Aswan-dam bedreigt
visserij op de Nijl
Onderwijs in volle zee:
„levende" aa rdrijkskunde
REPARATIE VAN BEELDBUIS
KOST 60% VAN NIEUWPRIJS
Spaanse caballero ligt er uit:
hij is vervelend en vermoeiend
Literair werk heeft als verfilming
niets te winnen of te verliezen99
Waar gebeurt het?
Drijvende school
voor 800 kinderen
Mosselen zorgden
voor purperrood
Meer Europeanen naar
Groot-Brittannië
ZEILBOOT VAN
KRANTENPAPIER
Instrumenten op maan
OORDEEL VAN
MAURIAC
Graag onder vier ogen
Vrijdag 16 februari 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 5
„Zwarte" visserij bloeit
Sombere voorspelling Plankton
Visteelt en visvijvers
ERVAREN KAPITEIN
ENQUETE
HARD OORDEEL
PROEF OP DE SOM
LANGERE GARANTIE
DAN DE FABRIEK
EERST CONTROLE
Fr
DE GROTE DRSE'
VAN DE VOORRANG j
De vleespotten van Egypte zijn beroemd door
de bijbel, minder bekend zijn de vispotten,
ofschoon deze tegenwoordig de belangrijkste
eiwitbronnen van het land aan de Nijl vor
men. Van vleespotten is op het ogenblik nau
welijks sprake, omdat door het gebrek aan
weidegrond veeteelt in Egypte praktisch on
mogelijk is.
De bouw van de grote Aswandam bedreigt
op het ogenblik de visserij op de Nijl, welke
75 procent van de totale opbrengst van Egypte
zijnde 100.000 ton per jaar, uitmaakt. Boven
dien verlangt 'n machtige boerenpartij, de
drooglegging van de grote meren in 't noor
den, die 60 pet. van de vis leveren. Reden
genoeg voor de FAO, de Voedselorganisatie
van de Verenigde Naties, om in samenwer
king met de Egyptische regering de vooruit
zichten voor de binnenvisserij te onderzoe
ken.
De UNESCO de wetenschappelijke afdeling
van de V.N. stuurde twee deskundigen naar
de Nijl om een onderzoek in te stellen.
De Aswandam moet 165 miljard kubieke
meter Nijlwater verzamelen, die men dan
het hele jaar door wil laten wegvloeien. Daar
door zullen de thans nog voorkomende over
stromingen in het bovendal van de Nijl
ophouden en zal de Nijl ook in de droge
tijd een respectabele rivier zijn. Voor de
vissen is de situatie uiterst slecht. Officieel
vissen op de Nijl en het daarbij behorende
22.000 km lange systeem van kanalen (dat
voor de bevloeiïng dient) 3000 boten met
14.500 vissers, waarvan wordt beweerd, dat ze
12.000 ton per jaar vangen. Dat is echter
een ruwe schatting, omdat er tot op heden
in Egypte geen statistiek over de visserij
wordt bijgehouden.
Vast staat alleen, dat de „zwarte" visserij
bloeit en dat de „zwarte" vangst waarschijn
lijk groter is dan de officiële. De vissers
zijn in dienst van de „Multazzims", die de
rechten om te vissen van de staat pachten.
De grootste Nijlvis is de Nijlbaars, die twee
meter lang kan worden. De in hun bek broe
dende tilapia-soorten, de typische mormyri-
den, komen het meest voor en verder 24
soorten meervallen, 13 soorten karpers en
14 soorten zalm.
In de tijd van de overstromingen komen
de vissen op het overstroomde land terecht
om daar kuit te schieten. In die tijd wordt
er ook het meest gevist. Wanneer er dus
geen overstromingen meer zijn, betekent dit
een zware slag voor de visserij. Eén van
de onderzoekers herinnert eraan, dat in Europa
de achteruitgang van de binnenvisserij is
begonnen met het systeem van kanalisering
en het afdammen van overstroomde gebie
den.
