NAJAAR: herfsttintenpaddestoelen
en trekkende vogels bepalen de sfeer
DE INSEKTEN BEREIDEN ZICH
VOOR OP DE BARRE WINTER!
HERFSTAVOND
Iloe zeere vallen ze af
OTJE VAN POTJE
m
Gouden blad in de ijle kruintjes van de berken,
de helgele vlam van het verkleurende krenten-
lover, de schimmelgeur van het rottende bla
dertapijt. weemoedige fluit van reizende goud-
pluvieren, het openbreken van de aarde, waar
kleurige paddestoelehoedjes zich bovengronds
wringen, het zijn alle kenmerken van dit
nieuwe jaargetijde
KLEURIGE BESSEN
Paddestoelen
v*
De fazanthaan
haute oiffure
Maison Kieven
RUILEN
een HUIS
alle
yerzekeringen
G. TEN HOVE
EVA ABONNEE'S OPGELET
OTJE VAN POTJE f5.- TERUG
Vrijdag 16 november 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 5
Het korten van de dag, de intieme sfeer van de vroeg van
de buitenwereld afgesloten huiskamer, de gezellig verlichte
etalages met hun winterkleding in de stad, het ontwaken van
het culturele leven na de zomerpauze, het verschijnen in de
bakkerswinkels van speculaas en taai-taai, de reclamebiljet
ten met de woorden zuurkool en worst, zijn andere bijver
schijnselen van het najaar, die ons voorbereidt op de winter
met zijn koude, maar ook met zijn sfeervolle feestdagen.
•Soocxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
-
'è-
S- «v
Ze zijn er wel, ook in het koude jaargetijde De wintervlinders,
wier rupsen in het voorjaar zo schadelijke vreters zijn aan ooft- en
eikeblad. Die grauwgewiekte vlindertjes vliegen tijdens de lange
nachten van november tot diep in de winter. En de wolken muggen,
die op heldere vriesdagen boven het zonoverschenen bospad dan
sen. Dat zijn winterinuggen, die juist in de koude tijd hun hoogtij
beleven, overigens niet kunnen steken, doch onschadelijke dansmug-
gen zijn, die hun eitjes in rottende paddestoelen of bladeren leggen
en wier larven in dat milieu tot imago, d.w.z. volwassen dansmug
worden.
Drinkerrups
Alle beklaagden in het Softenon-proces in Luik zijn zaterdagochtend
vrijgesproken. Vooral dr. Casters was het middelpunt van de vreug
de, welke na de uitspraak onder de grote menigte belangstellenden
ontstond. Bij het gerechtsgebouw staat hier de dokter met zijn zoon
tje temidden van een enthousiaste menigte.
DE ROODBRUINE gloed van de herfstbladeren bluste in de klamme
nevel, die door de avondbries vanaf de drassige weiden het bos
werd ingedreven. In die blanke deken hadden zich geuren gecon
centreerd. kenmerkend voor dit jaargetijde: de pittige lucht van
verdord aardappelloof, de weeë geur der knollen en de benauwende
stank, die tezamen met een helle vuurstraal en een dodende dans
van lood uit de dubbelloops jachtgeweren van de groenrokken
komt.
DAMESSALON
de
Haarslraat 8 - Tel. 2286
over de velden en uit het oosten
schuift 't sombergetint gordijn van
de lengende herfstnacht over het
opaal blauw van de hemel.
En op zo'n stemmige avond met
wat rose-omrande wolkjes boven
de kim, komt van hoog het melan
cholieke „tjuu-luu" van de goudplu
vieren. De vogeltrek is in volle
gang. In de nacht klinkt het dunne
siet van trekkende lijsters, het vro
lijke babbelen van ganzen, het zwa
re schallen van de kraanvogeltrek
roep. Er is grote beroering in de
vogelwereld.
Sommige gaan niet verder dan de
kunsten van de middellandse Zee
of hebben ten onzent hun winter
kwartieren reeds bereikt. De bonte
kraaien bijvoorbeeld die in oktobei
vanuit Oost-Europa naar ons land
komen en in maart of begin april
weer achter het ijzeren gordijn ver
dwijnen. Of de wilde eenden, dii
in de herfst helemaal uit Rusland
naar de lage landen komen, om hier
het koude jaargetijde door te bren
gen.
