Duitse handschoenenindustrie vervaardigde in '61 7,5 milj. paar STALiNSTAD-INDUSTRIE-CENTRUM ZONDER GRONDSTOFFEN Wë A- ABD-EL-KADIR MOET VERDWIJNEN EN PLAATS MAKEN VOOR DAM Tragedie van techniek der twintigste eeuw Gemeen te lijke boerderij en te KI zen VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1962 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 5 Kerkrestauratie in Monnikendam Geen limonade-rietjes meer Geen belangstelling Steeds goedkoper en beter 7^*7 PUR0L-P0EDER Het einde van het gezin „Aan zielszorg of godsdienst geen behoefte" Een eeuwenoud decor Atheïstische tegenkerk Bladerdak tegen de zon Economisch een enorme vergissing De rust van de avond GEVONDEN VOORWERPEN De restauratie van een van de belangrijk ste Hallenkerken in Noord-Holland, de hervormde kerk in Monnikendam, vor dert goed Dit jaar zal het eerste gedeelte ge- reed komen van de restauratie, welke noodzakelijk was ge- worden door verzak- kingen De Duitse industrie van leren handschoe nen heeft voor het lopende jaar zorgen. De prijsstijgingen van de grondstoffen hebben een bijzonder ongunstige invloed. Het schaar ser worden van ruwe huiden op de wereld markt is ook een factor van betekenis. Vo rig jaar waren enkele kleine bedrijven we gens het gebrek aan geschoold personeel al gedwongen hun productie stop te zetten De rationaliseringsmogelijkheden zijn in de meeste bedrijven uitgeput, want handschoe nen van goede kwaliteit worden in Duitsland nog altijd met de hand vervaardigd. Ook de opbrengst per jaar, die sedert 1958 van 9.50 tot 9.81 D.M. per paar steeg, waren geenszins in staat de stijgende kos ten op te vangen. De prijzen voor de export stegen met 8,2 procent. De loontarieven in deze branche zijn evenwel met 20 procent ge stegen. De verhoging van de produktiekosten be droeg ongeveer 33 procent. Prijsverhogingen van ongeveer 6 procent werden door deze ontwikkeling onvermijdelijk. Vorig jaar wer den ongeveer 7,5 miljoen paar handschoe nen vervaardigd, dat was 25 procent min der dan in 1956, toen de produktie 10 miljoen paar bedroeg. De export steeg sedert 1958 van 730000 tot 980000 paar. De invoer is in hetzelfde tijd vak van 300000 tot 1,25 miljoen paar geste gen. Vijftig procent van deze invoer kwam uit Italië, gevolgd door Frankrijk, Honga rije en Pakistan. De Duitse handschoenen gaan voornamelijk naar de Verenigde Sta ten, Zwitserland, Canada, Nederland en Zwe den. Debincnenlandse behoefte bedraagt onge veer 11 miljoen paar. Van de binnenlandse produktie blijft echter slechts 6,5 miljoen paar in het land. Daarbij komt nog een ex port van 1,25 miljoen paar. He.t schijnt dat Duitse toeristen in het buitenland ruim 3 mil joen paar handschoenen kopen. „Het limonade-rietje is weliswaar geen pro duct van grote betekenis voor de volkshuis houding maar het draagt veel bij ter ver aangenaming van het dagelijkse leven „De Astikfabrieken in Löbau in Saksen pro duceren jaarlijks 20 miljoen rietjes. Enkele dagen geleden kreeg het bedrijf de raad de productie van rietjes stop te zetten. En de al zo schaarse rietjes in café's en res taurants van de Sowjet-zone, zullen nu wel helemaal verdwijnen", stelt het in Oost-Ber- lijn verschijnende dagblad „Der Morgen" vast. De communistische theaterdirecteur van Wei- mar, Prof. Otto Lang, heeft steen en been geklaagd over het feit, dat van de 26000 personen, die een abonnement op de voor stellingen van het „Duitse Nationale Thea ter" in Weimar hebben, slechts 20 procent uit de arbeidersklasse afkomstig zijn. Ech ter hebben noch de bezoekers van burgelijke afkomst, noch die uit de arbeidersklasse, naar Prof. Lang zegt, ook