Diamanten huwelijksfeest PIEPKESDIKA EN HAAR HUISHOUDING Ro^Dampo FILMN1EUWS Jaarvergadering Pluimvee- en Konijnenfokkersvereniging Jaarvergadering ii ijs,sens Mannenkoor Bronchi letten Huid-handen-lippen Vrijdag 1 februari 1963 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 2 Verg. kanarievereniging ruw of schraal? PUROL Vrijdag en zaterdag: Blonde meisje v. Havanna Huldiging van de heer H. Meijerink Gevonden voorwerpen Woensdag: Een echte Parisienne F..H.B.O.-NIEUWS Met grote dankbaarheid herdacht het echt paar J. A. Dommerholt-Vlogtman wonende in de Zuiderstraat de dag waarop het 60 .jaar was geleden, dat zij „in het huwelijks bootje" stapten. Glunderend kijken de oudjes elkaar aan, als er over de dag van donderdag wordt Ja het is een hele tijd 60 jaar. En dat zij dit bijzondere huwelijksjubileum mocht her denken stemt hen beiden en natuurlijk ook kinderen klein- en achterkleinkinderen tot grote dankbaarheid. De fraaie ingelijste gedenkplaat, die het diamanten bruidspaar bij hun 25-jarige hu welijksfeest werd aangeboden, hangt nu al 25 jaar aan de wand van het propere kamer tje in de woning van de Zuiderstraat, waar het echtpaar Dommerholt al 42 jaar heeft gewoond. Het bejaarde echtpaar, beiden nog zeer helder van geest, mag zich nog verheugen in een redelijk goede gezondheid, al is het jam mer, dat de 83-jarige vrouw onlangs een val maakte, waarbij zij letsel aan haar arm op liep, hetgeen haar ernstig hindert bij haar noodzakelijke dagelijkse werkzaamheden. Hulpvaardige handen van familieleden la ten de gemoedelijke oudjes echter niet in de steek en met het optimisme dat haar hele leven heeft gekenmerkt, aanvaardt ze de narigheid gelaten. Hoopt de diamanten bruid dit jaar haar 84 ste verjaardag te vieren de heer Dom merholt is in zijn 88ste. Beiden zijn in Holten geboren, maar kwa men reeds als kind naar Rijssen. Als er „kuijervolk" is en dat gebeurt nogal eens, vertellen de oudjes gaarne van „vrooger", waarbij zij elkaar graag aanvullen. Wat de een niet zo goed meer weet, weet de ander nog maar al te goed. Een tijdperk van 60 jaar hebben ze lief en leed met elkaar ge deeld, en dat er dan veel te vertellen valt spreekt vanzelf. Mevr. Dommerholt herin nert zich, dat ze, toen ze 12 jaar was, naar de jutefabriek van ter Horst en Co. is ge gaan en de heei Dommerholt was 18, toen hij hier werk vond. Er moesten lange uren wor den gemaakt, en de verdiensten waren niet zo groot. „Och ja, wiej wussen neet aans" zo reageren ze beiden. Beiden hebben een werkzaam leven achter de rug. Toen we ge trouwd waren ging ik ook nog naar 'n stoom en later heb ik ook thuis zakken genaaid en dat vult mevr. Dommerholt aan, terwijl er nog geen „stofzuurgers" waren. De heer Dom merholt heeft 5 jaar gewerkt in Ahaus. In 1907 raakte ik zonder werk vertelt hij en toen was er „aower 'n streep" wat te verdienen. Wat doe je dan. Twee jaar is hij forens geweest. Om de 3 a 4 weken ging ik naar Rijssen. Met 'n locaalspoor van Ahaus naar Enschede, en van Enschede naar Rijssen lopen. Als je dan thuis kwam was je het wel „zat". „Daor mo'j non umme kom'n" lacht Dommerholt. De Eerste Rijssense Kanarievereniging heeft een gunstig jaar achter de rug, zo constateerde secretaris F. Spenkelink in de jaarvergadering, die in café 'n Hook werd gehouden. Uit het verslag over de gehouden tentoon stelling bleek, dat de kwaliteit van de ge kweekte vogels op zeer behoorlijk peil