En hebt u des winters een rood
borstje in uw tuin, dan denkt u
waarschijnlijk dat dit hetzelfde vo
geltje is. dat in het voorjaar zo'n
fijn rinkelend wijsje over uw gazon
zond. Maar dal is niet zo. Uw eigen
roodborstje is zuidwaarts gereisd
zit nu in Belgie en een Scandina
visch roodborstje neemt des win
ters zijn plaats in. Een verschui
ving dus!
Vele vogels hebben hun winter
kwartieren noga) uit de buurt lig
gen De goudpluvieren uit het Hoge
Noren komen hoogstens aan de
Noordafrikaanse kant van de Mid
dellandse Zee tereeht. maar de gro
te kraanvogels uit de Laplandse
moerassen overwinteren aan de boor
den van de Witte Nijl in de Soedan
en de ooievaars reizen helemaal naar
Zuid-Afrika!
Juist door die trekbewegingen is
het bijzonder de moeite waard ook
in het killere seizoen buiten te zijn,
in bos en veld. Vele reizigers fou-
rageren en rusten op onze vader
landse bodem en 't is voor de wan
delaar immer prettig eens iets in
de kijkerlenzen te vangen, dat zich
normaal in onze omgeving niet pleegt
op te houden. Wil men iets van de
trek zien, oktober is de ideale maand
ervoor, dan valt er vooral des mor
gens tot een uur of tien, elf veel te
beleven. Hoge aviateurs als roof
vogels en bonte kraaien, vrolijke
clubjes vinken en kwikstaartjes, jo
delende leeuweriken en hechte for
maties preeuwen, alles is in be
weging om weg te komen, voor ko
ning Winter om de hoek kijkt.
OOOOCXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX30CXX
SOMS RUKT de „herfst" met
huilend geweld aan de takkenchaos
van de bomen, slaat het gele riet
tegen de kolkende golven, jaagt
zwarte wolkenmassieven langs de
kim en striemt snijdende regenwaai-
over de aarde. Andermaal belichj
licht de zon met haar laatste oran
je stralen de stemmige kleurennu-
ances van het najaarswoud.
Van verrassende innigte vaak, die
tinten, soms brutaal, zoals het zwa
velgeel van de amelanchiers, of
voornaam-rood als de Amerikaanse
eiken. Die herfstkleuren ontstaan
niet zo opeens. Heel de zomer wa
ren ze aanwezig, doch toen over
heerste 't groen van de chlorofiel-
korrel.
Deze hebben bijzondere capa
citeiten. Van zonlicht, water en
stikstof maken ze voedsel voor de
boom, zoals zetmeel en suiker. Dan
worden de nachten kouder. Soms ligt
er op prille ochtenduren een witte
rijpdeken op het gras in de luwte
van de houtopstanden, nalatenschap
van de nachtvorst! Nu nemen de
wortels van de bomen niet langer
voedsel op uit de grond, wordt het
levenssap, door aders pal onder de
schors, niet langer omhoog gestuwd.
En als galgenmaal neemt de plant
nu het chlorofiel uit de bladeren
op. Zo verdwijnt de groene kleur!
Doch tijdens reeds bovenvermeld, de
gehele zomer voortdurend proces,
werdenafvalstof fen afgescheiden en
dezeblijven nu in hetblad achter,
hebben soms bijzonder fraaie kleu
ren: de herfsttinten!
DE NATUUR is nu vol kleurige
schilderijtjes. Kleinnoden als een
roodbruine glanzende kastanje glu
rend uit de groene stekelige bol
ster, goudverkleurende renetten tus
sen 't dorre blad van de bongerd
vuurrode besklonten van de kam
perfoelie, trossen rode bessen van
gelder.se roos en bitterzoet, oranje
van de lijsterbes, violette van vogel
kers en vlier. Rood en warmgroen
contrasteren, waar de uitheemse
eiken langs de denaanplantingen
staan en waar de berk een gouden
krans om zijn zilveren stam dra
peerde, is de prachtige rode, wit-
beschubde hoed van de vliegenzwam
bovengronds verschenen.
Ook al beleefde de plantenwereld
in september zijn laatste glorie met
rose lawine van bloeiend leverkruid
helgele schotels van boerenworm-
kruid en purperen pareling langs
miljarden calluna-twijgjes- de eerste
nachtvorst de kilte van vele herf
stige nachten, maakte er abrupt 'n
einde aan - het sterven van de na
tuur dat geen dood is, men ziet alom
struik en boom reeds weer voor
bereidingen treffen voor een nieuw
ontwaken), is groots!