maar enige be langstelling voor de werken van het socialis tische realisme getoond. „Progressieve stuk ken", zoals dat van Helmut Baierl „Frau Flinz" zijn weliswaar op papier steeds uit verkocht, maar zodra het scherm omhoog gaat blijkt, dat nauwelijks de helft van de abonnementen de voorstel'ing bezoeken. De zaal maakt een pijnlijk lege indruk. „Dat is voor cms erg deprimerend", aldus Lang. Kunststoffen en beton, laat staan staalbe- ton, schijnen op het eerste gezicht weinig bij elkaar te passen. Toch blijkt de toepas sing van kunststoffen bij betonbouw zeer voordelig te zijn. Synthetische kunststoffen vergroten de con structie-mogelijkheden, maken het bouwen beter en goedkoper. Kunststoffen behoren tot de weinige goederen, waarvan de prij zen dalen, omdat het produktie-procédé voort durend goedkoper wordt en de stijgende om zet prijsverlaging toestaat. Kunststoffen zijn geen vervangingsmiddelen voor tot dusver gebruikte bouwmaterialen met uitzondering van enkele speciale sec toren, maar het zijn nieuwe bouwstoffen met bizondere eigenschappen, die buitengewoon goed met de traditionele bouwmaterialen tesamen kunnen worden toegepast. In de wegenbouw bleken kunststoffen zeer goed te voldoen bij de verbetering van de voegen-constructie. In Duitsland worden thans proeven genomen met wegprofielen uit hard- polyvinylchloride. De P.V.C.-kunststoffen be horen de meest belangrijke kunststofgroepen. Ook zullen P.V.C.-foliën met profiel de wrijf weerstand tussen betonlaag en onder grond verbeteren. Tot dusver werd hiervoor geolied papier gebruikt. Kunststof heeft een grotere elasticiteit en vervorrmbaarheid dan anorganische specie, bewerkstelligt derhalve een minder starre, maar toch vaste verbin ding der afzonderlijke bouwelementen. Kunst stofspecie is ook goed bruikbaar bij het sa men voegen van beton en andere materia len in de woningbouw. Hiervoor wordt kit uit gevulde butyl-rubber of profiel-lijsten uit zachtgemaakte pylyrinylohlori.de gebruikt. Waar nietalleen bouwelementen onder el kaar moet worden verbonden maar ook druk moet worden overgedragen, wordt een mengsel uit kunststof (epoxyhars) en zand toegepast. Daaruit ontstaan verbindingen tussen staalbetonelementen, die tegen een zeer hogedru k bestand zijn. Al in 1956 werden in Duitsland brug-beton- delen met polyesterharsen gelijmd. Dit „ge vulde" hars kan hoge spanningen verdragen en is daarom veel beter dan klassieke ce- mentspecie. De Duitse ingenieur, dr. Blunk uit Mainz heeft voor proefnemingen vastge steld, dat thans oude met verse beton door kunststoffen dusdanig worden verbonden, dat de kleefvastheid zelfs de buigvastheid van het beton overtreft. Hiervoor zijn echter alleen bepaalde epoxy-harsen geschikt. Po lyvinylacetaten zijn voor dit doel niet ge schikt. Tegenwoordig worden steeds meer tanks voor minerale oliën, vooral voor verwarmings olie uit staalbeton gebouwd. Deze moeten echter met een kunststofbekleding worden geïsoleerd. De tot dusver gebruikte kunst stoffen hebben de neiging tot fijne scheur tjes. Starre kunststofbekleding is niet doelmatig ook al is deze dik. Ir. Blunk waarschuwt tegen 't gebruik van harde beschermende la gen uit Epoxyhars-basis. Hij adviseert 't gebruik van 'n nieuw isoleermiddel geba seerd op een polyester-glasvezelmengsel. Dit mengsel wordt in lagen, die met elkaar niet dikker zijn dan vier milimeter, op het staalbeton gespoten Daarover heen komt een laag torkret-specie, een mengsel uit cement en zand, dat door perslucht naar de plaats van bestemming wordt gebracht en aldaar door een met wate»- gevulde sproei er op de onderlaag wordt gespoten. Ook