Aswan-dam bedreigt visserij op de Nijl Onderwijs in volle zee: „levende" aa rdrijkskunde REPARATIE VAN BEELDBUIS KOST 60% VAN NIEUWPRIJS Spaanse caballero ligt er uit: hij is vervelend en vermoeiend Literair werk heeft als verfilming niets te winnen of te verliezen99 Waar gebeurt het? Drijvende school voor 800 kinderen Mosselen zorgden voor purperrood Meer Europeanen naar Groot-Brittannië ZEILBOOT VAN KRANTENPAPIER Instrumenten op maan OORDEEL VAN MAURIAC Graag onder vier ogen Vrijdag 16 februari 1962 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 5 „Zwarte" visserij bloeit Sombere voorspelling Plankton Visteelt en visvijvers ERVAREN KAPITEIN ENQUETE HARD OORDEEL PROEF OP DE SOM LANGERE GARANTIE DAN DE FABRIEK EERST CONTROLE Fr DE GROTE DRSE' VAN DE VOORRANG j De vleespotten van Egypte zijn beroemd door de bijbel, minder bekend zijn de vispotten, ofschoon deze tegenwoordig de belangrijkste eiwitbronnen van het land aan de Nijl vor men. Van vleespotten is op het ogenblik nau welijks sprake, omdat door het gebrek aan weidegrond veeteelt in Egypte praktisch on mogelijk is. De bouw van de grote Aswandam bedreigt op het ogenblik de visserij op de Nijl, welke 75 procent van de totale opbrengst van Egypte zijnde 100.000 ton per jaar, uitmaakt. Boven dien verlangt 'n machtige boerenpartij, de drooglegging van de grote meren in 't noor den, die 60 pet. van de vis leveren. Reden genoeg voor de FAO, de Voedselorganisatie van de Verenigde Naties, om in samenwer king met de Egyptische regering de vooruit zichten voor de binnenvisserij te onderzoe ken. De UNESCO de wetenschappelijke afdeling van de V.N. stuurde twee deskundigen naar de Nijl om een onderzoek in te stellen. De Aswandam moet 165 miljard kubieke meter Nijlwater verzamelen, die men dan het hele jaar door wil laten wegvloeien. Daar door zullen de thans nog voorkomende over stromingen in het bovendal van de Nijl ophouden en zal de Nijl ook in de droge tijd een respectabele rivier zijn. Voor de vissen is de situatie uiterst slecht. Officieel vissen op de Nijl en het daarbij behorende 22.000 km lange systeem van kanalen (dat voor de bevloeiïng dient) 3000 boten met 14.500 vissers, waarvan wordt beweerd, dat ze 12.000 ton per jaar vangen. Dat is echter een ruwe schatting, omdat er tot op heden in Egypte geen statistiek over de visserij wordt bijgehouden. Vast staat alleen, dat de „zwarte" visserij bloeit en dat de „zwarte" vangst waarschijn lijk groter is dan de officiële. De vissers zijn in dienst van de „Multazzims", die de rechten om te vissen van de staat pachten. De grootste Nijlvis is de Nijlbaars, die twee meter lang kan worden. De in hun bek broe dende tilapia-soorten, de typische mormyri- den, komen het meest voor en verder 24 soorten meervallen, 13 soorten karpers en 14 soorten zalm. In de tijd van de overstromingen komen de vissen op het overstroomde land terecht om daar kuit te schieten. In die tijd wordt er ook het meest gevist. Wanneer er dus geen overstromingen meer zijn, betekent dit een zware slag voor de visserij. Eén van de onderzoekers herinnert eraan, dat in Europa de achteruitgang van de binnenvisserij is begonnen met het systeem van kanalisering en het afdammen van overstroomde gebie den. Ook in Egypte hebben dammen en slui zen de overstromingen al zeer beperkt. De boeren hebben de landerijen ingedamd, op dat het vruchtbare Nijlslib achter de lage dammen blijft liggen. Als het hoge water daalt, kunnen de vissen dus ook niet meer naar de Nijl terug. Het vangen van jonge vis op het ondergelopen land is verboden, maar men weet, dat de vissers zich hieraan niet storen. Het is onmogelijk om deze vis sers aan 't verstand te brengen, dat ze de jonge vissern beter in leven kunnen laten. Hun standput is, dat de kleie vis goedkoper is dan de grote en zodoende ook door de arme bevolking kan wordengekocht. In de huidige situatie hebben de „zwarte" vissers niet geheel ongelijk. De