Zijn de grote rages
in de teenage-mode
uitgeraasd
Teenager gaat bij de keuze
van haar kleding eigen weg
VOEDING EN SPORT
Uitgave
Twentse Agenda 1962
VHiriag 16 maart 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
fïïïïïfïïïïïïf ïïfïïïïiïïïïïïiïïïïï ïïïïïi-fïïï*ï
Op het ogenblik ziet men overal hetzelf
de verschijnsel optreden: de teenagers zij'i
een beetje „mode-moe" geworden. Hun in
spirerende idolen, zoals Brigitte Bardot, kei
zerin Farah Diba en Prinses Paola, zijn lang
zamerhand hun wereldje ontgroeid; althans
zij kleden zich niet meer zo uitgesproken
jeugdig, doch meer overeenkomstig hun hui
dige status van gehuwde of jonge moe
der. En hun plaats in de kring der tieners
is leeg gebleven, zodat het de meisjes anno
1961 aan voorbeeldige modeleiding ontbreekt.
Men ziet dan ook duidelijk dat elke teen
ager bij de keuze van haar kleding haar
eigen weg gaat, dat er van een zekere uni
formiteit op dit moment geen sprake is. Het
lijkt of de grote rages zijn „uitgeraasd"
de rages van petticoats, van B.B.-ruitjes, van
rock 'n rollkousen, spijkerbroeken en mail
lots. En men vraagt zich thans zelfs al af
of het wel echte rages waren. Of mi^hien
een collectief protest tegen het ontbreken van
geschikte kleding voor het jonge meisje? Im
mers, het is nog niet zo heel lang geleden
dat „het bakvisje" zich maar tevreden moet
stellen met grote maten kinderkleding of
kleine damesmaten. Dat is, na het „pro'?st"
geukkig veranderd.
Elk land telt op het ogenblik off of enkele
confectie-ateliers die zich hebben gespeciali
seerd in teen-age kleding. Ook in ons eigen
land zijn er een paar En in Frankrijk is
het vooral de Parijse 'ontwerpster Madame
Nastat die leiding geeft aan de tiet ermode.
Zij heeft begrepen dat nonchalance voor ie
der meisje-met-goede-smaak meer acceptabel
is dan stijfheid; dat een onverschillige la-ge
broek of slordige trui meer stijl heeft dan
een goedkoop slecht-zittende jurk. En vooral
heeft zij begrepen -dat de teenager doorgaans
over een beperkt budget beschikt.
Hoewel er dan op dit ogenblik sprake is
van een zekere „módèmoehéid", schijnen
de echte rages toch niet tot het verleden
te behoren. De zogenaamde „sokkenrage"
staat volop in het middelpunt van de be
langstelling. De dunne kuitsokken in zwart
donkergroen en donkerblauw aanvankelijk
„geleend" uit vaders kleerkast - zijn thans
bij de tieners favoriet. En ook de bikini-pan
talon doet dit najaar een gooi naar de gunst
van de jongedames; deze „heupbroek" met
nauwe smalle pijpen was van de zomer een
Schlager an de Riviera en zou, in warme
winterstoffen uitgevoerd best eens een nieu
we moderage bij de teen-agers kunnen ont
ketenen.
De „matrozenlook" voor tieners. Dit an
traciet-grijze ribflmvelen jurkje doet, mede
vanwege kraag en wit befje, sterk denken
aan de mariniere. Een sportief model met
lage ceintuur en platte plooien in de rok
Germaine Jane.
Een vlotte donkerbruine corduroy panta
lon met bijpassend mouwloos kort jasje,
waaronder 'n lichtblauwe poplin blouse wordt
gedragen. Een sportief pakje voor tieners.
Speciaal voor het jonge meisje is dit half-
geklede pakje van camelkleurige jersey ont
worpen. Op de wijde plooirok wordt een licht
getailleerd glad jasje gedragen. Een ensem
ble waarin de teenager zich gemakkelijk kan
bewegen. Model Luisa Spagnoli.
Uit de collectie Leeser is dit jeugdige
zwart ipille tWL-d. yukj, fkomstig. Heel gees
tig is at- zwarte jeisey uioust mezapucnon,
geïnspireerd Op creaties vail Nina Ricci.
Een sportieve poncho-coat voor jonge meis
jes. De cape-achtige poncho van reversibele
wollen stof met tricotband in een contraste
rende tint afgezet, wordt gedragen op nauwe
stretch-nylon slacks. Model Dereta te Londen.