voor isolering in de tunnelbouw is dit mengsel van polyester en glasvezel zeer geschikt. Tot dusver worden tunnels met koper of kunststof-foliën geisoleerd. Volgens Ir. Blunk is dit polyester-glasvezelprocédé veel eenvoudiger. De vier polyester-lagen hebben ieder een andere kleur. Door optische en accoustische proeven kan het procédé nauwkeurig worden gecontroleerd. Het resul taat is een vaste isolatie-laag, zonder voe gen van drie tot vier milimeter dikte Dit procédé wordt een grote toekomst voorspeld De glasvezels dienen als vulmateriaal ter verhindering van door schrompeling optre dende spanningen (Polyester-harsen schrom pelen tot tien procent) en ter vergroting van de vastheid. De buig- en trekvastheid van de hiervoor te gebruiken onverzadigde, alcalivaste polyester-harsen overtreft 500 ki lo per vierkante centimeter de drukvast- heid 1200 kilogram De polyester- en epoxy-harsen leveren, indien met de gebruikelijke stoffen ge mengd, zeer sterke species en betonsoorten Deze zijn zeer kleefvast en op een tot dus ver ongeëvenaarde wijze bestand tegen slij tage. Hierbij komt het echter zeer op de mengverhouding aan. Bij de bouw van staalbeton-bruggen bleken lagen uit synthetische rubber zeer te vol doen. De betekenis van kunststoffen in de beton bouw zal in de naaste toekomst nog zeer toenemen. Daarvoor is omvangrijk onder zoek over de vraag hoe de stoffen en de mengsels zich onder verschillende omstan digheden gedragen uiteraard noodzakelijk. Ir. Blunk heeft onderzocht op welke wijze enige epoxyhars-oombinaties veranderen wan neer zij in water van verschillende tempe raturen worden gebruikt. Terwijl in droge omstandigheden ook ex treme temperatuurverschillen geen invloed op de vastheid van het materiaal hebben, ver andert dit onder water al naar gelang van de temperatuur aanzienlijk. Een harssoort, die bij 20 graden slechts een gering vast heids-verlies blijk geeft, verliest bij 60 gra den na 25 dagen al 86 procent van zijn vast- he:d. Aan de hand van dergelijk onderzoek zul len kunststofmengsels voor alle benodigde gevallen k nnen worden ontwikkeld. Advertentie STALINSTAD is echt wel een reis waard. Niet dat de sinds 18 augustus 1950 uit de zandgrond van de „Mark Brandenburg" ge stampte model-kolonie, die de naam van de beruchte Sovjet-dicta tor draagt, bijzonder aantrekkelijk zou zijn. Dat is zeker niet het geval, want dit conglomeraat van fabrieken en huizen op de heuvels van Diehlo tussen de Oder en het Oder-Spree-kanaal heeft op dit punt iets te bieden. De woonwijken slui ten direct aan op de tien hoogoven-com plexen van het „IJzercombinaat Oost" - en zijn fabriekskolonies, zoals er zovele ter we reld zijn. Toch is een bezoek alleszins de moeite waard, omdat deze Stalinstad een model-voorbeeld van communistische indus- strie- en geestelijke opvattingen in Duitsland is. Alles wat door de socialistische eenheids partij van Ulbricht als „socialistische ver worvenheden" wordt aangeprezen, het sum- m dus van hetgeen de mensheid onder het etiket „socialisme" kan verwachten, wordt in deze stad in praktijk gebracht. In de Middeleeuwen groeide op de hellin gen van deze Diehloer bergen een voortref felijke wijn, die door Zisterzienser monni ken werd gebotteld. Vandaag bestaat hier geen enkel particulier bedrijf meer. De schoenmaker, de kapper, de bakker of de fotograaf, ja ook de voddeman zijn employees van de staat. Evenals de doctoren of de advocaten. Er zijn in deze Stalinstad ook geen oude mensen. De gemiddelde leeftijd van de zeventien duizend inwoners bedraagt, naar vol trots wordt medegedeeld, 25 tot 30 jaar. Wie ouder is dan dertig en