Heel Twente op z'n kop SOLA Wessels GROTE OPRUIMING! Op merkartikelen 10 pCt. KORTING J. LICHTENBERG buiten de waUen Zwerver Sjasker op de Oosterhof Wij ruimen op in alle afdelingen voor BESPOTTELIJK LAGE PRIJZEN 10 pCt. korting T er Harmsei Het al:m bekende kledi gmagazijn ROETGERINK Enter ruimt op Ais klap op de vuurpijl i i Goede wijn behoeft geen krans Vlee kledingmagazijn Enter blijft goedkoper De supermarkt op confectiegebied met 6802 verkoopruimte Uniek in Twente halve prijs Uw advertentie wordt met aandacht gelezen Voedzame en goedkope wintermaal tijd Vijflag 11 januari 1963 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 4 i De ONGELOFELIJKE LAGE PRIJZEN dwingen tot een bezoek aan Enter Geen prijs blijft heel - Alles moet weg Nergens zo'n grote sorter ng in Twente HEREN WINTER- en TWEED JASSEN 29.50, 39.50, 49.50, 59.50, 69.50 HERENKOSTUUMS 19.50, 29.50, 39.50, 49.50, 59 50, 69.50, 79.50, 89.50 HERENSPORTCOLBERTS 9.80,19.80, 29.80, 34.80 HERENPANTALONS 9.80, 14.80,19.80. 24.80 HERENGABARDINE-J ASSEN 49.50, 59.50, 64.50, 69.50 HEREN POPLIN-.TASSEN 19.80, 29.80, 39.80 JONGEHERENKOSTUUMS MET LANGE BROEK 19.80, 29.80, 39.80, 49.80 JONGENSWINTERJASSEN EN MONTICOATS 16.80, 19.80, 26.80, 29.80, 34.80 JONGENSSPORTCOLBERTS vanaf 6.80 JONGENSPANTALONS vanaf7.80 JONGENSPOPLINJASJES EN PARKA'S vanaf 9.80 partij merk-overhemden vanaf3.98 partij 2-pers. lakens vanaf4.48 partij slopen1.38 DAMES WINTERMANTELS 9.80, 19.80, 29.80, 39.80, 49.80 59.80 DAMESTWEEDMANTELS vanaf 19.80 RESTANT DAMES- WINTERMANTELKOSTUUMS vanaf29.80 DAMES POPLIN REGENMANTELS 4.80, 9.80, 19.80 24.80, 29.80, 32.80 RESTANT KINDERMANTELS vanaf14.80 DAMESROKKEN vanaf 6.98 DAMESBLOUSES vanaf3.98 DAMESPULLOVERS EN -VESTEN vanaf4.98 DAMES-SUEDEJASJES vanaf69.50 RESTANT DAMESJAPONNEN vanaf9.80 PARTIJ KINDERROKJES vanaf 3.98 Voor Verse worst Bakleverworst Rookworst Bakbloedworst 's Woensdagsavonds speciale koopavond tot 9 uur geopend. Dinsdag 15 jan. is onze zaak tot 6 uur geopend. Telefoon 05478-266 Y-- 15 jan. begint onze van courante artike'en partij ove»hemden vanaf I 9.9 5 Bij aankoop van één Bel-ofast het tweede Kerko overhemd voor de Monty Coats met 30 pCt KORTING Winterjassen tegen voordelige prijzen I Broeken en Sportcolberts zeer goedkoop behalve maatwerk Schild 2 Goederen buiten de opruiming uitgezonderd een paar merkartikelen Geen zicht - Niet ruilen Beter maar niet duurder Wierdensestraat 40 Haar straat 2 „Groente troef" Ook verlaagde prijzen op TROUW- en KELNERKOSTUUMS. OP ALLE GOEDEREN BUITEN DE OPRUIMING 10 PROCENT KORTING Ook op het BEDDENVAK, MATRAS SEN, .DEKENS, ENZ. De verkoop begint dinsdag 15 januari om 9 uur. Elsener$traai 10 Maarstraat 27 lll'ISKES ROETGERINK'S ■"•v.Y i.' t'. ..£V; :'A -T-VY'"' •- \(cy- RIJSSEN De burgemeesters van Rijssen konden veel over hun kant laten gaan. Zij hadden het stadsrecht achter zich en wanneer dit recht naar de letter gehanteerd werd, dan mocht niets meer. Naast de stadskeuren, (nu zegt men van gemeenteverordening) stond het landrecht van Overijssel. Dit land recht bemoeide ziah zijdelings ook met de kleine steden, waar de drosten bij tijd en wijle vervelend in konden grijpen. In tijden van oorlog en oorlogsgevaar verordon neerde de drost dan dit, en dan dat. De kleine steden wezen overheidshulp