FI LM NIE U WS
NtagpAHPO
COBURG - EEN BLOEIENDE STAD
BIJ HET IJZEREN GORDIJN
De Gapert iverd lelijk de sigaar
INGEZONDEN
Wraak van Robin Hood
Ambachtsscholen in
het Duitse leger
De hel van Noord-Afrika
VERVOLG VERSLAG
GEMEENTERAAD
Vrijdag 5 januari 1962
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 4
en handen ruw?
Vrijdag en zaterdag de film:
Woensdag de film:
(van pagina 3)
RIJSS EN builen de
Een half jaar was de Gapert nu getrouwd
En het was volop zomer. Hij woonde met
Jenne in het smaldeel van het kasteel. Jen-
ne was als vroeger keukenmeid gebleven.
Doodgewoon, omdat zij niet te evenaarden
was. Anders was het met Gape Jan. Jan
die vroeger vrolijk en fris de boodschappen
deed voor het stadsbestuur, en in zijn vele
vrije tijd ging vissen en vinken, moest nu
opzitten en pootjesgeven bij Jenne. Reeds
des morgens vroeg joeg Jenne hem uit het
bed. Jan moest helpen de boel redderen.
Nu was er niets waar de Gapert meer een
hekel aan had, dan huiswerk. Zes weken
lang stribbelde hij tegen, toen was zijn weer
stand gebroken. Jenne beschikte over vele
middelen, om de lastigste man klein te
krijgen. Een troost was er voor de Gapert.
De heerlijke maaltijden. Want Jenne kookte
op het kasteel voor haarzelf en voor haren
Gapert mee. Na een generale repetitie van
een maand, was het zover, dat Jan precies
wist wanneer er in de keuken wat te halen
was. De hoge Vrouwe deed een oog dicht.
En de oude Jonker van Langen prees zich
zelf met een ijverige bode.
Vroeger toen de Gapert nog vrijgezel was
en in dienst van de stad, liep hij altijd
voetje voor voetje. Maar toen hij een week
getrouwd was hoorde hij het voor de eerste
maal. Luien Bliksum! schreeuwde Jenne loop
harder aan. Niet zo slof! Schreeuwde zij.
op ie tas lat Jan »iir> or u
had gekregen als bode van de Bevervoorde.
O uat ogenblik nad nij de broek heel laag
hangen, maar Jenne bond ze hem op. De
Gapert kreeg er na twee maanden een baan
bij. Voor hetzelfde loon. De oude Krukke, die
altijd allerlei baantjes had opgeknapt, was
op een morgen dood in zijn bed gevonden
in een dakkamertje boven de blauwe kamer.
Jonker Rudolf, die er graag netjes bij liep
deed de ontdekking. Hij vond des morgens
zijn laarzen nog modderig staan, van de
vorige dag. En ofschoon het wekken van het
personeel het werk was van de Gapert, Had
de laatste niet gedaan, omdat Jenne tot
half een het terechtzetten van haar man
was bezig geweest. Eerst had het echtpaar
Gape Jan, hooglopende onenigheid gehad, om
dat Jan nog te slordig was. Om negen uur
waren zij naar bed gegaan en daar het
dispuut voortgezet tot half een.
Barst voor mijn part! Dat waren de laatste
woorden geweest van Jenne.
Toen had zij zich omgegooid, en een luid
gesnurk had weldra aangekondigd dat zij
de slaap des rechtvaardigen sliep. En Jan
had nog lang wakker gelegen, en had bij
zichzelf gedacht, wat een oorlogsschip van
een wijf heb ik gekregen! En zo was de
volgende morgen gekomen. Jan was het
eerst wakker geworden en had geroepen
Je. Jenne! Wij hebben ons verslapen. En
nog slaapdronkden was Jenne uit de bedstee
gedropen, en het eerste wat zij deed, was
haren lieven Gapert omhelzen met beide
molligé armen en gaf hem vele zoenen. Zo
was Jenne nu eenmaal. Loop vlug naar bin
nen riep zij haar man toe. Straks kun je
je wel scheren. De Jonker stond er op,
dat zijn bode des morgens goed geschoren
v r de dag kwam En Jan rende naar
de voordeur van de Bevervoorde. Maar daar
was alles al in rep en roer.
