FILM-NIEUWS
Sint Nicolaas het schoonste
van geven en nemen
„Hosana" gaf een gave vertolking van
„DIE SCHöPFUNG"
Strook grond van 5 m2
voor één gulden
Lag
Vergadering van de
ere Technisehe Sehool
Rijssen Vooruit-Luctor 2-2
HERINNERINGEN UIT DE KINDERTIJD
Geluksland
Zieli
Spaans"
Vrijdag 24 november 1961
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
M ^Baby-huidje
"HsfÜföVFtEPy POEDER-ZALF
pMPIPlüPS olie-zeep
Herenmodezaak
Jan Lichtenberg (Schild)
intensief gemoderniseerd
W Excelsior '31
Handen en Lippen
ruw?p||RQL
Lasf* van zenuwen?
Mijnhardf's Zenuwtabietten
helpen U er overheen
Woensdag de film:
De grote bedrieger
Vrijdag en zaterdag de film:
Alles draait om Conny
/{VTX\
Advertentie
Rijssen mag trots zijn op de Chr. Oratorium
vereniging „Hosanna", die dinsdagavond een
prachtige uitvoering gaf van Haydn's mees
terwerk, die „Schöpfung" Dit koor mag op,
één lijn gesteld worden met soortgelijke ko
ren zoals we die kennen uit onze muziekcen
tra in ons gewest.
De bezielende leiding van de dirigent Gerrit
Peuscher uit Hengelo had tot gevolg dat de
artistieke vonk werd overgebracht op koor,
solisten en orkest, welke wedijverden in mu
zikale spontaniteit. Een enkele maal ging
dit ten koste van een klein detail, doch het
geheel getuigde, van „Spielfreudigkeit".
Dit was musiceren van de bovenste plank,
boven de tekst en de notenbalk verheven.
Het koor was buitengewoon op dreeg o.a.
is „Stimmt an die Saiten ergreift die Leier",
waarbij de lastige uitzet van koor en orkest
goed slaagde.
Het Overijssels' Philharmonisch Orkest wist
de intenties van de dirigent vrijwel geheel te
verwezenlijken. Een enkele coupure bij de
begeleiding van de bassolist werd toegepast.
Barend Beltman speelde een sluitende cla-
vecimbelbegeleiding.
Een groot aandeel in het succes hadden
de solisten. Elisabeth Lugt, die bekendheid
geniet door haar interpretatie van de mo
derne vocale kunst, zong met beheerste tech
niek de snelle passages in de soli en terzetten.
Het duet met de bas (r. 32) was wel het
vocale hoogtepunt van de avond, ook dank
zij de nobele bas van Max van Egmond. In
het middenregister bezit hij een fraai stem
geluid. De lage basnoten in de partituur kwa-
Advertentie
Wederom heeft een van de Rijssense zaken
zich aangepast aan de „eisen des tijds".
Nu was het de heer Jan Lichtenberg, die
met veel voldoening kan terugzien op de in
tensieve verbouwing en uitbreiding, die zijn
herenmodezaak aan het Schild heeft onder
gaan.
De mogelijkheden, die de bestaande zaak
boden, zijn ten aanzien van de modernise
ring en. uitbreiding op vernuftige wijze uit
gebuit.
Niet alleen beschikt de heer Lichtenberg
nu over een veel grotere ruimte, maar wat
vooral, van belang is i.< het loir, da* de zaak
op zeer doelmatige wijze is ingericht
De nieuwe pui, geeft aan de herenmode
zaak een geheel ander cachet; juist daardoor
valt de grote verbetering, die tot stand is gé
bracht, goed in het oog.
Thans heeft de heer Lichtenberg de be
schikking over een fraaie etalage, waarin
hij zijn zaak op..uitstekende wij/ie kan ;r(Sè:i
sentetferS'.
De zaak op zich zelf is stijlvol ingericht,
aan de winkelbetimmering is grote zorg be
steed en de voorradige artikelen zijn op over
zichtelijke wijze opgesteld. Een groot winst
punt is ook de moderne verlichtingsmogelijk
heden zowel in dé beide etalages als in de
zaak zelf.