vaak af. Want de huurtroepen die de drost zond, waren meestal even erg als de vijand. Wan neer de kleine steden goed in de middelen zaten, dan kochten zij plunderingen van sol daten af, met geld. In Rijssen dat een grote stad was onder de kleinen was men zeer vrijheid lievend. Dus men wilde te Rijssen graag zijn eigen bonen doppen zonder hulp, of als dat niet ging, met heel weinig be- meoienis van de zijde van de drost, trachtte men baas te blijven in eigen huis. De vrou we van de Oosterhof was, het met de be volking eens. Zij had geen grote dag van de drost. Dat zat in het bloed. Meerdere vaderen Bevervoorde's hadden de onafhan kelijkheid van Rijssen weten te bewaren. Nu was er weer een plakkaat van de drost verschenen inzake de schooiers en negotie- venters, en andere omloopsel. De burgemees ters hadden de poortwachters opgedragen, terdege uit te kijken des avonds bij het poortsluiten, of er slecht volk binnen sloop. De Sjasker was een uitgeslapen Rijssenaar Negen uur luidde de klok op Rijssens to ren. De poortwachters van de Haar, De El enerstraat, de Enterstraat en de Wier- densestraat keken terdege uit of er ook on gewenst volk de stad in kwam. StroBenaats, een boer uit de Walstraat, kwam juist op het nippertje aan de poort zonder moeite liet de poortwachter Benaads door. de Sjas ker had al een half uur lang lopen te spio neren. En nu deed zich unieke gelegenheid voor om er door te glippen. Terwijl Benaads enkele woorden wisselde sloop de Sjasker aan de andere zijde van de wagen de poort door. Wat moet dat? schreeuwde Poortwach ter Jacob. Terwijl hij iemand verdacht de stad in zag sluipen. De Sjasker keerde zich. Ik heb mij bedacht, fluisterde hij, ik blijf vannacht in de stad. Smórren Leide was de houdster van een slaapstee. Later noemde men die gelegen heden volkslogementen. Men trof ze in de 18de en ook nog in de eerste helft van de negentiende eeuw in iedere stad van bete kenis aan. De Sjasker zag er behoorlijk uit. Alleen aan de onafscheielijke bos biezen kon je zien dat het een stoelenmatter was. Met mooi praten wist hij Leide over te halen hem voor de nacht onderdak te verschaffen. Want de Vökker in Eisen had hem gewaar schuwd dat drostendienaren de hooibergen afzochten naar zwervend volk. Vooral de gluurder uit Wierden werd gezocht. Er was bij de drost van Twente een merrie uit de weide gehaald. En in de weiden van de Oos terhof teruggevonden. De drost had laten vragen wat dat te betekenen had. En de heer van de Oosterhof die mede een hekel aan de drost had, had tegen de drosten die naar geroepen: „VerreK voor mijn part! Wat gaat mij de merrie van de drost aan." De drostendienaar had de jonker van de Oosterhof toegevoegd, dat heer droste, hem de jonker wei vinden zou. Toen had de heer van de Oosterhof de drostenknecht een vuist slag gegeven die hem heugde, en had ge roepen vort met dat peerd! De vrouwe van de Oosterhof had haren man dapper bijgestaan in het schelden. Want zij was een Bevervoordse. De drost had zij nen dienaar aangekeken. Jannes had de drost geroepen wat mankeert oeuw? Ie'j hebt'n kop ees zo dikke as aans! En Jannes had niet onder stoelen of banken gestoken dat hij was afgegarderd door de jonker van de Oosterhof. De drost legde de heer van de Oosterhof moeilijkheden in de weg en met