door de dam men afgesneden vissen zouden onbenut ver loren gaan, als men zich aan het verbod zou houden. Het zou daarom het beste zijn om kanalen aan te leggen, zogenaamde vis- sluizen. De mens zou ervoor moeten zorgen, dat de vissen weer terug kunnen, zodat de landerijen broedplaatsen voor de Nijlvis- sen worden.Wanneer echter tengevolge van de bouw van de Aswan-dam de overstro mingen niet meer plaatsvinden, dan heeft dit plan geen zin meer. De voorspellingen zien er somber uit. De Nijl zal na zijn regula risering nog maar weinig vis opbrengen. In de kanalen zou er nog iets aan te doen zijn, maar elk jaar wordt 'n groot aantal van deze kanalen drooggelegd om het slib te verwijderen, hetgeen voor de visserij na tuurlijk niet gunstig is. 'Misschien, dat na het gereedkomen van de Aswan-dam de ka nalen minder snel dichtslibben. De grote meren in de Nijldelta beslaan thans nog meer dan 2000 vierkante kilometer. Men kan wel zeggen ,',nog", want de boerenpartij heeft in de strijd tegen de visserij nog steeds de boventoon gevoerd en de drooglegging van grote gebieden doorgezet. Het grootste meer, het Mensalah-meer, was vroeger 2600 km2, groot, dus vijfmaal zo groot als het Boden- meer. De drooggelegde oppervlakte werd voor de landbouw gebruikt, zonder dat men. heeft geprobeerd om de verbazingwekkend grote produktiviteit van dit water 'te benut ten. Op de meren worden thans 6000 boten met 26.000 vissers toegelaten. De „z'Wa'rte"' visserij is echter veel groter. Het limnolo- gische onderzoek naar de stofwisseling van deze wateren heeft de rol van het Nijlslib als voedingsregulator in het Deltagebied aan het licht gebracht. Daarmede is dus de vraag beantwoord, of het Nijlslib werkelijk de oorzaak van de vruchtbaarheid van het Nijldal is of dat het slechts een onaange naam nevenverschijnsel van het water is. De Delta-meren krijgen 't Nijlwater via de talloze draineer-kanalen, die het irrigatiewater van de landerijen weer opnemen. Dit water zet voedingsstoffen, vooral fosfor en stikstof, op 't land af, waar deze stoffen ten dele door ijzervindingen in de bodem worden ge absorbeerd. Zodra door biologische processen in de bodem gebrek aan zuurstof optreedt, wordt het ijzer gereduceerd en de voedings stoffen komen gedeeltelijk weer vrij. Het dra neerwater brengt deze dan naar de meren. Wanneer de Aswan-dam het slib voor het grootste deel achter zijn muren vasthoudt, zal ook hierin een grote verandering optreden. Men heeft nu met moderne methoden o.a. met hulp v. radio-actieve koolstof, de plank- tonproduktie van de meren onderzocht. Het plankton, het aantal kleine levende wezens, waarvan de vissen uiteindelijk le ven is in de meren zuiver plantaardig. De deskundigen vonden er de hoogste prodüktie- cijfers, die we kennen. Tot 180.000 kg per ha. en per jaar in het Mariutmeer: in het klei nere Edkoe-meer ca. 50 000 kg. De opbrengst van de visserij op het Edkoe-meer wordt ge schat op 300 kg per ha per jaar. In Mid den-Europa leveren de beste meren slechts 80 kg op. De verhouding plankton en op brengst van de visserij is in het Edku-meer tienmaal zo gunstig als in het Bodenmeer. Men heeft geconstateerd, dat de enorme produktie van de Delta-meren niet genoeg wordt benut. Een goede voorlichting van de Voorrangsongelukken behoeven eigenlijk - zoals 80 procent van alle verkeersongeluk ken - niet te gebeuren. Want onder welke omstandigheden ook, altijd is het in laatste instantie de weggebruiker zélf die - wanneer zijn pad dat van een ander kruist - een be slissing neemt. Voorrangssituaties vragen verstandige beslissingen. Voor die beslisin gen. is het nodig dat .iedereen de regels èn de situaties waarin hij ze moet toepassen kent. EN DAT HIJ DIE REGELS DAN OOK .WERKELIJK TOEPAST. Aan dat laatste ont breekt het nog wel eens. Dat wijzen de cij fers uit die aangeven waar - blijkens een Duits onderzoek van 145.000 verkeersongeluk ken - voorrangsongelukken gebeuren: bij 't