Uitbundig feest op de Haar en de Höfte Zaterdag eerste oefenmiddag „Ons leven... een eigen patroon" Kapberg afgebroken en opgebouwd FILMNIEUWS Clubkampioenschappen De Mors" Hazen Jantje erft veel geld PONYCLUB OPGERICHT LEDENTAL MOET (EN KAN) GROTER OPSTELLING SPORTCLUB RUSSEN GESLAAGD Gevonden voorwerpen algemene cursus voor meisjes en vrouwen van stad en land 1-13 oktober 1962 POSTDUIVENNIEUWS Vrijdag en zaterdag de film ,De wereld van Suzie Wong Woensdag de film „De vijf gebrandmerkte vrouwen" Vrijdag 7 september 1963 Weekblad voor Rijssen Pagina 7 R I.LS.S EN de wallen Hij was voor slecht naar de Oost ver trokken op achttienjarige leeftijd Hazen- Bats. De zoon van Hazen Frerik. De Ha zen waren arm volk. De bedeling moest vaak bijspringen en dat gebeurde ook. Want men kon Rijssen niet denken zonder Hazen. Daar om behoorde de familie van oudsouder het burgerdom van Rijssen. De van Langens van Bevervoorde hadden altijd leden der familie onder hun daghuurders geteld. De turfgravers en steenbakkers ook. Maar Bats had als jongen niet gedeugd. En Frerik had Goddank! geroepen. De dochters van Fre rik waren Rijssen uitgegaan. Het was hen te min geweest een broer te hebben die voor slecht naar de Oost ging. En in de Oost was Bats geen haar beter als in Rijssen. Goed en wel in de Oost, hing Bats het verloop uit. Hij belandde bij een Duitse planter die jarenlang in Neder land gewoond had. Hij nam Bats vier jaar goed onder het mes en toen gingen de wil de haren er uit. Hij klom op, door goed gedrag en vlijt veroverde zich een goede positie. En toen na vijftien jaar, de Duitser de ogen voor goed sloot kwam Hazen Bats aan 't hoofd der onderneming en organiseerde een hoop geld bij elkaar. Bats had uitgerekend dat achttien en vijfentwintig drie-en-veertig was. Dus op drie-enveertig jarige leeftijd Wilde hij er een streep onder zetten. In zijn vrije uren, dacht hij wel eens aan Rijssen aan zijn zusters, aan vader en moeder en voor al aan het kleine sproeterige Jantjen. Het jongste kind. Jantjen was volwassen gewor den en was met Klap Diene getrouwd. Een door en door fatsoenlijke turfgraversdoch ter en Jan had al weer zes kinderen, die er even als hij sproeterig en welgedaan uit zagen. Vader Frerik en moeder Jenne wa ren beiden gestorven. Nooit was er enige correspondentie gevoerd. Rijssen was van Bats af en het was goed zo. Maar ginds in de verre oost stapelde de planter zijn rijkdommen op. En op zijn negenendertig ste jaar kwam hij plotseling te overlijden. Het duurde lang. Hazen Jantjen was net aan het uitbaggeren met stadsbleken. Dit deed hij in aangenomen werk en de burgemees ters hadden hem er niet te veel voor ge geven en Jantjen kon de centen heel goed gebruiken. Dus van licht tot donker was hij bezig op de Wijerd. Het was op een warme morgen. Het werk schoot flink op toen Aal tje zijn oudste dochter hem pannekoek bracht van het laatste meel en de laatste olie die er thuis was. En Aaltje bracht tevens de boodschap mee dat vader bij de schout moest komen. Vader verorberde in haast de pan nekoek en gaf zijn dochter de boodschap mee dat hij bij de heer schout zou komen als de Wijerd schoon was. De schout ken de zijn volk. Hij gaf Jan de Hofmeijer, de onderrichter last,, naar de Wijerd te gaan en aan Jantjen te vertellen dat