niet het geluk heeft tot de „specialisten" te be horen. die behoort in Stalinstad tot het men selijke „schroot". Van de vrouwen werkt zeventig procent in de metaalfabrieken en hoogovens, in de cementfabrieken of in de staatswinkels. De kleine kinderen worden door hun moeders bij de chreches afgeleverd en van het derde levensjaar af komen de kinderen dan in de kinderbewaarplaatsen, die van 's morgens half zeven - vroeg opstaan is ook 'onder het communisme een Duitse hartstocht gebleven - tot 's avonds half zeven geopend zijn. Voor de schoolgaande kinde ren zijn er dag-internaten, waar zij naast het gewone onderwijs ook plotieke scholing krijgen. Ook deze internaten zijn van 's morgens vroeg af geopend. De kinderen zien hun ouders maar korte tijd per dag en zel den tezelfdertijd, want als mammie vrij is, dan heeft pappie net nachtdienst, of omge- keerd. Dit is alles voor het socialisme j In deze „socialistische stad" zijn geen kerken. Max Richter, de „Obergurgermeis- ter" verklaarde, dat er bij de bewoners geen behoefte naar christelijke zielszorg bestaat. De lopende pachtovereenkomsten met de pachters van de gemeentelijke boerderijen „Klompjan" r- „De Smale" resp de heren D. H. Brinkers en J. Jansen te Eisen lopen binnen afzienbare tijd af. De overeenkomst betreffende Klompjan loopt af op 31 oct 1962 en die van de Smale op 21 maart 1963 Beide pachters hebben verzocht de boerderijen weer voor een termijn van 12 jaar te mo gen pachten. B. en w. zijn van mening dat dit verzoek moet worden ingewilligd. De pachtprijs voor de boerderij Klompjan is vastgesteld op 1435,- per jaar, die voor de Sma'op 2364 B. en w. stellen de raad voor de pacht overeenkomsten met 12 jaar te verlengen. Abd-el-Kadir is enige maanden het hoofd kwartier geweest van een Unescomissie in het gedeelte van Nubië, dat tot de Soedan behoort. Van hieruit trokken iedere dag de leider van de missie, W. Adams, en zijn assistent, Hans Nordstrom, naar de eiland jes vlakbij de tweede stroomversnelling in de Nijl, waar zij archeologische opgravingen verrichtten in samenwerking met de Soedane- »e regering. Rex Keating, die eveneesn deel uitmaakte van deze missie, geeft hieronder zijn indrukken weer van het leven in een Nubisch dorpje. In dit deel van Nubië is de geschiedenis bijna tastbaar. In het noorden en het zuiden verheffen zich twee machtige versterkingen, die de Egyptenaren hier veertig eeuwen ge leden bouwden. Op een rotsachtige heuvel ach ter het dorp vindt men de sporen van een Egyptische militaire expeditie, die hier, nog eens duizend jaar vroeger, voorbij is getrok ken. Acht kilometer stroomopwaarts ligt de rots Abousir aan de oude verbindingsweg tussen Egypte en het bninenland, in die tijd een drukke „verkeersweg" voor talloze reizigers, kooplieden en soldaten. De inwoners van Abd-el-Kadir hebben echter geen belangstelling voor dit verleden. Hun dorpje, bestaande uit twaalf huizen, gelegen tussen zand en rotsen op de Wes telijke over van de rivier, strekt zich land inwaarts uit tot een lage heuvel, waarop het graf ligt van Sheik Abd-el-Kadir, waaraan het dorp zijn naam ontleent. Het grootste gedeel te van de huizen ligt op deze helling; ons huis echter ligt aan de rivier, van waaruit wij een uitzicht van een ongekende schoon heid hebben. Wij kijken ui' op een twaalf-tal eilandjes, zeer variërend in grootte, van vijftien tot drie honderd meter lang. Op het grootste, Méfra- ti, waar tussen palmen en acacia's koren bonen en klaver verbouwd wordt, leggen de archeologen op het ogenblik een dorp De partij dicteert het leven in deze stad. Uiteraard is iedere inwoner „georganiseerd". In