-
spelers voor de Nederlandse Halli-
day-vrienden (en vooral vriendinnen-
„Salut les copains" („copains" noemt
Johnny zijn makkers, de tieners die
om hem te horen zingen vele uren
in de rij staan) bevat een tiental voor
het merendeel wilde stukken in de
twist stijl, maar ook enkele slow
rocks en enkele bandjes uit de films
„Les Parisiennes" en „Douce Violen
ce" (Philips BL 77374). Johnny Halli-
day no. 5 laat voornamelijk in het
Frans vertaalde Amerikaanse tophits
horen, zoals „Da dou ron ron" en
„Sweet little sixteen". Allemaal be
wijzen. waarom deze charmante, zo
vriendelijk uitziende knaap zoveel jon
gelui in zijn ban weet te krijgen.
Vakwerk van de beste soort.
Amerika mag dan al de bakermaten
ret mekka van de moderne populaire
nuziek zijn, tegenwoordig bereiken
och steeds meer dienaren van de
lichte muze uit het oude Europa de
internationale top. Een van hen is
Tohnny Halliday, de onstuimige
Fransman, die de tieners uit de hele
wereld met zijn opzwepende ritme aan
zijn voeten weet te krijgen. Twintig
is dit Franse tieneridool thans, dat
niet alleen met heel wilde roek-num
mers uit de band kan springen, maar
dat ook getuige zijn „Tendres an-
nées met langzame en melodieuze
Met sneltreinvaart (honderd toeren
per minuut) door de internationale
platenproduktie. Met bovenaan het
juweeltje van Esther en Abraham
Ofarim: „One more dance", het vrij
moedige liedje over de ziekt' man van
de „zij" (Philips JF 329008).
In de tweede plaats twee plaatjes
van de verloofde van Rina Lodders,
die nu wel een beetje extra aandacht
verdient. Chubby Checker met een
opgewekt versje over het meisje,
waarvan hij zo houdt „Loddy lo
Een fijn liedje, dat. we al kenden van
The Brothers Four (Artone CP 26405)
Twist and shout is een gewoon Chub
by plaatje (CP 26402)
Ook al een liefdesliedje van good
old Dean Martin: .Corina", een ge
zellig oud liedje (Reprise RR 27042).
Meer ouds: de come back van Louis
(„Bueno sera") Prima met een oud
succes, namelijk „Angelina" uit 1958
Toch wel prettig nog eens te horen.
De tweede come back is van nie
mand minder dan Kay Starr, een
jaar of tien geleden helemaal aan de
top met liedjes als „Wheel of fortu
ne' Kay, met haar aan de blues ver
wante stijl, is niets veranderd Ze
zingt heel gevoelig het oude Ink
Spott succes ..To each his own" 'Ca
pitol P 5046).
Een prachtige plaat van de pas
overleden Dinah Washington: „What
a difference a day made". Een ever
green, bijzonder gevoelvol vertolkt
door een van de grootste blueszange
ressen die Amerika rijk was (Mercu
ry 127113)
Ook de jeugdige Bobby Rydell is
in de geschiedenis teruggedoken. Zijn
„Woodpecker Song" is niet meer of
minder dan de overjarige „Donkey
Serenade". Uit Bobby's mond fris,
als was hij gisteren gemaakt, met een
wat luidruchtige, maar grappige be
geleiding (Cameo CP 26398).
Een vrolijk plaatje is ook „Every
body" van Tommy Roe, voor de TV
als top gekozen en dat mocht van ons,
want het is eens iets anders in het tie
nergenre (Paramount AP 22162).
Trini Lopez heeft ook al navolgers:
Monty Babson debuteert met „C'est
si bon" kennelijk geïnspireerd op
Trini. Maar ondanks de „drive" toch
veel minder amusant (Palette PB
40180).
Ter afwisseling een opgewekt stuk
je ouderwetse muziek „Charleston
Cocktail" van het orkest van Johnny
Milton. Juichende muziek, dus voor
een feestje voor tieners over „gevor
derde dansparen" (Artone RX
24058).
Kans op een topplaats hebhe' The
Essex met hun gemoedelijke „Wal
kin' Miracle", dat de stem van Anita
Humes weer, door drie stoere man-
nestemmen op de achtergrond, goed
laat uitkomen (Roulette RL 21179
Van de vele zanggroepjes, die te
genwoordig een gooi doen naar de
populariteit van de platenkopers ver
dienen The Impressions zeker de aan
dacht. Een met goed gecombineerde
stemmen in de rhythme and blues
stijl gezongen „It 's all right" (Pa
ramount AP 22165).
Merkwaardig, maar kennelijk bij
de tieners wel in de smaak vallend is
de close harmony van de Lady Birds
in „I don't care anymore". Ons is
het te luidruchtig (Palette PB 40174).