JJ ieer vloekte tegen de Gapert. uit deed
hij zelden, dus er was iets vreselijks ge
beurd. De Krukke was doodgevonden in zijn
bed. De Gapert had zich verslapen. De heer
des huizes raadpleegde zijn vrouw of ze de
Gapert toch maar niet zouden ontslaan. Daar
kw im hi.i veel te laat aan en ongeschoren.
En met vlekken op zijn herenkleren. Me-
uaciif even na. riet liwn «cc
man, na vandaag zal het niet weer ge-
beurexi liefste, kweeiue nj.cafeuauiaeia .^wii-
meu en naobers, zij brachten ae dode Krukke
naar het koetshuis. En Timmergraads maak
te de kist. In de loop van de morgen kwam
Jenne en begon haar bezigheden in de keu
ken. De hoge Vrouwe kwam en beklaagde
zich diep over de Gapert die zo onattent
kon zijn. Mevrouw liet hem roepen in de
keuken en daar werd Jan door mevrouw
en Jenne onder vuur genomen, zodat de
ko^eu van hem jg en neer klapten, zonder
dat er een woord uitkwam. Zelfs dg Jonker
van Bevervoorde kreeg medelijden met zijn
ku.tji en sai mem sutsui een - .re.
op zijn verhaal te komen. Berend, Jonker
Berend, wel te verstaan vond zijn vader
een pantoffelheld.
Nooit had hij een baard willen hebben en
sinds hij de roze in de hoed had gekre
gen, had hij ten gerieve van zijn vrouw
een sikbaard laten groeien. Berend die nu
achttien was en veel bij Jenne in de keuken
en in het smaldeel kwam,- lichtte Gape Jan
in, aangaande de wensen van vader. In
mei kwam er een nieuwe huisknecht die
mevrouw had opgeduikeld in het Bentheim-
se. Het was een door de wolgeverfde huis
knecht, die men op het kasteel Bentheim
graag kwijt wilde, omdat de man de onheb
belijke gewoonte had steeds in zijn neus te
peuteren. Jenne de keukenprinses, noemde
hem verachtelijk de „goudzoeker". En Be
rend en Rudolf namen dit gretig over. Zij
brachten het grote nieuws naar de Tabaks-
gaarden. En MoosJantjen hoorde het van
de Jonkers. Nu was MoosJantjen een man
die als zetbaas op Brandlicht de naam van
de familie van Langen hoog hield. Dus stap
te Jantjen op een goeden dag naar de Be
vervoorde en vroeg mijnheer van Langen
te spreken. Hij vertelde deze, dat de straat
te Rijssen sprak van de goudzoeker die op
de Bevervoorde was het was door de Jongelin
gen verteld. Mijnheer werd er onpasselijk
gen in de Tabaksgaarden verhaneld. De
Jonker liet dadelijk zijn beide oudsten, Rudolf
en Berend roepen. Wie is hier op de Be
vervoorde de Goudzoeker. Koolkaas uit Gil-
dehaus, vader! sprak Berend resoluut. En wie
heeft hem die naam gegeven. Dit wist Be-
rend niet, maar hij had van Jenne gehoord.
Een knechtje moest onmiddellijk de kokkin
uit de keuken halen. Wie heeft Albert Kool
haas de bijnaam van Goudzoeker gegeven.
Gegeven? Vroeg Jenne verbaasd! Niemand
hier, maar vraag in het hele gebied van
Bentheim en iedereen zal u zeggen, dat hij
de 'goudzoeker is. De Jonker van Bentheim
wilde hem graag kwijt omdat hij uit de
neus vrat. De heer van Bevervoorde wilde
weten wat dat was. Jenne vond het te vies
om te vertellen. Zij wierp het raam op en
riep haar man. Even later stond de Gaper
goed geschoren en netjes opgepoetst voor
zijn meester. Deze gaf een omstandige ver
klaring voor het peuteren in de neus, het
krabben in de wenkbrauwen en het bijten
op de nagels.