er een brief van Bats was. Jantje schoof zijn hoofddek sel achteruit, krabde zich in het schaarse haar en riep: Ook dat nog! Maar ook de onderrichter kon hem niet bewegen zijn ar beid te laten rusten. Want nog enkele uren dan konden burgemeesteren schepenen en de raad de Wijerd gaan schouwen en Jan tje kreeg geld. Ziezo, hij legde de laatste hand aan zijn arbeid en voldaan kijkend en keurend liep hij langs de bleekgraven. Andermaal kwam de onderrichter. Jan kom mee! De schout wenst u dringend te spre ken. Laat het gereedschap maar zo lang liggen. Hazen Jantje veegde de modder van zijn klompen, waste de handen en de modder van zijn broekspijpen. Hij had fei telijk wel trek aan eten. Maar het zou bij de schout zolang niet duren. Toen de schout hem voorzichtig inlichtte aangaande het le ven en bedrijf van zijn broer werden de ogen geweldig groot. De mond viel hem open, en zonder dat hij het wist zeverde hij over het vest. De schout vertelde hem da delijk niet alles. Zijn broer had hem driedui zend gulden nagelaten. En nu moest hij maar netjes oppassen en zuinig zijn. De eni ge reactie was het volgende: meneer mag ik eerst naar de burgemeesters? De Wijerd is klaar en onze Bats is toch dood, dus dat kan wel even wachten. De burgemeesters keurden zijn werk goed. De stadsbetaalmeester gaf hem het ver diende loon. Hij kwam thuis met het geld. Diene laat de wichter spek halen en worst en bak die op, want onze Bats is dood. De vrouw dacht dat Jantjen bij de Bokking in de herberg was geweest en riep foei ke rel schaam je je niet? Nee, niks te scha men, spek en wost! En toen de vrouw nog aanmerkingen maakte sloeg hij met de vuist op de gammele tafel en sloeg er een gat in. Om de lieven vredes wille stuurde Diene de beide oudste kinderen naar de Lappe. De Lappe was een winkelier in van alles. Zoals dat vroeger was. De zolder hing vol spek en worst, maar daarnaast hing er aller lei nuttig huisraad aan de zolder ook meu belstukken die men alleen des nachts ge bruikte, maar daar nam niemand aanstoot aan. Nu kwam het de Lappe vreemd voor dat de kinderen van Hazen Jantje in zulke grote hoeveelheden spek en worst tegelijk kochten. Hij ging naar de onderrichter, maar die maakte hem duidelijk, hoe de za ken stonden. De Lappe zou geen koopman zijn om daarvan niet te profiteren. Intussen ging Diene aan het spek bakken en worst braden. Net oude jaarsavond juich ten de kinderen. Na het eten streek zich Jantjen voldaan over de buik. Maakte van een houtje een tandenstoker en rispte beha- gelijk op. Samen met Diene telde hij daar na het verdiende geld op de Wijerd. De Lappe dacht, ik moet er bij wezen, die het eerst komt het eerst maalt. Hij kwam bin nen en was zeer royaal. Snoepgoed voor de kinderen, klontjes voor Diene en een half pond tabak voor Jantjen. Hij wilde van al les leveren, beddegoed, laken voor pakken stoelen en tafels, kortom alles wat een mens nodig had om gemakkelijk te leven. Diene prees het zeer, dat de Lappe haar zo ver trouwde, maar, voegde zij er aan toe, niks geen lapperij, eerst zien wat er op tafel kwam. De pottebakker met zijn dikke kop kwam ook al zijn waren aanbieden. Maar Jantjen verklaarde dat hij maar negen gulden, drie stuiver en twee duiten in huis had. Al het andere hing nog in de lucht. Het geloop hield