Tony Bennet, sinds vele jaren een
van de goede ballad-zangers, verras
te aangenaam met het melodieuze
„This is all I ask" (CBS 1263)
„You can never stop loving you"
is een variant op de bekende Ray-
Charles song. Johnny Tillotson met
zijn vriendelijke snuit tekende er
voor. Geen wilde muziek, maar wel
muzikaal gewild (Cadence 26228)
Ten slotte nog een heel oudje, na
melijk Frankie Laine, die er weer he
lemaal in zit tegenwoordig. „My little
one" is een soort wiegeliedje dat
Frankie met veel gt >el zingt r de
achterkant nog eens weer „Coo va-
ter" (CBS 1167). K. E.
Van Johnny Halliday naar Frank
Ifield is maar één stap. Niet alleen
omdat Johnny met zijn nieuwe film
zich op het country and westernpad
heeft begeven, dat in Europa immers
steeds meer aanhangers vindt en dat
in Ifield zo'n enthousiaste vertegen
woordiger vindt, maar ook omdat
Frank Ifield eveneens een Europeaan
is. Hij werd 26 jaar geleden in Co
ventry geboren, maar startte zijn mu
zikale carrière in Australië, waarheen
zijn ouders geëmigreerd waren. De
tonge Frank beleeft veel plezier aan
de vele C and W programmaatjes
voor de Australische radio en zijn
leraar een enthousiaste liefhebber
van dit genre adviseerde hem, zijn
geluk eens te beproeven op het grote
toneel. Het succes kwam en Frank
Ifield kreeg direct, toen de TV in
Australië zijn intrede deed, een eigen
programma. Hij stond aan de top in
1959, maar hij wilde nog meer en
zijn eerzucht bracht hem terug naar
Engeland, waar de showbusiness ho
gere eisen stelt, maar ook meer kan
sen biedt. En omdat hij aan die eisen
voldeed, buitte Frank al die moge
lijkheden uit. Hij is nu een van de
topsterren in Engeland en zijn platen
vinden alom in de wereld kopers
Het liefst houdt Frank Ifield zich nog
aan de cowboynummers, waarmee
hij zijn carrière begon en waarin
hij zo plezierig kan jodelen maar
niettemin zingt hij ook graag goede
„ballads" en zo nu en dan draait hij
ook voor een swingende topper zijn
hand niet om. „Bom free" is de ty
perende naam voor deze langspeel
plaat van deze ambitieuze, sportieve
jonge knaap (Columbia 33 SX 1534)
Men vindt er bekende cowboystuk
ken op, zoals „Cold, cold heart" en
„Half as much" van wijlen Hank
Williams, „Riders in the sky", „Catt
le Call" en „He'll have to go",
volksliedjes als „Scarlet Ribbon" en
popsongs als „Please" en „Funny how
time slips away".
Na dit Europese reveil van de lich
te muziek terug naar Amerika, waar
zo'n beetje wekelijks bijzondere pla
ten van de persen komen. Zo een is
bijvoorbeeld „3 Great girls", een ver
zameling songs van de betere soort,
gezongen door Ann Margret, Kitty
Kallen en Delia Reese. (RCA LPM
2724). Wat ons het meest opviel waren
de prachtige begeleidingen vooral van
de orkesten van Glenn Osser en Ray
Ellis, die des te mooier uitkwam door
de opmerkelijke geluidskwaliteit van
het (nieuwe) dynagroove opnamesy
steem van RCA.
Nog een opvallend aspect van deze
plaat: drie meiskes met alledrie een
grote persoonlijkheid, maar toch (of
juist daardoor) alle drie zo totaal vér-
schillend. Daar is in de eerste plaats
de in Zweden geboren (maar als kind
naar Amerika geëmigreerde) Ann j
Margret, de verloofde van Elvis Pres- j
ley, die heel zwoel, heel sexy, heel
erg verliefd zingt met als beste pre
statie „I'm in the mood for love"
Kitty Kallen, het allerliefste vrouw-1
tje dat indertijd de wereld stormen
derhand veroverde met haar „Little
Things mean a lot" dwaalt bijna af
tot sentimentaliteit, maar haar grote
routine en scholing behoeden haar
toch nog net voor afglijden. „Begin
the Biguine" en Misty" zijn haar i
beste bijdragen. Tenslotte de jonge,
spontane Delia Reese, van oorsprong
gospelzangeres, nu een hard wer
kend artieste met een wat rauwer
timbre, met de grootste persoonlijk
heid. Voor ons de top van de drie,
vooral dank zij haar „I get the blues
when it rains".