Vastgesteld kan worden dat de heer Lich
tenberg nu beschikt over een moderne goed
geoutilleerde zaak en de redactie van dit blad
wenst hem. daarmede van harte geluk.
men ietwat schraal en weinig doordringend
in de zaal. De tenor Reinier Schweppe zong
erg bewegelijk, soms een nuance te spontaan,
maar over het geheel zeer muzikaal. In de
terzetten mengden de stemmen zich be
hoorlijk en er was sprake van een gave een
heid.
Het slotkoor werd met alle beschikbare
materiaal overtuigend uitgevoerd. Een der
koorleden zong de kleine altpartij verdienste
lijk. Toen het „amen" had weerklonken was
de reactie van het publiek geen beleefdheids-
applaus, doch hartelijk gemeend.
Er waren bloemen voor de damessolis
ten. Dirigent, koor, solisten en orkest heb
ben de talrijke toehoorders een prachtige
"avond, geschonken, wellicht 't muzikale hoog
tepunt van dit seizoen.
De avond tevoren had de generale repeti
tie plaatsgevonden voor. een verheugend aan
tal scholieren, die met interesse en overga
ve het scheppingsverhaal hebben beluisterd,
zo prachtig getoonzet door de onvolprezen
meester Joseph Haydn. G. K.
Onlangs is het pand Oranjestraat 39, dat
door de gemeente werd gekocht van de fam.
Troost, afgebroken.
Hierdoor is de gemeenschappelijke tus
senmuur met het pand Oranjestraat 41, eigen
dom van de heer F. Koster een vrijstaande
gevel geworden.
De heer Koster is van plan deze zijgevel
te vernieuwen en met ongeveer één meter
te verhogen. De helft van deze muur is eigen
dom van de gemeente. Dit gedeelte maakt
aldus B. en W. in een nota aan de raad een
onooglijke indruk zodat hieraan van ge
meentewege voorzieningen zouden moeten
worden getroffen. B. en W. achten het ge
wenst, om het gedeelte van de muur, dat
eigendom is van de gemeente over te dragen
aan de heer Koster, omdat deze wil gaan
verbouwen. Verder achten B. en W. het
voor de aanleg van de nieuwe weg gewenst
dat de trottoirs overal even breed zijn, het
geen de uitvoering van het werk vergemak
kelijkt en tevens leidt tot een afgerond ge
heel. Hierdoor kan een strook grond, welke
aan het perceel van de heer Koster blijft
liggen aan hem worden overgedragen. In ver
band met het feit, dat het perceel van de
heer Koster door een ingreep van de gemeen
te open is komen te liggen achten B. en W.
het op grond van morele overwegingen ge
wenst, om de halve zijmuur met een strook
grond van ca. 5 m2 aan hem over te dra
gen. B. en W. stellen de raad voor dit te
doen voor de prijs van 1.-
Zaterdag a.s. speelt Excelsior de return
match in Nunspeet tegen de club van die
naam. Indien een blik wordt geworpen op
de ranglijst, kan geconstateerd worden, dat
de Nunspeters in de onderste regionen huizen
en ,duiv..,vJok ongetiteld op de puntjes ge
brand zullen zijn.-f
De ou.de rivaal van Excelsior is thuis moei
lijk te kloppen en het zal ongetwijfeld alles
van Poortman c.s. vergen om tot resultaat te
komen. Indien de roodwitte defensie de hecht
heid van de laatste weken kan bestendigen
en de voorwaartsen het schot niet thuis la
ten, zal op de Veluwe wel eer te behalen
zijn.
De grote schare supporters, welke ook nu
weer door de supportersvereniging vervoerd
zal worden tegen eén minimale vergoeding,
vraagt om enthousiasme. Stel hen niet teleur!
LEERLINGENAANTAL SINDS OPRICHTING
VERTIENVOUDIGD
De Vereniging Technische Dag en Avond
school hield haar jaarlijkse ledenvergadering
onder voorzitterschap van de heer J. Jansen,
die zei, over de in vergelijking met voorgaande
jaren grotere belangstelling, zeer verheugd te
zijn. Vervolgens werd mededeling gedaan,
welke bestuursleden zich niet weer beschik
baar stelden.