stond, vooral betreffende de kleurvogels en de Harzers. De waterslagers werden door de keurmeesters enigszins minder goed beoor deeld, waarvoor bepaalde oorzaken aanwijs baar zijn. De bestuursleden de heren M. Dannenberg en F. Spenkelink werden herkozen, terwijl in plaats van de heer J. Schulenburg (voor zitter) die zich niet herkiesbaar had gesteld, werd gekozen de heer B. Sikkelbein. Het bestuur werd aangevuld met 1 lid, waartoe gekozen werd de heer J. Schutten. Na twee jaar in kost te zijn geweest in Ahaus, besloot men in Ahaus te gaan wo nen. Maar Dommerholt's vrouw bekent het eerlijk. „Ik hebbe'daor dree jaor met ver- dreet e'woont". In Riessen was 't ook ginnen vetpot, mear daor in Duutslaand mog ik neet wean. De heer Dommerholt is mede oprichter geweest van de muziekvereniging Wilhelmi- na. Van de andere oprichters is er niemand meer in leven. In de muziek heeft de 88-jarige zijn hele leven veel vreugde gevonden. Met muziek ko'j de zin'n nog ees verzet'n zegt hij. De muziekvereniging Wilhelmina werd op gericht in 1898. Bij de feestelijkheden rond de kroning van Koningin Wilhelmina, was hier een muziekkorps van de cavalerie uit Deventer. Toen kwam bij ons de gedachte op, dat wij in Rijssen ook een korps zouden moeten oprichten. De directie van ter Horst en Co verleende graag medewerking, en zo brachten wij Wilhelmina in de benen. Niet minder dan 38 jaar is de heer Dommerholt actief lid geweest van Wilhelmina en toen hij dankte werd hij benoemd tot ere-lid. Zijn belangstelling voor de muziek heeft hij lang behouden. Als er concoursen werden gehouden was hij graag van de partij, en ook als er een concert werd gegeven, luisterde Dommer holt met kennersoor. Leuke herinneringen aan de muziek? Dom merholt heeft er vele. Heel lang geleden was hij aan het repeteren voor een Duits num mer. „O, wunderschöne Deutsche Rhein". Er was toen in Rijssen 'n Duitser, die zo ge troffen werd van de muziek, die Dommer holt maakte, dat hij bij hem kwam en met tranen in de ogen, bedankte voor de „schone Musik". Ja dat herinner ik me nog heel goed, aldus Dommerholt. Zo kan hij nog uren ver- tellen, herinneringen ophalen, samen met zijn vrouw, die zich herinnert, dat zij het instrument van haar man heel secuur moest poetsen. Dan maakte hij betere muziek, was altijd zijn commentaar geweest. Donderdag op de diamanten bruiloft, zijn er in familiekring, (5 kinderen, 6 kleinkinde ren, 14 achterkleinkinderen) nog vele herin neringen opgehaald. Advertentie RIJSSEN builen de indien Dieke van 't Piepken was er hard overuit om vooruit te komen. Op een middag ging zij naar Water Jan, de Schipper die tien zompen in de vaart had en zij iinformeerde naar de Holpiepe of dat wel wat was, voor haar dochter. Vrouw, je mag blij wezen, als uw dochter met de Holpiepe trouwt. Niet dat je geen fatsoenlijk mens bent, maar eerlijk gezegd, ben je zo vet als putwater. Dieke zei er niet veel op, maar ging naar huis, in de hoop, dat de verkering maar doorging, want de Holpiepe had geld. Dat was zeker. Vele mensen hadden in Rijssen een of meer koei en, en het was het idee al van Dieke, dat haar dochter Hanna minstens twee koeien had. Dan kon zij boter karnen en afleveren bij Botter Frans, die donderdags naar De venter naar de botermarkt ging en daar de boter verkocht. Voor dat de boterkoper ver trok vroeg hij aan zijn klanten wat ze van Deventer wilden hebben aan winkelwaar. Bleef er