Duitse handschoenenindustrie
vervaardigde in '61 7,5 milj. paar
STALiNSTAD-INDUSTRIE-CENTRUM
ZONDER GRONDSTOFFEN
Wë
A-
ABD-EL-KADIR MOET VERDWIJNEN
EN PLAATS MAKEN VOOR DAM
Tragedie van techniek der twintigste eeuw
Gemeen te lijke boerderij en
te KI zen
VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 5
Kerkrestauratie
in Monnikendam
Geen limonade-rietjes meer
Geen belangstelling
Steeds goedkoper en beter
7^*7 PUR0L-P0EDER
Het einde van het gezin
„Aan zielszorg of godsdienst
geen behoefte"
Een eeuwenoud decor
Atheïstische tegenkerk
Bladerdak tegen de zon
Economisch een enorme vergissing
De rust van de avond
GEVONDEN VOORWERPEN
De restauratie van
een van de belangrijk
ste Hallenkerken in
Noord-Holland, de
hervormde kerk in
Monnikendam, vor
dert goed Dit jaar zal
het eerste gedeelte ge-
reed komen van de
restauratie, welke
noodzakelijk was ge-
worden door verzak-
kingen
De Duitse industrie van leren handschoe
nen heeft voor het lopende jaar zorgen. De
prijsstijgingen van de grondstoffen hebben
een bijzonder ongunstige invloed. Het schaar
ser worden van ruwe huiden op de wereld
markt is ook een factor van betekenis. Vo
rig jaar waren enkele kleine bedrijven we
gens het gebrek aan geschoold personeel
al gedwongen hun productie stop te zetten
De rationaliseringsmogelijkheden zijn in de
meeste bedrijven uitgeput, want handschoe
nen van goede kwaliteit worden in Duitsland
nog altijd met de hand vervaardigd.
Ook de opbrengst per jaar, die sedert
1958 van 9.50 tot 9.81 D.M. per paar steeg,
waren geenszins in staat de stijgende kos
ten op te vangen. De prijzen voor de export
stegen met 8,2 procent. De loontarieven in
deze branche zijn evenwel met 20 procent ge
stegen.
De verhoging van de produktiekosten be
droeg ongeveer 33 procent. Prijsverhogingen
van ongeveer 6 procent werden door deze
ontwikkeling onvermijdelijk. Vorig jaar wer
den ongeveer 7,5 miljoen paar handschoe
nen vervaardigd, dat was 25 procent min
der dan in 1956, toen de produktie 10 miljoen
paar bedroeg.
De export steeg sedert 1958 van 730000 tot
980000 paar. De invoer is in hetzelfde tijd
vak van 300000 tot 1,25 miljoen paar geste
gen. Vijftig procent van deze invoer kwam
uit Italië, gevolgd door Frankrijk, Honga
rije en Pakistan. De Duitse handschoenen
gaan voornamelijk naar de Verenigde Sta
ten, Zwitserland, Canada, Nederland en Zwe
den.
Debincnenlandse behoefte bedraagt onge
veer 11 miljoen paar. Van de binnenlandse
produktie blijft echter slechts 6,5 miljoen
paar in het land. Daarbij komt nog een ex
port van 1,25 miljoen paar. He.t schijnt dat
Duitse toeristen in het buitenland ruim 3 mil
joen paar handschoenen kopen.
„Het limonade-rietje is weliswaar geen pro
duct van grote betekenis voor de volkshuis
houding maar het draagt veel bij ter ver
aangenaming van het dagelijkse leven
„De Astikfabrieken in Löbau in Saksen pro
duceren jaarlijks 20 miljoen rietjes. Enkele
dagen geleden kreeg het bedrijf de raad
de productie van rietjes stop te zetten. En
de al zo schaarse rietjes in café's en res
taurants van de Sowjet-zone, zullen nu wel
helemaal verdwijnen", stelt het in Oost-Ber-
lijn verschijnende dagblad „Der Morgen"
vast.
