Welvetóortfd X}, Eindstanden P ostdui ven vereniging „Het Luchtvermaak" FILMNIEUWS Nachtelijke vechtpartij bij Vlo - Bats SCHIETWEDSTRIJDEN OUDSTRIJDERS Vrijdag en zaterdag de film „Pygmalion" O^Cfholcf Woensdag de film De Zedenpolitie grijpt in Clubhuiswerk gaat opnieuw van start Onrusfig® Zenuwen? Dik Trom en zijn aap WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 5 POEDER - ZALF - OLIE - ZEEP p.i.m margarinefabriek-Bolswarcf Zenuwtchleffen De postduivenvereniging: Het Luchtvermaak heeft de eindstanden van het vliegseizoen 1961 bekend gemaakt. In dit seiüpen werden behoorlijke resulta ten bereikt. Veel duivenmelkers hebben aan hun sport grote vreugde beleefd, hoewel te leurstellingen niet zijn uitgebleven. Het is een zwaar seizoen geworden waarin vele verliezen zijn geleden. Deze zijn echter geïncasseerd zoals een waar sportman dit past. Hieronder geven wij een overzicht van de kampioensstanden: Kampioenstand Vitesse 1961 1. J.Kamp 2588 punten, 2. H. Meenks, 2544, 3. H. Koster, 2408, 4. T. Geerling, 2398, 2. H. J. Kienhuis, 2386, 6. M. Boerman, 2216, 7. H. J. Bouwhuis, 2164, 8. A. J. vd. Willige 2162, G. A. Jansen 2116, 10. A. Har- bers, 1096. Kampioenstand 2 Aangewezen vogels Vi tesse 1. J. Kamp, 2210 punten, 2. H. J. Wilmink 1898, 3. A. J. v.d. Willige 1102, 4. G. Kreij- kes 992. Kampioen doffer Vitesse eig. H. J. Wilmink ringno. 897634, 1282 pnt. eigenaar A. Harbers ringno. 713094, 1068 pnt. Kampioenstand Midfond 1961 1. Joh. tér Harmsel, 2964 punten, 2. A. J. v.d. Willige 2468, 3. A. J. ter Steege 2435, 4. H. J. Kienhuis 2381, 5. J. W. Baan, 2337 6. A. Heuten 2303, 7. H. Koster 2286, 8. A. Langkamp, 2280, 9. A. Willems 2136, 10. W. Sikkelbein 1986. Kampioenstand 2 Aangewezen vogels mid- Midfond 1. W. Sikkelbein 1794 punten, 2. W. Scherp hof 1236 punten, 3. A. J. v.d. Willige 1066, Kampioensdoffer 4. W. v. Brussel, 935. eigenaarW. Sikkelbein H 57-832625, 1026 pnt. Kampioen duif eigenaar B. Kreijkes H 60-713429 988 pnt. Kampioenstand Fond 1961 1. Joh. ter Harmsel 2520 punten, 2. H. J. Kienhuis, 2140, 3. A. J. Temmink, 2055, 4. A. Langkamp, 1940, 5. J. Nijkamp, 1765, 6. G. Kreijkes 1650, 7. G. J. v.d. Willige 1505, 8. A. Willems 1445, 9. H. J. Langkamp 1345, 10. A. ter Harmsel, 1305 Kampioenstand 2 aangewezen vogels Fond 1961 1. G. Kreijkes 1335 punten, 2. Joh. ter Harm sel 1225, 3. A. Langkamp, 1065, 4. A. ter Harmsel 685. Kampioensdoffer eigenaar Joh. ter Harmsel H 57-831917 1090 eig. A. ter Harmsel 713189, 1020 punten. Kampioenstand Jonge duiven 1961 1. H. J. Wilmink, 4204 punten, 2. W. Scherp hof 4054, 3. W. Nijsink, 4047, 4. H. J. Lang kamp 4031, 5. T. Geerling 4003, 6. H. Meenks 3924, 7. A. J. Slagman, 3839, .J. Nijland 3834, 9. A. M. Otto 3821, 10. Joh. ter Harm sel. Kampioenstand 2 Aangewezen vogels. 1. H. J. Langkamp 1987 punten, 2. W. Scherp hof 1361, 3. M. Boerman 1343. Ie Kampioenvogel eigenaar J. Nijland H 61-618801, 1609 punten. 2e Kampioenvogel eigenaar G. W. Kempe H 61-618129, 1488 pnt. Kampioenstand Natour 1961 1. H. Koster 1548 punten, 2. H. J. Tem mink 1548, 3. T. Geerling 1540, 4. A. D. Ligtenberg 1408, 5. H. J. Wilmink, 1406, 6. Joh. ter Harmsel 1388, 7. H. J. Langkamp, 1274, 8. J. W. Baan 1202, 9. G. Kreijkes, 114, 10. A. Jansen 1106. Kampioenstand 2 Aangewezen vogels. 