Over de juiste voeding voor sportbeoefena
ren bestaan zeer uiteenlopende meningen;
van de trainers, die een bepaalde voeding
aan him pupillen voorschrijven, heeft ieder
zijn eigen stokpaardjes op dit gebied. De
een schrijft veel vlees voor, een ander
wijst op de belangrijke prestaties, die door
vegetarisch levende cracks worden geleverd
en zweert bij een vleesloze voeding met veel
rauwkost, fruit en honing.
De invloed van de gebruikte voeding op
de prestaties is dikwijls niet op fysiologische,
maar op psychologische gronden te verkla
ren. Op zuiver fysiologische gronden blijken
n.l. de voedingsbehoeften van de serieuze
sportbeoefenaar kwalitatief en kwantitatief
weinig of niet te verschillen van die van an
deren die (matig) zware arbeid verrichten.
In speciale wondervoedsels en extra hoge
vitamine-doses geloven de meeste onder
zoekers dan ook niet.
De vraag: Moet de sportsman of -vrouw
een speciale voeding gebruiken? is dus
gauw beantwoord:
In het algemeen niet, tenminste als de voe
ding voldoet en in de voorgaande periode
voldaan heeft aan de eisen, die leeftijd en
geslacht stellen (zie als algemene richtlijn
de Nederlandse aanbevolen hoeveelheden
voedingsstoffen). Aan de voeding van de
jeugdige sportsman of -vrouw (van b.v. 16
tot 20 jaar) zullen uiteraard andere eisen
gesteld moeten worden dan aan die van-de
volwassene, en een ruimer gebruik van ei
wit- en vitaminerijke produkten zal voor de
eerstgenoemde categorie gewenst zijn.
Een sterk afwijkende voeding is niet nodig,
hij is zelfs ongewenst, indien hij tot eenzij
digheid zou leiden of tot een te grote belas
ting van 't gezinsbudget. Het geheim is Voor
al-gelegen in regelmaat in de normale goede
voeding gedurende de trainingsperiode ten
einde een goede trainingsconditie te bereiken
of te houden..
De ene sport brengt andere voedingseisen
met zich mee dan de andere. Bij sommige
takken van sport gaat het om spiermassa
en -kracht. Bij andere voornamelijk om le
nigheid en uithoudingsvermogen (lange af
stand wielrennen, skiën etc.). Voor lange
afstandzwemmers schijnt veel vetafzétting
een voordeel te zijn, bij anderen gaat het
erom vetafzetting te beperken.
Slechts enkele punten vragen de speciale
aandacht van de amateur-sportbeoefenaar,
in het bijzonder gedurende de trainingspe
riode.
De calorische behoefte is op trainingsda-
gen door de extra spierarbeid hoger, maar
in het algemeen niet veel meer dan 300 a
400 calorieën boven de normale behoefte per
dag. Door de grotere eetlust zal men hierin
„vanzelf" wel voorzien.
Aangezien door de hogere energiestofwisse
ling vooral de bëhoefte aan vitamine B
te nemen in de vorm van vitamine B-rijke
produkten, zoals b.v. de donkere broodsoor
ten, grove graanprodukten, noten of vlees
(warën, en niet in de eerste plaats uit de
door sportlieden zo vaak geprezen suiken-
klöntjës.
Uitsluitend bij langdurige inspanning (lan
ge afstandsport etc.) zal suikerrijke voeding
een nuttige aanvulling zijn voor gemakkelijk
beschikbare energie, die ook tijdens de pres
tatie, genomen - het uithoudingsvermogen
kan vérhögen.
Een koolhydraatrijke voeding is beter dan
een vetrijke. Onderzoekingen met isocalori-
sche diëten, diëten die koolhydraatrijk of
vetrijk waren, tonen aan, dat de beste pres
taties, zowel wat uithoudingsvermogen als
efficiency van de spieren en de ademhaling
betreft, geleverd werden na koolhydraatrij
ke maaltijden.
De oorzaak hiervan is, dat zuurstof bij zulk
een voeding efficiënter wordt gebruikt: bij
verbranding van. koolhydraten met 1 liter
02 komen plm. 5.050 calorieën vrij, bij ver
branding van vetten 4.636 calorieën. Het per
centage vetcalorieën kan het beste liggen
tussen 20 en 25.
Een ruime eiwitopn'eming wordt gewenst
geacht in het begin van de training, b.y. ge
durende 2 a 2Vi maand..^Voor een betere
spieróntwikkeling is namelijk eèn positieve
N-balans nodig, die bij een opneming van 1
g E per kg lichaamsgewicht slechts lang
zaam wordt bereikt. Aanbevolen wordt een
hoeveelheid van 1,2 tot 2 g-kg. afhankelijk
van de aard van de sport; voor krachtspor
ten wordt méér aanbevolen dan voor sport
waar snelheid het belangrijkst is.