Ook in Egypte hebben dammen en slui
zen de overstromingen al zeer beperkt. De
boeren hebben de landerijen ingedamd, op
dat het vruchtbare Nijlslib achter de lage
dammen blijft liggen. Als het hoge water
daalt, kunnen de vissen dus ook niet meer
naar de Nijl terug. Het vangen van jonge
vis op het ondergelopen land is verboden,
maar men weet, dat de vissers zich hieraan
niet storen. Het is onmogelijk om deze vis
sers aan 't verstand te brengen, dat ze de
jonge vissern beter in leven kunnen laten.
Hun standput is, dat de kleie vis goedkoper
is dan de grote en zodoende ook door de
arme bevolking kan wordengekocht.
In de huidige situatie hebben de „zwarte"
vissers niet geheel ongelijk. De door de dam
men afgesneden vissen zouden onbenut ver
loren gaan, als men zich aan het verbod
zou houden. Het zou daarom het beste zijn
om kanalen aan te leggen, zogenaamde vis-
sluizen. De mens zou ervoor moeten zorgen,
dat de vissen weer terug kunnen, zodat de
landerijen broedplaatsen voor de Nijlvis-
sen worden.Wanneer echter tengevolge van
de bouw van de Aswan-dam de overstro
mingen niet meer plaatsvinden, dan heeft dit
plan geen zin meer. De voorspellingen zien
er somber uit. De Nijl zal na zijn regula
risering nog maar weinig vis opbrengen.
In de kanalen zou er nog iets aan te doen
zijn, maar elk jaar wordt 'n groot aantal
van deze kanalen drooggelegd om het slib
te verwijderen, hetgeen voor de visserij na
tuurlijk niet gunstig is. 'Misschien, dat na
het gereedkomen van de Aswan-dam de ka
nalen minder snel dichtslibben. De grote
meren in de Nijldelta beslaan thans nog
meer dan 2000 vierkante kilometer. Men kan
wel zeggen ,',nog", want de boerenpartij heeft
in de strijd tegen de visserij nog steeds de
boventoon gevoerd en de drooglegging van
grote gebieden doorgezet. Het grootste meer,
het Mensalah-meer, was vroeger 2600 km2,
groot, dus vijfmaal zo groot als het Boden-
meer. De drooggelegde oppervlakte werd
voor de landbouw gebruikt, zonder dat men.
heeft geprobeerd om de verbazingwekkend
grote produktiviteit van dit water 'te benut
ten.
Op de meren worden thans 6000 boten
met 26.000 vissers toegelaten. De „z'Wa'rte"'
visserij is echter veel groter. Het limnolo-
gische onderzoek naar de stofwisseling van
deze wateren heeft de rol van het Nijlslib
als voedingsregulator in het Deltagebied aan
het licht gebracht. Daarmede is dus de vraag
beantwoord, of het Nijlslib werkelijk de
oorzaak van de vruchtbaarheid van het
Nijldal is of dat het slechts een onaange
naam nevenverschijnsel van het water is.
De Delta-meren krijgen 't Nijlwater via de
talloze draineer-kanalen, die het irrigatiewater
van de landerijen weer opnemen. Dit water
zet voedingsstoffen, vooral fosfor en stikstof,
op 't land af, waar deze stoffen ten dele
door ijzervindingen in de bodem worden ge
absorbeerd. Zodra door biologische processen
in de bodem gebrek aan zuurstof optreedt,
wordt het ijzer gereduceerd en de voedings
stoffen komen gedeeltelijk weer vrij. Het dra
neerwater brengt deze dan naar de meren.
Wanneer de Aswan-dam het slib voor het
grootste deel achter zijn muren vasthoudt,
zal ook hierin een grote verandering optreden.
Men heeft nu met moderne methoden o.a.
met hulp v. radio-actieve koolstof, de plank-
tonproduktie van de meren onderzocht.
Het plankton, het aantal kleine levende
wezens, waarvan de vissen uiteindelijk le
ven is in de meren zuiver plantaardig. De
deskundigen vonden er de hoogste prodüktie-
cijfers, die we kennen. Tot 180.000 kg per ha.
en per jaar in het Mariutmeer: in het klei
nere Edkoe-meer ca. 50 000 kg. De opbrengst
van de visserij op het Edkoe-meer wordt ge
schat op 300 kg per ha per jaar. In Mid
den-Europa leveren de beste meren slechts
80 kg op. De verhouding plankton en op
brengst van de visserij is in het Edku-meer
tienmaal zo gunstig als in het Bodenmeer.