De directeur van de school de heer P. T de
Ridder gaf een uitvoerige uiteenzetting over
de stand van zaken met betrekking tot de
nieuwe bouwplannen, en stelde vast, dat het
bestuur reeds sinds 1954 volijverig bezig is
de plannen te verwezenlijken. De heer De
Ridder belichtte de huidige huisvesting van
de school, waarbij duidelijk werd, dat een
nieuwe school zeker geen overbodige luxe is.
Begonnen met 42 leerlingen wordt thans op
de L.T.S. onderwijs gegeven aan niet minder
dan 400 leerlingen, terwijl bovendien nog 160
leerlingen van het leerlingenstelsel en voort
gezet leerlingenstelsel de school 1 middag en
2 avonden per week bezoeken.
Het bestuur achtte het gewenst, in verband
met het aantal leerlingen uit omliggende
plaatsen ook enkele bestuursleden buiten
Rijssen wonende te benoemen, waarmede de
vergadering zich kon verenigen.
Gekozen werden burgemeester Landweer,
J. Leusink en H. J. Roosink uit Rijssen. T We-
tink uit Enter en J. Wiggers uit Holten.
De heer Jan ter Haar. architect te Rijssen
vertelde hierna aan de hand van een aantal
tekeningen een en ander van de bouwwijze
en indeling van de nieuw te bouwen school.
Advertentie
In een harde gelijkopgaande wedstrijd heb
ben R.V. en Luctor de punten gedeeld. Van
de aftrap een fel spelend R.V. dat het Luc
tor doel onder zware druk zette. De Luc
tor verdediging bleek echter in goede vorm
te zijn. In de 33e minuut echter moest zij
zwichten, toen linksbuiten Maatman de
bal vanaf de cornerlijn voortrok, die door
Jansen werd ingeschoten 1-0. R.V. zette door
en in de 40e min. was het v.d. Maat die
een trekbal van Lichtenberg hard inkogelde
Na de rust meende R.V. de wedstrijd ge
wonnen te hebben, .waardoor zij in de ver
dediging gingen. In de 3e min. na een free
kick van Schreurs, was het rechtsbuiten De
Leeuw die doelman Thijink passeerde. Door
het terugtrekken in de verdediging golfde
nu aanval op aanval op het R.V. doel. De
achterhoede waarin stopper Mulder een goed
partij speelde wist het voorlopig nog te
klaren. In de 22e min. kwam de verwachte
gelijkmaker toen rechtsbuiten De Leeuw weer
eens vrij stond en met een prachtig schot
doelpuntte. R.V. werd hierna wakker maar
de Luctorverdediging bleek goed te sluiten,
zodat er niet meer werd gedoelpunt.
Onder de naam Martin Goddard is Fer
dinand Waldo Demara Jr. een hoog geschat
te leerkracht aan de school op het Haven
eiland in de staat Maine. Zijn onverwachte
arrestatie door twee agenten'der Staatspolitie
is onbegrijpelijk voor de leerlingen en hun
ouders, want Goddard werd door iedereen
hoog geacht en bewonderd.
De politie heeft zich echter niet vergist.
Demara is een bedrieger, die vele mensen
om de tuin geleid heeft en de film laat
ons zien hoe en waarom dat alles zo ge
beurde. Uit een jeugd-episode kunnen we iets
van z'n karakter te weten komen, in 't bij
zonder door de gesprekken met zijn vriend
en adviseur, pastoor Devlin. Deze priester
begrijpt de dromen en ambities van de jon
gen. Ferdinand wil, hoe dan ook, succes heb
ben, zijn eerzucht bevredigen en bewonderd
worden, doch ij heeft daarbij zo'n haast,
dat hij zijn toevlucht neemt tot „de kortste
weg", zelfs al dwingt deze hem tot vreemde
kronkels.
Zijn schoolopleiding (2 jaar middelbaar on
derwijs) is niet voldoende om hem, als hij
in dienst moet, een officiers-opleiding te doen
volgen. Hierdoor geprikkeld verschaft hij
zich - via de vriendschap met een secreta
resse - allerlei formulieren en briefpapier.
Handig en onvervaard meet hij zich de per
soonlijkheid aan van 'n zekere Dr. Robert
Lloyd Gilbert, doctor in de filosofie en met
deze papieren meldt hij zich bij de Mari
niers. Men is zo geïmponeerd door Dr. Gil
bert's diploma's, dat hij onmiddellijk als of
ficier zal worden aangesteld. Nog even een
controle door de F.B.I. en 't is voor elkaar.
