FI LM NIE U WS NtagpAHPO COBURG - EEN BLOEIENDE STAD BIJ HET IJZEREN GORDIJN De Gapert iverd lelijk de sigaar INGEZONDEN Wraak van Robin Hood Ambachtsscholen in het Duitse leger De hel van Noord-Afrika VERVOLG VERSLAG GEMEENTERAAD Vrijdag 5 januari 1962 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 4 en handen ruw? Vrijdag en zaterdag de film: Woensdag de film: (van pagina 3) RIJSS EN builen de Een half jaar was de Gapert nu getrouwd En het was volop zomer. Hij woonde met Jenne in het smaldeel van het kasteel. Jen- ne was als vroeger keukenmeid gebleven. Doodgewoon, omdat zij niet te evenaarden was. Anders was het met Gape Jan. Jan die vroeger vrolijk en fris de boodschappen deed voor het stadsbestuur, en in zijn vele vrije tijd ging vissen en vinken, moest nu opzitten en pootjesgeven bij Jenne. Reeds des morgens vroeg joeg Jenne hem uit het bed. Jan moest helpen de boel redderen. Nu was er niets waar de Gapert meer een hekel aan had, dan huiswerk. Zes weken lang stribbelde hij tegen, toen was zijn weer stand gebroken. Jenne beschikte over vele middelen, om de lastigste man klein te krijgen. Een troost was er voor de Gapert. De heerlijke maaltijden. Want Jenne kookte op het kasteel voor haarzelf en voor haren Gapert mee. Na een generale repetitie van een maand, was het zover, dat Jan precies wist wanneer er in de keuken wat te halen was. De hoge Vrouwe deed een oog dicht. En de oude Jonker van Langen prees zich zelf met een ijverige bode. Vroeger toen de Gapert nog vrijgezel was en in dienst van de stad, liep hij altijd voetje voor voetje. Maar toen hij een week getrouwd was hoorde hij het voor de eerste maal. Luien Bliksum! schreeuwde Jenne loop harder aan. Niet zo slof! Schreeuwde zij. op ie tas lat Jan »iir> or u had gekregen als bode van de Bevervoorde. O uat ogenblik nad nij de broek heel laag hangen, maar Jenne bond ze hem op. De Gapert kreeg er na twee maanden een baan bij. Voor hetzelfde loon. De oude Krukke, die altijd allerlei baantjes had opgeknapt, was op een morgen dood in zijn bed gevonden in een dakkamertje boven de blauwe kamer. Jonker Rudolf, die er graag netjes bij liep deed de ontdekking. Hij vond des morgens zijn laarzen nog modderig staan, van de vorige dag. En ofschoon het wekken van het personeel het werk was van de Gapert, Had de laatste niet gedaan, omdat Jenne tot half een het terechtzetten van haar man was bezig geweest. Eerst had het echtpaar Gape Jan, hooglopende onenigheid gehad, om dat Jan nog te slordig was. Om negen uur waren zij naar bed gegaan en daar het dispuut voortgezet tot half een. Barst voor mijn part! Dat waren de laatste woorden geweest van Jenne. Toen had zij zich omgegooid, en een luid gesnurk had weldra aangekondigd dat zij de slaap des rechtvaardigen sliep. En Jan had nog lang wakker gelegen, en had bij zichzelf gedacht, wat een oorlogsschip van een wijf heb ik gekregen! En zo was de volgende morgen gekomen. Jan was het eerst wakker geworden en had geroepen Je. Jenne! Wij hebben ons verslapen. En nog slaapdronkden was Jenne uit de bedstee gedropen, en het eerste wat zij deed, was haren lieven Gapert omhelzen met beide molligé armen en gaf hem vele zoenen. Zo was Jenne nu eenmaal. Loop vlug naar bin nen riep zij haar man toe. Straks kun je je wel scheren. De Jonker stond er op, dat zijn bode des morgens goed geschoren v r de dag kwam En Jan rende naar de voordeur van de Bevervoorde. Maar daar was alles al in rep en roer. JJ ieer vloekte tegen de Gapert. uit deed hij zelden, dus er was iets vreselijks ge beurd. De Krukke was doodgevonden in zijn bed. De Gapert had zich verslapen. De heer des huizes raadpleegde zijn vrouw of ze de Gapert toch maar niet zouden ontslaan. Daar kw im hi.i veel te laat aan en ongeschoren. En met vlekken op zijn herenkleren. Me- uaciif even na. riet liwn «cc man, na vandaag zal het niet weer ge- beurexi liefste, kweeiue nj.cafeuauiaeia .