Men heeft geconstateerd, dat de enorme
produktie van de Delta-meren niet genoeg
wordt benut. Een goede voorlichting van de
Voorrangsongelukken behoeven eigenlijk -
zoals 80 procent van alle verkeersongeluk
ken - niet te gebeuren. Want onder welke
omstandigheden ook, altijd is het in laatste
instantie de weggebruiker zélf die - wanneer
zijn pad dat van een ander kruist - een be
slissing neemt. Voorrangssituaties vragen
verstandige beslissingen. Voor die beslisin
gen. is het nodig dat .iedereen de regels èn
de situaties waarin hij ze moet toepassen
kent. EN DAT HIJ DIE REGELS DAN OOK
.WERKELIJK TOEPAST. Aan dat laatste ont
breekt het nog wel eens. Dat wijzen de cij
fers uit die aangeven waar - blijkens een
Duits onderzoek van 145.000 verkeersongeluk
ken - voorrangsongelukken gebeuren: bij 't
oprijden van een voorrangsweg 46,7 pet
bij afslaan zonder voorrang te geven aan
rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg
40,9 pet, niet stoppen bij een stopkruising
8,6 pet, op verkeerspleinen 1,3 pet.
Het Verbond voor Veilig Verkeer doet in
het kader van zijn eerste kernthema-actie
1962 een beroep op iedere Nederlandse weg
gebruiker om met genoemde cijfers voor
ogen - extra voorzichtigheid te betrachten in
alle voorrangssituaties, maar vooral bij het
oprijden van een voorrangsweg. Want ook
hier te lande gebeuren daarmee de meeste
(voorrangs) ongelukken. Een prachtige kans
voor iedere weggebruikerom mee te hel
pen die ongelukken te voorkomen. De rijder
met stijl wéét, hoe te handelen in voorrangs
situaties:
Hij nadert de voorrangsweg in zodanig tem-
vissers zou van het grootste belang zijn.
Niets helpt echter, wanneer er nog meer
meren worden drooggelegd of wanneer de
meren later niet genoeg Nijlwater toege
voerd krijgen om voedingsstoffen op te ne
men en de door de zee dreigende verzil-
ting tegen te gaan.
Helemaal hopeloos is de situatie voor de
Egyptische visserij echter niet. Men zou bij
voorbeeld, zoals in Israël kunnen zorgen voor
een systematische visteelt en voor visvijvers
die daar al 2000 a 5000 kg per ha per jaar
opbrengen. In Egypte is men thans bezig
met het nemen van proeven. Over het al
gemeen wordt aanbevolen snelgroeiende vis
sen te kweken, zoals de Nijlbaars en om
krachtvoer te geven van oliehoudende af-
valprodukten van de katoenplant. Door der
gelijke maatregelen zou de Egyptische visse
rij, ondanks de Aswan-dam weer tot bloei
kunnen komen.
po, dat het verkeer op die weg NIET de in
druk krijgt: „Die rijdt door"; hij stelt zich
zodanig op, dat ook het langzame verkeer
op de voorrangsweg plaats heeft om door
te gaan; hij waagt niets, als er een auto
komt aanrijden waarvan hij de snelheid moei
lijk kan taxeren; hij zorgt voor schone (zij)
ruiten en goed zicht; hij vertrouwt niet al
léén op z'n medepassagier die zegt „het
kan"; hij gaat niét naast andere wachtende
auto's en in het uitzichtsveld van andere
bestuurders staan; hij rijdt als dat kan
KWIEK de voorrangsweg op.
Het Verbond voor Veilig Verkeer is van
mening, dat iedere weggebruiker mee kan
helpen eigen en andermans veiligheid op de
weg te vergroten: door bij het een voor
rangsweg oprijden blijk te geven van inzicht,
geduld èn sportiviteit.