Mijnheer werd er onpasselijk van, en
begon van zenuwachtigheid zelf in de
neus te boren. Mijnheer liet dadelijk de
schneidige huisknecht ontbieden. Dat was nou
de man, die smalend over het volk van Rijs-
sen kon spreken. Het volk dat geen manieren
kende. En hem op straat de goudzoeker
noemde. Maar de heer van Bevervoorde
vertelde hem, dat hij gaan kon. Liefst zo
spoedig mogelijk. Albert Koolhaas die bij
de hoge Vrouwe in goeden reuk stond, wilde
afscheid nemen van mevrouw en verzocht
om een onderhoud. En haar beide oudste
spruiten luisterden aan de deur, om het
grote nieuws zo gauw mogelijk wereldkundig
te kunnen maken in de Tabaksgaarden. Zij
hoorden hem snikkend vertellen dat hij ont
slagen was. En hij was de beste eerlijkste
en gewilligste huisknecht, die er ooit op
de Bevervoorde gediend had. De Jonkers
Berend en Rudolf stootten elkaar aan. Toen
mevrouw streng vroeg wat de oorzaak was
van het ontslag, kon Albert het niet zeg
gen, hij wist van niets. Mevrouw zei de zaak
te zullen onderzoeken.
Zij gaf hem werkzaamheden in de groie
rechtervoorzaal waar men door een klein
rond glaasje hem als het moest ongemerkt
kon bespieden Zij spoedde zich naar de ka
mer van haar man. En zij vroeg Rudolf wat
is er met Koolhaas aan de hand? Met
die landsman bedoel je? Ja, ik heb de gas-
terd op staanden voet weggejaagd. De Gas-
terd? Zeker omdat hij uit het Bentheimse
komt? Nee dat bepaald niet. Maar ik zal
de Gapert roepen en die zal het wel ver
tellen. En andermaal werd Jan binnenge
roepen, nou en die hield generale repetitie
zo volkomen en zo waarachtig, dat mijnheer
op een bepaald ogenblik riep, Pas op Jan
laat de pink je niet afknappen! Mevrouw
werd van Jan's handelingen onpasselijk, voor
al toen deze verwoed op de nagels ging
bijten. Zij verwijderde zich en deed als een
dame, die de wereld kende en de zonden
en zwakheden van het volk van Rijssen. Zij
sloeg de handen ten hemel en verwijderde
zich in de gang aangekomen wachte
haar een nieuwe verrassing. Ongemerkt na
derde zij de deur der rechtervoorzaal.
En wat zag zij daar? Daar stonden haar
beide oudste spruiten. Zij keken door het
glaasje en Rudolf fluisterde tegen zijn ou
dere broer terwijl het hem jeukte van pret.
Wat krabben wat krabben! Toen zij zich
betrapt voelden slopen zij weg, want moeder
kon streng zijn. Zij observeerde haar huis
knecht en ontwaarde dat de Gapert waar
heid had gesproken, maar toch deed het
haar zeer, dat een landsman zo diep ge
zonken was, dat hij zichzelf begon op te
eten. Zij wierp de deur open en riep Gas-
terd? Wat doe je daar? Koolhaas was geheel
verslagen. Hij deed een knieval voor de
Vrouwe. Maar het hielp niet. Er uit! riep
zij en gauw! Koolhaas pakte zijn koffers,
keek nog eens om, toen hij de deur uit
ging. Wat was het een schone dienst ge
weest en nu stond hij op straat, door het
raam van de keuken keek Jënne en zij
lachte verachtelijk. Dat was hemnet goed.
Drie jaar geleden het was op Bentheimse
kermis, had Koolhaas Jenne lelijk voor schut
laten staan. Vaak had hij haar het hof ge
maakt nu een jaar of drie geleden. Dat
kwam zo, als mevrouw naar het Bentheim
se ging nam zij haar keukenmeid, Jenne
mee. Die kookte dan voor haar. En Albert
Koolhaas had haar de hakkenplat gelopen.
Hij maakte met haar een afspraak en Jenne
geloofde hem. Samen zouden zij kermis
vieren en toen het er opaan kwam, ging
hij met een ander meisje uit. En nu keek
Jenne hem na. Daar liep hij als een koe n-
der staart de brug over. En sloeg de weg na- r
de markt in. In de herberg „de Steerne"
zou hij wachten op de wagen die op Munster
reed. In de Steerne zat de heer van de
Stoevelaar bij Goor. Deze zag dadelijk dat
Albert een herenknecht was. De heer van
de Stoevelaar was dringend verlegen om
een knecht. Het ging op de Stoevelaar ook
al zo zo, dat had je als de heer en de
knecht zich dagelijks sloegen. Maar in ieder
geval kwamen zij tot een voorlopig akkoord.