1. A. J. v.d Willige 820 punten, 2 Joh. ter Harmsel 816, 3. M. Boerman 638. Ie kampioenvogel eigenaar A. J. Temmink H 58-92974, 720 pnt. 2e kampioenvogel eigenaar T. Geerling H 58-731529 690 punten. Kampioenstand Generaal 1961 1.'Joh. ter Harmsel 11519 punten, 2. T. Geer ling 10789, 3. H. Koster 10542, 4. A. Jansen 9906, 5. H. J. Wilmink 9859, 6. A. J. Tem mink, 9401, 7. H. Meensk 9379, 8. H. J. Langkamp 9370, 9. A. Langkamp 9350, 10. G. Kreijkes 9000. Advertentie De Rijssense Bond van Oud Strijders hield op de schietbanen op de Biesterij een onder linge schietwedstrijd (karabijn). De beste schutter bleek te zijn de heer G. H. Olthof, die daarvoor uit handen van voor zitter G. J. Rozendom de le prijs kreeg over handigd. Overige uitslagen: 2. J. Baan, 3 A. Averink, 4. B. J. Jansen, 5. J. Dreijer, 6 .T. Arend, 7. J. Rozendom, 8. H. Dangremond, 9. H. Slagman. De poedelprijs werd „gewonnen" door A. J. Kreijkes. Advertentie „Spaar de Pimmetjes voor geschenkartikelen zij blijven altijd geldig" Vallen Berend een rijke burgemeester-leer looier uit Deventer tevens dienaar bij het stadsgericht, kon de slaap niet vatten. Naast hem lag breeduit, de meesterkoperslager uit de Korstjessteeg, die erbarmelijk snurkte. Hij luisterde met stijgende ergefnis naar het vervelende gezaag van de meesterko perslager. Blood-kooken Diene had om tien uur de kaarten op tafel gesmeten, toen de oude en de jonge Rotte waren komen aan lopen bij Diene, om zich te laten voorlich ten aangaande het meeste succes voor een voorgenomen inbraak te Rijssen. Na hevig de kaarten geschud te hebben, kwam VloBats uit de bus. Daar zag Diene op dat moment veel geld. En gelijk had ze. Want Vellen Berend had al zijn geld bij zich. Dat deed hij altijd. Diene had als conditie gesteld dat zij een kwart van de buit mee moest hebben. Zij vertelde de beide dieven er niet bi-j, dat zij tegenwoordig ook een snoepcentje moest hebben voor haar lieven Paardevoet. Die op het moment van het onderhoud, dat Diene had met de beide dieven, het bed warm hield. De beide Rotten dan, slopen stadwaarts. Scherp geslepen messen bij de hand, en voorzien van een grote zak om de buit in te bergen. Vanuit een landweg liepen zij de Hofte op. Alles was rustig. Maar om geen geluid te maken liepen zij op blote voeten. Dit laatste was vroeger te Rijssen en Enter heel gewoon. Zo slopen zij ongemerkt de Haar op. Ook daar was alles rustig. De niendeur was niet geslo ten. Wat was die VloBats toch slordig, nu konden zij ongehinderd binnen sluipen. Maar achter op de deel voor de paardenkribbe zat Gijsbert Flapoor een gildeman van De venter, die de wacht had. Hij schrok wak ker uit zijn hazenslaap, sprong van de trog waarop hij zat en sloop naar de niendeur en maakte die dicht. De beide Rotten er varen dieven, kregen in de gaten dat ze op moesten passen, anders kon hun het hagje er wel eens bij inschieten. Daarom grepen ze in het donker op de tast Flapoor beet, om hem met hun messen te bewerken, tot de dood er op volgde. Maar de Deventer gildeman had wel voor hetere vuren gestaan. In het duister trok hij een pistool uit de gordel,' en schoot van zich af. Hij miste de beide Rotten maar schoot de stadsstier voor de kop, die vooraan in de stal stond, en bij VloBats een vaste plaats had. De stier liet zich niet onbetuigd en brulde geweldig. Door het schot en het brullen van de stier ontwaakte niet alleen het gezin VloBats en de Deventerheren op de hooizolder, maar ook de naaste buren. Pis Jantjen, kreeg zo de schrik te pakken, dat hij in het blote hemd, wat nu in die tijd niet bepaald ha gelwit was, de straat op liep luidkeels om hulp roepend in de richting van de Bevervoorde. Pis Jantjen was de naaste buurman van VloBats. Maar het geval speel de zich af te Rijssen buiten de wallen. De poorten bleven voorlopig gesloten. De Jonge Rotte wist de niendeur open te krijgen en vluchtte naar buiten. Maar de oude Rot te zat in de ijzeren greep van de Deven- ternaar Gijsbert Flapoor. En deze riep steeds harder om assistentie. VloBats wilde wel helpen, maar hij werd vastgehouden door vrouw en dochters, die riepen maar steeds