Tweemaal per maand vertrekt uit
Groot Brittannië een der merkwaardig
ste schepen van de wereldvloot voor
een cruise van tien tot veertien da
gen, die langs verschillende Europese
havens voert. Gemiddeld zijn 900 pas
sagiers aan boord, waaronder 800
schoolkinderen in de leeftijd van 12
tot 18 jaar. De volwassen passagiers
zijn bijna allen leraren en pedagogen.
Het schip beschikt over slaapzalen,
klasselokalen, een zwembad, biblio
theek, een recreatiezaal, een eetzaal
met zelfbedieningssysteem en verschil
lende speel- en ontspanningsruimten.
Het is, kort gezegd, het merkwaardig
ste school„gebouw" ter wereld.
Deze enige drijvende school, die al
verschillende Europese havens aan
deed, is het verbouwde troepentrans
portschip „Dunera" van 13.000 ton. Het
ondernam zijn eerste schoolreis in
april 1961 en zal tot het einde van
dit jaar ongeveer 10.000 scholieren heb
ben vervoerd. De gedachte, conven
tioneel schoolonderricht te koppelen
aan praktische aardrijkskunde, contac
ten met vreemde volken en een at
mosfeer van avontuur, sport en ge
meenschapsleven, werd in 1960 geboren,
toen het regeringscontract van de „Du
nera" afliep. De reders nodigden alle
Britse onder wijsautoriteiten uit voor
een conferentie en stelden hen de ver
bouw van de „Dunera" tot school-
schip voor. De gedachte van cruises
gedurende de officiële schooltijd was
voor de meeste schoolleiders revolu
tionair. Maar al gauw vormden le
raren, ouders en leerlingen een com-
Wie het purper heeft ontdekt of
wanneer dat geweest is weet men
niet. Maar reeds tweeduizend jaar
voor het begin van onze jaartelling
was purper bekend.
De verfstof werd bereid uit een
soort mosselen die op de kusten van
Phoenicië en Kreta werden gevonden.
Een uiterst kleine klier van deze mos
selen bevat een vloeistof, die wanneer
ze aan de lucht wordt blootgesteld
achtereenvolgens groen, rood en pur
perrood wordt - nadat de wol er mee
geverfd en daarna gewassen is - de
volle purperen gloed vertoont. Maar
voor anderhalve gram van deze
verfstof zijn twaalfduizend mosselen
nodig. Dit verklaarde dan ook de kost
baarheid van het purper.
Zoals zo dikwijls in de geschiedenis
van de mensheid, betekende deze
kostbaarheid dat de kleur alleen ge
bruikt werd voor de kleding van de
rijksten en later een begrip werd voor
de rang en positie van de drager.
Naast goud, amber en edelstenen
kreeg purper bovendien een magische
betekenis. Men spreekt dan ook wel
van het „keizerlijk purper".
missie ter bevordering van het schit
terende plan.
Het commando kwam in handen van
kapitein B.A. Rogers, die eens een op
leidingsschip had gecommandeerd en een
ervaring van acht jaar had in het
omgaan en opleiden van jonge mensen.
Samen met zijn officieren geeft hij de
scholieren een grondige kijk op de na
vigatie en andere maritieme proble
men. „Schooldirecteur" is Clive Har-
ston, een pedagoog, overste b.d. en
een bereisd man, die in alle goede
internaten evengoed thuis is als in al
le havens van Europa. Met zijn as
sistenten werkt hij samen met de mee
reizende schoolleiders de program
ma's van de tochten uit. Films, voor
drachten en een brochure onder de ti
tel „Havennotities" bereiden leraren
en kinderen voor op het grote avon
tuur. Aan boord zijn twee artsen, en
kele verpleegsters en een „seheeps
moeder", die zich speciaal met de
meisjes bezighoudt.
Tijdens de tochten wordt van 9 tot
12 en van 2 tot 5 les gegeven. De
rest van de dag wordt besteed aai
georganiseerde vrijetijdsbesteding ei
sport, dekspelen en zwemmen, terwij
er nog genoeg tijd overblijft voor films
concerten, dansen en lezen. In elke
haven zijn er autobustochten langs de
kust, waarbij vaak studenten uit het
vreemde land als gidsen optreden.