De heer van de Stoevelaar zou naar zijn
kasteel rijden hij was te paard. En Slot
Jan zou komen met de stortkar om Koolhaas
te halen. Toen hij van z'n tuinknecht hoorde
wat er met Koolhaas aan de hand was,
vertelde de heer van de Stoevelaar dat zulks
weinig te betekenen had. Die ondeugd, zo
vertelde hij lachend, sloeg hij er wel uit.
Koolhaas, die bepaald niet verwend was,
viel het toch tegen, dat hij op een pasuit-
geboende mestkar moest zitten.
Van Coeverden.
Het raadsbesluit tot het niet verlenen van
subsidie aan het humanistische thuisfront
wekt bij mij de reactie dat, hoewel ik het
persoonlijk met weth. Scholman eens ben,
wij in een democratisch land leven en er
aan een ieder met welke overtuiging dan
ook recht moet worden gedaan en een plaats
moet worden ingeruimd. Zelfs de commu
nisten hebben in ons staatsbestel een plaats.
De tegenstemmers in de raad huldigen
door dit besluit het Russische standpunt
„Wie geen lid is van de Partij krijgt geen
baan" of voor Rijssen „Wie geen religie
heeft, krijgi geen cent". Door dit raads
besluit ben ik in mijn overtuiging gesterkt
dat men niet voor welke religie dan ook een
functie uit naam van die religie in een ge
zagsorgaan kan optreden. Religie laat zich
niet mengen of delen met iets anders.
In alle jaren van zg. christelijke politiek
is er nog nooit, door het nemen van beslui
ten of het maken van wetten, één zieltje
voor het christendom mee gewonnen.
Een dergelijke politiek kweekt onverdraag
zaamheid en onverdraagzaamheid is onvrucht
baar en daarom in zeker opzicht ongodsdiens-
tig.
Ik wil de tegenstemmers van dit besluit
er op wijzen eens de kerstrede 1961 van
onze Koningin te bestuderen waarvan de con
clusie is dat verdraagzaamheid de eerste
schrede is op de weg naar vrede, hetwelk
de christelijke leer voorstaat.
Met dank voor plaatsing H. Oldekamp.
Advertentie
We 'schrijven het jaar 1214. Robin Hood
is dood, evenals Koning Richard, die is op
gevolgd door zijn broer John, een nietsnut.
De zoon van Robin Hood, eveneens Robin
genaamd, is thans Graaf van Huntington en
een ter meest geziene edelen van heel
Engeland. Hij is pas teruggekeerd van de
Kruistochten. John wil zich wreken op Ko
ning Richard en Robin Hood Sr., daar deze
de oorzaak waren van zijn jarenlange bal
lingschap. Hij beraamt eenp lan om Robin
Hood jr. te vermoorden ter gelegenheid van
een steekspel en spant samen met de Graaf
van Vlaanderen en Sir Giles Hawkes.
Sir Baldric, een derde handlanger, zal Ro
bin om het leven brengen. Hij zal hierbij
gebruik maken van een lans voorzien van
een stalen punt. De lans van Robin is
daarentegen voorzien van een punt van
gips. Robin is zijn belager evenwel te slim
af en, hoewel hij zelf ernstig gewond wordt,
weet hij Sir Baldric te doden. Hij denkt
dat Marianne, de pupil van de Koning, en
het meisje waarop hij verliefd is, deel heeft
uitgemaakt van het complot en woedend
werpt hij dit haar en de Koning voor de
voeten alvorens hij vertrekt.
John heeft geld nodig om Vlaamse sol
daten te kunnen huren en hij stelt daar
toe nieuwe, onrechtvaardige belastingen in.