oegoetegoet! Vellen Berend de Deventenaar was het eerste beneden. Juist toen hij de laatste sport van de ladder afstapte rukte de woedende en bloedende stadstier zich los en rook de vellenkerel. Woest stormde de stier op hem los. De stier liep de ladder om en de koperslager eri de Deventer stads- trommelslager plofi^n op de deel. Onder tussen werd de oude Rotte door de stier op de horens genomen. En de deel opge- slingerd. Gelukkig had VloBats een kaars weten te bemachtigen en nu kon men bin nenshuis ten minste zien waar men sloeg. De Jonge Rotte, die zijn vader wilde ont zetten, werd ook gegrepen. De Jonker van Bevervoorde gewekt door zijn opperhuis- meester de Loopschute en aangespoord door zijn vrouw, snelde met een aantal mannen naar de Haar. Het was buiten de wallen moet jet weten, en daar was de jonker baas. Pis Jantjen in het blote hemd diende als baken. Achter hem liep men aan. Het hoogste gezag van Rijssen kwam op het toneel van de strijd. Eerst werden de oude en de Jonge Rotte stevig gebonden. Toen kwam er ruzie wie van beide partijen de schade betalen moest, die VloBats geleden had en de stad. Want VellenBerend, de Deventer leerlooier had de stier doodgesto ken. En dat was nog wel een stier die men van de bisschop van Utrecht present gekre gen had. Voor het goed gedrag en de vlijt die de Rijssenaren als burgers betoond had den. De jonker van Bevervoorde eiste op hogen toon genoegdoening van deze misda den. Intussen had zich de Juffer van Be vervoorde goed laten inpakken en aldus ik gekleed toog zij, de hoge Vrouwe, naar het strijdtoneel om het volk van Deventer eens flink af te blaffen. Zij vond dat het niet te pas kwam, dat Deventer burgerprut- tel een ordelijke en degelijke stad als Rijssen moest verontrusten. De Deventer- naren stelden voor, de nacht af te wachten, om de volgende morgen bij klimmende zonne voor het stadsgericht de zaak uit de doe ken te doen. En toen deed de Vrouwe van Bevervoorde haar mond een half uur lang open en een ieder was met stomheid ge slagen over het gebek en geraas dat zij veroorzaakte. Daarna riep zij tot haar man, Rudolf ruk in! En neem de beide boeven mee. En laat het Deventer Jan Hagel waar- het is. En ik spreek nog nader met de Vlo, om zonder vergunning van de Bevervoor de nachtslapers uit Deventer te herbergen. Loopschute ga mij voor! En zo marcheerde het adellijk gezelschap terug naar de Be vervoorde en de oude en de jonge Rotte werden in de vieze gevangenis gesmeten op de Bevervoorde. De volgende Morgen. Op hoge poten liep de Deventer deputatie naar het raadshuis. Daar zaten reeds de burgemeesters Tingeler en Luibessem. Zij hadden des morgens eerst de buik best op de leest gezet in de spekpannekoek, want het kon nog wel een late kwestie worden. Die van Deventer eisten genoegdoening over het doodbijten van hun dierbare stadsbeul. En de Luibessem eiste vergoeding voor de beste stadsbolle uit heel Twente, ja uit heel Overijssel; er waren getuigen genoeg, die het schot hadden horen vallen. En er waren ook getuige dien die gezien hadden dat Vellen Berend de stier had afgemaakt. En ter wijl de heren elkaar ernstig onderhielden over het doodmaken van beulen en stieren speelden de Rijssense jongens bij Broek Hen drik onder de kersenboom op de oude De venter pijnbank. Die van Deventer eisten laat in de middag de uitlevering van Berend met de Paardenvoet. Er was weer oorlog ergens in den lande Machthebbers waren met elkaar slaags ge raakt. Een vendel Hannoverse ruiters trok door Rijssen en eiste geld, kleren,spek en brood, en haver en hooi. De aanvoerder de ritmeester graaf von Bliek was een neef van de hoge Vrouwe van Bevervoorde. De burgemeesters stuurden hem naar