oprijden van een voorrangsweg 46,7 pet bij afslaan zonder voorrang te geven aan rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg 40,9 pet, niet stoppen bij een stopkruising 8,6 pet, op verkeerspleinen 1,3 pet. Het Verbond voor Veilig Verkeer doet in het kader van zijn eerste kernthema-actie 1962 een beroep op iedere Nederlandse weg gebruiker om met genoemde cijfers voor ogen - extra voorzichtigheid te betrachten in alle voorrangssituaties, maar vooral bij het oprijden van een voorrangsweg. Want ook hier te lande gebeuren daarmee de meeste (voorrangs) ongelukken. Een prachtige kans voor iedere weggebruikerom mee te hel pen die ongelukken te voorkomen. De rijder met stijl wéét, hoe te handelen in voorrangs situaties: Hij nadert de voorrangsweg in zodanig tem- vissers zou van het grootste belang zijn. Niets helpt echter, wanneer er nog meer meren worden drooggelegd of wanneer de meren later niet genoeg Nijlwater toege voerd krijgen om voedingsstoffen op te ne men en de door de zee dreigende verzil- ting tegen te gaan. Helemaal hopeloos is de situatie voor de Egyptische visserij echter niet. Men zou bij voorbeeld, zoals in Israël kunnen zorgen voor een systematische visteelt en voor visvijvers die daar al 2000 a 5000 kg per ha per jaar opbrengen. In Egypte is men thans bezig met het nemen van proeven. Over het al gemeen wordt aanbevolen snelgroeiende vis sen te kweken, zoals de Nijlbaars en om krachtvoer te geven van oliehoudende af- valprodukten van de katoenplant. Door der gelijke maatregelen zou de Egyptische visse rij, ondanks de Aswan-dam weer tot bloei kunnen komen. po, dat het verkeer op die weg NIET de in druk krijgt: „Die rijdt door"; hij stelt zich zodanig op, dat ook het langzame verkeer op de voorrangsweg plaats heeft om door te gaan; hij waagt niets, als er een auto komt aanrijden waarvan hij de snelheid moei lijk kan taxeren; hij zorgt voor schone (zij) ruiten en goed zicht; hij vertrouwt niet al léén op z'n medepassagier die zegt „het kan"; hij gaat niét naast andere wachtende auto's en in het uitzichtsveld van andere bestuurders staan; hij rijdt als dat kan KWIEK de voorrangsweg op. Het Verbond voor Veilig Verkeer is van mening, dat iedere weggebruiker mee kan helpen eigen en andermans veiligheid op de weg te vergroten: door bij het een voor rangsweg oprijden blijk te geven van inzicht, geduld èn sportiviteit. Tweemaal per maand vertrekt uit Groot Brittannië een der merkwaardig ste schepen van de wereldvloot voor een cruise van tien tot veertien da gen, die langs verschillende Europese havens voert. Gemiddeld zijn 900 pas sagiers aan boord, waaronder 800 schoolkinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. De volwassen passagiers zijn bijna allen leraren en pedagogen. Het schip beschikt over slaapzalen, klasselokalen, een zwembad, biblio theek, een recreatiezaal, een eetzaal met zelfbedieningssysteem en verschil lende speel- en ontspanningsruimten. Het is, kort gezegd, het merkwaardig ste school„gebouw" ter wereld. Deze enige drijvende school, die al verschillende Europese havens aan deed, is het verbouwde troepentrans portschip „Dunera" van 13.000 ton. Het ondernam zijn eerste schoolreis in april 1961 en zal tot het einde van dit jaar ongeveer 10.000 scholieren heb ben vervoerd. De gedachte, conven tioneel schoolonderricht te koppelen aan praktische aardrijkskunde, contac ten met vreemde volken en een at mosfeer van avontuur, sport en ge meenschapsleven, werd in 1960 geboren, toen het regeringscontract van de „Du nera" afliep. De reders nodigden alle Britse onder wijsautoriteiten uit voor een conferentie en stelden hen de ver bouw van de „Dunera" tot school- schip voor. De gedachte van cruises gedurende de officiële schooltijd was voor de meeste schoolleiders revolu tionair. Maar al gauw vormden le raren, ouders en leerlingen een com- Wie het purper heeft ontdekt of wanneer dat geweest is weet men niet. Maar reeds