^wii- meu en naobers, zij brachten ae dode Krukke naar het koetshuis. En Timmergraads maak te de kist. In de loop van de morgen kwam Jenne en begon haar bezigheden in de keu ken. De hoge Vrouwe kwam en beklaagde zich diep over de Gapert die zo onattent kon zijn. Mevrouw liet hem roepen in de keuken en daar werd Jan door mevrouw en Jenne onder vuur genomen, zodat de ko^eu van hem jg en neer klapten, zonder dat er een woord uitkwam. Zelfs dg Jonker van Bevervoorde kreeg medelijden met zijn ku.tji en sai mem sutsui een - .re. op zijn verhaal te komen. Berend, Jonker Berend, wel te verstaan vond zijn vader een pantoffelheld. Nooit had hij een baard willen hebben en sinds hij de roze in de hoed had gekre gen, had hij ten gerieve van zijn vrouw een sikbaard laten groeien. Berend die nu achttien was en veel bij Jenne in de keuken en in het smaldeel kwam,- lichtte Gape Jan in, aangaande de wensen van vader. In mei kwam er een nieuwe huisknecht die mevrouw had opgeduikeld in het Bentheim- se. Het was een door de wolgeverfde huis knecht, die men op het kasteel Bentheim graag kwijt wilde, omdat de man de onheb belijke gewoonte had steeds in zijn neus te peuteren. Jenne de keukenprinses, noemde hem verachtelijk de „goudzoeker". En Be rend en Rudolf namen dit gretig over. Zij brachten het grote nieuws naar de Tabaks- gaarden. En MoosJantjen hoorde het van de Jonkers. Nu was MoosJantjen een man die als zetbaas op Brandlicht de naam van de familie van Langen hoog hield. Dus stap te Jantjen op een goeden dag naar de Be vervoorde en vroeg mijnheer van Langen te spreken. Hij vertelde deze, dat de straat te Rijssen sprak van de goudzoeker die op de Bevervoorde was het was door de Jongelin gen verteld. Mijnheer werd er onpasselijk gen in de Tabaksgaarden verhaneld. De Jonker liet dadelijk zijn beide oudsten, Rudolf en Berend roepen. Wie is hier op de Be vervoorde de Goudzoeker. Koolkaas uit Gil- dehaus, vader! sprak Berend resoluut. En wie heeft hem die naam gegeven. Dit wist Be- rend niet, maar hij had van Jenne gehoord. Een knechtje moest onmiddellijk de kokkin uit de keuken halen. Wie heeft Albert Kool haas de bijnaam van Goudzoeker gegeven. Gegeven? Vroeg Jenne verbaasd! Niemand hier, maar vraag in het hele gebied van Bentheim en iedereen zal u zeggen, dat hij de 'goudzoeker is. De Jonker van Bentheim wilde hem graag kwijt omdat hij uit de neus vrat. De heer van Bevervoorde wilde weten wat dat was. Jenne vond het te vies om te vertellen. Zij wierp het raam op en riep haar man. Even later stond de Gaper goed geschoren en netjes opgepoetst voor zijn meester. Deze gaf een omstandige ver klaring voor het peuteren in de neus, het krabben in de wenkbrauwen en het bijten op de nagels. Mijnheer werd er onpasselijk van, en begon van zenuwachtigheid zelf in de neus te boren. Mijnheer liet dadelijk de schneidige huisknecht ontbieden. Dat was nou de man, die smalend over het volk van Rijs- sen kon spreken. Het volk dat geen manieren kende. En hem op straat de goudzoeker noemde. Maar de heer van Bevervoorde vertelde hem, dat hij gaan kon. Liefst zo spoedig mogelijk. Albert Koolhaas die bij de hoge Vrouwe in goeden reuk stond, wilde afscheid nemen van mevrouw en verzocht