het kas teel. Wanneer de Jonker van Bevervoorde heer van Rijssen was, zoals hij altijd ver telde, dan moest hij die Hannoveraren ook maar in de kost nemen voor één dag. Maar de Vrouwe van Bevervoorde klaagde tegen haar neef, dat zij zo veel te stellen had met burgers uit Deventer. Heel dood gewoon burgersvolk dat zich aanstelde als Jonkers en baronnen. En of Heer von Bliek deze lieden niet aan het verstand kon brengen, dat ze zo gauw mogelijk Rijssen moesten ver laten. Het was om een kleinigheid. Een schoelje van een beul was doodgebeten door een avonturier uit Goor, die zich te Rijssen ophield zonder daartoe gerechtigd te zijn. En heer Graaf von Bliek draaide zijn snor ren op en beloofde zijn lieve nicht nog den zelfden dag schoonschip te maken te Rijs sen. En dat niet alleen. Hij beloofde ook in de kortst mogelijke tijd, Rijssen van vreemd volk te zuiveren. Als het dan toch hetzelfde was smeekte de lieftallige feeks, of neef dan ook de twee boeven niet wilde meenemen, de oude en de jonge Rotte. En dat Rijssen een nieuwe stadsstier van Deventer kreeg. Want Rijssen was bekend om zijn mooie koeien. En de jaarmarkten bloeiden. Heer graaf von Bliek beloofde dit alles. Maar in de herenkamer zat Jonker Roelof van Langen en hij riep dreigend tegen de Loopschute als de smeerlap niet gauw verdwijnt dan slaan wij er hem uit. Dit was niet nodig, want met veel gedruis liep de ritmeester de brug over en regelrecht naar het raadhuis, waar hij zonder belet de raad kamer binnen liep en brulde, er uit! Deventer Jan Hagel! De Rijssense burge meesters stonden op en verklaarden dat zij de heren Tiggeler en Luibessem waren. Niets mee te maken! Brulde de Hannoveraar. Ik moet die van Deventer hebben. Die van Deventer protesteerden. De graaf von Bliek liep naar het raam en wees de heren dat protesteren niet hielp. De Hannoverse ruiters stonden in een krans te paard om het raadhuis en zij hadden maar een keuze. Zich zo gauw mogelijk reis vaardig te maken en in Deventer hooi en haver te verschaffen en de soldaten de vlees potten aan te wijzen, opdat deze toe konden tasten. De Deventernaren maakten zich snel reisvaardig en als troostprijs mochten zij de oude en Jonge Rotte meenemen. Nu daar hadden zij niet veel aan. Want die hoorden te Rijssen gestropt te worden. Voor hun vertrek spraken die van Deventer nog een hartig woord met die van Rijssen. Als het aan Deventer lag, dan zouden die van Rijs sen nog zand vreten van honger. Maar zo ver was het nog lang niet volgens burge meester Luibessem. Hij streek zich behage- lijk over zijn dikke buik toen de Deventerna ren de poort uitreden. Van Coeverden. Een vertrouwd Amsterdams beeld: het Leidseplein bij avond in de regen. Onder de facade van de Stadsschouwburg schuilt een groepje mensen en er wordt nog wat nagebabbeld over de voorstelling van zo even. Een fijne kans voor de gepolijste - aristocratische mevr. Seeteren-Hill om te proberen wat nieuwe relaties aan te kno pen, terwijl haar zoon George, schutterig en vergeefs naar een taxi zoekt. Ook prof. Higgins, gereputeerd spraakle- raar, staat erbij. Verknocht aan zijn vak is hij al prompt bezig uit al die dialecten om hem heen de kom-af van de mensen vast te stellen. Het blijkt telkens precies te kloppen, tot vermaak van een oud-colle ga van hem, kolonel Pickering, nét terug uit de West. Een bijzonder dankbaar object voor Hig gins professionele hobby is het onvervalst Amsterdams uitkraaiende bloemenmeisje, Elisa Doolittle! Groezelig en karikaturaal verflonst, maar oprecht en zonder scrupu les pakt ze de mensen aan om wat te ver kopen en wanneer ze hoort wie en wat die professor is en doet, gebruikt ze de flinke fooi die hij haar heeft gegeven