tweeduizend jaar voor het begin van onze jaartelling was purper bekend. De verfstof werd bereid uit een soort mosselen die op de kusten van Phoenicië en Kreta werden gevonden. Een uiterst kleine klier van deze mos selen bevat een vloeistof, die wanneer ze aan de lucht wordt blootgesteld achtereenvolgens groen, rood en pur perrood wordt - nadat de wol er mee geverfd en daarna gewassen is - de volle purperen gloed vertoont. Maar voor anderhalve gram van deze verfstof zijn twaalfduizend mosselen nodig. Dit verklaarde dan ook de kost baarheid van het purper. Zoals zo dikwijls in de geschiedenis van de mensheid, betekende deze kostbaarheid dat de kleur alleen ge bruikt werd voor de kleding van de rijksten en later een begrip werd voor de rang en positie van de drager. Naast goud, amber en edelstenen kreeg purper bovendien een magische betekenis. Men spreekt dan ook wel van het „keizerlijk purper". missie ter bevordering van het schit terende plan. Het commando kwam in handen van kapitein B.A. Rogers, die eens een op leidingsschip had gecommandeerd en een ervaring van acht jaar had in het omgaan en opleiden van jonge mensen. Samen met zijn officieren geeft hij de scholieren een grondige kijk op de na vigatie en andere maritieme proble men. „Schooldirecteur" is Clive Har- ston, een pedagoog, overste b.d. en een bereisd man, die in alle goede internaten evengoed thuis is als in al le havens van Europa. Met zijn as sistenten werkt hij samen met de mee reizende schoolleiders de program ma's van de tochten uit. Films, voor drachten en een brochure onder de ti tel „Havennotities" bereiden leraren en kinderen voor op het grote avon tuur. Aan boord zijn twee artsen, en kele verpleegsters en een „seheeps moeder", die zich speciaal met de meisjes bezighoudt. Tijdens de tochten wordt van 9 tot 12 en van 2 tot 5 les gegeven. De rest van de dag wordt besteed aai georganiseerde vrijetijdsbesteding ei sport, dekspelen en zwemmen, terwij er nog genoeg tijd overblijft voor films concerten, dansen en lezen. In elke haven zijn er autobustochten langs de kust, waarbij vaak studenten uit het vreemde land als gidsen optreden. Kinderen en leraren ontmoeten vaak jeugdgroepen uit de bezochte steden. In de haven Coruna bijvoorbeeld wacht ten 3.000 Spanjaarden op de kade om de bezoekers uit Groot Brittannië te begroeten. En dit alles wordt de scho lieren geboden voor ongeveer 270 gul den, die bovendien nog in termijnen kunnen worden betaald. Het type van de Don Juan, dat men tegenwoordig nog aantreft onder de jonge caballero's van Spanje's goed- situeerde bovenlaag vindt bij de vrou welijke jeugd buiten Spanje nauwelijks enige weerklank. Dit bewees een Spaans dagblad dat zich kenmerkt door scher pe kritiek op de maatschappij en de sociale ordening van het land. Het nodigde enige dozijnen jonge meis jes uit het buitenland uit, die aan de universiteit van Madrid studeren, om een „rechtzitting" over de signoritos te houden en publiceerde daarna het „von nis": dit viel voor de jonge heren uit de zogenaamde „goede families" wei nig vleiend uit. „De kleine Francaise Michele Danet verklaarde ronduit dat de jonge Span jaard geen enkel gevoel van kameraad schap bezit, oppervlakkig leeft, tegen over de vrouw autoritair optreedt en zichzelf steeds op de eerste plaats dringt. In het huwelijk zou hij zich dan wel, zo dacht dit Franse meisje, „bijna ais een barbaar" gedragen. Het Belgische meisje Anne Bernheim was daarentegen iets vriendelijker: ze vond de Spaanse jongens weliswaar op pervlakkig, maar toch ook wel sympa thiek en rekende hem vooral zijn goe de gitaarspel hoog aan. Anders daar entegen was het oordeel van de Ame rikaanse studente: ,,De jonge Span jaard schrikt om een vrouw te verove ren, niet van een leugen terug. Hij denkt, alleen maar succes te hebben wanneer hij voortdurend vleit en over drijft. Een verstandig meisje kan al leen maar om deze houding lachen". Het hardst