Kinderen en leraren ontmoeten vaak
jeugdgroepen uit de bezochte steden.
In de haven Coruna bijvoorbeeld wacht
ten 3.000 Spanjaarden op de kade om
de bezoekers uit Groot Brittannië te
begroeten. En dit alles wordt de scho
lieren geboden voor ongeveer 270 gul
den, die bovendien nog in termijnen
kunnen worden betaald.
Het type van de Don Juan, dat men
tegenwoordig nog aantreft onder de
jonge caballero's van Spanje's goed-
situeerde bovenlaag vindt bij de vrou
welijke jeugd buiten Spanje nauwelijks
enige weerklank. Dit bewees een Spaans
dagblad dat zich kenmerkt door scher
pe kritiek op de maatschappij en de
sociale ordening van het land.
Het nodigde enige dozijnen jonge meis
jes uit het buitenland uit, die aan de
universiteit van Madrid studeren, om
een „rechtzitting" over de signoritos te
houden en publiceerde daarna het „von
nis": dit viel voor de jonge heren uit
de zogenaamde „goede families" wei
nig vleiend uit.
„De kleine Francaise Michele Danet
verklaarde ronduit dat de jonge Span
jaard geen enkel gevoel van kameraad
schap bezit, oppervlakkig leeft, tegen
over de vrouw autoritair optreedt en
zichzelf steeds op de eerste plaats
dringt. In het huwelijk zou hij zich
dan wel, zo dacht dit Franse meisje,
„bijna ais een barbaar" gedragen.
Het Belgische meisje Anne Bernheim
was daarentegen iets vriendelijker: ze
vond de Spaanse jongens weliswaar op
pervlakkig, maar toch ook wel sympa
thiek en rekende hem vooral zijn goe
de gitaarspel hoog aan. Anders daar
entegen was het oordeel van de Ame
rikaanse studente: ,,De jonge Span
jaard schrikt om een vrouw te verove
ren, niet van een leugen terug. Hij
denkt, alleen maar succes te hebben
wanneer hij voortdurend vleit en over
drijft. Een verstandig meisje kan al
leen maar om deze houding lachen".
Het hardst waren de oordelen van
jonge vrouwen uit Afrika en Azië De
anglo-Indische Juliette Thomson be
weerde dat de jonge Spaanse cabalero
onbescheiden is en dat men hem niet
serieus kan nemen. Hij noemt zich zelf
steeds weer „formidabel", stelde over
al „ik" op de voorgrond en is dikwijls
wel wat al te galant. Het gebruik, om
tegen jonge meisjes alleen maar vleie -
rijen uit te spreken, is, zo meende zij,
verdraaglijk. De beide Senegalese meis
jes Mademoiselle Claude Diallo en Ma
demoiselle Abibatou Nieng kenmerkten
hun jonge Spaanse vrienden zelfs als
vermoeiend en vervelend. Wat ze nog
enigszins aanvaarbaar maakte was het
feit dat ze bijna altijd er goed uitzien.
De algemene kritiek van de onder
vraagde jonge vrouwen stemde hierin
overeen, zo vertelde het Madrileense
blad, dat de jonge Spanjaarden van van
daag tegenover de buitenlandse vrouw
een „volkomen vast programma" heb
ben. Zij brachten een meisje eerst
steeds naar het oude Madrid, waar zi-
geunerliederente horen zijn en kwamen
daarna met hun liefdesverklaringen.
Geheel automatisch worden alle jon
ge buitenlandse vrouwen voor frivole
wezens gehouden, die alleen maar over
de liefde dromen. En dit nu, zeggen
zij, is de grote vergissing van de jon
ge Don Juan.
Niet veel anders verliep - en dat is
wel heti nteressantste - 'n rondvraag
van hetzelfde blad onder jonge Spaanse
vrouwen. Van haar wilde men iets over
de voordelen en nadelen van een bui
tenlandse en een Spaanse echtgenoot
weten. De signorita's verklaarden vrij
wel unaniem dat ze in principe de voor
keur zouden geven aan een buitenland
se huwelijkspartners, omdat de cabal
lero te egoïstisch en te autoritair is.