De communistische theaterdirecteur van Wei-
mar, Prof. Otto Lang, heeft steen en been
geklaagd over het feit, dat van de 26000
personen, die een abonnement op de voor
stellingen van het „Duitse Nationale Thea
ter" in Weimar hebben, slechts 20 procent
uit de arbeidersklasse afkomstig zijn. Ech
ter hebben noch de bezoekers van burgelijke
afkomst, noch die uit de arbeidersklasse,
naar Prof. Lang zegt, ook maar enige be
langstelling voor de werken van het socialis
tische realisme getoond. „Progressieve stuk
ken", zoals dat van Helmut Baierl „Frau
Flinz" zijn weliswaar op papier steeds uit
verkocht, maar zodra het scherm omhoog
gaat blijkt, dat nauwelijks de helft van de
abonnementen de voorstel'ing bezoeken. De
zaal maakt een pijnlijk lege indruk. „Dat is
voor cms erg deprimerend", aldus Lang.
Kunststoffen en beton, laat staan staalbe-
ton, schijnen op het eerste gezicht weinig
bij elkaar te passen. Toch blijkt de toepas
sing van kunststoffen bij betonbouw zeer
voordelig te zijn.
Synthetische kunststoffen vergroten de con
structie-mogelijkheden, maken het bouwen
beter en goedkoper. Kunststoffen behoren
tot de weinige goederen, waarvan de prij
zen dalen, omdat het produktie-procédé voort
durend goedkoper wordt en de stijgende om
zet prijsverlaging toestaat.
Kunststoffen zijn geen vervangingsmiddelen
voor tot dusver gebruikte bouwmaterialen
met uitzondering van enkele speciale sec
toren, maar het zijn nieuwe bouwstoffen met
bizondere eigenschappen, die buitengewoon
goed met de traditionele bouwmaterialen
tesamen kunnen worden toegepast.
In de wegenbouw bleken kunststoffen zeer
goed te voldoen bij de verbetering van de
voegen-constructie. In Duitsland worden thans
proeven genomen met wegprofielen uit hard-
polyvinylchloride. De P.V.C.-kunststoffen be
horen de meest belangrijke kunststofgroepen.
Ook zullen P.V.C.-foliën met profiel de
wrijf weerstand tussen betonlaag en onder
grond verbeteren. Tot dusver werd hiervoor
geolied papier gebruikt. Kunststof heeft een
grotere elasticiteit en vervorrmbaarheid dan
anorganische specie, bewerkstelligt derhalve
een minder starre, maar toch vaste verbin
ding der afzonderlijke bouwelementen. Kunst
stofspecie is ook goed bruikbaar bij het sa
men voegen van beton en andere materia
len in de woningbouw. Hiervoor wordt kit
uit gevulde butyl-rubber of profiel-lijsten uit
zachtgemaakte pylyrinylohlori.de gebruikt.
Waar nietalleen bouwelementen onder el
kaar moet worden verbonden maar ook
druk moet worden overgedragen, wordt een
mengsel uit kunststof (epoxyhars) en zand
toegepast. Daaruit ontstaan verbindingen
tussen staalbetonelementen, die tegen een
zeer hogedru k bestand zijn.
Al in 1956 werden in Duitsland brug-beton-
delen met polyesterharsen gelijmd. Dit „ge
vulde" hars kan hoge spanningen verdragen
en is daarom veel beter dan klassieke ce-
mentspecie. De Duitse ingenieur, dr. Blunk
uit Mainz heeft voor proefnemingen vastge
steld, dat thans oude met verse beton door
kunststoffen dusdanig worden verbonden, dat
de kleefvastheid zelfs de buigvastheid van
het beton overtreft. Hiervoor zijn echter
alleen bepaalde epoxy-harsen geschikt. Po
lyvinylacetaten zijn voor dit doel niet ge
schikt.
Tegenwoordig worden steeds meer tanks
voor minerale oliën, vooral voor verwarmings
olie uit staalbeton gebouwd. Deze moeten
echter met een kunststofbekleding worden
geïsoleerd. De tot dusver gebruikte kunst
stoffen hebben de neiging tot fijne scheur
tjes.
Starre kunststofbekleding is niet doelmatig
ook al is deze dik. Ir. Blunk waarschuwt
tegen 't gebruik van harde beschermende la
gen uit Epoxyhars-basis. Hij adviseert 't
gebruik van 'n nieuw isoleermiddel geba
seerd op een polyester-glasvezelmengsel.
Dit mengsel wordt in lagen, die met elkaar
niet dikker zijn dan vier milimeter, op het
staalbeton gespoten Daarover heen komt
een laag torkret-specie, een mengsel uit
cement en zand, dat door perslucht naar
de plaats van bestemming wordt gebracht
en aldaar door een met wate»- gevulde sproei
er op de onderlaag wordt gespoten.