waren de oordelen van jonge vrouwen uit Afrika en Azië De anglo-Indische Juliette Thomson be weerde dat de jonge Spaanse cabalero onbescheiden is en dat men hem niet serieus kan nemen. Hij noemt zich zelf steeds weer „formidabel", stelde over al „ik" op de voorgrond en is dikwijls wel wat al te galant. Het gebruik, om tegen jonge meisjes alleen maar vleie - rijen uit te spreken, is, zo meende zij, verdraaglijk. De beide Senegalese meis jes Mademoiselle Claude Diallo en Ma demoiselle Abibatou Nieng kenmerkten hun jonge Spaanse vrienden zelfs als vermoeiend en vervelend. Wat ze nog enigszins aanvaarbaar maakte was het feit dat ze bijna altijd er goed uitzien. De algemene kritiek van de onder vraagde jonge vrouwen stemde hierin overeen, zo vertelde het Madrileense blad, dat de jonge Spanjaarden van van daag tegenover de buitenlandse vrouw een „volkomen vast programma" heb ben. Zij brachten een meisje eerst steeds naar het oude Madrid, waar zi- geunerliederente horen zijn en kwamen daarna met hun liefdesverklaringen. Geheel automatisch worden alle jon ge buitenlandse vrouwen voor frivole wezens gehouden, die alleen maar over de liefde dromen. En dit nu, zeggen zij, is de grote vergissing van de jon ge Don Juan. Niet veel anders verliep - en dat is wel heti nteressantste - 'n rondvraag van hetzelfde blad onder jonge Spaanse vrouwen. Van haar wilde men iets over de voordelen en nadelen van een bui tenlandse en een Spaanse echtgenoot weten. De signorita's verklaarden vrij wel unaniem dat ze in principe de voor keur zouden geven aan een buitenland se huwelijkspartners, omdat de cabal lero te egoïstisch en te autoritair is. Een jonge Madrileense sprak zelfs van „slavenheerschappij" van de Spaan se echtgenoot. In tegenstelling tot deze antwoorden verklaarden bij een volgende enquête talrijke jonge buitenlanders eenstem mig, dat zij de Spaanse vrouw als een ideale huwelijkskameraad zagen, die zich geheel op haar man en diens interes sen instelde, die praktisch, onzelfzuch tig en steeds goed gehumeurd was en die haar man vrijwaarde tegen elke huishoudelijke zorg en onaangenaam heid. Niet minder lovend was het oor deel van de buitenlandse studenten over haar Spaanse vriendinnen: zij staan in hun werk, in hun levenshouding en in hun geest van kameraadschap ver bo ven de jonge caballero's, en vormen vrijwel in ieder opzicht hun positieve tegenpool. In oktober 1961 arriveerden 55.800 be- z »kers van het Europese Continent in 'oot Brittannië - een toeneming van 6 procent ten opzichte van de over eenkomstige maand van 1960, aldus J "eft de British Travel and Holidays j -sociation bekend gemaakt. De lan- c m die de grootste procentuele stijging rtoonden waren Noorwegen (33), Spa (30), Denemarken (24), Italië (18) 2 'eden en Zwitserland (17) Frankrijk ,(6) Nederland (15) gn Duitsland (13.). l.i de eerste tien maanden van 1961 kwamen 787.400 bezoekers vaft 't vas teland van Europa naar Groot Brit- innië, 11 procent meer dan in de eerste 1 en maanden van 1960. Het aantal be- ekers uit de gehele wereld in ok- 'oer 1961 bedroeg 132.000, waarmee het 3 'ord totaal voor de periode januari- oktober op 1.650.000 werd gebracht. Tijdens de ..International Boat Show" te Londen heeft een Engelsman gede monstreerd, dat kranten meer waard zijn dan hun gewicht aan oud papier. Van dit goedkope materiaal vervaar digde hij nl. een zeilboot, die reeds de waterdoop heeft ondergaan en uit stekend voldoet. Bij de bouw werd uitgegaan van een buizenframe in de vorm van de romp. Midscheeps heeft de boot ze ven spanten. Zelfs de ruim acht me ter lange mast is vervaardigd van pa pier en wel van geïmpregneerd kran tepapier. Het papieren scheepje werd geëxposeerd in de stand van een kunst- stoffenfabrikant. Sir Bernard Lovell, de directeur van het radio astronomie station van Jod- rell Bank, wiens voorspelling dat er in 1961 mensen in de ruimte zouden wor den gebracht is uitgekomen, heeft