Een jonge Madrileense sprak zelfs
van „slavenheerschappij" van de Spaan
se echtgenoot.
In tegenstelling tot deze antwoorden
verklaarden bij een volgende enquête
talrijke jonge buitenlanders eenstem
mig, dat zij de Spaanse vrouw als een
ideale huwelijkskameraad zagen, die
zich geheel op haar man en diens interes
sen instelde, die praktisch, onzelfzuch
tig en steeds goed gehumeurd was en
die haar man vrijwaarde tegen elke
huishoudelijke zorg en onaangenaam
heid. Niet minder lovend was het oor
deel van de buitenlandse studenten over
haar Spaanse vriendinnen: zij staan in
hun werk, in hun levenshouding en in
hun geest van kameraadschap ver bo
ven de jonge caballero's, en vormen
vrijwel in ieder opzicht hun positieve
tegenpool.
In oktober 1961 arriveerden 55.800 be-
z »kers van het Europese Continent in
'oot Brittannië - een toeneming van
6 procent ten opzichte van de over
eenkomstige maand van 1960, aldus
J "eft de British Travel and Holidays
j -sociation bekend gemaakt. De lan-
c m die de grootste procentuele stijging
rtoonden waren Noorwegen (33), Spa
(30), Denemarken (24), Italië (18)
2 'eden en Zwitserland (17) Frankrijk
,(6) Nederland (15) gn Duitsland (13.).
l.i de eerste tien maanden van 1961
kwamen 787.400 bezoekers vaft 't vas
teland van Europa naar Groot Brit-
innië, 11 procent meer dan in de eerste
1 en maanden van 1960. Het aantal be-
ekers uit de gehele wereld in ok-
'oer 1961 bedroeg 132.000, waarmee het
3 'ord totaal voor de periode januari-
oktober op 1.650.000 werd gebracht.
Tijdens de ..International Boat Show"
te Londen heeft een Engelsman gede
monstreerd, dat kranten meer waard
zijn dan hun gewicht aan oud papier.
Van dit goedkope materiaal vervaar
digde hij nl. een zeilboot, die reeds
de waterdoop heeft ondergaan en uit
stekend voldoet.
Bij de bouw werd uitgegaan van
een buizenframe in de vorm van de
romp. Midscheeps heeft de boot ze
ven spanten. Zelfs de ruim acht me
ter lange mast is vervaardigd van pa
pier en wel van geïmpregneerd kran
tepapier. Het papieren scheepje werd
geëxposeerd in de stand van een kunst-
stoffenfabrikant.
Sir Bernard Lovell, de directeur van
het radio astronomie station van Jod-
rell Bank, wiens voorspelling dat er in
1961 mensen in de ruimte zouden wor
den gebracht is uitgekomen, heeft thins
i oorspeld dat er in 1962 instrumenten
op de maan zullen landen. In een vraag
gesprek heeft Sir Bernard verklaard
dat hij met evenveel zekerheid als hij
zijn vroegere voorspelling deed, voor
zegt dat in het jaar 1962 instrumen
ten op de oppervlakte van de maan
zullen landen.
Dit zal zowel door Amerikanen als
Russen worden gedaan, Sir Bernard
noemde dit „een bijzonder opwindende
stap vooruit". Hij dacht ook dat er
binnenkort iets vrij belangrijks zou ge
beuren - hetzij een mens die 'n tocht
om de maan, en weer terüg, zou ma
ken, of een dier dat een baan om de
maan zou beschrijven.
Er zijn in Nederland al een paar po
gingen gedaan om televisiebeeldbuizen,
die het hadden begeven, te repareren.
Een van de grote problemen daarbij
was, dat de reparateurs moesten wer
ken met een hoogvacuüm van -10-7 at
mosfeer, waarvoor een uiterst kostba
re apparatuur noodzakelijk was. Daar
om.-i.s_.hei, met die .kleinere reparatie-
Izodrijvxn eigenlijk niet dat geworden,
wat dé oprichters er van hadden ge
hoopt. Een uitzondering evenwel - en
voor zover na te gaan: de enige - is
Ondix Internationaal N.V. te Zeist, die
niet alleen over de apparatuur beschik
te, doch ook over de ervaring voor dit
werk.