Als Robin zijn pachters verdedigt doodt hij
daarbij twee dienaren van de Koning en
men brengt hem naar het kasteel om op
gehangen te worden. Marianne bewijst Ro
bin dat zij van hem houdt, wanneer zij
hem de nacht vóór zijn terechtstelling weet
te bevrijden. Met behulp van kleine Jöhn
vlucht Robin naar het gebied, waar zijn va
der zich altijd placht schuil te houden: het
Sherwoodbos. Hij verbergt zich daar in een
grot en slaagt er aldus in aan zijn achter
volgers te ontkomen. Robin houdt er ech
ter niet van stil te zitten en zegt dit aan
kleine John. Deze onthult hem dat sommige
van zijn vaders vrienden zich nog in de
buurt ophouden. Robin en kleine John stel
len zich in verbinding met Broeder Tuck,
Alan-a-Dale en Will Scarlet en samen be
ginnen zij hun strijd tegen de mannen van
de koning. Robin komt te weten, dat, de
Koning van plan is verraad jegens zijn ede
len te plegen teneinde het geld bijelkaar
te krijgen dat hij voor de Vlaamse huur
troepen moet betalen. Vermomd als mon
nik weet Robin een ontmoeting met Mari
anne te arrangeren. Hij spreekt met haar
af, dat zij hem door middel van 'n post
duif nader zal berichten omtrent de plan
nen van de Koning. Weldra ontvangt Ro
bin een boodschap van Marianne, waarin
zij hem berichte, dat de Koning zes van de
meest vooraanstaande edelen op een feest
zal uitnodigen. Hij zal hen bij die gelegen
heid doden teneinde de andere edelen schrik
aan te jagen. Robin waarschuwt de zes man
nen, maar zij geloven hem niet. Vijf van
hen worden daarop vermoord. De zesde weet
te ontkomen en stelt zich in verbinding
met Robin. Samen beramen zij een plan
om de edelen tegen de Koning op te zetten.
In een wanhoopspoging- om zijn doel te
bereiken belooft Koning John de hand van
Marianne aan de Graaf van Vlaanderen. Als
Robin dit hoort zegt hij Marianne toe te
stemmen, maar uitsluitend, wanneer het hu
welijk in de St. Dunstan's Abdij zal worden
I voltrokken.
Marianne besluit Robin's raad op te
BONN „Het komt nog eens zo ver, dat
de ondernemingen hun vakmensen direct in
de kazerne komen uitzoeken", riep een re
gimentscommandant in West-Duitsland uit,
nadat hij voor de zoveelste maal de telefoon
had moeten opnemen om op vragen van het
bedrijfsleven naar vakmensen bij zijn regi
ment te antwoorden. De beroepsopleiding in
het leger vormt inderdaad in West-Duitsland
reeds een factor, waarmee het bedrijfsleven
ernstig rekening houdt. De ondernemers we
ten, dat er in het leger de grootste aan
dacht aan de opleiding van de recruten wordt
besteed en dank zij de toenemende speciali
sering van het soldatenhandwerk genieten tal
van jonge soldaten tijdens hun diensttijd een
kostbare beroepsopleiding.
De betreffende regimentscommandant was
ook in feite erg trots op deze gang van za
ken, want de aflevering van vakmensen
aan het bedrijfsleven is in elk geval een pres
tatie om op terug te kunnen zien.
Ook voor de jonge recruten is het aanle
ren van een speciaal beroep tijdens de dienst
tijd een welkome bijdrage tot de vorming
van hun carrire. Het komt steeds vaker
volgen, hoewel ze doodsbang is dat haar I vüor <jat ^e getuigschriften, die tijdens de
diensttijd zijn verworven, in het bedrijfsle
ven de doorslag geven. Dat heeft ook tot ge
volg, dat de ondernemers meer op de jonge
lieden gaan letten, die uit dienst komen. Om
verzekerd te zijn van succes, pogen zij daar
om al tijdens de diensttijd de contacten met
de vakmensen te leggen en daarvoor dient
men zich dan wel tot de commandant te wen
den met het verzoek hierin te willen bemid
delen
Voor de economie van een land betekent
de vakopleiding onder dienst onschatbare
hulp, voor de werknemers een enorme rug
gesteun.
huwelijk met de afzichtelijke graaf inder
daad een feit zal worden. Robin overvalt
de bruidsstoet echter en dwingt de mannen
van de Koning tot een gevecht van man
tegen man in het Sherwoodbos.