dan nog enig geld over danbetaalde hij dat uit. Frans kocht de boter op, woog ze thuis van iedereen afzonderlijk. Zijn vrouw maakte er mooie boters van. Dat moest wel, want de ondeugd was groot. Het gebeurde wel eens dat er gewassen keistenen in de boter zaten. De boterkoper ging geen klacht indienen. Dat deed men in die dagen niet. Maar degene die betrapt werd, kon er op rekenen, dat hij drie maanden minder voor zijn boter kreeg. Botter Frans was eens in Zwolle geweest als jonge kerel. Daar had hij Sanne leren kennen, een dochter van een boterhandelaar. En die maakte mooie figuren op de boter dan was zij prijziger. De Holpiepe vrijde onverstoord verder. O, Ja, hij sloeg de indiaan een keer de Ro- zengaarde uit, die een oog had laten vallen op Hanna. Hanna had ook wel zin aan de indiaan. Hanna hield veel van jonge man nen, maar de Holpiepe stond met een hou ten wagenrang in het gangetje tussen twee huizen, en gaf de indiaan een oplawaaier, dat hij voor de tweede keer maar niet naar Hanna omkeek. Toen de beide vrouwen al leen waren sloeg moeder Dieke een bezem steel kapot op haar dochter. En dat hielp. De Holpiepe kwam als gewoonlijk weer vrijen bij Hanna. Dieke was aan het karnen en zij klaagde dat Botter Frans de sikkenboter niet wilde hebben, of wat nog erger was, onder de prijs kocht. De Holpiepe vroeg waar om schaf je geen koeien aan? Ik heb geen geld voor koeien. Het duurt nog wel een half jaar voor dat het sterkenkalf bij de bolle kan. De Holpiepe keek Hanna eens aan. Foei, foei, wat was het een knappe meid! en Hanna keek als het ware door hem heen. Maandag komen er twee koeien woensdag ga ik weer varen want vader wordt te oud. Het was waar, de oude Hol piepe leed aan waterjicht, maar om de vrijerij van zijn zoon was genoeg te doen geweest. Zijn vader had hem uitgescholden voor uils kuiken. Daar loop je achter die arme deern aan, terwijl ik mijn' leven lang op het water heb gelegen om jullie vooruit te bren gen. Heb maar geen angst vader, ik red mij wel. Dat is het hem juist. Jij bent een der beste kooplieden en schippers uit Enter, maar je vergooit je leven. Ik hou het roer recht vader, was zijn bescheid. Het was maandag en een voor Rijssen dier dagen drukke markt. Maar veel schil derachtiger dan tegenwoordig. Er kwamen geiten, schapen, ganzen en ander pluimvee aan de markt. Hoi, stro en vlas. De Hol piepe stond met de handen in de zakken van zijn jekker. Daar waren twee schamele boeren uit het Enterbroek die verklaarden twee koeien van arrenmoede weg te doen voor de pacht. De Holpiepe bekeek de koe beesten en deed er geen bod op. Zie dat je ze kwijt wordt, was zijn bescheid. Hij kocht een koe van een Holter koopman die zei er voor in te staan, dat de koe goed was. De Holpiepe deed een bod dat nergens op leek. De Holtenaar zei dat hij liever zag dat de Holpiepe in de strzakte. Maar na drie kwartier loven en bieden was de koe gekocht. Van een boer uit Zuna kocht hij 'n andere koe. Daarmee kwam hij bij 'n totaal verbaasde Dieke. Wat moet dat? vroeg zij, ik dacht dat je koeien wilde hebben! Riep de Holpiepe, maar ik kan je niét be talen, kreet zij. Wie praat er van betalen! Die koeien leen ik aan Hanna, wordt zij mijn vrouw nou dan houden wij de koeien. Advertentie Als Jan Fabricius, de directeur van nhet hoort, dat zijn compagnon Van Laan gedu rende Jans afwezigheid het Duitse meisje Ruth Reimers naar Havana heeft doorge zonden, zweert