Maar deze controle zint Ferd. Demara niet.
Dan vliegt hij erin. Hij maakt zogenaamd
een eind aan z'n leven maar gaat verder op
het bedriegers-pad. Nog steeds met z'n Dr.
Gilbert-papieren, thans aangevuld met aan
beveling van een kardinaal, meldt hij zich
aan bij de abt van een Trappistenklooster.
Bij deze zeer strenge, zwijgzame orde, loopt
het tijdens z'n noviciaat al mis. Ferd. Dema
ra bemerkt dat dit kloosterleven hem niet
ligt en neemt weer afscheid.
Door z'n arrestatie na 'n verkeersfout komt
het Leger erachter, dat Demara nog leeft.
Hij wordt in een strafkazerne geplaatst, werkt
zich daar op tot redacteur van de gevangenis
krant en wint de vriendschap van de di
recteur Ben Stone. Na 'zijn vrijlating neemt
Fred Demara de identiteit van deze Ben
Stone aan en - weer met valse papieren -
wordt hij aangesteld als assistent van de di
recteur in een grote gevangenis in Texas.
Hier doet hij werkelijk prachtig werk in de
afd. der levenslang-veroordeelden, hij wordt
adjunct-directeur, verlooft zich met de doch
ter van z'n baas, maar 'n nieuwe gevangene
herkent hem uit de strafkazerne-tijd en op
nieuw pakt Fred z'n biezen. Hij gaat verder
als Dr. Hammond, docent in de psycholo
gie (met wie hij in Texas kennis maakte) en
raakt bevriend met de medicus Dr. Joseph
Mornay.
Zijn volgende creatie - en zijn beroemd
ste - is die van Dr. Mornay. Hij wordt als
officier van gezondheid aangesteld bij de Kc
mnklijke Canadese Marine, eerst in een hos
pitaal, later als scheepsarts van de „Cayuga",
De knappe verpleegster Catherine Lacey, met
wie hij over trouwen praat, moet hij echter
alleen laten als zijn schip naar Koreaanse
wateren moet. In het oorlogsgebied staat
scheepsarts Dr. Mornay, die nooit een ont
leedmes vasthield, al zijn wijsheid uit de
boeken haalde en bij het trekken van een
kies van zijn commandant bijna in paniek
raakt, plotseling voor de haast onmogelijke
tijd om 19 gewonde Koreaanse soldaten te
operen. Brutaliteit, intuïtie, handigheid en
flair helpen hem. Deze medische „stunt"
brengt de „wonderdokter" in het nieuws.
Men wil hem eren en decoreren. Maar deze
roem wordt z'n ondergang. De echte Dr.
Mornay gooit roet in het eten. Demara wordt
na een vermakelijke reeks incidenten - ont
slagen uit de dienst. Hij duikt weer op op
Haven-eiland (waarmee de film begint), doch
ontsnapt na z'n arrestatie en blijft onvind
baar. De politie blijft actief zoeken en roept
de hulp in van een zekere brigadier Wilker-
son, uit Maine, die Demara het best en het
laatst gezien heeft. Besloten wordt om Wil-
kerson te belasten met de opdracht om De
mara te grijpen. Wilkerson komt zich mel
den bij zijn superieuren. „Heren hier ben
ik", zegt hij glimlachend en deze glimlach
kennen wij, want zij behoort bij het ondeu
gende gezicht van Ferdinand Waldo Demara
Jr.
De jonge Modinette Annie is verliefd! Maar
niet op de jazztrompettist Axel, die méér
dan een vriend voor haar zou willen zijn,
maar op haar baas, de modekoning Charles
Vorst. Deze is echter aan zijn zoveelste avon
tuurtje begonnen met de danseres Fatme,
tot grote bezorgdheid van zijn compagnon
en ex-verloofde Barbara. Om zijn modinet-
tes te belonen voor de wekenlange inspan
ning die zij geofferd hebben aan 'n voor
Parijs bestemde collectie, stuurt Charles aan
allen een paketje nylons en een bedankbriefje.