met een paar dagen te Rijssen op. Want Jantjen bleef zo nuchter als wat. Hij vertelde dat hij niet geloofde dat Bats zoveel had nagelaten, want de jongen had voor zich zelf veel nodig gehad. Maar er kwamen drukke dagen voor hem Geloop naar de sohqut^JIet duitje...nog^.fil even voor, de nalatenschap van Bats geregeld werd. De vier zusters van Jantjen moesten ook me dedelen. Maar eindelijk was het toch zover. Jantjen nam de timmermansbaas Evert van 'n stiel in de arm. Het oude veel te kleine gammele huisje op de Haar moest nodig op de helling. Ik heb er nou het geld nog voor dus een ruim huis. Eerst kocht hij nog een lap grond van Tonnis de Visser. En het was daar waaar het nieuwe huis verrees. Toen het huis onder de kap was, kwamen allerlei leveranciers opdagen. De rijtuigmaker de Speke, uit Almelo wilde een nieuw rij- uig leveren met paard en tuig kompleet. Een schilder uit Zutphen wilde een portret maken van Jan en zijn vrouw. Daar zijn wij te lelijk voor! Riep Diene. Dat hinderde niet. Die schilder zou hun er knap op zet ten. Maar geen lapperij riep Diene, wij zijn maar gewoon Riessener volk. En Bats is vroeger naar de Oost gegaan. Toen het huis aan de Haarstraat gereed was, kwamen de jongens van de Hoft" Jantjen en Diene de voeten wissen. Jantjen had veel vrienden op de Hofte en Diene was er geboren. Ze ven weken na het voorval op de Wijerd wist Jantjen waar hij aan toe was. Toen hij nu al weer jaren geleden getrouwd was, had er geen bruiloft op kunnen overschie ten. Maar nu zouden de kleine luiden van Rijssen een goede dag hebben. Jan liet het oude huisje staan, dat was het oude Ha zenhuis. Waar eeuwen zijn familie geleefd en gewoond had. En waar vele generaties ge boren en uitgedragen waren. In dat huis, zou door de naobers gebakken en gebraden worden. Want het stond voor Jan vast, bij een erfenis groot of klein, ou het feest voor de armen zijn. Jantjen kreeg vastigheid- De notaris uit Almelo liet hem komen. Na af trek van de onkosten en kinderdelingen kreeg Jan zevenduizend gulden. De armen in Rijs sen zouden nu eens goed bier hebben. En een heerlijke maaltijd. Een holbewoner uit het Rijssense veld, bijgenaamd de „Halve Kop" mocht ook op he feest verschijnen. Toen het zover was stond de Haar helemaal op zijn kop. Kinderwagens kende het arme volk van Rijssen nog niet. Daarom kwa men uit alle gangen en stegen vrouwen en moeders, jonge en oude vrouwen, met man den teilen en kruiwagens waar ze hun zui gelingen in geborgen hadden. Iedereen moest eigen eetgerei meebrengen. Nou dat hadden ze lang niet allemaal. Dus riep Jantjen Arend de pöttekerel en de fluitjood te hulp De fluitjood was 'n negotiant, die met de mars door Twente liep en allerlei nuttige en onnuttige snuisterijen te koop aanbood. De fluiterd zat nog met een partij houten le pels, die hij niet kwijt kon. Jantjen nam ze over, en verdeelde ze onder de armen. Het kon niets schelen, hij had nu toch geld genoeg. Maar de armen waren gewoon aan schrale kost. De Zaadboer vloekte, dat de armen de hele Haar bevuilden. Daarom groef hij een diep gat in de mestvaalt, daar kon de smalle gemeente in braken. Voor de ar men was het feest afgelopen. De juffer had er schande van gesproken. De vrouwe van de Oosterhof ook. De heer van de Oosterhof had tegen zijn vrouw