hij wraak te zullen nemen. Ruth heeft in haar vertwijfeling zelfmoord gepleegd, waardoor Interpol is gealarmeerd. De jonge commissaris Martin Stelling reist van Keulen naar Amsterdam om met zijn collega Steenbergen overleg te plegen. Verena Linkmann 'n journaliste, heeft zich eveneens vastgebeten in het spoor van de meisjeshandelaars. Zij leert Martin Stelling Onder leiding van haar voorzitter de heer P. J. Holtkamp, hield de Rijssense pluim vee en konijnenfokkers vereniging „De Een dracht", haar jaarvergadering in 't café Koe dijk aan de Enterstraat. In zijn openings en welkomstwoord bracht de voorz. dank aan alle medewerkers van de zo prachtig ge slaagde clubtentoonstelling. In het bijzonder aan de tentoonstellingssecretaris de heer H. Scheppink en zijn helpers voor het bij eenbrengen van het grote aantal ereprijzen. Ook memoreerde hij de fraaie resultaten welke de leden met hun ingezonden dieren hadden behaald, op diverse grote tentoon stellingen in het land. Uit het jaarverslag van de secretaris de heer G. Nijzink kwam naar voren dat het ledental nog steeds stij gende was en thans 53 leden bedroeg. Ook de penningmeester kon 'n optimistisch geluid laten horen en op 31 dec zijn boeken afslui ten met een klein batig saldo, terwijl de tent secretaris kon mededelen dat de gehouden clubshow een batig saldo had opgeleverd. Als lid van de commissie tot aanschaffing riet Rijssens mannenkoor hield haar jaar vergadering onder leiding .van de voorzit ter de heer J. Rozendom. In deze vergadering werd hulde gebracht aan de heer H. Meijerink, die vanaf de op richting van het Mannenkoor onafgebroken (36 jaar) penningmeester i sgeweest. De heer Meijerink, die niet voor herver kiezing in aanmerking wenste te komen, werd toegesproken door de heer G. J. Rozendom, die het scheidende bestuurslid dank bracht voor het vele belangrijke werk voor de ver eniging zulk een lange reeks van jaren ver richt. De heer Rozendom bood de heer Meije rink een fraai gouden insigne van het Man nenkoor aan (een harp met kroontje). Voor deze huldiging had de secretaris de heer B. J. Sanderman zijn jaarverslag uitgebracht, waarin bleek, dat 't koor thans 87 leden telt. Binnenkort zal een ledenwerf actie worden gehouden, waardoor men hoopt een behoorlijk aantal leden te winnen. De secretaris memoreerde de viering van het 35 jarig jubileum, de goed geslaagde contactavond en het concert gegeven in Ei bergen en Rijssen in samenwerking met het Mannenkoor van Eibergen. Medegedeeld werd, dat in oktober in En schede een concert zal worden gegeven in samenwerking met het Politiemannenkoor en met het mannenkoor Zanglust welke Enschedese koren evenals het Rijssens Man nenkoor onder leiding staan van de Ensche dese dirigent Ber Joose. In mei komt het mannenkoor van Krom menie naar Rijssen om samen met het Rijs sens Mannenkoor een concert te geven, ter wijl door de Rijssenaren een tegenbezoek aan Krommenie zal worden gebracht in sep tember. van tentoonstellingskooien, deelde de voorzit ter mede, dat in samenwerking met de ver eniging te Almelo, Wierden, Nijverdal en Vriezenveen, 600 kooien waren besteld. Door een liefhebber in Wierden was hier voor gratis een bergruimte beschikbaar ge steld. De aftredende bestuursleden, de heren G. Nijzink en J. Tijhof werden bij acclamatie herkozen. De heren A. ter Harmsel en H. Pluimers werden herbenoemd tot tatoeëer- ders. Gelegenheid tot tatoeëren