de „Socialistische Eenheidspartij" of in de „Vrije Duitse Jeugd", of in het „Vrije Duitse Vakverband" of in de „Democrati sche Vrouwenbond". Als de werkdag ten ein de is, dan begint de politieke scholing. Op zondag is er „propaganda-einsatz", of „vrij willige opbouw". Ook ontspanning en vrije tijdsbesteding zijn nauwkeurig „gepland". In het „cultuur-paleis" worden films uit Oost bloklanden vertoond en het „Kleist-ensem- ble" uit Frankfort aan de Oder geeft regel matig toneelvoorstellingen. Sinds 1954 is de vrije tijd overigens plan matig ingeschrompeld. Naast de politieke scholing moeten de bewoners van Stalinstad ook hun militaire plichten vervullen. Dus wisselen manoeuvres van de „strijdgroepen in de bedrijven" af met para-militaire ma nifestaties en oefeningen van het „Genoot schap voor Sport en Techniek", waarvan al le inwoners, zodra zij zestien jaar zijn, lid moeten worden. Sinds 1959 wordt in Sta linstad een nieuwe campagne gevoerd, om ook de laatste resten van vrije tijd te onder werpen aan het collectief. Onder het motto „socialistisch werken, socialistisch leren en socialistisch leven" werden voorschriften voor een voor iedereen geldende „socialistische levenswijze" ontwikkeld. Volgens deze re gels moet niet alleen iedere arbeiders een activist zijn, dat wil dus zeggen méér en harder werken dan een ander, zich dus meer uitsloven op ieder gebied, maar moet ook zijn gehele leven onderworpen worden aan de collectieve wil van de partij. Als een voorbeeldige socialistische arbei dersbrigade wordt in „Neues Deutschland" het communistische dagblad, dat niet alleen qua opmaak en omvang precies lijkt op de nationaal-socialistische „Völkische Beobach- ter", maar ook in dezelfde drukkerij wordt gedrukt - de „werk- en huisgemeenschap" in de Diehloërstrasse in Stalinstad uitbun dig geprezen. Deze werkbrigade komt iedere dag na het werk met de vrouwen bijeen om met zijn allen naar de televisie te kij ken. Vooraf houden dan de brigadiers en de „huis-voorr..an" een rede over de politie ke ontwikkeling. De brigadiers verplichten zich dan om met een ander woonblok een wedstrijd aan te gaan of tot een „zondag op het land", d.w.z. daar propaganda voor de partij te gaan maken. Dan komt het Oostduitse televisie-programma. Niet alleen hun vrije avonden, ook hun vakanties moes ten de brigaden gezamenlijk doorbrengen. Als een van de voornaamste taken werd aan heit collectief van Stalinstad naast de para-militaire opleiding het opbouwen van een atheïstische tegenkerk opgedragen. In 1955 werd met de „jeugdinwijdingen" begon nen. In 1957 kwam' het tot de eerste „socia- bloot, waarschijnlijk daterend uit de eerste Christentijd, én een zeer oud Egyptisch fort. Twee schuit n onderhouden een pendel dienst; één van deze boten is het eigendom van onze „hospes", die veel lijkt op een pa triarch en constant een pijp rookt, gestopt met een afschuwelijk soort tabak. Bovendien is hij de trotse bezitter van het enige radio toestel in het dorp. Voor de deur heef hij een „tuintje" aangelegd, omzoomd met ro zenstruiken, waarin de hele dag een geit met haar kroost rondhuppelen. De reusachtige grote kippen, die men hier- overal ziet, lopen langs de Nijloever te pik ken, terwijl zij bijna onder de voet worden gelopen door de vrouwen, die water gaan halen en hun volle kruiken, schijnbaar zon der inspanning, op hun hoofd balanceren. De oudste vrouwen zijn geheel in het zwart ge kleed en wenden hun gezicht af, als ze voorbij komen; de jongeren daarentegen dra gen vrolijke kleuren en kijken je recht in je gezicht en schateren van het lachen; de kindeken tonen een geweldige