om hem een paar dagen later - per taxi! - op te zoeken: Elisa wil ook beschaafd leren spreken! Natuurlijk ontketent Elisa, vooral tegen over de gechocqueerde huishoudster een re volutie in het deftige huis, maar de prof. ziet er een kans in en een verrassend „sluitstuk" van zijn carriere. Hij wedt met zijn vriend Pickering, dat hij binnen 3 maan den een dame van haar maakt: in spreek taal en omgangsvormen. De kwasi-veront ruste, bepaald niet geheel ongedistilleerde Jordaan-pa van Elisa wordt beloond voor zijn „bezorgdheid", omdat Elisa tijdelijk in het huis van de professor mag wonen, maar Higgins laat hem een lezing houden over het alcoholisme en daarvoor betaalt hij hem Voor Elisa breekt - nadat ze met de boender in het bad grondig gereinigd is een moeilijke tijd aan, maar ze vordert zienderogen. Ze blijkt intelligent en gevoelig en als het wat al te bar wordt - de pro fessor pakt haar rigoureus aan - heeft ze een uitlaatklep: haar harmonica. Ze gaat zienderogen vooruit en ze kruipt met groe iend plezier in de kleren en de nieuwe huid van het geciviliseerde meisje, tót ze op een tea bij de moeder van professor Higgins, in aanwezigheid van deftige gasten - een soort praktijk-examen voor het gemetamor foseerde bloemenmeisje - een bom laat bar sten door met één vraag terug te vallen in haar oude stijl: „Ben je belaaaaazerd?". Al bij al is Elisa geslaagd en Higgins' experiment dus ook; hij heeft zijn wedden schap gewonnen. Maar Elisa zelf? Die botst nu tegen haar grootste levensprobleem. Wat moet ze als beschaafd meisje verder doen? Ze..hoort niet meer bij haar oude Jordaanse wereldje en (nog) niet in een ander milieu. En boven dien: haar hartje is niet ongevoelig geble ven voor de man, die haar maakte, maar die zelf zo getrouwd is met z'n carriere, dat hij niets merkte. Ten einde raad vlucht Elisa naar Higgins' begrijpende moeder en daar vinden de problemen een oplossing. Van een huwelijk komt een huwelijk: Pa Doolittle, gereclasseerd en wel, zij het mét dorst, hertrouwt en Elisa krijgt de man die haar maakte: een echte professor. Binnen enkele weken hoopt de stichting „Club- en Buurthuiswerk Rijssen" haar werk zaamheden weer te beginnen. Voor verschil lende jongens en meisjes betekent dit nieu we begin een kans om hun vrije tijd op een nuttige manier gestalte te geven. Voor velen in onze Rijssense gemeenschap leeft het clubhuiswerk nog tenauwernood. Nog niet ieder is zich er van bewust, dat er tijdens de wintermaanden op verschillende plaatsen in Rijssen mogelijkheden zijn om de jeugd een goede vrijetijdsbesteding te geven. Ook zonder clubhuiswerk kan onze jeugd haar vrije tijd uiteraard wel zoek brengen. Er zijn legio georganiseerde aktiviteiten in onze plaats op het gebied van sport, spel, handenarbeid, zang, muziek enz. Ook ker kelijke verenigingen geven de jeugd een der gelijke kans. Het clubhuiswerk, wil dit georganiseerde jeugdwerk in geen enkel opzich concurrentie aandoen en het is er stellig niet op uit om alle jongeren een nieuwe vorm van vrije tijdsbesteding te geven. Het clubhuiswerk wil echter de jongens en meisjes, die zich in verenigingen en dergelijke niet thuis voelen, n mogelijkheid bieden om hun vrije itjd een andere vorm te geven dan de gevierde straatslenterij in Rijssen. Daarom begint de stichting ieder jaar weer opnieuw, vaak voor geheel nieuwe groepen van jongeren en daarom willen de leiders en leidsters opnieuw pro beren om, samen met deze jongens en meis jes, iets positiefs tot stand te brengen. Voor het komend seizoen hebben onze jon gens en meisjes de keus uit verschillende clubs: HANDWERKEN, HANDENARBEID HOUTBEWERKING, LEKESPEL, ZANG, TE KENEN en SCHILDEREN, RADIOBOUW, TAFELTENNIS, enz. Bovendien