der konijnen zal worden gegeven twee keer per maand ten huize van de heer Ter Harmsel. Nadere gegevens zullen bekend worden gemaakt in het clubblad. Daar de heer Lajos bedankte als bode, werd nu benoemd de heer H. Schippers. Als leden van de kascommissie werden aange wezen de heren H. Pluimers. Joh. Scheppink en G. J. Slagman. Op voorstel van het bestuur werd beslo ten om in 1963 geen tentoonstelling te hou den, maar een clubshow onder te brengen bij de zustervereniging te Wierden welke dit jaar een grote tentoonstelling organi seert. Aan het eind van deze goed bezoch te en geanimeerde jaarvergadering werden nog bij opbod, enige overgebleven prijzen verkocht ten bate van de kas. Advertentie Hoestdrank in tabletvorm.95ct Blauwe vulpen, dames portemonnaie met in houd. koedek. bruin kinderhandschoentje, paar schaatsen maat no: 25, gebreide wol len kinderdas (groen-oranje). bruine porte monnaie met inhoud, rood-witte sjaal, fiets- pompje merk „Foenix", bruin hondje, (soort spaniel), portemonnaie met inhoud, zwart damesvest maat no: 50, armband (bedel), passer, schroevendraaier, paar grijs-zwarte vinger handschoenen. Inlichtingen over bovenstaande voorwer pen zijn te verkrijgen aan het groepsbureau der rijkspolitie te Rijssen, Wierdensestraat 7, op werkdagen tussen 18.00-20.00 uur. Niet telefonisch. in de Casino Rio" kennen en maakt een afspraak met hem. De mannen van „Casino Rio" zint Martins bezoek echter niet. Zij overvallen hem en het gelukt Verena ter nauwernood de reeds bewusteloze Stelling uit de haven te vissen. Van Laan heeft intussen niet bemerkt, dat Fabricius zodanig het vertrouwen van zijn dochter Irene heeft weten te winnen, dat zij met hem wil vluchten. Jan draagt haar over aan de „zorgen" van Morris, die de meisjes naar Havana begeleidt. Ook Verena Link mann is aan boord en aan haar biecht de balletmeesteres uit de „Casino Rio" het wa re doel van de reis. Voor zij evenwel alles kan vertellen, wordt zij door het mes van de manager Marcovitsch getroffen. De moor- denaaar wordt door de matrozen overwel digd en de kapitein licht de Cubaanse po litie in. Brigitte Laurier, de jonge maar voortva rende dochter van de minister-president, is tot over haar oren verlierfd op Michel Le grand, de chef van het kabinet. Om dichter bij hem te kunnen attaqueren, leert Brigitte steno en typen en het lukt haar inderdaad Legrands secretaresse te worden. Zij bom bardeert hem nu met haar charme, maar Legrand laat zich niet in haar netten strik ken. Hij is een ervaren Don Juan en weet dus weerstand te bieden aan haar openlijke avances, die hij gevaarlijk acht voor zijn carrière. Brigitte geeft de moed echter niet op en intrigeert en combineert net zo lang tot Michel een week-end op het buitengoed van haar vader komt doorbrengen. Helaas logeert hier ook de heer d'Herblay met echt genote. Brigitte's vader heeft d'Herblay - een politicus - nodig voor steun aan zijn re gering en madame d'Herblay is een ex-goede kennis van Michel. Midden in de nacht meent de heer d'Her blay redenen te hebben te veronderstellen, dat zijn vrouw hem minder trouw is dan hij graag wenst en dus stevent hij naar Mi- chels kamer, aangezien bepaalde aanwijzin gen hemin die richting voeren. Helaas ver gist hij zich in de deur, zodat z'n nachtelijke expeditie-in-nachtgewaad niet onopgemerkt blijft, met het gevolg dat enkele ogenblik ken later een grote schare belangstellende gasten, inclusief de gastheer zich verzameld heeft voor de deur van Michels kamer. Als Michel na herhaalde sommaties niet open doet, forceren de minister-president en d'Her blay de deur en deinzen dan even terug, want alles wat zij ontwaren is een geschrok ken Michel eenzaam in zijn bed. 