om een onderhoud. En haar beide oudste spruiten luisterden aan de deur, om het grote nieuws zo gauw mogelijk wereldkundig te kunnen maken in de Tabaksgaarden. Zij hoorden hem snikkend vertellen dat hij ont slagen was. En hij was de beste eerlijkste en gewilligste huisknecht, die er ooit op de Bevervoorde gediend had. De Jonkers Berend en Rudolf stootten elkaar aan. Toen mevrouw streng vroeg wat de oorzaak was van het ontslag, kon Albert het niet zeg gen, hij wist van niets. Mevrouw zei de zaak te zullen onderzoeken. Zij gaf hem werkzaamheden in de groie rechtervoorzaal waar men door een klein rond glaasje hem als het moest ongemerkt kon bespieden Zij spoedde zich naar de ka mer van haar man. En zij vroeg Rudolf wat is er met Koolhaas aan de hand? Met die landsman bedoel je? Ja, ik heb de gas- terd op staanden voet weggejaagd. De Gas- terd? Zeker omdat hij uit het Bentheimse komt? Nee dat bepaald niet. Maar ik zal de Gapert roepen en die zal het wel ver tellen. En andermaal werd Jan binnenge roepen, nou en die hield generale repetitie zo volkomen en zo waarachtig, dat mijnheer op een bepaald ogenblik riep, Pas op Jan laat de pink je niet afknappen! Mevrouw werd van Jan's handelingen onpasselijk, voor al toen deze verwoed op de nagels ging bijten. Zij verwijderde zich en deed als een dame, die de wereld kende en de zonden en zwakheden van het volk van Rijssen. Zij sloeg de handen ten hemel en verwijderde zich in de gang aangekomen wachte haar een nieuwe verrassing. Ongemerkt na derde zij de deur der rechtervoorzaal. En wat zag zij daar? Daar stonden haar beide oudste spruiten. Zij keken door het glaasje en Rudolf fluisterde tegen zijn ou dere broer terwijl het hem jeukte van pret. Wat krabben wat krabben! Toen zij zich betrapt voelden slopen zij weg, want moeder kon streng zijn. Zij observeerde haar huis knecht en ontwaarde dat de Gapert waar heid had gesproken, maar toch deed het haar zeer, dat een landsman zo diep ge zonken was, dat hij zichzelf begon op te eten. Zij wierp de deur open en riep Gas- terd? Wat doe je daar? Koolhaas was geheel verslagen. Hij deed een knieval voor de Vrouwe. Maar het hielp niet. Er uit! riep zij en gauw! Koolhaas pakte zijn koffers, keek nog eens om, toen hij de deur uit ging. Wat was het een schone dienst ge weest en nu stond hij op straat, door het raam van de keuken keek Jënne en zij lachte verachtelijk. Dat was hemnet goed. Drie jaar geleden het was op Bentheimse kermis, had Koolhaas Jenne lelijk voor schut laten staan. Vaak had hij haar het hof ge maakt nu een jaar of drie geleden. Dat kwam zo, als mevrouw naar het Bentheim se ging nam zij haar keukenmeid, Jenne mee. Die kookte dan voor haar. En Albert Koolhaas had haar de hakkenplat gelopen. Hij maakte met haar een afspraak en Jenne geloofde hem. Samen zouden zij kermis vieren en toen het er opaan kwam, ging hij met een ander meisje uit. En nu keek Jenne hem na. Daar liep hij als een koe n- der staart de brug over. En sloeg de weg na- r de markt in. In de herberg „de Steerne" zou hij wachten op de wagen die op Munster reed. In de Steerne zat de heer van de Stoevelaar bij Goor. Deze zag dadelijk dat Albert een herenknecht was. De heer van de Stoevelaar was dringend verlegen om een knecht. Het ging op de Stoevelaar ook al zo zo, dat had je als de heer en de knecht zich dagelijks sloegen. Maar in ieder geval kwamen zij tot een voorlopig akkoord. De heer van de Stoevelaar zou naar zijn kasteel rijden hij was te paard. En Slot Jan zou komen met de stortkar om Koolhaas te halen. Toen hij van z'n