KINDEREN van de duisternis
noemt men hen, nazaten van vocht
Aardappelbovisten zitten stamp
vol sporen
aiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiisiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiui
en nevel en schemer: de paddestoe
len! Geen bloem, geen plant, maar
een vruchtlichaam, waarin zich de
sporen vormen, die worden uitge
strooid, met de wind meegegeven,
ijl als stof, ontkiemend, waar 't in
geschikte voedingsboedem terecht
komt.
Op rottend hout en rottende bla
deren kan 't aarden Witte draadjes
vlechten een ondergronds net: het
mycelium of de zwamvlok! De oor
sprong van alle paddestoelen Heeft
in de herfst de zon geen kracht ge
noeg meer om de aarde in enkele
uren uit te drogen, dan ontstaan er
knopen op die zwamvlok en dat zijn
dan de paddestoelen in-wording.
De meeste hoeden hebben een onder
zijde met plaatjes. Daartussen wor
den de sporen gevormd Andere zijn
bolvormig, zoals de reuzenbovisten
en de veel voorkomende aardappel
bovisten. Zijn ze rijp en drukt men
er op, dat spuit een gouden wolk te
voorschijn: sporen!
ONDERTUSSEN hapt de nacht
steeds grotere brokken uit de dag.
Dat is ook een bondgenoot van de
herfst: de grauwte van de avond
schemer! Nauw is de oktoberdag
in een oranje gloeiing opgebrand,
of uit de sloten kruipt de nevel
Hoe zeere vallen ze af,
de zieke zomerblaren;
hoe zinken ze, altemaal,
die eer zo groene waren,
te grondewaard!
Hoe deerlijk zijt gij ook
nu, boomen al, bedegen;
hoe schamel, die weleer
des aardrijks allerwegen,
de schoonste waart!
Daar valt er nog een blad;
het wentelt, onder 't vallen,
den allerlaatsen keer,
en 't gaat de duizendtallen
vervoegen thans:
zo zullen ze, een voor een,
daarin de winden bliezen
vol luider blijdzaamheid,
nu tonge en taal verliezen,
en zwijgen gansch.
Hoe zeere vallen ze af
onhoorbaar, in de lochten,
en schier onzichtbaar, in
de natte nevelvochten
der droeve maand,
die, 't ijzervaste speur,
ontembaar ingetreden,
die al de onvruchtbaarheid,
die al de onvriendelijkheden
des winters baant!
14 okt. '94
Daar valt er nog een blad,
daar nog een uit de bogen
der hooge boomenhalle
en 't dwerscht den on ewogen
octobermist:
't en roert geen wind, geen een,
maar 't leken, 't leken tranen,
die men gevallen zou
uit weenende ogen wanen:
één kerkhof is 't!
Gij, blaren, rust in vreê,
't en zal geen een verloren,
geen-een te k'wiste gaan
voor altijd: hergeboren,
die dood nu zijdt,
zal elk van u, dat viel
de zonne weêr ontwekken,
zal met uw groenen dracht
de groene boomen dekken,
te zomertijd.
o Zomer!Ik zal eens
ook Adams zonde boeten,
gevallen en verdord
in 's winters grafstee, moeten;
naar. 's levens geest,
dien gij gesteken hebt
in mijn gestorven longen,
dien zult Gij mij voor goed
niet laten afgewongen,
die 't graf ontreest!
Guido Gezelle.
Maar de meeste insekten geven
in herfst en winter de brui aan het
buitenleven.
Waar zijn plots de duizen
den en duizenden welgedane hom
mels gebleven die zo gezellig brom
den, nog pas geleden, om de witte
bloesems van de bramen, op zoek
naar stuifmeel en nectar? Niet één
ziet men er meer vliegen. Ze zijn er
eenvoudig niet meer! Van de on
dergrondse aardhommelstaat stier
ven in de herfst de massa's werk
sters en mannetjes en slechts enke
le koninginnetjes bleven over. Die
zijn winterhard. Ze halen straks het
voorjaar en zullen als eersten de
bloeiende wilgen met een bezoek
vereren. Daar halen ze stuifmeel en
nectar, beginnen geheel alleen een
kolonie te vormen Is het nest klaar,
zijn de honingpotten gevuld, dan legt
ze eitjes, waaruit tenslotte werk
sters en mannetjes voortkomen. De
eerste nemen haar werkzaamhe
den volledig over Bouwen de ko
lonie verder uit, verzorgen de lar
ven etc. De mannetjes zorgen er
voor, dat de koningin kan blijven
eitjes leggen, gedurende de hele zo
mer haar enige taak!