Midden in de roos mikt Trini Lopez,
de jonge Mexicaanse Amerikaan, die
met vrolijkheid en enthousiasme pro
fiteert van de bekendheid, die „If I
had a hammer" hem bracht. Als voca
list heeft hij eigenlijk maar beperk
te mogelijkheden, maar als showman
is Trini Lopez onovertroffen. Zijn
spontaneïteit brengt een dusdanige
sfeer in de vermaarde club PJ's, dat
de live opname daar de weerklank
wel van moest geven. Amerikanen
noemen een artiest als Trini Lopez
een „performer". Opvallend is het
gemak, waarmee hij het ene nummer
laat volgen op het ander, soms van
totaal andere sfeer, soms met de won
derlijkste tempo en ritme wisselin
gen. Vakwerk van de eerste orde. De
ze „More Trini Lopez at PJ's" (Re
prise 9434) met hoofdzakelijk beken
de melodietjes, door Trini zelf uit
stekend op de gitaar begeleid.
Het draaiorgel is een geliefd instru
ment in Nederland. Omdat het zo
treffend de volksaard typeert. Het
kan juichen met vrolijke trillers,
ILSE STEVENSON
Het zal niemand verwonderen, dat
we de eretitel „plaat van de maand"
bewaren voor de lp, die de grote
Frank Sinatra aan zijn reeds lange
reeks platen toevoegde: „AU Alone"
Een andere Engelsman: Bryan
Johnson, die zijn land in 1960 op hel
Eurovisie Songfestival vertegenwoor
digde met het vrolijke „Looking
high", broer van de populaire Teddy
Johnson, die met zijn echtgeno
te Pearl Carr ook in ons land een po
pulaire verschijning is. Bryan is eei
typisch Engelse vocalist: een baritoi
met een uitnemend geschoolde sten
Als achtjarig knaapje zong hij in ee
kerkkoor, later kreeg hij een gedege'
toneelopleiding, maar keerde tod
naar zijn oude liefde, de populaii
song terug. Thans is hij een van Er
gelands populairste zangers, dat w
zeggen niet iemand als Cliff RWmart
die alle tieners op z'n hand heel
maar een man met ervaring en mi
tientallen radio en TV uitzendingei
die verantwoorde mtis mev smuziek
brengt, meer naar de kant van de
(Reprise R 1009). Het is telkens weer
een belevenis te horen, met welk een
eenvoudige middelen een man als Si
natra van de eenvoudigste teksten
een dramatische handeling weet te
creëren. Zingen is veel meer dan het
netjes laten horen van wat er staat
in de tekst; dat leert Sinatra ons iede
re keer opnieuw. Elk woord, iedere
rustpauze krijgt een spanning, die
juist doordat ze niet uitbundig op de
luisteraar wordt overgebracht, maar
ingehouden onder de oppervlakte
blijft, zo'n onvergetelijke indruk
maakt. Frank Sinatra heeft een
prachtige stem, maar hij is daarnaast
een zeer groot artiest, Hij is moeilijk,
iedere Amerikaan kan dat vertellen,
maar hij heeft als mens meer te bete
kenen dan wie ook van zijn collega's.
Voor deze plaat in onze ogen een
van de toppunten van Sinatra's car
rière koos Frank vijf stukken van
Irving Berlin, waarvan vooral diens
„IVhat'lI I do" prachtig reliëf
krijgt. Trouwens alie elf composities
zijn elf meesterstukjes, mede dank zij
de grandioze backing van het strijk
orkest van Gordon Jenkins. Geen
wonder, dat Hugh Martin toen hij de
ze versie van zijn heerlijke liedje
„The girl next door" (het beste van
de plaat) hoorde zei: 't is of ik het
voor de allereerste keer hoorEn
t is al een heel oud ding.
Het is niet eerlijk, andere artiesten
te vergelijken met Sinatra, die zo een
zaam aan de top staat. Op hun gebied
'runnen ze ook groot zijn, zoals de
,'rappige, vrolijke dikkerd Fats Do-
nino, die zijn klanten weer voorna
melijk in de tienerskringen heeft. Fats
heeft weer een langspeler gemaakt en
wel „There comes" (Paramount
MGAP 9433). Het zijn de levens
vreugde, het vuur en het beweeglijke
van Fats Domino, die hem zo popu
lair maken. Bekende toppers als
„There goes my heart again", „Red
Sails in the sunset" en „I'm walking"
krijgen gezelschap van nog tien mo
gelijke toppers in de rhithme and
blues stijl, happu music.
maar het kan bovenal klaaglijk „we
nen" met smartelijke uithalen. En dat
laatste schijnt als men de platen-
i industrie moet geloven vooral in
de Nederlandse volksaard te liggen.
Overigens overheerst de vrolijkheid
op de „Schlager parade", die de Gro
te Gavioli (een van onze fraaiste or
gels) produceert (Artone MMDR
'522). Een vrolijke, feestelijke lang
speler dus en dat mag in ons land
aan de balk.