tuinknecht hoorde wat er met Koolhaas aan de hand was, vertelde de heer van de Stoevelaar dat zulks weinig te betekenen had. Die ondeugd, zo vertelde hij lachend, sloeg hij er wel uit. Koolhaas, die bepaald niet verwend was, viel het toch tegen, dat hij op een pasuit- geboende mestkar moest zitten. Van Coeverden. Het raadsbesluit tot het niet verlenen van subsidie aan het humanistische thuisfront wekt bij mij de reactie dat, hoewel ik het persoonlijk met weth. Scholman eens ben, wij in een democratisch land leven en er aan een ieder met welke overtuiging dan ook recht moet worden gedaan en een plaats moet worden ingeruimd. Zelfs de commu nisten hebben in ons staatsbestel een plaats. De tegenstemmers in de raad huldigen door dit besluit het Russische standpunt „Wie geen lid is van de Partij krijgt geen baan" of voor Rijssen „Wie geen religie heeft, krijgi geen cent". Door dit raads besluit ben ik in mijn overtuiging gesterkt dat men niet voor welke religie dan ook een functie uit naam van die religie in een ge zagsorgaan kan optreden. Religie laat zich niet mengen of delen met iets anders. In alle jaren van zg. christelijke politiek is er nog nooit, door het nemen van beslui ten of het maken van wetten, één zieltje voor het christendom mee gewonnen. Een dergelijke politiek kweekt onverdraag zaamheid en onverdraagzaamheid is onvrucht baar en daarom in zeker opzicht ongodsdiens- tig. Ik wil de tegenstemmers van dit besluit er op wijzen eens de kerstrede 1961 van onze Koningin te bestuderen waarvan de con clusie is dat verdraagzaamheid de eerste schrede is op de weg naar vrede, hetwelk de christelijke leer voorstaat. Met dank voor plaatsing H. Oldekamp. Advertentie We 'schrijven het jaar 1214. Robin Hood is dood, evenals Koning Richard, die is op gevolgd door zijn broer John, een nietsnut. De zoon van Robin Hood, eveneens Robin genaamd, is thans Graaf van Huntington en een ter meest geziene edelen van heel Engeland. Hij is pas teruggekeerd van de Kruistochten. John wil zich wreken op Ko ning Richard en Robin Hood Sr., daar deze de oorzaak waren van zijn jarenlange bal lingschap. Hij beraamt eenp lan om Robin Hood jr. te vermoorden ter gelegenheid van een steekspel en spant samen met de Graaf van Vlaanderen en Sir Giles Hawkes. Sir Baldric, een derde handlanger, zal Ro bin om het leven brengen. Hij zal hierbij gebruik maken van een lans voorzien van een stalen punt. De lans van Robin is daarentegen voorzien van een punt van gips. Robin is zijn belager evenwel te slim af en, hoewel hij zelf ernstig gewond wordt, weet hij Sir Baldric te doden. Hij denkt dat Marianne, de pupil van de Koning, en het meisje waarop hij verliefd is, deel heeft uitgemaakt van het complot en woedend werpt hij dit haar en de Koning voor de voeten alvorens hij vertrekt. John heeft geld nodig om Vlaamse sol daten te kunnen huren en hij stelt daar toe nieuwe, onrechtvaardige belastingen in. Als Robin zijn pachters verdedigt doodt hij daarbij twee dienaren van de Koning en men brengt hem naar het kasteel om op gehangen te worden. Marianne bewijst Ro bin dat zij van hem houdt, wanneer zij hem de nacht vóór zijn terechtstelling weet te bevrijden. Met behulp van kleine Jöhn vlucht Robin naar het gebied, waar zijn va der zich altijd placht schuil te houden: het Sherwoodbos. Hij verbergt zich daar in een grot en slaagt er aldus in aan zijn achter volgers te ontkomen. Robin houdt er ech ter niet van stil te zitten en zegt dit aan kleine John. Deze onthult hem dat sommige van zijn vaders vrienden zich nog in de buurt