Onder aanvoering van Baron Fitzwalter
die ternauwernood aan het verraad van Ko
ning John wist te ontkomen, omsingelen
de edelen de Koning en voeren hem naar
Runnymede. Daar zij hem niet willen doden
onthullen ze hem, dat ze bekend zijn met
zijn plannen om een vreemd leger naar En
geland te bregen. Ze dwingen hem vervol
gens de beroemde Magna Charta te onder
tekenen.
In tegenwoordigheid van hun vrienden, En
gelands edelen, worden Robin en Marianne
in de echt verbonden.
Noord-Afrika 1942. De Engelsen moeten
Tobroek verlaten. Kapitein Anson, die aan
het einde van zijn uithoudingsvermogen is,
geeft zich meer en meer over aan de drank
Zij sergeant majoor, Tom Pugh, slaat dit
met bezorgdheid gade. Wanneer Anson op
dracht krijgt twee achtergebleven verpleeg
sters, Diana Murdoch en Denise Norton, naar
Egypte te brengen, is hij daar zeer ont
stemd over. Temeer wanneer zijn wagen
en zijn whiskyvoorraad vernietigd worden
door een bomexplosie. In een oude ambu
lance komen zij bij de enige brug aan die
nog niet in Duitse handen is, doch deze
wordt door de Engelsen opgeblazen. Volgens
Anson kunnen ze nu alleen nog maar door
het mijnenveld. De anderen voelen daar
bitter weinig voor. Op dat moment komt
er een Zuidafrikaans kapitein Van der
Poel, opdagen, die om een lift vraagt. Anson naar een bedevaartsoord. Vandaar, dat in de
wil eerst weigeren, maar Van der Poel heeft I nauwe, steile straatjes en steegjes van deze
de situatie gauw door, en vertelt hem dat voormalige residentie in deze zom erdagen
hij drie flessen drank bij zich heeft, en An- Engels de meest gesproken taal is. De Engel-
son stemt toe. I toeristen, bezichtigen alle plekjes, die met
Zij komen veilig door het mijnenveld, maar I de geschiedenis van prins Albert zijn verbon-
rijden recht op een Duitse gevechtswagen den.
aan. Anson tracht tevergeefs de Duitse wa- in deze stad, die de oorlog zonder noe-
gen te ontwijken, hetgeen Denise het leven I menswaardige schade doorstond, met zijn
kost. Van der Poel, die vloeiend Duits kerken, mooie oude gevels, poorten, torero
bui kt te spreken, gaat naar de Duitsers toe tjes en erkers, is nog veel in dezelfde toestand
en het resultaat is dat de ambulance on- ais in de jeugdjaren van „bonnie Prince
Albert". Misschien is ook hij wel eens door
de „Koesteeg" gegaan, die zo kort is, dat
er net voor een piepklein huisje plaats is,
want smal zijn deze stegen met hun door
ouderdom wat kromgetrokken huizen, met
hun kleine tuintjes vol bonte bloemen en de
vaak verrassend schilderachtige wenteltrap
pen. In Coburg kan men ook nog het geruis
van drie echte bronnen horen. Toch is het
niet zo, dat men Engelsman moet zijn om te
Ook informeerde de heer Haase naar de
stand van zaken betreffende het plan van de
straatverlichting (vernieuwing en uitbreiding
Er is al jaren over gepraat meende spr.
De voorzitter stelde de heer Haase geust,
dat het nu binnenkort zou gebeuren.
De heer Nijland wees nog eens op de on
gewenste toestand aan de Holterstraatweg
waar nog steeds de trottoirs ontbreken.
Wethouder Goosen: Wij doen ons best. Er
zijn moeilijkheden met particulieren die be
paalde wensen hebben, die wij niet kunnen
vervullen, maar die op het terrein van de
rijkswaterstaat liggen.
De heer Hodes wilde toch meer spoed ach
ter de zaak hebben.
Als het niet goedschiks kan, dan maar
kwaadschiks. De Holterweg is een invalsweg
van Rijssen. Zonder trottoirs is het voor
voetgangers een onveilige situatie. Ik heb
het idee aldus spr, dat hier niet met man en
macht aan gewerkt is. Er had wat meer kun
nen gebeuren aldus spr.
Weth. Goosen meende toch dat het moei
lijker was, dan over het algemeen gedacht
werd. De mensen zijn persoonlijk bezocht.