Ook voor isolering in de tunnelbouw is
dit mengsel van polyester en glasvezel zeer
geschikt. Tot dusver worden tunnels met
koper of kunststof-foliën geisoleerd. Volgens
Ir. Blunk is dit polyester-glasvezelprocédé
veel eenvoudiger. De vier polyester-lagen
hebben ieder een andere kleur. Door optische
en accoustische proeven kan het procédé
nauwkeurig worden gecontroleerd. Het resul
taat is een vaste isolatie-laag, zonder voe
gen van drie tot vier milimeter dikte Dit
procédé wordt een grote toekomst voorspeld
De glasvezels dienen als vulmateriaal ter
verhindering van door schrompeling optre
dende spanningen (Polyester-harsen schrom
pelen tot tien procent) en ter vergroting
van de vastheid. De buig- en trekvastheid
van de hiervoor te gebruiken onverzadigde,
alcalivaste polyester-harsen overtreft 500 ki
lo per vierkante centimeter de drukvast-
heid 1200 kilogram
De polyester- en epoxy-harsen leveren,
indien met de gebruikelijke stoffen ge
mengd, zeer sterke species en betonsoorten
Deze zijn zeer kleefvast en op een tot dus
ver ongeëvenaarde wijze bestand tegen slij
tage. Hierbij komt het echter zeer op de
mengverhouding aan.
Bij de bouw van staalbeton-bruggen bleken
lagen uit synthetische rubber zeer te vol
doen.
De betekenis van kunststoffen in de beton
bouw zal in de naaste toekomst nog zeer
toenemen. Daarvoor is omvangrijk onder
zoek over de vraag hoe de stoffen en de
mengsels zich onder verschillende omstan
digheden gedragen uiteraard noodzakelijk.
Ir. Blunk heeft onderzocht op welke wijze
enige epoxyhars-oombinaties veranderen wan
neer zij in water van verschillende tempe
raturen worden gebruikt.
Terwijl in droge omstandigheden ook ex
treme temperatuurverschillen geen invloed op
de vastheid van het materiaal hebben, ver
andert dit onder water al naar gelang van
de temperatuur aanzienlijk. Een harssoort,
die bij 20 graden slechts een gering vast
heids-verlies blijk geeft, verliest bij 60 gra
den na 25 dagen al 86 procent van zijn vast-
he:d.
Aan de hand van dergelijk onderzoek zul
len kunststofmengsels voor alle benodigde
gevallen k nnen worden ontwikkeld.
Advertentie
STALINSTAD is echt wel een reis waard.
Niet dat de sinds 18 augustus 1950 uit de
zandgrond van de „Mark Brandenburg" ge
stampte model-kolonie, die de naam van de
beruchte Sovjet-dicta tor draagt, bijzonder
aantrekkelijk zou zijn. Dat is zeker niet het
geval, want dit conglomeraat van fabrieken
en huizen op de heuvels van Diehlo tussen
de Oder en het Oder-Spree-kanaal heeft op
dit punt iets te bieden. De woonwijken slui
ten direct aan op de tien hoogoven-com
plexen van het „IJzercombinaat Oost" - en
zijn fabriekskolonies, zoals er zovele ter we
reld zijn. Toch is een bezoek alleszins de
moeite waard, omdat deze Stalinstad een
model-voorbeeld van communistische indus-
strie- en geestelijke opvattingen in Duitsland
is. Alles wat door de socialistische eenheids
partij van Ulbricht als „socialistische ver
worvenheden" wordt aangeprezen, het sum-
m dus van hetgeen de mensheid onder
het etiket „socialisme" kan verwachten,
wordt in deze stad in praktijk gebracht.