ophouden. Robin en kleine John stel len zich in verbinding met Broeder Tuck, Alan-a-Dale en Will Scarlet en samen be ginnen zij hun strijd tegen de mannen van de koning. Robin komt te weten, dat, de Koning van plan is verraad jegens zijn ede len te plegen teneinde het geld bijelkaar te krijgen dat hij voor de Vlaamse huur troepen moet betalen. Vermomd als mon nik weet Robin een ontmoeting met Mari anne te arrangeren. Hij spreekt met haar af, dat zij hem door middel van 'n post duif nader zal berichten omtrent de plan nen van de Koning. Weldra ontvangt Ro bin een boodschap van Marianne, waarin zij hem berichte, dat de Koning zes van de meest vooraanstaande edelen op een feest zal uitnodigen. Hij zal hen bij die gelegen heid doden teneinde de andere edelen schrik aan te jagen. Robin waarschuwt de zes man nen, maar zij geloven hem niet. Vijf van hen worden daarop vermoord. De zesde weet te ontkomen en stelt zich in verbinding met Robin. Samen beramen zij een plan om de edelen tegen de Koning op te zetten. In een wanhoopspoging- om zijn doel te bereiken belooft Koning John de hand van Marianne aan de Graaf van Vlaanderen. Als Robin dit hoort zegt hij Marianne toe te stemmen, maar uitsluitend, wanneer het hu welijk in de St. Dunstan's Abdij zal worden I voltrokken. Marianne besluit Robin's raad op te BONN „Het komt nog eens zo ver, dat de ondernemingen hun vakmensen direct in de kazerne komen uitzoeken", riep een re gimentscommandant in West-Duitsland uit, nadat hij voor de zoveelste maal de telefoon had moeten opnemen om op vragen van het bedrijfsleven naar vakmensen bij zijn regi ment te antwoorden. De beroepsopleiding in het leger vormt inderdaad in West-Duitsland reeds een factor, waarmee het bedrijfsleven ernstig rekening houdt. De ondernemers we ten, dat er in het leger de grootste aan dacht aan de opleiding van de recruten wordt besteed en dank zij de toenemende speciali sering van het soldatenhandwerk genieten tal van jonge soldaten tijdens hun diensttijd een kostbare beroepsopleiding. De betreffende regimentscommandant was ook in feite erg trots op deze gang van za ken, want de aflevering van vakmensen aan het bedrijfsleven is in elk geval een pres tatie om op terug te kunnen zien. Ook voor de jonge recruten is het aanle ren van een speciaal beroep tijdens de dienst tijd een welkome bijdrage tot de vorming van hun carrire. Het komt steeds vaker volgen, hoewel ze doodsbang is dat haar I vüor <jat ^e getuigschriften, die tijdens de diensttijd zijn verworven, in het bedrijfsle ven de doorslag geven. Dat heeft ook tot ge volg, dat de ondernemers meer op de jonge lieden gaan letten, die uit dienst komen. Om verzekerd te zijn van succes, pogen zij daar om al tijdens de diensttijd de contacten met de vakmensen te leggen en daarvoor dient men zich dan wel tot de commandant te wen den met het verzoek hierin te willen bemid delen Voor de economie van een land betekent de vakopleiding onder dienst onschatbare hulp, voor de werknemers een enorme rug gesteun. huwelijk met de afzichtelijke graaf inder daad een feit zal worden. Robin overvalt de bruidsstoet echter en dwingt de mannen van de Koning tot een gevecht van man tegen man in het Sherwoodbos. Onder aanvoering van Baron Fitzwalter die ternauwernood aan het verraad van Ko ning John wist te ontkomen, omsingelen de edelen de Koning en voeren hem naar Runnymede. Daar zij hem niet willen doden onthullen ze hem, dat ze bekend zijn met zijn plannen om een vreemd leger naar En geland te bregen. Ze dwingen hem vervol gens de beroemde Magna Charta te