De steekmug- of culexmannetjes
leven slechts een dag of drie, net
lang genoeg om een vrouwtje te
zoeken en te paren Is dit vrouwtje
van de laatste dit jaar groot gewor
den generatie, dan zoekt ze bij de
inval van de koude een schuilplaats
slaapt een maand of langer en de
poneert in het vroege voorjaar haai
pakketjes met twee- tot driehonderd
eitjes in het water van sloot en
plas, zodat de soort behouden blijft
De vlinders hebben grote varia-
Het koolwitje overwintert als pop
ie in hun winteroverlevingsmetho-
den.
vi'ele leggen hun eitjes en sterven
dan. Dat legsel is winterhard, komt
vooral een zeer koude winter uit
stekend door, doch heeft tijdens
zachte vochtige winters van allerlei
bacterieziekten te lijden. Die eitjes
komen in voorjaar of zomer uit,
rupsen vreten zich rond aan groen
voer, verpoppen en uit de cocon
kruipt 'n vlinder, die er weer voor
gaat zorgen, dat de soort de komen
de winter overleeft. Zo doen bijvoor
beeld de eikenbladrollers, die des
zomers in de buurt van de nieuwe
knoppen hun eitjes op de eiketak-
ken deponeren, zodat de rupsjes
in het nieuwe voorjaar dicht bij de
begeerde jonge blaadjes tevoorschijn
komen.
Andere, zoals de koolwitjes, die
in één jaar wel tot vijf generaties
komen, overwinteren in het pop
stadium. De laatste horde groene
vreters aan onze boerenkool, kruipt
wanneer de koude over de velden
sluipt, langs schuttingen en rikke
posten omhoog, hecht zich met een
enkel spindraadje aan de rustplaats
vast en verpopt, om in het voor
jaar een nieuwe generatie wapperen
de witjes te spuien
Heeft men heel scherpe ogen en
wat geluk op zijn pad langs de wa
terkant, dan kan men in herfst en
winter aan de voet van de dorre
rietstengels een klein grijs streepje
zien. Dat is een behaarde rups, die in
winterslaap verstijfd, wacht, tot er
in het nieuwe voorjaar weer jong
riet opkomt, waaraan hij zich dik
kan eten. Dan zal hij tijdens de
maaltijd geregeld omlaag kruipen
en zijn kop in het water dopen om
te drinken, welke voor rupsen zon
derlinge behoefte hem de naam
drinkerrups bezorgde 't Is de rups
van de rietspinner, een forse bruine
nachtvlinder, die op mooie juli
nachten zijn üefdescourse boven wa
ter en oever houdt.
Zowel als rups, pop, als ei, ko
men de vlinders dus door de winter
En dan zijn er nog ettelijke, die als
imago overwinteren De kleine vos
en het citroentje zijn daar voor
beelden van.
Deze vlinders zoeken in de herfst
een beschut plaatsje - boomholte
of zolder - en wachten daar de
nieuwe heerschappij van de zon af.
Van het land, walir hopen droog
lover en gevulde korven wezen
waarop zich dezer dagen de acti
viteit der boeren concentreert: de
aardappeloogst, riep een patrijs:
Men zag het donker silhouetje, de
kleine kop hoog op de gerekte hals,
alsof de vogel niets wilde missen
van wat er zich om hem afspeelde.
En steeds weer kirde zijn ge-
kraai „kirheck, kir-heck" over de
velden Want de patrijs wilde de
nacht niet alleen in! Sinds hij op
een warme meidag uit het ei, dat
met twaalf andere in een nestkom
tussen de wortel kronkels van een
wilg had gelegen, als een donzig
kuiken tevoorschijn was gekropen,
had hij geen nacht alleen gesla
pen. Ook ïoëh ze volwassen wa
ren, bleven ouders en kroost el
kaar trouw. Stijf tegen elkaar aan
gedrukt versliepen ze de nacht.