'd Herblay is echter nog niet overtuigd en het onderzoek dat hij instelt brengt niet zijn echtgenote, doch Brigitte aan het licht en wel in het bed van Michel. Het baat Michel niet, dat hij vol vuur zijn onschuld betuigt en hij moet voldoen aan de eis van de minister-president: een huwelijk met Bri gitte. De voorjaarscursus van de EHBO afd. Rijssen, die aanvankelijk in februari zou starten is wegens te weinig cursisten ver schoven naar september. komt de verkering uit, nu dan verkoop ik ze weer, maar er is niet voldoende hooi en geen ander voer. De sikken moeten maar vertrekken, maar een geit bleef er. De vol gende dag kwam er een pot met mar.gel- wortelen. Een pot was een kleine schuit, die de schippers gebruikten op kleine bin nenwateren op het zeldam is nog een beek die de Poter heet. Van de jonker uit Eisen kwam hooi. De baron was feitelijk blij dat de Holpiepe hem van het overtollige hooi afhielp. En de schipper betaalde contant, hetgeen men in die dagen niet van iedereen kon zeggen. Piepkes Dieke en haar dochter zorgden goed voor de koeien. De verkering ging door en zachtjes aan praatte de Hol piepe over trouwen. Dieke praatte van het huis opknappen, maar Holpiepen Bats huurde in het voorjaar het boerderijtje van de pel- mulder aan de Regge. De pelmulder had dichter bij de molen een groter en nieuw huis gebouwd. Bats vertelde dat hij van wege de commerciële en de handel aan de bevaarbaar water moest wonen. Maar voor hij trouwde wilde hij Hanna nog eerst de wereld laten zien. In maart was het zover. De Holpiepe had zijn grote boot (de Gee te Klomp) aan het veer liggen en daarmee moest hij een reis naar Amsterdam doen. Hanna zag er wel tegen op. Maar het moest gebeuren. Op een avond bracht Bats aan boord wat Hanna gedurende de reis nodig dacht te hebben. Er waren ook nog drie knechts aan boord. En Bats rekende Hanna voor, wat zij voor de reis nodig zou hebben aan proviand. En Hanna stond in het kleine vooronder. Een klein scheepsfornuis van vreemde makelij k, een kleine tafel en twee eenspersoons bedsteden in het ruim. Aan de roef zij de waren twee slaapplaats- jes uitgespaard voor de knechts. Zij keek in het kleine voorraadkastje. Daar lag 'Tes wat zij nodig had voor de maaltijden. Het was niet veel zuchtte zij. Maar de schippers vertelden haar lachend dat zij het andere er maar bij prakkezeren moest. Heel Rijs sen was er vol van. Dat kon nu alleen een Holpiepe maar uitvinden om een jonge deer ne van twintig jaar en nu al de zee op! dat was in Rijssen nog nooit vertoond. En moeder Dieke die klaagde in stilte haar nood. Zij was zo bang, zo bang en snotte rend vertelde zij dat de Holpiepe haar in zijn macht had en als het goede kind nu eens verzoop, op die hele grote zee. Botter Frans kwam bij haar zogenaamd om haar te troosten en om haar te helpen. Nu zij twee koeien had had zij ook boter en kon zij van alles halen van het botergeld. Na tuurlijk voor het botergeld meer niet. Maar Dieke vertelde dat zij geen boter leverde aan Botter Frans. Bats had haar beloofd, zelf de boter mee te nemen naar de boter markten, dat scheelde stukken in de prijs. De boterkooopman