Nogmaals de wensen, die bepaalde mensen
hebben moeten door rijkswaterstaat vervuld
worden. Deze mensen zijn in principe dus
niet onwillig, zodat men niet tot onteigening
kan overgaan. Van het aandringen op zo
spoedig mogelijk afhandelen van deze affai
re namen B. en W. in ieder geval goede
nota.
De heer Nijland brak een lans voor een
aantal huurders van gemeentewoningen. Er
zijn onbillijke toestanden stelde spr. vast.
Sommige huurders hebben huurverhoging ge
kregen met ingang van 1 april, sommigen
daarna, terwijl het de zelfde woningen zijn.
Wethouder Goosen antwoordde, dat B. en
W. bij de huurverhoging de veilige weg heb
ben gekozen, door de mogelijke verhoging
op alle woningen toe te passen, teneinde de
huurders te behoeden voor nabetaling.
Sommigen die zich gewend hebben tot de
huuradviescommissie hebben de verhoging
ongedaan gekregen, geheel volgens de richt
lijnen. Deze laten echter niet toe, dat b. en
w. zelfstandig de datum van Ingang wij
zigen.
De voorzitter zegde toe bereid te zijn de
ze zaak aanhangig te maken bij het ministe
rie.
De heer Ter Avest was slecht te spreken
voor de verbetering van de gemeentelijke
boerderij Klompjan.
Enige jaren geleden is de boerderij ver
bouwd. Er is toen geknoeid meende spr.
Er is geen bewapening gebruikt, zoals het
bestek voorschreef. De aannemer heeft niet
aan de verplichtingen voldaan. Spr. wenste
dat B. en W. alle moeite zouden doen om de
aannemer aan deze plicht te herinneren.
De kosten moeten op de aannemer verhaald
worden aldus spr. Dit is geen stijl.
Als deze man onwillig is de schadeloosstel
ling te voldoen, dan dient hij uitgesloten
te worden van werk voor de gemeente, aldus
de heer Ter Avest, die zijn misnoegen over
deze affaire duidelijk liet blijken. Wethou
der Goosen: Wij denken in dezelfde richting
als de heer Ter Avest. De heer Smeijers
betwijfelde of de landbouwers zich altijd wel
bewust waren van de draagkracht, door het
geperste machinale gras, die zolders en vloe
ren te verduren hebben. Natuurlijk werden
er nog tal van andere opmerkingen gemaakt,
doch wij menen hiermede het belangrijkste
dat in de vergadering bij de behandeling van
de begroting 1962, is besproken te hebben
vermeld.
ALBERT, prins-gemaal van Engeland
kan er niets tegen doen, dat de hele dag de
geur van gebraden worstjes om hem heen is.
Om het wat preciezer te zeggen - deze geur
waait om het standbeeld van de prins uit
het Huis Saksen-Coburg, die als gemaal van
Koningin Victoria van Engeland nog be
roemder werd dan die andere zoon uit dit
doorluchtige huis, die als Leopold de Eer
ste meer dan honderd jaren geleden de Bel
gische troon besteeg. Dat de bewoners van
Coburg dit standbeeld in brons voor hun prins
lieten zetten, is al lang geleden. Toch is
vandaag deze prins van Coburg nog niet ver
geten - hoewel het al bijna een halve eeuw
geleden is, dat Saksen-Coburg als zelfstan
dig hertogdom ophield te bestaan. Daarvoor
zorgen wel de vele Engelsen, die hier
hun vakantie doorbrengen.
Zij komen naar Coburg, de stad tussen het
Thuringerwoud en het Maindal als gelovigen
gehinderd verder kan gaan. Doch als zij op
deze zelfde wijze een tweede Duitse patrouil
le kunnen passeren, beginnen de anderen
toch wel argwaan te koesteren.
Terwijl zij de onverbiddelijke woestijn door
trekken zoeken Anson en Diana meer en
meer eikaars gezelschap. Het groepje is ge
dwongen een hoogst gevaarlijke tocht te on
dememen dwars door de woestijn Waar noch
de auto noch de mensen op berekend zijn.
meerdere malen weet Van der Poel met begrijpen, dat een bezoek aan Coburg ook
En
zijn buitengewoon uithoudingsvermogen en
opgeruimd humeur het groepje te redden.