De kosten voor de reparatie bedra
gen zestig-procent van de prijs van een
nieuwe beeldbuis, die al naar gelang de
grootte en het type tussen de honderd
en tweehonderd gulden ligt. Een gere
pareerde kost dus van zestig tot hon
derdtwintig gulden.
De reparateur is daarbij wel ze
ker van zijn zaak, wat de ver
nieuwing betreft, want hij garan
deert de vernieuwde buis (doch niet
het beeldscherm) voor een jaar.
Dit steekt zeer gunstig af bij de
fabrieksgaranties, die voor de beeld
buizen in het algemen op een
half jaar zijn gesteld.
Ondix aanvaardt alleen reparaties via
de radio- en televisiehandel, aldus ver
klaarde ons een zegeman van het be
drijf. Er zijn service-bedrijven, die ge
repareerde buizen in voorraad willen
nemen, opdat hun klanten snel kunnen
worden geholpen.
Reparatie (het is geen „oplapperij")
duurt namelijk nogal enige tijd.
Het bedrijf neemt niet elke reparatie
aan, want in bepaalde gevallen zou de
reparatie doelloos zijn, namelijk als de
emulsielaag van het beeldscherm al te
veel heeft geleden.
Bij televisiebezitters, die hun toestel
len afstellen met te grote lichtsterkte,
krijgt het scherm nogal wat te verdu
ren.
Ondix controleert daarom allereerst
het beeldscherm. De klant ontvangt een
rapportje en moet dan zelf uitmaken,
of er tot de reparatie moet worden
overgegaan. De schermen zijn overi
gens niet zo spoedig aan vernieuwing
toe. Ze gaan in het algemeen acht
maal zo lang mee als de electronenka-
nons. Nog dit jaar hoopt de directie
van Ondix overigens ook beeldschermen
te kunnen gaan vernieuwen.
Reparatie van beeldbuizen komt er
langzaam maar zeker in. In Engeland
en Amerika, waar de televisie al veel
langer gemeengoed is, is de „rege
neratie" van tv-buizen heel gewoon.
En ook in West-Duitsland in 't Oden-
wald bij Keulen is nu een fabriekje
daarmee begonnen. Onze correspondent
uit Bonn meldt daarover, dat een
nieuwe tv-buis in West-Duitsland al
naar grootte en type 150 tot 270 Mark
kost. Een geregeneerde buis - de fa
briek in het Odenwald levert reeds aan
België ook, dus een markt is er wel
voor zal tussen de 80 en 95 Mark
kosten. Een aanzienlijke besparing dus,
van bijna 50 tot ongeveer 65 procent.
Uiteraard waren wij ook nieuwsgie
rig, nadat wij de reacties uit Duits
land hadden gehoord, naar de mening
van Philips. Een woordvoerder van het
concern in Eindhoven verklaarde ons,
toen wij vroegen hoe Philip? over re
paraties van televisie dacht en of men
daar zelf misschien ook eventueel re
paraties overwoog: „Dat is Philips on
waardig!"
Voorts vroegen wij naar de le
vensduur van de beeldbuizen van
Philips. Het antwoord luidde: „ze
ven a acht jaar".
Aangezien ons dit niet veel zei, re
kende onze zegsman ons voor, dat men
bij hem thuis (in het zuiden des lands)
elke avond van zeven tot elf uur naar
televisieprogramma's keek en boven
dien 's middags.
„Reken maar op dertig uren per
week", aldus de Philips-man.
Naderhand belden wij enkele andere,
onafhankelijke deskundigen, die eniger
mate huiverig meenden, dat men met
dit soort rekensommetjes heel voorzich
tig moest zijn. Een levensduur van om
precies te zijn 10.920 tot 12.480 uren
trok men in het algemeen wel in twij
fel.