krabde zich achter de oren. Zo 'n loeris, zo'n gasterd! En hij kan er niets aan doen. Schipper de Holpiepe was een erkende koopman. Dat waren de Holpiepen al heel lang. Dus ging hij naar de burgemeester de Fluite Deze beloofde de zaak te onderzoeken. Hij ging naar Piep kes Dieke en hoorde haar uit en de Fluite rook winst. Hij zou meer voor zijn boter, voor zijn overtollige raapzaad en voor zijn eieren kunnen beuren, als hij met de Hol piepe aanpapte. Dus kalm afwachten. Toen de volgende morgen ging de Botter met een half pond tabak achter de jas en een half pond koffiebonen hoopvol naar de Fluite, vertelde deze hem dat het hem speet, maar dat de zaak op haar beloop moest blijven tot de Holpiepe terug was. En de dochter van de Fluite was melkmeid op de Ooster hof en Sientje van de Saare op de Grimberg Beste melkmeisjes waren het volgens de me vrouwen, waar zij dienden. Er kwam niet te veel boter en melk op tafel. En dat zat weer zo. De jonker van de Grimberg had een zetboer en dat was een uitgeslapen man. Die had om een goede beurt te maken aan mijnheer voorgesteld om de melkmeid twee duiten extra loon te geven voor ieder pond boter dat zij meer karnden dan gewoon. En het resultaat was verrassend. En Sientje Saare vertelde aan de vrouwe van de Oosterhof dat zij het op de Grim berg zo best getroffen had. Het lag aan haar zelf of zij meer verdiende of niet. De vrouwe van de Oosterhof spitste de oren. Zij hield niet van schuine manieren. Daarvoor was zij een geboren Rijssense. Maar toch het was te proberen. Jenne van de Fluite was een en al oor. Trouwens zij wist het al lang van Sientje. En Jenne be gon. Maar zij maakte het tamelijk bont. De Fluiten dochter was zeer uigeslapen. Het personeel en ook de huishouding kreeg even veel melk als voorheen. Maar toen het ge zin zich op een avond te goed deed aan zoetemelksepap riep mijnheer: krijgen die koeien wel goed voer? In de pap zit meer water dan melk. Mevrouw onderhield Jenne de volgende morgen, dat ze 't niet te bont moest maken met water in de melk. Daar voor hielden ze geen koeien. Toen ging Jenne tot een andere maatregel over. Zij liet de melk voor de keuken van het huis een dag staan, schepte de room er af en dan ging de melk naar de keuken. De jonker van de oosterhof ging naar zij nen boerbaas en vroeg hoe het zat met de voedering van de koeien. Ja, de boerbaas had voor drie weken al klachten gehad over de slechte melk en daarom had hij er extra een schepje opgedtótz. Mijnheer ging naar Botter Frans en informeerde hoe de boter was van de Oosterhof. De koopman keek hem schaapachtig aan. Want Botter Frans en zijn vrouw gooiden alle boter van Rijssen door elkaar. Ook die van de Oosterhof. Bo ter was per slot van rekening boter en bij de Rijssener boterkoper ging de boter in vierdels of half vaten weg en je hoorde er nooit wat van het vetgehalte en de prijs bleef contant. Acht weken waren verlopen. De Holpiepe meerde aan de Regge zijn zompe vast en een blakende Hanna stapte aan wal. Heel Rijssen liep uit om het wonder te zien. Er kwam de eerste dagen veel be zoek én Hanna raakte niet uitgepraat over Zwolle en Amsterdam. Alleen wat zij kwijt wilde zijn vertelde zij. Maar zij had haar ogen terdege de kost te geven. En zij had het boter bereiden en afmaken geleerd en zij was op de hoogte van de prijzen. Van C oever den.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1963 | | pagina 2