Door een toeval wordt het briefje voor
Annie verwisseld met één dat voor Fatme
bedoeld was en dat een uitnodiging be
vatte om 's avonds om 11 uur in een bar
te komen, gekleed in de voor haar gecre-
eerde japon „Chanson d'Amour".
Zo verschijnt Annie - tot grote ergernis
van de juist in die bar spelende Axel - om
klokslag 11 uur, waar de verbaasde Charles
in de stralende Annie een nieuw avontuurtje
ziet. Hij nodigt haar uit mee te gaan naar
Parijs om de nieuwe collectie te tonen.
In Parijs, op haar hotelkamer, waar Annie
de collectie moet passen terwijl de manne
quins uit zijn, biedt een onbekende heer haar
een groot bedrag wanneer zij alle modellen
wil verknippen. Zij stemt toe met de bedoe
ling om Charles hiervan op de hoogte te
stellen, maar vindt hem op zijn kamer in
een tedere omhelzing met een Francaise!
Woedend verknipt Annie toch de gehele col
lectie. Als de volgende dag de beschadigde
modellen getoond worden, hebben zij een
groot succes. Een nieuwe mode is gescha
pen!
Tezelfdertijd echter is de ontgoochelde An
nie in de Seine gesprongen, wordt eruit ge
haald en staat tenslotte verslagen voor Char
les, die - nog niets begrijpend - door Bar
bara aan het verstand moet worden gebracht
dat het de hoogste tijd wordt zijn avon
tuurtjes op te geven. Er is immers maar
één vrouw die hem levenslang gelukkig kan
maken zijzelf, Barbara!
En Annie...? Die ontdekt dat de plotseling
in Parijs opduikende Axel haar levenspartner
is, want jonge mensen hebben liefde no
dig.
Vandaag hebben we aan onze klein
kinderen gedacht, ofschoon we geen
kleinkinderen hebben en zelfs wellicht
nooit zullen hebben, want onze vier
zonen vinden alle meisjes zonder een
enkele uitzondering „meiden", en onze
dochter heeft in haar voorlopige rela
tie tot de manlijke kunne de rollen
omgedraaid: ze wordt niet geplaagd
door jongens - ze plaagt ze zelf. Ze
heeft zelfs al eens een ventje een bloed
neus gestompt en ze had er géén spijt
van. Best mogelijk dus, dat we straks
als oudje zitten opgeknapt met vier
vrijgezellen en een blauwkous.
Niettemin hebben we vandaag - zij
het rijkelijk voorbarig - aan onze klein
kinderen gedacht: we zaten zo lekker
als een oma bij de kachel in de sche
merige kamer,-met op de - schoorsteen
het theelichtje en tegenover ons, de
man, die boven z'n boek zat te dut
ten. We hebben hem even tegen z'n
been geschopt, want het waren tenslot
te ook zijn kleinkinderen, waaraan we
dachten. Héé, zeiden we dus, je moet
je baard laten staan. Watte? - vroeg
hij, wakker schrikkend. Watten is ook
goed, zeiden wijwatten is misschien
zelfs beter, want het moet een witte
baard zijn. Een Sinterklaasbaard, zei
den we, - maar hij dutte alweer, en
we hebben dus alleen verder moeten
piekeren over onze kleinkinderen, en
hun Sinterklazen.
Zeker, Sinterklazen, in het meervoud,
- want elk kind moet véél Sinterkla
zen hebben; dat is juist waarom we
nu al zorgen hebben over onze klein
kinderen: die groeien straks op met
televisie; televisie zal hun wereldbeeld
zijn, en wij zijn zo bang dat tegen de
tijd dat wij kleinkinderen zullen heb
ben, men in Bussum zo ver is dat men,
althans op 5 december, het vierzuilen
stelsel even buiten werking stellen zal,
om uit pedagogische overwegingen heel
Nederland één enkele en onvervalste
Sinterklaas te presenteren: een een
heids-sinterklaas. Onverschillig of het
d- '1 beverige Cees de Lange zijn
z 'e hoogbejaarde Johnnie- Kraay-
kamp, een dan bezadigde Pierre Jans-
sens of de milde oude meneer Hilter-
man: ze kunnen van ons, ongezien, de
Prins Bernhard-prijs krijgen als ze het
niet doen. We zijn tegen de eenheids
sinterklaas, want elk kind heeft recht
op véél Sinterklazen.