In de Middeleeuwen groeide op de hellin
gen van deze Diehloer bergen een voortref
felijke wijn, die door Zisterzienser monni
ken werd gebotteld. Vandaag bestaat hier
geen enkel particulier bedrijf meer. De
schoenmaker, de kapper, de bakker of de
fotograaf, ja ook de voddeman zijn employees
van de staat. Evenals de doctoren of de
advocaten. Er zijn in deze Stalinstad ook
geen oude mensen. De gemiddelde leeftijd
van de zeventien duizend inwoners bedraagt,
naar vol trots wordt medegedeeld, 25 tot
30 jaar. Wie ouder is dan dertig en niet
het geluk heeft tot de „specialisten" te be
horen. die behoort in Stalinstad tot het men
selijke „schroot". Van de vrouwen werkt
zeventig procent in de metaalfabrieken en
hoogovens, in de cementfabrieken of in de
staatswinkels. De kleine kinderen worden
door hun moeders bij de chreches afgeleverd
en van het derde levensjaar af komen de
kinderen dan in de kinderbewaarplaatsen, die
van 's morgens half zeven - vroeg opstaan
is ook 'onder het communisme een Duitse
hartstocht gebleven - tot 's avonds half zeven
geopend zijn. Voor de schoolgaande kinde
ren zijn er dag-internaten, waar zij naast
het gewone onderwijs ook plotieke scholing
krijgen. Ook deze internaten zijn van 's
morgens vroeg af geopend. De kinderen zien
hun ouders maar korte tijd per dag en zel
den tezelfdertijd, want als mammie vrij is,
dan heeft pappie net nachtdienst, of omge-
keerd. Dit is alles voor het socialisme
j
In deze „socialistische stad" zijn geen
kerken. Max Richter, de „Obergurgermeis-
ter" verklaarde, dat er bij de bewoners geen
behoefte naar christelijke zielszorg bestaat.
De lopende pachtovereenkomsten met de
pachters van de gemeentelijke boerderijen
„Klompjan" r- „De Smale" resp de heren
D. H. Brinkers en J. Jansen te Eisen lopen
binnen afzienbare tijd af. De overeenkomst
betreffende Klompjan loopt af op 31 oct
1962 en die van de Smale op 21 maart 1963
Beide pachters hebben verzocht de boerderijen
weer voor een termijn van 12 jaar te mo
gen pachten.
B. en w. zijn van mening dat dit verzoek
moet worden ingewilligd. De pachtprijs voor
de boerderij Klompjan is vastgesteld op
1435,- per jaar, die voor de Sma'op 2364
B. en w. stellen de raad voor de pacht
overeenkomsten met 12 jaar te verlengen.
Abd-el-Kadir is enige maanden het hoofd
kwartier geweest van een Unescomissie in
het gedeelte van Nubië, dat tot de Soedan
behoort. Van hieruit trokken iedere dag de
leider van de missie, W. Adams, en zijn
assistent, Hans Nordstrom, naar de eiland
jes vlakbij de tweede stroomversnelling in
de Nijl, waar zij archeologische opgravingen
verrichtten in samenwerking met de Soedane-
»e regering. Rex Keating, die eveneesn deel
uitmaakte van deze missie, geeft hieronder
zijn indrukken weer van het leven in een
Nubisch dorpje.
In dit deel van Nubië is de geschiedenis
bijna tastbaar. In het noorden en het zuiden
verheffen zich twee machtige versterkingen,
die de Egyptenaren hier veertig eeuwen ge
leden bouwden. Op een rotsachtige heuvel ach
ter het dorp vindt men de sporen van een
Egyptische militaire expeditie, die hier, nog
eens duizend jaar vroeger, voorbij is getrok
ken. Acht kilometer stroomopwaarts ligt de
rots Abousir aan de oude verbindingsweg
tussen Egypte en het bninenland, in die
tijd een drukke „verkeersweg" voor talloze
reizigers, kooplieden en soldaten.
De inwoners van Abd-el-Kadir hebben echter
geen belangstelling voor dit verleden.
Hun dorpje, bestaande uit twaalf huizen,
gelegen tussen zand en rotsen op de Wes
telijke over van de rivier, strekt zich land
inwaarts uit tot een lage heuvel, waarop het
graf ligt van Sheik Abd-el-Kadir, waaraan het
dorp zijn naam ontleent. Het grootste gedeel
te van de huizen ligt op deze helling; ons
huis echter ligt aan de rivier, van waaruit
wij een uitzicht van een ongekende schoon
heid hebben.
Wij kijken ui' op een twaalf-tal eilandjes,
zeer variërend in grootte, van vijftien tot drie
honderd meter lang. Op het grootste, Méfra-
ti, waar tussen palmen en acacia's koren
bonen en klaver verbouwd wordt, leggen
de archeologen op het ogenblik een dorp
De partij dicteert het leven in deze stad.