thins i oorspeld dat er in 1962 instrumenten op de maan zullen landen. In een vraag gesprek heeft Sir Bernard verklaard dat hij met evenveel zekerheid als hij zijn vroegere voorspelling deed, voor zegt dat in het jaar 1962 instrumen ten op de oppervlakte van de maan zullen landen. Dit zal zowel door Amerikanen als Russen worden gedaan, Sir Bernard noemde dit „een bijzonder opwindende stap vooruit". Hij dacht ook dat er binnenkort iets vrij belangrijks zou ge beuren - hetzij een mens die 'n tocht om de maan, en weer terüg, zou ma ken, of een dier dat een baan om de maan zou beschrijven. Er zijn in Nederland al een paar po gingen gedaan om televisiebeeldbuizen, die het hadden begeven, te repareren. Een van de grote problemen daarbij was, dat de reparateurs moesten wer ken met een hoogvacuüm van -10-7 at mosfeer, waarvoor een uiterst kostba re apparatuur noodzakelijk was. Daar om.-i.s_.hei, met die .kleinere reparatie- Izodrijvxn eigenlijk niet dat geworden, wat dé oprichters er van hadden ge hoopt. Een uitzondering evenwel - en voor zover na te gaan: de enige - is Ondix Internationaal N.V. te Zeist, die niet alleen over de apparatuur beschik te, doch ook over de ervaring voor dit werk. De kosten voor de reparatie bedra gen zestig-procent van de prijs van een nieuwe beeldbuis, die al naar gelang de grootte en het type tussen de honderd en tweehonderd gulden ligt. Een gere pareerde kost dus van zestig tot hon derdtwintig gulden. De reparateur is daarbij wel ze ker van zijn zaak, wat de ver nieuwing betreft, want hij garan deert de vernieuwde buis (doch niet het beeldscherm) voor een jaar. Dit steekt zeer gunstig af bij de fabrieksgaranties, die voor de beeld buizen in het algemen op een half jaar zijn gesteld. Ondix aanvaardt alleen reparaties via de radio- en televisiehandel, aldus ver klaarde ons een zegeman van het be drijf. Er zijn service-bedrijven, die ge repareerde buizen in voorraad willen nemen, opdat hun klanten snel kunnen worden geholpen. Reparatie (het is geen „oplapperij") duurt namelijk nogal enige tijd. Het bedrijf neemt niet elke reparatie aan, want in bepaalde gevallen zou de reparatie doelloos zijn, namelijk als de emulsielaag van het beeldscherm al te veel heeft geleden. Bij televisiebezitters, die hun toestel len afstellen met te grote lichtsterkte, krijgt het scherm nogal wat te verdu ren. Ondix controleert daarom allereerst het beeldscherm. De klant ontvangt een rapportje en moet dan zelf uitmaken, of er tot de reparatie moet worden overgegaan. De schermen zijn overi gens niet zo spoedig aan vernieuwing toe. Ze gaan in het algemeen acht maal zo lang mee als de electronenka- nons. Nog dit jaar hoopt de directie van Ondix overigens ook beeldschermen te kunnen gaan vernieuwen. Reparatie van beeldbuizen komt er langzaam maar zeker in. In Engeland en Amerika, waar de televisie al veel langer gemeengoed is, is de „rege neratie" van tv-buizen heel gewoon. En ook in West-Duitsland in 't Oden- wald bij Keulen is nu een fabriekje daarmee begonnen. Onze correspondent uit Bonn meldt daarover, dat een nieuwe tv-buis in West-Duitsland al naar grootte en type 150 tot 270 Mark kost. Een geregeneerde buis - de fa briek in het Odenwald levert reeds aan België ook, dus een markt is er wel voor zal tussen de 80 en 95 Mark kosten. Een aanzienlijke besparing dus, van bijna 50 tot ongeveer 65 procent. Uiteraard waren wij ook nieuwsgie rig, nadat wij de reacties uit Duits land hadden gehoord, naar de mening van Philips. Een woordvoerder van het concern in Eindhoven verklaarde ons, toen wij vroegen hoe Philip? over re paraties van televisie dacht en of men daar zelf misschien ook eventueel re paraties overwoog: „Dat is Philips on waardig!" Voorts vroegen wij naar de le vensduur van de beeldbuizen van Philips. Het antwoord luidde: „ze ven a acht jaar". Aangezien ons dit niet veel zei, re kende onze zegsman ons voor, dat men bij hem thuis (in het zuiden