gezegd, wees wijzer mens. Hazen Jantjen is gauw genoeg van zijn geld af. Laat dat arme volk ook eens een dag pret hebben. Maar ook de beter gesitueerden kregen hun fuif. De keurig nette mensen stuurden een boodschap dat zij verhinderd waren en boden Jan en Diene geschenken aan. De fluitjood kwam met een gepeperde rekening en de juffer wilde Jantje de les lezen, maar kwam daar niet aan te pas. Diene trompetterde de juffer de deur uit. De dame ging diep beledigd weg. De vrouwe van de Oosterhof werd hartelijk ont vangen. Zij was de laatste van Langen van Bevervoorde. Zij had nog steeds als haar voorvaderen macht en invloed in Rijssen. Zij vertelde aan Jan hoe hij zich gedragen moest. Hij moest een vooröeeld nemen aan broer Bats. De Vrouwe van de Oosterhof praatte Jantje suf. Jantjen had nooit gewe ten, wanneer men goed in het geld zat, dat men dan de heer uit moest hangen, en geen fuig geven aan de armen. Toen de Vrouwe weg was, riep Jan Hu! Een mens mag ook nooit wat! De Goldvinke en de Jood Da vid kwamen tegelijk bij Jantje. Ze wilden kostbare meubels leveren. Maar Diene zei nee! Er kwamen nog veel leveranciers meer. En veertien dagen nadien, de armen van Rijs sen. De een wilde dit hebben en de ander dat. Het Schöpkens wiens huisje was afge brand kreeg van Jan permissie om in het oude huisje te gaan wonen. Hoe het verder met Jan en Diene ging hopen wij de vol gende keer te vertellen. Van Coeverden. Rijssen is sinds kort een ponyclub rijk. In de oprichtingsvergaderingtraden 10 leden tot de vereniging toe. De voorbereidingen zijn zo ver gevorderd, dat a.s. zaterdag de le oefening zal kunnen worden gehouden. Het bestuur en de leden verwachten, dat de kin deren, die geoefend zullen worden in hel berijden van de pony, daarin veel vreugde zullen vinden, en zijn daarom enthousiast, dat de plannen tot oprichting van een vere niging zo vlot zijn verlopen. Van vele zijden heeft men medewerking ondervonden. Het bestuur heeft de beschik king over een fraaie oefenweide gelegen aan de Burg Knottenbeltlaan, welk terrein wel willend werd afgestaan door Jhr Coenen te Aerdenhout. Natuurlijk is het zo, dat 10 le den eigenlijk een bescheiden aantal is. Daarom hoopt men, dat binnen niet al te lange tijd het ledenaantal minstens verdub beld zal kunnen worden. Vermeende bezwa ren kunnen met medewerking van het be stuur misschien worden opgelost. Zo ver leent het bestuur medewerking als een lief hebber geen weide ter beschikking heeft waar het paardje kan grazen. De eerste 3 maanden neemt het bestuur van de pony club de zorg daartoe over. Sportclub Rijssen speelt a.s. zaterdag haar eerste competitiewedstrijd tegen Sportlust uit Glanerbrug: De opstelling is als volgt: G. Lichtenberg, J. Kosterbok, M. Rutter- kamp. J. Dannenberg, A. J. Ruiterkamp. G. Greveling, G. J. Schellevis J Voort man, A. J. Rutterkamp, H. ten Bolscher. en J. A. Bruggeman. De contributie is betrekkelijk laag, de aan schaf van een pony beloopt enkele honder den guldens. Als men weet hoeveel plezier de kinderen van dit soor ruitersport zullen genieten zullen verschillende Rijssenaren be sluiten lid van de vereniging te worden, zo is de optimistische verwachting van verschil lende bestuursleden. De bedoeling is, dat voorlopig op zater dagmiddagen zal worden geoegend onder