Uiteraard is iedere inwoner „georganiseerd".
In de „Socialistische Eenheidspartij" of
in de „Vrije Duitse Jeugd", of in het „Vrije
Duitse Vakverband" of in de „Democrati
sche Vrouwenbond". Als de werkdag ten ein
de is, dan begint de politieke scholing. Op
zondag is er „propaganda-einsatz", of „vrij
willige opbouw". Ook ontspanning en vrije
tijdsbesteding zijn nauwkeurig „gepland".
In het „cultuur-paleis" worden films uit Oost
bloklanden vertoond en het „Kleist-ensem-
ble" uit Frankfort aan de Oder geeft regel
matig toneelvoorstellingen.
Sinds 1954 is de vrije tijd overigens plan
matig ingeschrompeld. Naast de politieke
scholing moeten de bewoners van Stalinstad
ook hun militaire plichten vervullen. Dus
wisselen manoeuvres van de „strijdgroepen
in de bedrijven" af met para-militaire ma
nifestaties en oefeningen van het „Genoot
schap voor Sport en Techniek", waarvan al
le inwoners, zodra zij zestien jaar zijn,
lid moeten worden. Sinds 1959 wordt in Sta
linstad een nieuwe campagne gevoerd, om
ook de laatste resten van vrije tijd te onder
werpen aan het collectief. Onder het motto
„socialistisch werken, socialistisch leren en
socialistisch leven" werden voorschriften voor
een voor iedereen geldende „socialistische
levenswijze" ontwikkeld. Volgens deze re
gels moet niet alleen iedere arbeiders een
activist zijn, dat wil dus zeggen méér en
harder werken dan een ander, zich dus meer
uitsloven op ieder gebied, maar moet ook
zijn gehele leven onderworpen worden aan
de collectieve wil van de partij.
Als een voorbeeldige socialistische arbei
dersbrigade wordt in „Neues Deutschland"
het communistische dagblad, dat niet alleen
qua opmaak en omvang precies lijkt op de
nationaal-socialistische „Völkische Beobach-
ter", maar ook in dezelfde drukkerij wordt
gedrukt - de „werk- en huisgemeenschap"
in de Diehloërstrasse in Stalinstad uitbun
dig geprezen. Deze werkbrigade komt iedere
dag na het werk met de vrouwen bijeen
om met zijn allen naar de televisie te kij
ken. Vooraf houden dan de brigadiers en de
„huis-voorr..an" een rede over de politie
ke ontwikkeling. De brigadiers verplichten
zich dan om met een ander woonblok een
wedstrijd aan te gaan of tot een „zondag
op het land", d.w.z. daar propaganda voor
de partij te gaan maken. Dan komt het
Oostduitse televisie-programma. Niet alleen
hun vrije avonden, ook hun vakanties moes
ten de brigaden gezamenlijk doorbrengen.
Als een van de voornaamste taken werd
aan heit collectief van Stalinstad naast de
para-militaire opleiding het opbouwen van
een atheïstische tegenkerk opgedragen. In
1955 werd met de „jeugdinwijdingen" begon
nen. In 1957 kwam' het tot de eerste „socia-
bloot, waarschijnlijk daterend uit de eerste
Christentijd, én een zeer oud Egyptisch fort.
Twee schuit n onderhouden een pendel
dienst; één van deze boten is het eigendom
van onze „hospes", die veel lijkt op een pa
triarch en constant een pijp rookt, gestopt
met een afschuwelijk soort tabak. Bovendien
is hij de trotse bezitter van het enige radio
toestel in het dorp. Voor de deur heef hij
een „tuintje" aangelegd, omzoomd met ro
zenstruiken, waarin de hele dag een geit
met haar kroost rondhuppelen.
De reusachtige grote kippen, die men hier-
overal ziet, lopen langs de Nijloever te pik
ken, terwijl zij bijna onder de voet worden
gelopen door de vrouwen, die water gaan
halen en hun volle kruiken, schijnbaar zon
der inspanning, op hun hoofd balanceren. De
oudste vrouwen zijn geheel in het zwart ge
kleed en wenden hun gezicht af, als ze
voorbij komen; de jongeren daarentegen dra
gen vrolijke kleuren en kijken je recht in
je gezicht en schateren van het lachen; de
kindeken tonen een geweldige nieuwsgierig
heid ten opzichte van de vreemdelingen.