Maar de echte dan, horen we al
brommen, en dat bewijst dan dat de
brommer volwassen is en met peda
gogiek is besmet; geen redelijk kind
gelooft in de echte Sinterklaas; ster
ker nog, geen kind kan het wat sche
len of Sinterklaas echt is, en nog ster
ker: een kind vindt het juist zo echt
dat eens per jaar een vent, wie dan
ook, zich verkleedt en zich een baard
aanplakt om als goedheilig man uto
pia waar te maken, - dat is waar een
kind in gelooft en in wil geloven: uto
pia, - geluks-land.
Nu, dat was knap filosofisch van ons:
misschien Worden we straks wel een
wijze oma, - maar eigenlijk wilden we
vertellen van onze Sinterklazen, want
we hebben er veel gekend. Onze op
één na eerste Sinterklaas was de Sin-
terklaas-van-de-witte-hand, - een wat
vreemde benaming, die zou doen ver
moeden dat er een Paul Vlaanderen-
mysterie aan die hand vastzat, maar
dat was niet zo. We kenden van die
Sinterklaas alleen maar de witte hand.
die uit de schoorsteen kwam en ons
klompje opnam, er het hooi en de
wortel uit nam en er een chocolade
kikker in een hels groen zilverpapier
tje in zette. Om te beginnen moeten
we van dat klompje verklaren: we zijn
echt zo'n meisje uit een kinderboekje
geweest - we hebben echt klumkes ge
dragen. We hebben ook echt in zo'n
W. G. van der Hulst-huisje gewoond,
met een woonkamer met een potka
chel er in en er achter een alcoof
met een bedstee. En in die bedstee
hebben we wakker gelegen toen, niet
om Sinterklaas te betrappen, maar om
het wonder te zien gebeuren, dat toen
ook gebeurd is: we zagen een hand
met een witte handschoen ons klomp
je oppakken - en we gingen tevreden
slapen. In het volle besef van dat wat
wij gezien hadden onmogelijk was,
- ja, Sinterklaas zou zo stom zijn om
op dat wrakke dak van ons te klim
men.
Vele malen is onze vader Sinterklaas
geweest, en eenmaal onze moeder,
toen onze vader een zweer aan de
voet had en niet kon lopen. Onze va
der was broodmager en onze moeder
dik, dus het verschil was in het oog
lopend, maar niet hinderlijk: we von
den het van allebei lief dat ze zich
zo uitsloofden. Een opmerkelijke Sin
terklaas, die we ons herinneren was
de burgemeester van het dorpje, waar
we onze eerste levensjaren tierelierden.
Het was een heel klein dorpje en een
heel grote burgemeester: een dikke
zware en norse man, - ieder kind in
ons dorp herkende hem dan ook on-
middelijk, want we waren doodsbang
voor 'm. Achteraf bezien zal het wel
zo zijn gegaan: in de gemeenteraad
moet iemand, na twee of drie bran-
dewijntjes met suiker, hebben voorge
steld Sinterklaas echt zijn intocht in
ons dorp te doen houden, - en burge
meester zal hem wel op de man af
hebben gevraagd of hij soms niet goed
snik was. Hé, toe nou. burgemeester,
zal toen iemand hebben gezegd, en na
nog een brandewijntje met suiker is
dat plan toen doorgedrukt. En het eni
ge lid van de oppositie moet toen, om
te jennen, hebben gezegd: en dan moet
u hem verwelkomen, burgemeester
met uw ambtsketen om. Dat burgemees
ter toen niet gebarsten is van woede
mag een wonder van zelfbeheersing
heten, - maar een groot man was hij:
anders was hij nooit tot zijn geniale
tegenzet gekomen. Hij moet gezegd
hebben: nee, jongens, ik begrijp dat
jullie me voor gek willen laten staan
met m'n ambtsketen om met al die
kwajongens en kwaaie meiden om me
heen, - maar het ken niet, want ik
zal zelf Sinterklaas wezen. Ach, u bent
nu allemaal de charmante burgemees
ters van tegenwoordig gewend en u
hebt de bullebak van ons dorp niet ge
kend, - maar wij weten nog hoe zijn
bloedeigen dochtertje naast ons stond
en een handje kreeg van Sinterklaas
en met het hele schooltje meezong van
Kapoentje. Zeker, we wisten allemaal
dat het de burgemeester was, en zij
wist dat het haar vader was,- en tra
nen liepen haar langs de wangetjes'
zij was de gelukkigste van ons allen:
haar vader was een goedheilig man.