Er was bovendien een deskundige,
die fijntjes opmerkte, dat in de begin
periode de televisie-beeldbuizen (onver
schillig van welk merk) naar zijn over
tuiging veel sterker waren, dan tegen
woordig. De produktie is zo snel toe
genomen, dat de beeldbuizen niet meer
stuk voor stuk worden gecontroleerd,
doch steekproefgewijs, aldus deze vak
man. Een methode overigens, die bij
allerlei produktiesystemen wordt teoge-
past.
De Franse filmregisseur Georges Fran-
ju werkt op het ogenblik aan de voor
bereiding van de verfilming van één van
de bekendste romans van de Franse au
teur Francois Mauriac, namelijk Thé-
rese Desqueyroux. Naar aanleiding van
deze verfilming heeft Mauriac behar-
tenswaardige opmerkingen gemaakt over
de verfilming van literaire werken.
„Ik geloof", aldus Mauriac, „dat een
literair werk bij zijn verfilming niets
te winnen of te verliezen heeft. Wanneer
het waar is, dat de lezer een roman
bij het lezen al naar gelang zijn eigen
inzichten transformeert en het gelezen
boek dus nooit gelijk is aan het geschre
ven boek, dan kan ook de filmmaker
een lezer zijn, die het vermogen heeft
om de persoonlijke indrukken, die hij
van het boek heeft, in beelden te ver
talen. Wat mij betreft, ik ben er nog
steeds van overtuigd, dat een film, hoe
nauwgezet zij ook de inhoud van het
boek volgt, dat toch altijd op de een of
andere manier verraadt, onverschillig
of het gaat om een goede of om een
slechte film.
Persoonlijk geef ik er niet om gro
te literaire werken, die mij dierbaar
zijn, op het filmdoek, te zien. Maar dat
geldt niet voor mijn eigen boeken, want
hier speelt de nieuwsgierigheid een gro
te rol; ik ben ten zeerste geïnteresseerd
in de opvattingen, die de cineast, de
regisseur en de acteurs van de perso
nages uit mijn romans hebben. De kloof
tussen hun opvattingen en de mijne
roept eerder mijn belangstelling op dan
dat ik erdoor geschokt wordt.
Maar ik spreek hier in absolute ter
men: het is zeer goed mogelijk, dat de
film, die .naar „Th rese Desqueyroux"
wordt gemaakt, geheel andere reacties
in mij wakker zal roepen", zo verklaart
Mauriac.
Verscheidene honderden Britse vrou
wen, wier echtgenoten voor bepaal
de tijd door gevangenistralies van de
gemeenschap zijn afgezonderd, hebben
een smeekschrift ondertekend waarin
zij toestemming verzoeken om hun man
onder vier ogen te mogen spreken wan
neer zij op gevangenisbezoek komen.
Campagneleidster, de 27-jarige Cris-
tine Neill, wier man een straf van
tien jaar uitzit wegens aanranding, ver
klaarde: „Er zijn zoveel huwelijken
die mislukken doordat vrouwen hun
achter slot en grendel gezette man
nen niet zonder toezicht mogen be
zoeken
Labour-afgevaardigde John Rankin,
van het Schotse district Govan, zal zijn
bemiddeling verlenen bij de over
handiging van het smeekschrift aan de
autoriteiten van het Britse gevange
niswezen.
„Wanneer een man voor lange tijd ge
vangen wordt gezet," aldus Rankin,
„betekent dit veelal dat zijn echtge
note evenzeer gestraft wordt. Vanuit
menselijk opzicht is het niet juist dat
ook zij wordt gestraft
STOPKRUISING
ALTIJD stoppen,óók
als er geen verkeer te
zien is. Het is voor Uw
eigen veiligheid
VnöRPANGSKPLISING
Op de nu volgende krui.
smg heeft Uvoorrang
maaHet op o< de ander
hetUookwerkelijKgèfci t
Verb.Vetiigfekeer jjpjjj
aW i■ixawttfowi"Tii »i
U nader! een voorrengs-
weg of voorrqp.gskruisrig
enhiermoet U iedereen
voorrang verlenen.
Liever even stoppen
dan hel "nog net wagen