Het eiwit behoeft uiteraard niet afkomstig
te zijn uit biefstuk of ander vlees, zeker niet
indien het voedingsbudget daardoor te veel
belast wordt.
Voor de eigenlijke arbeid tijdens de sport
beoefening is geen extra eiwit nodig; zijn
de spieren voldoende ontwikkeld dan behoeft
de voeding niet eiwitrijk te zijn. Door de
gewichtsvermeerdering zal hij echter wel
meer eiwit diénen te bevatten dan voorheen.
De gunstige roep, die van vlees Uitgaat,
moet niet zozeer aan de eiwitten als wel aan
de B-vitamines worden toegeschreven.
De voeding dient rijk te zijn aan vitamine
B (en daardoor aan vitamine E) en C, het
geen niet inhoudt, dat superfysiologische do
ses van deze. stoffen noodzakelijk zijn.
Tégenover de voorstanders van zeer ruime
hoeveelheden vitamine B, C en E staan zij,
die van een langdurige toediening van ex
tra hoge doses van deze voedingsstoffen niets
verwachten.
Tot de eerste groep behoren enkele Oost-
eüropese onderzoekers, die zelf gedurende
de training persdag 6 4 10 mg vitamine BI,
3-4.4 mg vitamine B2 en 250 4 500 mg vi
tamine C aanbevelen.
Tot de tweéde behoren zij, die bij zulke
gróte hoeveelheden alleen in het begin van
de oeféhpèrióde een verhoogde efficiency en
verbetering van de prestaties zagen, later
ntt meer. Op grond daarvan nemen zij aan,
dat de proefpersonen niet optimaal gevoed
waren. Er k4h dus een medische indicatie
zijn voor het. toedienen van extra vitamine
preparaten gedurende de training. Wanneer
eenmaal een vérzadiging bereikt is, is de nor
male vitaminevoorziening, uit een goed-ge-
kozeh voeding dus, voldoende. Vooral bij een
ruime, gevarieerde voedselconsumptie is de
kans op vitamine-tekorten gering.
'Bij extreme transpiratie, b.v. door langdu
rige prestatie bij hoge temperatuur (de vier
daagse tijdens een hittegolf e.d.) kan. een
verstrekking van extra zout-tabletten aahge-
wezen zijn.
Over de vraag of met geheel en al moet
ifzien van alcohol'en in welke mate coffeïne-
houdende dranken gebruikt mogen worden
tijdens de trainingsperiode is men het ook
al niet altijd eens. Overmatig gebruik van
coffeïne en alcohol remt de prestaties en dient
ook om redenen die buiten de voeding liggen
afgeraden te worden.
De verdeling van de maaltijden over de dag.
Het is gewenst, dat zeker 3 maaltijden wor
den genomen waaronder een verantwoord
ontbijt van belang is.
De gebruikelijke maaltijd-indeling kan ge
handhaafd worden, indien men niet lang
achtereen traint en wanneer de tijden, waar
op getraind wordt dit mogelijk maken.
Een verdeling over meer dan 3 (b.v. 5)
maaltijden zal de voorkeur verdienen wan
neer de training tussen 12 en 2 uur of tussen
5 en 7 uur moet plaatsvinden.
Het verdient dan aanbeveling om halverwe
ge de morgen, resp. middag een kleine tus-
senmaaltijd te nemen. Ook bij langdurige
oefening verdient deze indeling aanbeveling.
Dit maakt de opneming van meer calorieën
gemakkelijker.
Door de meesten wordt aangeraden tenmin
ste 2 uur voor de wedstrijd of training geen
maaltijd van enige betekenis te nuttigen: an
ders zou door de vergrote bloedtoevoer naar
de spijsverteringsorganen de bloedvoorziening
van de perifere weefsels onvoldoende zijn.
De voeding kort vóór en tijdens langdurige
sportbeoefening.
Een wedstrijd, waarvoor een kort-durende
kracht- of snelheidsexplosie vereist is, vergt
geen speciale voedingsmaatregelen; een wed
strijd, die enkele uren duurt, wel. Om de
glycogeenreserve in de spieren zo groot mot-
gelijk te maken, wordt wel aanbevolen kool
hydraatrijke maaltijden te gebruiken, 2 da
gen niet te trainen of zelfs 24 uur voor de
wedstrijd rust te houden.
Moet tijdens langeé-afstandsportbeoefening
gegeten worden dan komen ook alweer voor
al koolhydraten in aanmerking. Daar puur
suiker, honing, e.d. in grote hoeveelheden bij
hun resorptie en vertering water aan de
perifere weefsels kunnen onttrekken, verdient
het gébruik van suikerhoudende dranken (b.v
gezoete thee met citroensap) de voorkeur.