een de stad Rijssen, dit laatste was bedoeld om de vrouwe van de Oosterhof te pesten, want, telkens wanneer hij de stad Rijssen aan banden wilde leggen, dan vond hij de vrouwe van de Oosterhof op het oorlogspad. En het was waar, de drost vond in haar een vrouw, die haar man stond. Als mijn heer haar man, haar in alles gelijk gatj was zij de aanminnigste vrouw die men zich den ken kon. Maar een man als de drost was in staat haar doldriftig te maken en dan broedden zij op plannen om de drost het leven zuur te maken. Zij broedde op plan nen, om de drost een hak te zetten. Na een week was zij er. Zij stookte haren man op om de Sjasker in dienst te nemen. De jonker snoof verachtelijk, terwijl hij een pijp stopte, verbeeld je! Een gast als de Sjasker, het leek nergens naar. Maar me vrouw hield voet bij stuk. Ze zette een grote mond op, en dat was geen kleinigheid. Wan neer zij het op de heupen had, dan beefde het gehele personeel. Mevrouw trok aan het langste eind. De Sjasker moest komen en hij kwam. Aanvankelijk weigerde hij, maar de hoge vrouwe wist het hem zo mooi voor te spiegelen, dat hij zich na een week ge wonnen gaf. Hij moest echter nog veertien dagen respijt hebben, om afscheid te nemen van de boeren die hem altijd in hun hooi bergen gastvrijheid hadden verleend. De boe ren in Elzen. Heerike en Zuna schudden hun boerenhoofden. De jonkvrouw Keppels vertelde aan de Sjasker, dat hij nog heel wat fatzoen leren moest, om een behoorlijke herenknecht te zijn. Dat vond de Sjasker zelf ook. Maar bevel was bevel en de Vrouwe van de Oosterhof kon je iets niet weigeren. Op de stoevelaar in Herike nam hij afscheid van de jonker. En deze vertelde hem dat hij zelf nog eens drost hoopte te worden en dat de Sjasker dan hoorde te weten hoe hij staan moest. De familie van de Sjasker hoorde er van. En vader en moeder en de broers en zusters keerden om als een blad aan de boom. Het was precies als de ge lijkenis van de verloren zoon die weder ge vonden was. Vader slachtte echter niet het gemeste kalf, maar moeder bakte een hele stapel spekpannekoek. De dag brak aan, dat de Sjasker op de Oosterhof moest komen. Zijn laatste bos biezen borg hij netjes op voor het geval dat hij weer eens aan de rol zou gaan. Het gebonden leven lokte hem nog niet. De heer van de Oosterhof hield een preek waar de Sjasker van achterover sloeg. Nooit had hij in zijn vagebonden le ven ervaren, dat het leven o veel verplich tingen had. De kleermaker de Prewwel kwam op de Oosterhof de maat nemen voor het nieuwe uniform. De Prewwels waren ginds men senheugenis van vader op zoon werkzaam op de Oosterhof. Vroeger hadden ze al op Bevervoorde gewerkt. En toen de laatste freu le van Langen op de Oosterhof ging wonen kwamen daar ook de Prewwels. Heel lang geleden, het heugde de freule nog even, was de oude Prewwel Jannes gekomen. Daarna was Dieks gekomen, en nu weer Jannes. Het duurde drie weken voordat het uniform klaar was. En in die tijd keek de vrouwe scherp toe naar de gedragingen van de Sjasker. Zij noemde hem Harm, omdat zij al een knecht had die Jan Willem heette. De Sjasker kreeg les in het gedrag en de houding op het kasteel. En de hoge vrouwe peperde hem in, hoe hij vooral ten aanzien van de drost van Twente afstand moest be waren. Voor het personeel onder