des lands) elke avond van zeven tot elf uur naar televisieprogramma's keek en boven dien 's middags. „Reken maar op dertig uren per week", aldus de Philips-man. Naderhand belden wij enkele andere, onafhankelijke deskundigen, die eniger mate huiverig meenden, dat men met dit soort rekensommetjes heel voorzich tig moest zijn. Een levensduur van om precies te zijn 10.920 tot 12.480 uren trok men in het algemeen wel in twij fel. Er was bovendien een deskundige, die fijntjes opmerkte, dat in de begin periode de televisie-beeldbuizen (onver schillig van welk merk) naar zijn over tuiging veel sterker waren, dan tegen woordig. De produktie is zo snel toe genomen, dat de beeldbuizen niet meer stuk voor stuk worden gecontroleerd, doch steekproefgewijs, aldus deze vak man. Een methode overigens, die bij allerlei produktiesystemen wordt teoge- past. De Franse filmregisseur Georges Fran- ju werkt op het ogenblik aan de voor bereiding van de verfilming van één van de bekendste romans van de Franse au teur Francois Mauriac, namelijk Thé- rese Desqueyroux. Naar aanleiding van deze verfilming heeft Mauriac behar- tenswaardige opmerkingen gemaakt over de verfilming van literaire werken. „Ik geloof", aldus Mauriac, „dat een literair werk bij zijn verfilming niets te winnen of te verliezen heeft. Wanneer het waar is, dat de lezer een roman bij het lezen al naar gelang zijn eigen inzichten transformeert en het gelezen boek dus nooit gelijk is aan het geschre ven boek, dan kan ook de filmmaker een lezer zijn, die het vermogen heeft om de persoonlijke indrukken, die hij van het boek heeft, in beelden te ver talen. Wat mij betreft, ik ben er nog steeds van overtuigd, dat een film, hoe nauwgezet zij ook de inhoud van het boek volgt, dat toch altijd op de een of andere manier verraadt, onverschillig of het gaat om een goede of om een slechte film. Persoonlijk geef ik er niet om gro te literaire werken, die mij dierbaar zijn, op het filmdoek, te zien. Maar dat geldt niet voor mijn eigen boeken, want hier speelt de nieuwsgierigheid een gro te rol; ik ben ten zeerste geïnteresseerd in de opvattingen, die de cineast, de regisseur en de acteurs van de perso nages uit mijn romans hebben. De kloof tussen hun opvattingen en de mijne roept eerder mijn belangstelling op dan dat ik erdoor geschokt wordt. Maar ik spreek hier in absolute ter men: het is zeer goed mogelijk, dat de film, die .naar „Th rese Desqueyroux" wordt gemaakt, geheel andere reacties in mij wakker zal roepen", zo verklaart Mauriac. Verscheidene honderden Britse vrou wen, wier echtgenoten voor bepaal de tijd door gevangenistralies van de gemeenschap zijn afgezonderd, hebben een smeekschrift ondertekend waarin zij toestemming verzoeken om hun man onder vier ogen te mogen spreken wan neer zij op gevangenisbezoek komen. Campagneleidster, de 27-jarige Cris- tine Neill, wier man een straf van tien jaar uitzit wegens aanranding, ver klaarde: „Er zijn zoveel huwelijken die mislukken doordat vrouwen hun achter slot en grendel gezette man nen niet zonder toezicht mogen be zoeken Labour-afgevaardigde John Rankin, van het Schotse district Govan, zal zijn bemiddeling verlenen bij de over handiging van het smeekschrift aan de autoriteiten van het Britse gevange niswezen. „Wanneer een man voor lange tijd ge vangen wordt gezet," aldus Rankin, „betekent dit veelal dat zijn echtge note evenzeer gestraft wordt. Vanuit menselijk opzicht is het niet juist dat ook zij wordt gestraft STOPKRUISING ALTIJD stoppen,óók als er geen verkeer te zien is. Het is voor Uw eigen veiligheid VnöRPANGSKPLISING Op de nu volgende krui. smg heeft Uvoorrang maaHet op o< de ander hetUookwerkelijKgèfci t Verb.Vetiigfekeer jjpjjj aW i■ixawttfowi"Tii »i U nader! een voorrengs- weg of voorrqp.gskruisrig enhiermoet U iedereen voorrang verlenen. Liever even stoppen dan hel "nog net wagen

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1962 | | pagina 5