nieuwsgierig heid ten opzichte van de vreemdelingen. Voor iedere deur ziet men een kameel; de ze slungelachtige dieren worden iedere morgen bij zonsopgang naar de Nijl gebracht, waar zij de wilde eenden storen in hun slaap die dan stroomopwaarts in de richting van de rots Abousir trekken om daar op hun beurt de snippen te wekken. Wanneer de zon hoger stijgt, komen de mannen tegen de muur van ons huis zitten. Zij dragen witte kleren en tulbanden, die fel contrasteren tegen de grauwe uit gedroogde aarde besaande muur. Op de binnenplaats heersen koortsach tige activiteit; Hassan maakt het ontbijt klaar en zijn hulpje gaat de afwas van de -vorige dag, die in manden tegen de muur staat, doen. De huizen zijn typisch Soedanees met een grote binnenplaats en ruime vertrekken, die listische doop" en de „socialistische huwe- lijksinzegeingen" In juli 1958 verkondigde Walter Ulbricht de tien atheïstische geboden van de „socialistische moraal". Thans worden in Stalinstad de riten van een „socialistische cultus" uitgewerkt. Vijf bladzijden omvat 't document, dat de „Grond beginselen en ervaringen bij het houden van socialistische plechtigheden rondom geboor te, huwelijk en dood in Stalinstad" behan delt. Naast de ambtenaar van de burgerlij ke stand moet altoos „Een woordvoerder na mens de Raad van de Stad" als een soort partij-predikant medewerken. Op het ogen blik zijn er al zo'n driehonderd „woordvoer ders" opgeleid. Al deze plechtigheden wor den met muziek opgeluisterd en dan leggen de betrokkenen, vaders en moeder, echtgeno ten een „socialistische gelofte" af. Dit is dus de geest, die in Stalinstad moet heersen. Economisch gezien bleek dit „com- binaat" evenwel een enorme vergissing, want bij Furstenberg waar het werd opge bouwd is ijzererts noch steenkool te vinden. Hi; ijzererts moet uit het gebied van Kri- woi Rog in de Sovjet-Unie, duizend kilome ter verwijderd, komen, de steenkolen komen uit de mijnen in Opper-Silezië via de Oder of het Oder-Spreekar.aal. De hoogoverns lig gen weliswaar aan een binnen-waterweg, maar er bestaat geen directe spoorverbin ding met Silezië. Het gehele verkeer over land - naar Si lezië en de Sovjet-Unie - loopt via Frank fort aan de Oder en sinds 1958 in beperkte omvang ook via Guben Uiteraard wordt door de lange aanvoerweg de produktie duur der, zodat dit gigantische bedrijf steeds op staatssubsidies is aangewezen. Dit alles mag de pret niet drukken, want bij de communis tische planning geven minder economische dan wel politieke overwegingen de doorslag. Behalve de acht hoogovens zou dit comoi- naat tot 1955 een staalfabriek, een walserij en een kokillengieterij in bedrijf hebben moe ten nemen. Bovendien zouden er vijfentwintig duizend woningen voor vijftigduizend mensen klaar moeten zijn geweest. Dat stond allemaal ir. het „Grote Plan I", dat in een fraai-ver- sierde cassette bij de eerste steenlegging voor Hoogoven nummer I werd ingemetseld. In 1958 waren er tien hoogovens in bedrijf. Met de bouw van de walserij en verschillende walsstraten kon nog niet worden begonnen. De „socialistische woonwijken" bieden thans onderdak aan zeventienduizend mensen Tot 1965 - aldus het zeven jaren plan - moeten evenwel de o-'erige woonwij ken en industriële installaties klaar zijn. Wie de socialistische planeconomie- en het „verrukkelijke socialistische leven", in de praktijk vyil zien, moet echt eens. naar Sta linstad gaan. daarop uitkomen. Twee pilaren ondersteu nen de balken waarop een dak van palmbla deren ligt, dat een uitstekende beschutting biedt tegen de felle zon. Deze balken werden ongeveer veertig jaar geleden gemaakt