Voor iedere deur ziet men een kameel; de
ze slungelachtige dieren worden iedere
morgen bij zonsopgang naar de Nijl gebracht,
waar zij de wilde eenden storen in hun slaap
die dan stroomopwaarts in de richting van
de rots Abousir trekken om daar op hun
beurt de snippen te wekken.
Wanneer de zon hoger stijgt, komen de
mannen tegen de muur van ons huis zitten.
Zij dragen witte kleren en tulbanden, die fel
contrasteren tegen de grauwe uit gedroogde
aarde besaande muur.
Op de binnenplaats heersen koortsach
tige activiteit; Hassan maakt het ontbijt
klaar en zijn hulpje gaat de afwas van de
-vorige dag, die in manden tegen de muur
staat, doen.
De huizen zijn typisch Soedanees met een
grote binnenplaats en ruime vertrekken, die
listische doop" en de „socialistische huwe-
lijksinzegeingen" In juli 1958 verkondigde
Walter Ulbricht de tien atheïstische geboden
van de „socialistische moraal".
Thans worden in Stalinstad de riten van
een „socialistische cultus" uitgewerkt. Vijf
bladzijden omvat 't document, dat de „Grond
beginselen en ervaringen bij het houden van
socialistische plechtigheden rondom geboor
te, huwelijk en dood in Stalinstad" behan
delt. Naast de ambtenaar van de burgerlij
ke stand moet altoos „Een woordvoerder na
mens de Raad van de Stad" als een soort
partij-predikant medewerken. Op het ogen
blik zijn er al zo'n driehonderd „woordvoer
ders" opgeleid. Al deze plechtigheden wor
den met muziek opgeluisterd en dan leggen
de betrokkenen, vaders en moeder, echtgeno
ten een „socialistische gelofte" af.
Dit is dus de geest, die in Stalinstad moet
heersen. Economisch gezien bleek dit „com-
binaat" evenwel een enorme vergissing,
want bij Furstenberg waar het werd opge
bouwd is ijzererts noch steenkool te vinden.
Hi; ijzererts moet uit het gebied van Kri-
woi Rog in de Sovjet-Unie, duizend kilome
ter verwijderd, komen, de steenkolen komen
uit de mijnen in Opper-Silezië via de Oder
of het Oder-Spreekar.aal. De hoogoverns lig
gen weliswaar aan een binnen-waterweg,
maar er bestaat geen directe spoorverbin
ding met Silezië.
Het gehele verkeer over land - naar Si
lezië en de Sovjet-Unie - loopt via Frank
fort aan de Oder en sinds 1958 in beperkte
omvang ook via Guben Uiteraard wordt
door de lange aanvoerweg de produktie duur
der, zodat dit gigantische bedrijf steeds op
staatssubsidies is aangewezen. Dit alles mag
de pret niet drukken, want bij de communis
tische planning geven minder economische
dan wel politieke overwegingen de doorslag.
Behalve de acht hoogovens zou dit comoi-
naat tot 1955 een staalfabriek, een walserij
en een kokillengieterij in bedrijf hebben moe
ten nemen.
Bovendien zouden er vijfentwintig duizend
woningen voor vijftigduizend mensen klaar
moeten zijn geweest. Dat stond allemaal ir.
het „Grote Plan I", dat in een fraai-ver-
sierde cassette bij de eerste steenlegging
voor Hoogoven nummer I werd ingemetseld.
In 1958 waren er tien hoogovens in
bedrijf. Met de bouw van de walserij en
verschillende walsstraten kon nog niet worden
begonnen. De „socialistische woonwijken"
bieden thans onderdak aan zeventienduizend
mensen Tot 1965 - aldus het zeven jaren
plan - moeten evenwel de o-'erige woonwij
ken en industriële installaties klaar zijn.
Wie de socialistische planeconomie- en het
„verrukkelijke socialistische leven", in de
praktijk vyil zien, moet echt eens. naar Sta
linstad gaan.
daarop uitkomen. Twee pilaren ondersteu
nen de balken waarop een dak van palmbla
deren ligt, dat een uitstekende beschutting
biedt tegen de felle zon.