cursus Spaans volgt. Waarom niet?
omdat het geen enkel kind iets kan
schelen wat Sinterklaas zegt: omdat
het tot kinderen zelfs nauwelijks door
dringt dat hij iets zegt. Dat kunnen
we bewijzen ook: elke Sinterklaas leu
tert over: zul je zoet zijn? - ja, Sin
terklaas, zegt het kind - zul je in het
vervolg braaf je bordje leeg eten? - ja,
Sinterklaas, zegt het kind - zal je niet
meer je zusje met een speld in d'r
billen prikken? - nee, Sinterklaas, zegt
het kind. En geen normaal kind is
ooit de eeuwen door zoeter geweest
vanwege Sinterklaas, en zusjes worden
nog altijd door broertjes met spelden
in hun billetjes geprikt: Sinterklaas kan
net zo goed z'n mond houden.
Zo ziet u: een witte baard - al is
ie van watten - doet wonderen; met
ook nog een paar ruige witte wenk
brauwen er bij kan men van elke tro
nie iets goedigs maken. Waardigheid
is wat anders, - waardigheid is moei
lijker want men moet er het postuur
voor hebben: minstens zo groot als een
politieagent, zouden we zeggen. En zon
der buikje, alstublieft; een buik kan
wel maar met een buik-je is men
hooguit geschikt om Kerstman te spe
len, doch niet Sinterklaas. We weten
dat nog van onze bovenmeester: een
allerliefste man, die we dankbaar ge
denken, omdat hij ons eens, als belo
ning voor een opstelletje, een bundel
tje met gedichten van Jacqueline van
der Waals en Hélene Swarth en Alice
Nahon heeft gegeven: een kostbaar
kleinood, vonden we toen, en vinden
we nog. Een allerliefste man dus,
- maar geen Sinterklaas, want hij was
klein en rond, - en hij bleef maar
staan. We weten nog hoe we in onze
schoolbank zaten en hem zo zielig von
den en almaar zaten te wensen: ach,
lieve meneertje, ga nou toch zitten,
want ziet u nou niet dat die nare jon
gen van Vonk al zit te grinniken, en
om zit te kijken om de klas op te sto
ken? Hij ging niet zitten; hij bleef
staan: een mal dik mannetje, met een
veel te grote staf.
Wat zegt Sinterklaas; anders nog:
wat spreekt Sinterklaas? - daarover
piekert geen volwassene, maar elk kind
weet tenslotte dat Sinterklaas in Span
je woont en dus Spaans spreekt. En
toch eist geen kind van zijn vader of
van de gymnastiekmeester of van de
ambtenaar van de gemeente-secretarie
dat hij hals over kop een linguaphone-
Overigens hebben wij een keer in
ons leven een Sinterklaas meegemaakt
die Spaans sprak, - of althans iets dat
er op leek: plat Amsterdams. Natuur
lijk lijkt plat mokums - we wonen nu
zelf sinds jaren in Amsterdam - niet
in het minst op Spaans, maar het heeft
toch met Spaans gemeen dat je er,
als kind dat een boers dialect gewend
is, niks van verstaat. We waren nog
heel klein - toen we met ons moeder
mee mochten naar Amsterdam, en in
een of ander warenhuis zat toen Sin
terklaas op zijn bisschopszetel. Welk
warenhuis het was, of het groot was
of niet zo groot; we hebben er geen
flauw benul meer van. Zo argeloos wa
ren we zelfs dat ons moeder rustig in
ons bijzijn de cadeautjes kon kopen,
die Sinterklaas ons even later aan zou
bieden uit de grote zak van Piet. We
kennen nu de techniek van zo'n wa
renhuis sinterklaas: elke aankoop van
boven de gulden wordt door de bis
schop eigenhandig aan het kind gege
ven, en bij het pakje schrijft de moe
der zelf de naam van het kind - om
misverstanden en ruzies van moeders
onderling te voorkomen. Dat weten we
nu, - maar toen was voor ons dat wa
renhuis het bisschoppelijk paleis in
Myra, al hadden we nog nooit van
Myra gehoord. In dat paleis waren we
dus en we lieten geen oog af van Sin
terklaas op zijn zetel, - als we onze
ogen even dicht doen kunnen we hem
nog zien zitten En we kunnen ons zelf
nog zien staan: in de rij >van wach
tende moeders met kindertjes - op au
diëntie. We kregen een hand van 'm,
dat weten we nog, en ons cadeautje
moet zeker wel een rijksdaalder ge
kost hebben, want we werden even op
zijn schoot getild - en daar zijn we
een paar seconden onuitsprekelijk ge
lukkig geweest. Wat zei hij? - vroeg
onze moeder wantrouwend toen we
weer aan haar hand liepen: hij sprak
Spaans, verklaarden we plechtig.