In het smartlappengenre heeft Gert
1 immermans veel bereikt, getuige
zijn gouden plak voor de grijze ha
ren, waarvoor hij zoveel eerbied
heeft. Maar dat Timmremans als zan
ger meer te betekenen heeft demon
streert hij duidelijk op een knappe
langspeler „Nimm deine Weisse Gi-
tarre (CNR BLE 14304), waarop de
Duitse nummers (vooral die bege
leid worden door Addy Flor) veruit
de beste zijn. De titelsong (naar Vera
Lynn's aloude „Yours") is goed voor
goud.
Een honderd procent smartlap: „Ik
ben de bink in iedere haven" van
Frans van Schaik de zingende zwer
ver. (Artone DR 25197) Moeders jon
gen, die in de kroeg alles stuk slaat.
Welaan, als het dan zo nodig moet,
toe dan maar
Een stukje vakkundig huilwerk van
de Kilima Hawaiians „Mijn schim
mel wacht in de hemel op mij" (Ar
tone DR 25194). Het verhaal van het
lege zadel omdat het paard plotseling
de ogen heeft gesloten is eigenlijk een
parodi op de smartlap. Goed gezon
gen en gespeeld.
„We maken nooit geen ruzie rpeer'
zingen Paula Dennis en Sjakie
Schramm. Maakten ze maar „nooit
geen platen meer Dit boemboem
gedoe is de naald niet waard. Dan
was die „Tamourée" heel wat leuker
(DR 25199).
TRINI LOPEZ
Ten slotte een nieuweling: Oscar
irown jr. met ..Tells it like it is"
CBS BPG 62174). Een opmerkelijk
ian uit de Amerikaanse showbusiness
'en man, die geen populariteit zoekt,
\aar die zingt omdat hij „iets te zeg
en heeft". De moderne versie van de
ude blueszanger Een man. die zijn
|gen teksten schrijft en zijn eigen
'eer weet te creëren. Een unieke fi-
Jur die het waard is, dat hij aan-
ichtig wordt beluisterd. Op deze
aat komen zijn veelzijdigheid en zijn
ventieve geest volkomen tot hun
cht. Een kennismaking die voor-
i de liefhebbers van volksmuziek in
le nieuwe vorm zal aanspreken.
K. Elka.
i „Z. Z. en de Maskers" ofwel het
j vreemde groepje van Bob Bouber
I maakte een alleraardigst instrumen-
plaatje van „La Comparsa".
I Veelbelovend (DR 25203)
l Nog een instrumentaal schijfje en
wel van De Strangers, die bekend
werden van de platen van Hank Pe
tersen. „Surfin' Strangers" klinkt
goed (DR 25196).
Weinig imponerend is het epetja
van de Nederlandse versie van „Oli
ver" met Johnny Kraaykamp. !,Pik
inen „Blijf niet lang weg" van
Johnny (DR 25206).
Voor de jeugd een Ivanhoe-verhaal
in het Nederlands, compleet met
paardehoeven en wapengekletter en
luidende klokken (DR 25179).
Een van de vele Nederlanders, dia
in het buitenland successen boeken
zonder in ons eigen land bekend te
zijn is de Limburger Tony Lang, die
zijn platendebuut maakt met „Car-
mencita' (Funckler DL 45092). Be
slist geen uitschieter, maar beslist
ook geen slecht plaatje. De begelei
ding had veel beter gekund, maar dat
is een Nederlandse plaat meestal
eigen.
Een echte smartlap is die van Sel-
ma van Loggem, tot voor kort ano
niem als de zingende tramconductri
ce. Als het bekend maken van haar
naam nu maar niet betekent, dat ze
van de tram afgestapt is, want dan
zouden we nog meer van die nasale
huilebalk verhalen moeten aanhoren
als „Een jaar zonder liefde" DR
25198
Wie Ilse Stevenson is, weten we
niet, maar dat ze kan zingen bleek ons
uit haar gedurfde en vrijmoedige ver
tolking van het bekende „Jamba-
laya een van de beste composities
van Hank Williams. Ramblers pianist
Charley Nederpelt tekende voor de
bgeleiding van koor en orkest. Een
opmerkelijk debuut van deze jonge
dame, die even charmant zingt als
ze er uit ziet.
Laten we de Belgen ook maar on
der de reeks Nederlandse plaatjes
rangschikken. Voor de tieners Willy
Williams een soort Will Tura met „Je
liegt" en „Waar en wanneer". Een
goede stem, bijzonder geschikt voor
de Vlaamse liefdesliedjes. Zwijgen we
over de teksten. (Funckler RX 21421)
Tot slot een vrolijk plaatje van The
Cousins „Hully gully boy" (Palette
PB 40172). Aanbevolen.