Öp deze wijze is suiker een snel beschikba
re bron van energie, die op de lange afstand
ht uithoudingsvermogen zal vergroten. Het
suikerklontje vóór de korte sprint kan als
psychische prikkel betekenis hebben, het li
chaam heeft het niet nodig.
Dient men rekening te houden met het pro
bleem van de uitscheiding van afvalstoffen
dan kan men door 48 uur voor de maaltijd
geen of weinig cellulose-rijk voedsel te ne
men en het eiwitgehalte van de laatste maal
tijd laag te houden, de stoelgang trachten
te beperken.
Tot slot iets over de hygiëne bij voedselbe
reiding en -opneming en 't eten van vreem
de kost. Alles wat kan leiden tot ingewand
stoornissen dient vermeden te worden. Niet
zelden vallen sportlieden in een hun vreemd
land uit, omdat zij van ongewoon voedsel
of water bezwaren ondervinden. Dit is een
van de redenen, dat bij uitzending naar het
buitenland dikwijls een kok meegaat, die de
maaltijden op de bekende wijze uit zoveel
mogelijk bekende grondstoffen bereidt.
Ook aan persoonlijke hygiëne dient streng
de hand te worden gehouden. Hygiëne voor
lichting aan sportbeoefenaren zal in vele ge
vallen zeker geen luxe zijn.
De sportbeoefenaar dient te beseffen, dat
een goede voeding geen garantie is voor het
behalen van succes of het winnen van een
wedstrijd.
Zoals bij al onze verrichtingen is bij sport
beoefening de voedingstoestand één van vele
factoren - zij het dan een zeer belangrijke
- die kan, bijdragen tot goede trainingsresul
taten. De uiteindelijke prestatie is vrijwel uit
sluitend afhankelijk van de traningsconditie,
zowel lichamelijk als mentaal.
Voedingsregels gedurende sporttraming.
Gebruik niet minder dan 3 hoofdmaaltij
den per dag; Neem zonodig op trainigsdagen
liever 5 kleine dan 3 grote maaltijden;
ontbijt;
2e ontbijt (ca 11 uur);
late broodmaaltijd(na training, bij training
tussen 12 en 2);
warme maaltijd (na training, bij training
tussen 5 en 7);
's avonds lichte maaltijd (na training);
Eet iedere dag:
1. 0,75 4 1 liter melk en-of melkprodukten;
2 tenminste 250 g groente en 100 g fruit;
aardappelen naar behoefte;
75 4 100 g. vlees en-of vis; iedere dag
kaas; 2 4 3 eieren per week;
4. matig boter of margarine, weinig vet;
5. royaal bruinbrood, volkoren,- of roggebrood
of vitamine B-rijke graanprodukten;
Wees matig met:
Suiker en versnaperingen, thee, koffie en
coladranken
Gebruik geen alcohol;
Gébruik tenminste 2 uur vóór een wedstrijd
geen'maaltijd;
Controleer het lichaamsgewicht en pas zo
nodig de hoeveelheden vet en koolhydraten
Door de VW's Almelo, Enschede en Hen
gelo werd vorig jaar bij wijze van proef
een Twente agenda uitgegeven, welke in
een behoefte blijkt te hebben voorzien.
Men heeft besloten om ook voor 1962 een
dergelijke uitgave te vervaardigen. In de
agenda worden opgenomen alle evenemen
ten en activiteiten op verenigingsgebied enz.
die van meer dan plaatselijk belang zijn en
worden gehouden of plaats vinden in de maan
den juni, juli, augustus en september.
De VW Rijssen wil gaarne haar mede
werking aan deze uitgave verlenen, en roept
verenigingen, die iets bijzonders van plan
zijn op dit aan de VW ter opname in de
Twente agenda, mede te delen.
Tijdens de zomerdienst 1962 zal
de „Rheingold-trein Hoek van Hol
land-Keulen-Bazel van Amsterdam over
Utrecht, Arnhem, Emmerik, Dussel-
dorf, Keulen rijden en speciale wagons
voor de trajecten Hoek van Holland
Bazel-Chur, Hoek v. Holland-Munchen
en Amsterdam-Milaan hebben. De
trein, die alleen afdelingen lste klas
heeft, krijgt een bijzondere uitkijkwa-
gon, waardoor de reis langs de Rijn
zeer aantrekkelijk wordt. De duur van
de reis is gelijk aan die van de te
genwoordige verbinding over Venlo.