Bij elke leeftijd past een Sinterklaas
we weten dat nog van de H.B.S. waar
hij elk jaar weer enthousiast opwekte
tot training voor het hockey-team, ons
speciaal wees op het nut van zulk een
verwaarloosd vak als plant- en dier
kunde, en tegen elk meisje verlegen
zei: dat je maar een grote meid mag
worden, - we hebben hem nooit met
propjes papier beschoten, terwijl we
dat toch onder de plant- en dierkunde-
les wel deden. Dat komt: elke Sinter
klaas heeft er recht op serieus te wor
den genomen Dat blijkt ook bij de of
ficiële intochten van de Sint in al on
ze steden en dorpen. In Amsterdam
zegt Sinterklaas elk jaar zijn zegje
over problemen als IJ-tunnel, stadhuis
en opera en verkeersveiligheid, - en
wat hij zegt komt in de krant, met
het weerwoord van de burgemeester,
die net als wij braaf ja sinterklaas en
nee sinterklaas zegt.
In Den Haag praat Sinterklaas over
straatrelletjes, in Rotterdam over cul
tuur, in Utrecht declameert hij zelfs
statistieken, - en het komt in de krant,
en dat hoort ook zo: op de voorpagi
na. Elke journalist - en zelfs de hoofd
redacteur - neemt Sinterklaas serieus:
dat hebben we eens ten voeten uit mee
gemaakt op een Sinterklaas-feest van
de journalistenkring, Sinterklaas was
een redacteur van het dagblad Trouw;
hij was mooi onherkenbaar geschminkt,-,
maar we herkenden z'n mopjes. Zwar
te Piet was iemand van de Volkskrant,
herkenbaar aan z'n zachte g. En stou
te jongen was de toenmalige hoofdre
dacteur van Vrij Nederland; hij moest
in de zak, maar hij was er te groot
voor, en dus werd hem zijn laatste
hoofdartikel vergeven, en uit dankbaar
heid knielde hij voor de Sint, en kuste
hem de ring op zijn wijsvinger: hij
wist wat een Bisschop toekomt.
Deze Trouw-Sinterklaas was wel de
laatste in de reeks waarvan we ver
tellen willen, - behalve dan onze aller
eerste Sinterklaas. Sinterklaas-met-de-
witte-hand was de eerste Sinterklaas,
die we ons herinneren, maar er was
er nog een vóór hem: de Sinterklaas
die ons bracht. Want wij hebben een
zeer persoonlijke relatie met Sinter
klaas: we zijn op drie december ge
boren - en dus hebben we nooit in de
ooievaar hoeven te geloven. We heb
ben het ons zo voorgesteld als kind:
ons moeder zei op 2 december 's avonds
net voor ze in bed zou stappen tegen
ons vader: Kees, heb je je schoen
klaar gezet? Gunst, nee, zei ons va
der, en ging nog, in z'n nachtgoed,
even naar het schuurtje om een pluk
je hooi en een hoornse wortel, die hij
in zijn pantoffel voor de schoorsteen
zette, - en de volgende dag waren wij
er. Zeker, zeker, we hebben als boe
rentrientje al heel gauw geleerd de
zaken wat naturalistischer te bezien,
maar toch bleef het leuk te bedenken
hoe eens ons vader en ons moeder sa
men bij die pantoffel hebben gestaan,
waar wij in lagen, en hoe toen ons
moeder vertederd zei: ach, kijk es,
Kees. wat een lief dochtertje.