in Birmingham; het zijn na melijk rails van de spoorweg, die Lord Kitchener hier aan het eind van de vorige eeuw liet aanleggen tijdens de Nijl-oorlog tegen de troepen van Mahdi. In een aantal Nubische huizen kan men ge deelten van deze spoorweg vinden; in dit droge klimaat vertonen zij geen enkel teken van roest. Gewoonlijk worden deze balken echter ge maakt van de stam van de palmboom, die over de lengte wordt gespleten. Het bladerendak is zeer doeltreffend tegen de zonnestralen, maar het laat een voort durende regen van fijn zand door, dat wordt meegevoerd door de Noordenwind, die hier praktisch dag en nacht waait. De muren, be staande uit ruwe stenen, leveren ook hun aandeel in het stof, zodat men er binnen in een Nubisch huis nooit helemaal van bevrijd is. Deze huizen zijn echter prettig, comfortabel en zeer koel, zelfs tijdens de warmste da gen, door het feit dat ze ruim zijn en dik ke muren hebben. De zware houten deuren rusten op plat te stenen; aan de bovenkant zijn ze beves tigd door middel van een touw dat door een naar voren springende balk gehaald is. Als slot wordt een ingenieus systeem ge bruikt dat dateert uit de tijd van de Ro meinen. De ramen zijn klein en veel huizen hebben er zelfs, helemaal geen. Gelukkig regent het bijna nooit; zou dit gebeuren, dan zou de regen weldra door het bladerendak heendringen en zouden de muren beslist niet lang meer overeind staan Zandbanken word n hoe langer hoe talrij ker en vormen de verbinding tussen de ei landjes. 's Avonds, wanneer we terugkomen van het opgravingsveld, treden de rust en de schoonheid van het dorp in. De kleine dieren zitten in hun hokken, de kamelen zijn vast gebonden; de mannen, gezeten op hun muil ezels, keren huisw arts; ze genieten van de laatste zonnestralen en bespreken wat ze die dag hebben gedaan. Onze „hospes" komt naar buiten, begeeft zich naar de rivier, gaat onder een palmboom op zijn knieën zitten, het gezicht gekeerd naar Mekka. De schuiten liggen met gestreken zeilen te dobberen op de Nijl. Iets verder zijn drie vrouwen aan de was. De kleine bevolking van Abd-el-Kadir is zeer gehecht aan dit buitengewoon mooie land, waar zij sedert duizenden jaren leeft op de manier van haar voorouders, zonder complicaties en verdraagzaam ten opzich te van buitenstaanders. Dat dit alles zal moeten verdwijnen voor de bouw van de Hoge Dam, is een van de tragedies van de techniek van de 20ste eeuw. Wanneer de zon wegzinkt achter de ruïnes van de duizend jaar geleden op de heuvel gebouwde kerk, worden de kleuren van de stroom dieper en veranderen zij verrassend snel tot het ogenblik waarop de hemel, als de zon verdwijnt, voor één :ort moment ge kleurd wordt door een subliem licht. Het water beweegt, want de wind steekt op en een frisse bries waait over het dorp je. Dan lijkt het alsof het dorp leegloopt en de stilte van de ons omringende woestijn daalt neer over Abd-el-Kadir; dit zal duren tot de morgenstond, wanneer het leven weer opnieuw begint op een wijze, die bijna niet veranderd is sedert de mens zich voor het eerst vestigde aan de oevers van de Nijl. "Tabeh, krWlPWRBOZ fctl 6 1. Regenjas, 2. Rechtersteunzool (metaal), 3. Autoped, Badhanddoek met zwembroek 5. Jute zak. 6. Damesportemonnaie. 7. Een zilveren gulden. 8. My Doll's Nursing het popje met toebeh. 9. Een zakje vleeswaren. 10. Een paar gekleurde kinderklompen. 11. Een weegwerktuig met klok. 12. Klein da- mesbandhorloge. 13. Witte bal. 14. Dekkleed 15. Zilveren bedelarmband. 16. Zilveren ket tinkje met hanger. 17. Een bril met don ker montuur.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1962 | | pagina 5