lei ding van de heer J. Rozendom. In de zomermaanden zal er ook een avond in de week worden geoefend. Het bestuur van de nieuwe vereniging bestaat uit de he ren: D. Steenbergen, voorzitter, C. Vlaar- dingerbroek, secretaris, B. Fuit, penning meester, P. Nijhuis, alg. adjunct. Opgaven van nieuwe leden kan plaats vin den bij het bestuur. Voor het eerst sedert haar bestaan hield de zwem- en poloclub „De Mors" donder dagavond clubkampioenschappen voor haar leden. Er werden over het geheel goede pres taties geleverd, waaraan ongetwijfeld het feit, dat dit seizoen diverse keren aan wedstrij den werd deelgenomen niet vreemd is. Clubkampioen bij de heren werd Meindert Schreuder, bij de dames mevr. Bakker, bij de jongens George van der Berg en d« meisjes Lucie Markvoort. Opvallend wa ren de goede prestaties, die George van der Berg leverde. Hij won n.l. alle num mers. De uitslagen Waren als volgt: 100 m. Vrije slag Heren: 1. M. Schreuder 1,08,9 min, 2. H. Brouwer 1.10,5 min, 3. P. Walstra 1,15,2 min. 50 m. Vrije slag: 1. H. Klein Horstman 41,7 sec, 2. W. Bruins 42,0 sec, 3. L. Mark- voort 45,0 sec. 50 m. vrije slag Jongens: 1 G. van dei Berg, 35,6 sec, 2. H. Baan, 36,4 sec, 3. H. Schreuder, 36,5 sec. 50 m. Vrije slag dames: 1. Jo Dangermond 39.4 sec, 2. H. Klein Horstman 40,6 sec, 3, Mevr. Bakker, 42,4 sec. 50 m. Rugslag Heren: 1 M. Schreuder 37,5 sec, 2 H. Brouwer 42,6 sec, 3 J. Schreuder 45,1 sec. 50 m. Vrije slag Meisjes: 1 R. Kein Horst man 56,1 sec, 2. L. Markvoort 1.04,5 min, 3 W. Bruins 1,12,0 min. 100 m. Schoolslag Heren: 1 J. Schreuder 1,33,6 min, 2. M. Schreuder, 1,35,4 min, 3, H. Brouwer, 1,43,8 sec. 50 m. rugslag Jongens: 1, G. v.d. Berg, 43.5 sec, 2, M. Ligtenberg, 48,7 sec, 3 H. Schreuder 50,4 sec. 50 m. rugslag Dames: 1 H. Klein Horstman 47,0 sec, 2 T. Nauta 56,0 sec, 3 mevr. Bak ker 57,2 sec. 50 m. Vlinderslag: 1. P. Walstra 41,5 sec, 2 M. Schreuder, 43,3 sec, 3 H. Brouwer 46,8 sec. 50 m. Schoolslag Meisjes: 1 L. Markvoort 53,7 sec, 2 F. Holtkamp 55,2 sec, 3 I. Koe dijk, 56,0 sec. 50 m. Schoolslag Jongens: 1 G. v.d. Berg 48,0 sec, 2 R. Smelt 50,6 sec, 3 H. Schreu der 52,6 sec. 100 m. Schoolslag Dames: 1 Mevr. Bak ker, 1,55,8 min, 2 T. Nauta 1,57,9 min, 3. I Hesselman 2,14,6 min. Te Utrecht slaagden voor 't examen cou peuse-leidster mej. J. Leemhuis, voor cou peuse mej. J. Schuiterd en voor costumiere mevr. I. Tij hof. Jonge poes. Badhanddoek gestreept. Rode portemonnaie. Zwarte alpino cap. Bruine knipper portemonnaie. Een rechter bruine motorwant. Linker lange bruine herenschoen. Een sleutel, waarop Z.M.G.U. met een aan de sleutel bevestigd voorwerp waarop staat Leeuwis en Zoon N.V. Heerde - Holland. Mo torhandschoen. Een boodschappentas met in houd. Een grijze portemonnaie. Een rol be schuit. Een muntbiljet 2.50 Zwempak met badhanddoek. Kinderschoentje. Hangertje. Bruine portemonnaie. Een sleutelring. Een zwembroek en een badhanddoek. Een fiets tas. Wollen mohair das. Glasplaten voor 'n kraam. Inlichtingen hier omtrent, gaarne op werk dagen van 18.00 tot 20.00 uur, niet telefonisch. „Het leven is een lap katoen Waar je van alles van kunt maken en mee doen, Je kunt het weven naar het patroontje van je buren Je kunt er ook een eigen werkje in bordu ren. Zo luidt een gedeelte van een liedje van Jules de Corte. Hoe