etenstijd was het een attractie Harm aan tafel te hebben. De eerste dagen at hij gelijk een hond, maar dat beterde gauw. En toen hij zich eenmaal behoorlijk gedroeg begon hij moppen te tappen, uit zijn stoelen- mattersleven. Van januari tot mei hield hij het uit op de Oosterhof. Toen kreeg hij kol der in zijn hoofd. Hij sloeg op een morgen de bos biezen weer over de rug en vertrok. De vrouwe van de Oosterhof ging naar de familie van de Sjasker. Het was een keurige familie al had dan de grootvader Keutel Berend geheten, omdat hij altijd de koemest en paardenmest van de straat schepte. Niet van stadswege maar op eigen initiatief. Maar het was met het vagebonden leven gedaan. Het slapen in hooibergen het stoelenmatten op de boerenbrinken bij droog weer en in tochtige schuren bij nat weer. Het was niks meer gedaan. Toen hij de derde bos biezen gebruikt had gaf hij het er aan. Hij ver voegde zich op de Stoevelaar om werk. Maar de heer van de Stoevelaar riep: Maak dat je weg komt, doew strondzak! Even be dacht de Sjasker, dat hij zich wilde ophan gen, maar dat leek hem ook niets, je wist wel wat je had, maar niet wat je kreeg. Tegen de avondschemering was hij weer te Rijssen hij ging niet naar huls, dat was hem te min af. Dan moest hij boetpredikaties aanhoren waar je suf van werd, dan maar op genade of ongenade naar de Oosterhof. Daar aangekomen maakte de vrouwe korte metten met hem. Hij had zijn belofte ge broken en daar voor moest hij boeten. Knech ten waar hij voor veertien dagen nog op ge lijken voet mee had geleefd, pakten hem op bevel van de hoge vrouw in de kraag en smeten hem in de privaat kerker van de Oosterhof Er stond een emmer water in en een korf met roggebrood, op de grond lag een hou ten plank waar hijop slapen kon zo hij dat wilde. Twee maal vierentwintig uur zat hij gevangen. Toen moest hij verschijnen voor de hoge Vrouwe die hem zodanig de man tel uitveegde dat hij op de knieën zonk en vurig bad om vergiffenis. De Oosterhof was vroeger verplicht om de heren van Al melo eenmaal per jaar twee jonge hanen te brengen. De Sjasker werd aangewezen deze boodschap te doen. Antje, een linnenmeid die van Denekamp kwam stofte hem keurig af. Van Coeverden. Een goedkope en toch voedzame wintermaaitijd: welke huisvrouw wil die af en toe niet op het menu zet ten? Het voorlichtingsbureau voor de voeding heeft er eentje samengesteld onder het motto „Groentetroef" Er is een koolraap van een kilo voor nodig, een kleine selderijknol, twee grote uien, een half ons doorregen spek, een eetlepel boter of margarine en wat selderijgroen, en dit alles is dan bedoeld voor vier personen. De schoongemaakte en in blokjes gesneden koolraap kookt men in wei nig water met wat zout een minuut of tien voor, de schoongemaakte en in blokjes gesneden selderijknol wordt er dan bijgevoegd Terwijl de groenten samen nog ongeveer tien minuten door koken, smelt men de boter of de mar garine en laat hierin het in plakjes gesneden spek langzaam uithakken. Nu worden de fijngesneden uien in het vet gaar en heei lichtbruin gebak ken, de afgegoten groenten vermengt men hiermee en tenslotte krijgt het gerecht definitief kleur en smaak door gewassen en fijngesneden selderijgroen. t.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1963 | | pagina 4