onder tekenen. In tegenwoordigheid van hun vrienden, En gelands edelen, worden Robin en Marianne in de echt verbonden. Noord-Afrika 1942. De Engelsen moeten Tobroek verlaten. Kapitein Anson, die aan het einde van zijn uithoudingsvermogen is, geeft zich meer en meer over aan de drank Zij sergeant majoor, Tom Pugh, slaat dit met bezorgdheid gade. Wanneer Anson op dracht krijgt twee achtergebleven verpleeg sters, Diana Murdoch en Denise Norton, naar Egypte te brengen, is hij daar zeer ont stemd over. Temeer wanneer zijn wagen en zijn whiskyvoorraad vernietigd worden door een bomexplosie. In een oude ambu lance komen zij bij de enige brug aan die nog niet in Duitse handen is, doch deze wordt door de Engelsen opgeblazen. Volgens Anson kunnen ze nu alleen nog maar door het mijnenveld. De anderen voelen daar bitter weinig voor. Op dat moment komt er een Zuidafrikaans kapitein Van der Poel, opdagen, die om een lift vraagt. Anson naar een bedevaartsoord. Vandaar, dat in de wil eerst weigeren, maar Van der Poel heeft I nauwe, steile straatjes en steegjes van deze de situatie gauw door, en vertelt hem dat voormalige residentie in deze zom erdagen hij drie flessen drank bij zich heeft, en An- Engels de meest gesproken taal is. De Engel- son stemt toe. I toeristen, bezichtigen alle plekjes, die met Zij komen veilig door het mijnenveld, maar I de geschiedenis van prins Albert zijn verbon- rijden recht op een Duitse gevechtswagen den. aan. Anson tracht tevergeefs de Duitse wa- in deze stad, die de oorlog zonder noe- gen te ontwijken, hetgeen Denise het leven I menswaardige schade doorstond, met zijn kost. Van der Poel, die vloeiend Duits kerken, mooie oude gevels, poorten, torero bui kt te spreken, gaat naar de Duitsers toe tjes en erkers, is nog veel in dezelfde toestand en het resultaat is dat de ambulance on- ais in de jeugdjaren van „bonnie Prince Albert". Misschien is ook hij wel eens door de „Koesteeg" gegaan, die zo kort is, dat er net voor een piepklein huisje plaats is, want smal zijn deze stegen met hun door ouderdom wat kromgetrokken huizen, met hun kleine tuintjes vol bonte bloemen en de vaak verrassend schilderachtige wenteltrap pen. In Coburg kan men ook nog het geruis van drie echte bronnen horen. Toch is het niet zo, dat men Engelsman moet zijn om te Ook informeerde de heer Haase naar de stand van zaken betreffende het plan van de straatverlichting (vernieuwing en uitbreiding Er is al jaren over gepraat meende spr. De voorzitter stelde de heer Haase geust, dat het nu binnenkort zou gebeuren. De heer Nijland wees nog eens op de on gewenste toestand aan de Holterstraatweg waar nog steeds de trottoirs ontbreken. Wethouder Goosen: Wij doen ons best. Er zijn moeilijkheden met particulieren die be paalde wensen hebben, die wij niet kunnen vervullen, maar die op het terrein van de rijkswaterstaat liggen. De heer Hodes wilde toch meer spoed ach ter de zaak hebben. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. De Holterweg is een invalsweg van Rijssen. Zonder trottoirs is het voor voetgangers een onveilige situatie. Ik heb het idee aldus spr, dat hier niet met man en macht aan gewerkt is. Er had wat meer kun nen gebeuren aldus spr. Weth. Goosen meende toch dat het moei lijker was, dan over het algemeen gedacht werd. De mensen zijn persoonlijk bezocht. Nogmaals de wensen, die bepaalde mensen hebben moeten door rijkswaterstaat vervuld worden. Deze mensen zijn in principe dus niet onwillig, zodat men niet tot onteigening kan overgaan. Van het aandringen op zo spoedig mogelijk afhandelen