wij het leven ook zien, het is geen kant en klare lap, die wij in een winkel kunnen kopen, wij moeten zelf aan de slag. Het leven is ook niet weven naar het patroon van de buren, doen zoals het behoort en zoals de buren doen, het leven is niet een veilig uitgestippeld pad volgen. Het leven is een eigen werkje borduren, een eigen weg zoeken. Deze cursus nodigt ons uit om op allerlei manieren met mens en wereld bezig te zijn en kan ons helpen duidelijk te maken voor welke vragen wij geplaatst worden in ons leven. Samen met meisjes en vrouwen uit be- Nadat het college van b en w de vorige week besloten had enkele opstallen van de heer Harbers staande aan de Lentfersweg wegens bouw zonder vergunning te doen af breken besloot hetzelfde college een z.g kapberg, die reeds vele jaren in gebruil was geweest weer op te bouwen. Een en ander wekte grote verwondering. De gemeentearbeiders, die de vorige weel belast werden met de afbraak kregen nu de opdracht de afgebroken kapberg weer op te bouwen. Bij de afbraak van de opstallen, die zon der vergunning aan de Lentfersweg waren verrezen was ook deze kapberg betrokken, hoewel dit bouwsel misschien wel 30 jaar dienst had gedaan. Het recht to afbraak was wellicht ver jaard, zodat het collge van b en w al. de beste weg zag, de afgebroken kapberg weer te herbouwen. drijven, verzorgende beroepen, zowel uit de stad als van het platteland, zullen wij ge durende deze twaalf dagen luisteren en pra ten, maar ook onze spontanieteit en fantasie aan bod laten komen. Onderwerpen, die ingeleid zullen worden, zijn: omgang met mijzelf en de ander, ge zin en opvoeding, het huis waarin wij wo nen, opvoeding en onderwijs, hoe sta ik ten opzichte van werk en collega's, meisjes en vrouw in het bedrijf, Nederland in groter verband, de wereld waarin wij leven. Daarnaast zal aandacht besteed worden aan: beeldende kunst van vandaag, litera tuur van vandaag, film en zang en muziek. Wij houden ons bezig met: handenarbeid, creatief spel en sport en wandelen. Aan het begin van de ochtend zal gezamen lijk praktisch werk in huis en tuin worden verricht. Om de cursus te kunne volgen is geen speciale vooropleiding nodig. De mi nimum leeftijd is 18 j ar. Het weerkeinde wordt in cursusverband doorgebracht. Op zondagmorgen wordt gele genheid gegeven voor kerkgang. Het pro gramma is verder bij het karakter van de zondag aangepast. Vriendinnen en verloofden zijn - tegen een geringe vergoeding - tijdens het weekeinde van ha-'.e welkom (van za terdagmiddag tot maandagmorgen). Het is aan te bevelen om praktische kle ding, wandelschoenen (zo mogelijk ook gym nastiekschoenen) en een schort mee te bren gen. Graag ook lakens en sloop of lakenzak en toiletgerei. Aanvang van de cursus op maandagmid dag 1 oktober te 16.30 uur, einde van de cur sus op zaterdagmorgen 13 oktober te 9.00 uur. De postduivenvereniging Het Luchtvermaak nam deel aan een wedvlucht op Vilvoorde. (1 september). Een deel van de uitslag luidt als volgt: 1. A. J. Temmink, 2. Joh. ter Harmsel, 3. W. Haase, 4. A. J. ter Steege, 5. W Haase, 6 A Lankamp, 7 G Kreijkes 8. C. Boerman, 9. A. A. Pennings 10 H. J. Lankamp 11. J. A. Tempelman 12 J. Barg- boer 13. H J Lankamp 14 G. J. Schuitert 15 G. Wessels, 16 Joh. ter Harmsel 17. A. Harbers, 18 J. Kamp, 19 