Deze balken werden ongeveer veertig jaar
geleden gemaakt in Birmingham; het zijn na
melijk rails van de spoorweg, die Lord
Kitchener hier aan het eind van de vorige
eeuw liet aanleggen tijdens de Nijl-oorlog
tegen de troepen van Mahdi.
In een aantal Nubische huizen kan men ge
deelten van deze spoorweg vinden; in dit
droge klimaat vertonen zij geen enkel teken
van roest.
Gewoonlijk worden deze balken echter ge
maakt van de stam van de palmboom, die
over de lengte wordt gespleten.
Het bladerendak is zeer doeltreffend tegen
de zonnestralen, maar het laat een voort
durende regen van fijn zand door, dat wordt
meegevoerd door de Noordenwind, die hier
praktisch dag en nacht waait. De muren, be
staande uit ruwe stenen, leveren ook hun
aandeel in het stof, zodat men er binnen in
een Nubisch huis nooit helemaal van bevrijd
is.
Deze huizen zijn echter prettig, comfortabel
en zeer koel, zelfs tijdens de warmste da
gen, door het feit dat ze ruim zijn en dik
ke muren hebben.
De zware houten deuren rusten op plat
te stenen; aan de bovenkant zijn ze beves
tigd door middel van een touw dat door een
naar voren springende balk gehaald is.
Als slot wordt een ingenieus systeem ge
bruikt dat dateert uit de tijd van de Ro
meinen. De ramen zijn klein en veel huizen
hebben er zelfs, helemaal geen.
Gelukkig regent het bijna nooit; zou dit
gebeuren, dan zou de regen weldra door
het bladerendak heendringen en zouden de
muren beslist niet lang meer overeind staan
Zandbanken word n hoe langer hoe talrij
ker en vormen de verbinding tussen de ei
landjes.
's Avonds, wanneer we terugkomen van
het opgravingsveld, treden de rust en de
schoonheid van het dorp in. De kleine dieren
zitten in hun hokken, de kamelen zijn vast
gebonden; de mannen, gezeten op hun muil
ezels, keren huisw arts; ze genieten van de
laatste zonnestralen en bespreken wat ze die
dag hebben gedaan.
Onze „hospes" komt naar buiten, begeeft
zich naar de rivier, gaat onder een palmboom
op zijn knieën zitten, het gezicht gekeerd naar
Mekka. De schuiten liggen met gestreken
zeilen te dobberen op de Nijl. Iets verder zijn
drie vrouwen aan de was.
De kleine bevolking van Abd-el-Kadir is
zeer gehecht aan dit buitengewoon mooie
land, waar zij sedert duizenden jaren leeft
op de manier van haar voorouders, zonder
complicaties en verdraagzaam ten opzich
te van buitenstaanders.
Dat dit alles zal moeten verdwijnen voor de
bouw van de Hoge Dam, is een van de
tragedies van de techniek van de 20ste
eeuw.
Wanneer de zon wegzinkt achter de ruïnes
van de duizend jaar geleden op de heuvel
gebouwde kerk, worden de kleuren van de
stroom dieper en veranderen zij verrassend
snel tot het ogenblik waarop de hemel, als
de zon verdwijnt, voor één :ort moment ge
kleurd wordt door een subliem licht.
Het water beweegt, want de wind steekt
op en een frisse bries waait over het dorp
je. Dan lijkt het alsof het dorp leegloopt en
de stilte van de ons omringende woestijn
daalt neer over Abd-el-Kadir; dit zal duren
tot de morgenstond, wanneer het leven weer
opnieuw begint op een wijze, die bijna niet
veranderd is sedert de mens zich voor het
eerst vestigde aan de oevers van de Nijl.
"Tabeh, krWlPWRBOZ
fctl 6
1. Regenjas, 2. Rechtersteunzool (metaal),
3. Autoped, Badhanddoek met zwembroek 5.
Jute zak. 6. Damesportemonnaie. 7. Een
zilveren gulden. 8. My Doll's Nursing het
popje met toebeh. 9. Een zakje vleeswaren.
10. Een paar gekleurde kinderklompen. 11.
Een weegwerktuig met klok. 12. Klein da-
mesbandhorloge. 13. Witte bal. 14. Dekkleed
15. Zilveren bedelarmband. 16. Zilveren ket
tinkje met hanger. 17. Een bril met don
ker montuur.