DOCH DEZE MOOIE najaars
dag was alles anders gegaan dan
tot nu toe. Rust hadden ze nau
welijks gehad. Het was één panie
kerig vluchten geweest, vanaf het
moment dat de honden en de man
nen met hun knallende wapens in
het veld waren verschenen. Geen
half uur rust was de veldhoenders
gegund in de aardappelen, nog min
der op de wegberm en ook tussen
de overhuivende bladeren van bieten
en knollen hadden de honden hen
gevonden. En pas, nu de nachtne
vel over de weiden nadersloop ver
stomde het rumoer Het patrijzen-
gezin was uit elkaar geraakt en
overal lokten haantjes, tot de veld
hoenders opnieuw verzameld wa
ren. Maar er ontbraken er vele!
TUSSEN HET BUNT van de kaal
slag, waar de bruine stengels met
zaadpluis van de wilgenroosjes aan
de glorie van de zomer herinner
den, dansten de witte „poederdons
jes" van de konijnen.
„Kok - kok" riepen fazanthanen
de eiken. En later kakelde het tus
sen de takken, alsof er grote ruzie
was. Op het fietspad, vanwaar net
nog het knerpen van fietsbanden
over sintels allengs luider had ge
klonken, werd het stil. Een man
nenstem fluisterde: „Hoor, de fa
zanten „takken"! Ze luisterden en
onthielden. Straks, wanneer de ok-
toberhemel als een diepblauw waas
over het land daalde, zouden ze te
rugkomen. Stropers, die met lamp
en vuurbuks de in de bomen sla
pende fazanten onder schot gingen
nemen.
Zwiepende vleugelslag boven de
elzen van het moeras, schor bret-
bret, gedempt plonsen in de kolk:
wilde eenden fourageren des nachts.
„Tsjek-tsjek" klinkt het boven de
dennen. Trekkende watersnippen.
Achter het masthout zie ik ze als
stenen uit de lucht vallen, de lan
ge snavel naar beneden gericht.
Opeens is er een dozijn vierkan
te lichtjes in een verre, donkere
houtopstand. Daar ligt een boeren-
bedoening in een krans van mach
tige eiken. Men ontstak er de lam
pen in de verblijven dei kippen, zo
de dag voor het pluimvee kunst
matig verlengend en de leg stimu
lerend.
Maar in het vrije veld ging men
slapen: de patrijzen in de wei, de
fazanten in de dennen en eiken,
de houtduiven in de toppen van de
sparren, de merels in de luwte van
de aanplanting.
Andere ontwaakten nu pas en gin
gen op pad. Langs de boszoom ging
debunzing in zijn typische gang,
met sprongetjes, de rug gekromd,
iedere '-onijnepijp besnuffelend om
eventuele bewoning te controleren.
Helder kwam vanuit de boerschop
het „kwiek-kwiek" van de steen
uil.
Waar de zon bij haar ondergang
de kim in brand had gestoken, was
nog slechts een streep bleekblauw
licht. En vanuit het oosten rolde
de nacht als een inktblauw rots
massief met aan de oppervlakte ge
komen edelstenen over de landen.
TOEN ZONG HET BOS het lied
van de herfst. „Rikketik" trommel
den de eikels die van tak op tak
springend, de bosbodem zochten.
Met een zware zucht gleed een ap
pel tussen het gras van de bon
gerd, maar het allesoverheersen
de, was een miniem geluid, dat de
doodsdans van het dorre blad be
geleidde. Er was geen pauze. Het
was er voortdurend De stilte rond
om van de herfstavond maakte het
pas goed waarneembaar. Een on
eindig teer ritselen! Het dorre blad,
dat knisterend weggleed, een an
der blad meenam in de wiegelen
de gang naar de aarde en zich ten
slotte voegde bij het dorre tapijt
op de bosbodem. Er was geen wind!
Ze kwamen vanzelf, zonder enige
aanmaning. Het was hun uur! Ze
hadden maanden van de wereld 'n
feest gemaakt met groen blad en
bonte bloesem, enkele dagen met
bruin-schaker igen gepronkt en mor
gen zouden er slechts kale twijgen
zijn!
met 80 are weidegrond,
voor andere woning.
Adres te bevragen bureau
van dit blad.
Steeds het juiste adres voor
hypotheken, financiering,
vlotte afwikkeling is
Assurantiekantoor
Esstraat 109, telefoon 2992
Bij aankoop van een TRIX ELEKTRISCHE TREIN van 49 75 nnt
vangt u bii
(uitsluiten egen in vering van de EVA voordeelbon')
Voor ELEKTRÏSCHF REINEN >n ONDERDELEN
UW WARENHUIS