H. Pieffers, 20 C. Boerman. Kleurrijk en exotisch is de wereld, waar heen deze film ons voert: Hongkong, de Brit se kroonkolonie, waar een conglomeraat van rassen dicht op elkaar leeft. In deze van leven bruisende stad ontmoeten wij de jonge Amerikaanse schilder Robert Lomax. Wij zien hem voor het eerst op de Wanchai veer pont als zijn aandacht gericht is op een mooi Chinees meisje, Suzie Wong, dat hij echter, zodra de pont aanlegt, uit het oog verliest. Robert neemt zijn intrek in het tweede rang Nam Kok hotel en wil proberen het hier met zijn beperkte geldmiddelen een jaar uit te houden en zich in de overstelpende ka- leidoscoop van oosterse bedrijvigheid op z'n kunst toe te leggen. Hij ontdekt al spoedig, dat hij de enige mannelijke gast in dit ho tel is. De andere gasten zijn „yum yum" meisjes en onder hen ontmoet hij Suzie weer. Hij vraagt haar voor hem te willen poseren. Zij doet dit en ondertussen zingt zij oosterse liedjes met zo een charme en ont wapende eenvoud, dat zijn sympathie on middellijk uitgaat naar dit ondanks alles zui vere en -aïeve meisje. Hij neemt zijn onge wone model mee uit dineren en als zij weer in het hotel terugkomen, vraagt Suzie of zij niet zijn vaste vriendinnetje kan worden. Maar Robert aarzelt en dan steekt plot seling een matroos zijn hoofd om de deur en zegt Suzie, dat hij in de bar op haar zal wachten. Robert laat haar gaan en voelt zich daarna eenzamer dan ooit, kwaad op zichzelf, omdat hij zich zo tot Suzie aan getrokken voelt. Om haar gezicht tegenover haar vriendin nen echter niet te verliezen, vertelt Suzie aan iedereen, dat Robert haar vaste vriend is. In de komende maanden maakt Robert steeds meer portretstudies van Suzie. Een Engelse vriendir van hem, Kay, stuurt 'n aantal er avn naar Londen om te proberen die daar te verkopen. Hij blijft Suzie's reeds herhaalde „aanbod" echter weigeren, hoe wel hij zich steeds meer tot het meisje aan getrokken voelt. Dan komt de dag, dat Robert eindelijk, als een gelukkig man, Suzie's liefde voor hem accepteert. Hij ontdekt dat zij 'n baby heef, die in zeer armelijke omstandigheden wordt opgevoed. Nu heeft Robert twee modellen, maar ook twee monden om te voeden. Hij raakt door z'n geld heen en wordt daardoor nerveus en geprikkeld. Wat te doen? Hij be sluit naar de Engelse bankier te gaan, die hij kent, om te wagen of deze hem aan een baan kan helpen. Suzie probeert hem te weer houden en zij biedt Robert haar spaargeld, dat voor de baby bedoeld was aan. Hij wordt echter boos, weigert dit aan te nemen en ten einde raad, om hem te kunnen behouden, stelt Suzie hem dan voor weer te gaan „wer ken". Vol afgrijzen stuurt Robert haar weg. De volgende dag heeft hij spijt en gaat haar overal zoeken. Zonder succes. Hij maakt zich ongerust en gaat zelfs de hulp van de politie inroepen. Tijdens vreselijke stortregens keert Suzie in haar nood naar hem terug: haar kind is in gevaar doordat een groot deel van de hut ten en krotten, in een waarvan het kind wordt grootgebracht, door het water dreigt te worden weggespoeld. Direct gaat Robert met haar mee, doch het is te laat. Als zij op de paats des onheils arriveren, blijkt Su zie's kind onder de ingezakte hutten te zijn bedolven. Robert, verheugd dat hij Suzie terug heeft, vraagt haar nu bij hem te blijven