van deze affai re namen B. en W. in ieder geval goede nota. De heer Nijland brak een lans voor een aantal huurders van gemeentewoningen. Er zijn onbillijke toestanden stelde spr. vast. Sommige huurders hebben huurverhoging ge kregen met ingang van 1 april, sommigen daarna, terwijl het de zelfde woningen zijn. Wethouder Goosen antwoordde, dat B. en W. bij de huurverhoging de veilige weg heb ben gekozen, door de mogelijke verhoging op alle woningen toe te passen, teneinde de huurders te behoeden voor nabetaling. Sommigen die zich gewend hebben tot de huuradviescommissie hebben de verhoging ongedaan gekregen, geheel volgens de richt lijnen. Deze laten echter niet toe, dat b. en w. zelfstandig de datum van Ingang wij zigen. De voorzitter zegde toe bereid te zijn de ze zaak aanhangig te maken bij het ministe rie. De heer Ter Avest was slecht te spreken voor de verbetering van de gemeentelijke boerderij Klompjan. Enige jaren geleden is de boerderij ver bouwd. Er is toen geknoeid meende spr. Er is geen bewapening gebruikt, zoals het bestek voorschreef. De aannemer heeft niet aan de verplichtingen voldaan. Spr. wenste dat B. en W. alle moeite zouden doen om de aannemer aan deze plicht te herinneren. De kosten moeten op de aannemer verhaald worden aldus spr. Dit is geen stijl. Als deze man onwillig is de schadeloosstel ling te voldoen, dan dient hij uitgesloten te worden van werk voor de gemeente, aldus de heer Ter Avest, die zijn misnoegen over deze affaire duidelijk liet blijken. Wethou der Goosen: Wij denken in dezelfde richting als de heer Ter Avest. De heer Smeijers betwijfelde of de landbouwers zich altijd wel bewust waren van de draagkracht, door het geperste machinale gras, die zolders en vloe ren te verduren hebben. Natuurlijk werden er nog tal van andere opmerkingen gemaakt, doch wij menen hiermede het belangrijkste dat in de vergadering bij de behandeling van de begroting 1962, is besproken te hebben vermeld. ALBERT, prins-gemaal van Engeland kan er niets tegen doen, dat de hele dag de geur van gebraden worstjes om hem heen is. Om het wat preciezer te zeggen - deze geur waait om het standbeeld van de prins uit het Huis Saksen-Coburg, die als gemaal van Koningin Victoria van Engeland nog be roemder werd dan die andere zoon uit dit doorluchtige huis, die als Leopold de Eer ste meer dan honderd jaren geleden de Bel gische troon besteeg. Dat de bewoners van Coburg dit standbeeld in brons voor hun prins lieten zetten, is al lang geleden. Toch is vandaag deze prins van Coburg nog niet ver geten - hoewel het al bijna een halve eeuw geleden is, dat Saksen-Coburg als zelfstan dig hertogdom ophield te bestaan. Daarvoor zorgen wel de vele Engelsen, die hier hun vakantie doorbrengen. Zij komen naar Coburg, de stad tussen het Thuringerwoud en het Maindal als gelovigen gehinderd verder kan gaan. Doch als zij op deze zelfde wijze een tweede Duitse patrouil le kunnen passeren, beginnen de anderen toch wel argwaan te koesteren. Terwijl zij de onverbiddelijke woestijn door trekken zoeken Anson en Diana meer en meer eikaars gezelschap. Het groepje is ge dwongen een hoogst gevaarlijke tocht te on dememen dwars door de woestijn Waar noch de auto noch de mensen op berekend zijn. meerdere malen weet Van der Poel met begrijpen, dat een bezoek aan Coburg ook En zijn buitengewoon uithoudingsvermogen en opgeruimd humeur het groepje te redden. En als hij later in het drijfzand terecht komt wordt hij gered door Anson en Pugh, ondanks het feit dat ze aan de weet geko men zijn, dat hij een Duitse spion