En als hij later in het drijfzand terecht
komt wordt hij gered door Anson en Pugh,
ondanks het feit dat ze aan de weet geko
men zijn, dat hij een Duitse spion is.
Met enorme krachtsinspanningen proberen
de mannen de auto een zanderige heuvel
op te krijgen. Doch Diana, die op de rem
moet letten, laat deze, in een moment van
zwakte, schieten en vele uren van onmen
selijke inspanning worden in enkele minuten
teniet gedaan.
Maar op het laatst weten zij toch hun eind
doel, Alexandrië, te bereiken. Maar er blijft
echter nog één probleem over Van der
Foei. In oorlog is een vijand een vijand, en
een reisje in het verleden is. Op nog geen
paar kilometer ten oosten van het ijzeren
gordijn waar planmatig volgens de marxistisch
leninistische doctrine alles wat aan 't verle
den herinnert, wordt uitgevlakt.
Advertentie
een spion is een spion. Maar een goede
kamaraad is meer dan dat. E soldaten
als zij zijn vinden zij, onder het genot van
een heerlijk glas koel bier, een oplossing
waarmee een ieder tevreden is.
Hoog boven de stad, die aan het smalle
riviertje de Itz ligt, staan de massieve mu
ren van de oude vesting. De geschiedenis
van deze al in de Middeleeuwen beroemde
burcht vult vele bladzijden. In de kroniek
komen de hertogen van Meran voor en ook
de generalissimus Wallenstein. Het was de
laatste spruit uit het geslacht der Stauffen,
Konradin, die in deze vesting zijn verloving
vierde voordat hij naar Italië trok en in Na
pels zijn hoofd op het blok van de beul legde.
Een paar kilometer naar alle hemelsbreed
ten met uitzondering van het zuiden, van Co
burg verwijderd, begint de Sovjet-zone Co
burg, vijftien jaren geleden nog midden in
Duitsland gelegen, is sinds 1945 een grens
stad. Wegen en spoorwegen, die de stad van
alle kanten aanraakten, zijn sinds het einde
van de oorlog alleen nog vanuit het Zuiden
te gebruiken. De bewoners van deze stad
hebben echter het hoofd niet in de schoot
gelegd. Uit het thans in de Sovjet-zone ge
legen speelgoed-centrum Sonneberg kwamen
vele speelgoed fabrikanten naar Coburg en
de omgeving daarvan. Grote technische fa
brieken hebben zich hier gevestigd. Bestaan
de fabrieken werden gemoderniseerd. De au
toriteiten van Coburg wijzen er met enige
trots op, dat de financiële steun, die men
van staatswege heeft gekregen, alleen een
hulp voor de start is geweest. Tot vlak bij
het ijzeren gordijn kan men de mensen die
onder communistische heerschappij wonen,
laten zien hoe zeer de functionarissen de
waarheid over het kapitalistische Westen
vervalsen. Winkel naast winkel, en hetgeen
achter de grote etalageruiten prijkt, doorstaat
zowel wat kwaliteit als sortiment betreft ver
gelijking met de overige steden van de bonds
republiek.
Hoewel Coburg geen prinsen van koninklij
ke bloede meer kan exporteren, van export
leeft deze stad nog altijd. De grote en kleine
werkplaatsen en fabrieken produceren vele
artikelen, die de weg over de aardbol vinden.
Vooral speelgoed, meubels en elektro-techni-
sche artikelelen. In de landen van het Oost
blok en met name in Japan is de naam Co
burg meer en beter bekend, dan de bewoners
eigenlijk lief is. Zij zijn evenwel van mening,
dat concurrentie het zaken-doen pas levendig
maakt en dat het voor vele medeburgers
er nu meer dan ooit op aankomt, dat zij be
ter op de hoogte zijn van de dientregelingen
der scheepvaartmaatschappijen in Hamburg
en Bremen dan die van de plaatselijke ver
voerbedrijven. Die gemeentelijke vervoers
bedrijven zijn overigens belangrijk genoeg:
vorig jaar vervoerden de gemeentelijke auto
bussen van Coburg 4.4 miljoen mensen. Per
dag rijden zo'n tienduizend personen langs het
standbeeld van Prins Albert.