en zijn vrouw te worden. Het verhaal speelt zich af in een Joego- slavisch dorp tijdens de Duitse bezetting. Vijf meisjes, Jovanka, Danize, Marja, Ljuba en Mira, worden beschuldigd allen een liefdesverhouding te hebben gehad met een en dezelfde Duitsers, Sergeant Keiler, en als straf worden zij door de partisanen kaal geschoren. Keiler wordt door Branco, een van de partisanen, zwaar verminkt en de vijf meisjes worden door de Duitse com mandant uit de stad verbannen. Aldus ge brandmerkt moeten zij in de bergen in hun eigen levensonderhoud voorzien. Velko, Jovanka's vroegere vriend, is lei der van een partisanengroep, bestaande uit Branco, Svenko, Mirko en Milan. De meis jes komen voor het eerst met hen in aan raking als ze getuige zijn van een aanval door de partisanen op een Duits convooi. Hierdoor zijn ze in staat zich van warme kleren en wapens te voorzien, welke zij de gedode Duitsers afnemen. Zij vallen nu op eigen initiatief een convooi aan, maar worden beschoten en zouden allen gedood zijn als de partisanen niet tijdig te hulp waren gekomen. Ljuba is er echter in geslaagd Kapitein Reinhardt gevangen te nemen. Ondanks Jovanka's bezwaren sluiten de meis jes zich nu bij de partisanen aan, doch Velko waarschuwt hen, dat sexuele relaties met de mannen ten strengste verboden zijn. Velko door wiens toedoen Jovanka's haren afge knipt werden, stelt voor weer goede vrien den te worden, doch zij wijst dit af en ver wijt hem, dat hij geen greintje menselijk gevoel bezit. Vier van de vijf vrouwen sla gen erin zich aan de strenge partisanen- wetten te onderwerpen. Branco en Daniza verzaken hun plicht als ze samen op wacht staan, waardoor een Duitse Patrouille tot hun schuilplaats doordringt en het is slechts een kwestie van geluk, dat een ramp kan worden voorkomen. Voor de misdaad, dat zij verliefd op elkaar zijn, moeten zij boeten met hun leven zij worden beiden geëxecuteerd De bataljonskommandant van de partisa nen bezoekt het kamp en deelt mede, dat zij een aanval moeten doen op hun eigen stad. Deze aanval verloopt met succes. Vele Duitsers worden gedood, doch helaas verlie zen ook een groot aantal partisanen het le ven. Ljuba, Mira en Reinhardt zijn in het kamp achtergebleven. Mira staat- op het punt een baby te krij gen als gevolg van haar verhouding met de Duitse sergeant. Terwijl Ljuba bij Mira is, probeert Reinhardt te vluchten, doch Lju ba schiet hem neer. Als de Duitsers met behulp van vliegtuigen de schuilplaats ontdekken, vernietigen de partisanen alles wat zij niet mee kunnen ne men en vluchten. Zij zullen voorlopig in veiligheid zijn als ze een met sneeuw be dekte bergpas kunnen bereiken. Als ze er bijna zijn, ontdekken ze, dat de Duitse patrouilles hen vlak op de hielen zitten. Velko biedt aan om met een ma chinegeweer achter te blijven om het op trekken van de vijand te vertragen en Jo vanka staat er op bij hem te blijven. Verscholen achter een rots, nadat de rest van de groep door is gegaan, begint Velko op de oprukkende Duitsers te schieten, ter wijl Jovanka het geweer van munitie voor ziet. „Zal er weer een oorlog komer als de mensen blijven zoals ze zijn?" vraagi ze. „Dat hoeft niet", antwoordt Velko. „De mensen veranderen soms".

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1962 | | pagina 7