is. Met enorme krachtsinspanningen proberen de mannen de auto een zanderige heuvel op te krijgen. Doch Diana, die op de rem moet letten, laat deze, in een moment van zwakte, schieten en vele uren van onmen selijke inspanning worden in enkele minuten teniet gedaan. Maar op het laatst weten zij toch hun eind doel, Alexandrië, te bereiken. Maar er blijft echter nog één probleem over Van der Foei. In oorlog is een vijand een vijand, en een reisje in het verleden is. Op nog geen paar kilometer ten oosten van het ijzeren gordijn waar planmatig volgens de marxistisch leninistische doctrine alles wat aan 't verle den herinnert, wordt uitgevlakt. Advertentie een spion is een spion. Maar een goede kamaraad is meer dan dat. E soldaten als zij zijn vinden zij, onder het genot van een heerlijk glas koel bier, een oplossing waarmee een ieder tevreden is. Hoog boven de stad, die aan het smalle riviertje de Itz ligt, staan de massieve mu ren van de oude vesting. De geschiedenis van deze al in de Middeleeuwen beroemde burcht vult vele bladzijden. In de kroniek komen de hertogen van Meran voor en ook de generalissimus Wallenstein. Het was de laatste spruit uit het geslacht der Stauffen, Konradin, die in deze vesting zijn verloving vierde voordat hij naar Italië trok en in Na pels zijn hoofd op het blok van de beul legde. Een paar kilometer naar alle hemelsbreed ten met uitzondering van het zuiden, van Co burg verwijderd, begint de Sovjet-zone Co burg, vijftien jaren geleden nog midden in Duitsland gelegen, is sinds 1945 een grens stad. Wegen en spoorwegen, die de stad van alle kanten aanraakten, zijn sinds het einde van de oorlog alleen nog vanuit het Zuiden te gebruiken. De bewoners van deze stad hebben echter het hoofd niet in de schoot gelegd. Uit het thans in de Sovjet-zone ge legen speelgoed-centrum Sonneberg kwamen vele speelgoed fabrikanten naar Coburg en de omgeving daarvan. Grote technische fa brieken hebben zich hier gevestigd. Bestaan de fabrieken werden gemoderniseerd. De au toriteiten van Coburg wijzen er met enige trots op, dat de financiële steun, die men van staatswege heeft gekregen, alleen een hulp voor de start is geweest. Tot vlak bij het ijzeren gordijn kan men de mensen die onder communistische heerschappij wonen, laten zien hoe zeer de functionarissen de waarheid over het kapitalistische Westen vervalsen. Winkel naast winkel, en hetgeen achter de grote etalageruiten prijkt, doorstaat zowel wat kwaliteit als sortiment betreft ver gelijking met de overige steden van de bonds republiek. Hoewel Coburg geen prinsen van koninklij ke bloede meer kan exporteren, van export leeft deze stad nog altijd. De grote en kleine werkplaatsen en fabrieken produceren vele artikelen, die de weg over de aardbol vinden. Vooral speelgoed, meubels en elektro-techni- sche artikelelen. In de landen van het Oost blok en met name in Japan is de naam Co burg meer en beter bekend, dan de bewoners eigenlijk lief is. Zij zijn evenwel van mening, dat concurrentie het zaken-doen pas levendig maakt en dat het voor vele medeburgers er nu meer dan ooit op aankomt, dat zij be ter op de hoogte zijn van de dientregelingen der scheepvaartmaatschappijen in Hamburg en Bremen dan die van de plaatselijke ver voerbedrijven. Die gemeentelijke vervoers bedrijven zijn overigens belangrijk genoeg: vorig jaar vervoerden de gemeentelijke auto bussen van Coburg 4.4 miljoen mensen. Per dag rijden zo'n tienduizend personen langs het standbeeld van Prins Albert.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1962 | | pagina 4