is het de stellige bedoeling van de stichting om op de zaterdagavonden voor de ouderen onder de jongens en meisjes weer een INSTUIF te organiseren. Voor al deze clubs is er gelegenheid tot aanmelding op ZATERDAG 14 OKTOBER a-s„ 's middags van DRIE tot VIER uur in de SCHILDSCHOOL. Jongens en meisjes, vanaf 8 jaar, zijn dan hartelijk welkom en de ouders nodigen wij gaarna uit straks eens te gaan kijken op verschillende clubs. Misschien gaat u dan nu al eens met uw zoon of dochter praten over het clubwerk? We twijfelen er niet aan, dat iedere jongere wel weer iets van zijn of haar gading zal vinden. Over de opening van het seizoen, met een gezamenlijke instuifmiddag en-avond, volgen nog nadere berichten. Misschien zal de niet-ingewijde zich bij het zien van deze film verbazen over de zeer vriendschappelijke omgang tussen de commissaris van politie en de onderwereld. Iedere rechercheur zal evenwel erkennen, dat zijn populariteit bij de onderwereld van groot belang kan zijn voor het verkrijgen van aanwijzingen bij het oplossen van moord zaken en zedendelicten, welke misdaden ook buiten de - overigens zeer ruime - erecode van de onderwereld vallen. De toestanden, die in deze film geschetst worden, berusten derhalve op ware gegevens uit de politie archieven van Berlijn. Alarm in een wereldstad! Postbeambten zijn overvallen! Twee bandieten worden ge arresteerd, een derde is voortvluchtig met 12.000 gulden. Een der beambten sterft aan zijn verwondingen. Commissaris Dennert krijgt de zaak toegewezen. Voor hem is het slechts een van de kleinere gevallen. De zaak tégen de onvindbare vrouwenmoorde naar, die reeds vijfmaal heeft toegeslagen, is heel wat ingewikkelder. De postroof is spoedig opgehelderd, want alleen Willy Goe de, een goede bekende van de politie, kan zo roekeloos rijden als de bestuurder van de motor met zijspan heeft gedaan. Een be zoek aan Willy brengt al spoedig verrassen de feiten aan het licht. Als nu het geld nog gevonden kan worden Dat geld blijft zoek. Het intrigeert com missaris Dennert, dat die aalgladde meneer Schmitz, die hij op het bureau ontbood als getuige in de zaak van de vrouwenmoorde naar, enkele dagen na de postroof een le vensverzekering heeft afgesloten van 12.000 gulden, precies het bedrag dat verdwenen is. Is het toeval, of is hij betrokken bij de overval? Of is toch Dennerts vermoeden juist, dat de verklaringen van de heer Schmitz inzake zijn oponthoud in de buurt van de laatste moord, te steekhoudend zijn, al lijken zij door getuigenverklaringen af doende bevestigd? Op dat moment valt voor commissaris Dennert de grote slag. Hij wordt gepensioneerd, weliswaar met uitbun dige dank voor de bewezen diensten, maar gepensioneerd...op non-actief, terwijl de stad in voortdurende angst leeft voor meer slacht offers. Daar komt nog bij, dat commissaris Dennert de zaak van zijn leven nu moet overdragen aan zijn eerzuchtige opvolger, Dr. Schreiber, die naar zijn gevoel te wei nig inzicht heeft in de situatie en al spoe dig in de verkeerde richting zoekt. Daarom neemt Dennert een kloek besluit. Als privé-detective zal hij proberen deze zaak op te lossen, hoewel door het ontbre ken van officiële steun, de moeilijkheden slechts groter worden. Zijn talrijke vrien den in de onderwereld staan hem trouw ter zijde maar meer en meer komt Dennert tot de overtuiging, dat hij hier te doen heeft met een buitenstaander. Toch Schmitz? Als de man van huis is, doet hij zich voor als textielhandelaaren gaat eens praten met zijn moeder. Haar verklaringen en die van haar zoon kloppen niet. Dus toch? Nog kras ser pakt Dennert de zaak aan. Hij wacht op een gunstige gelegenheid om huiszoeking te doen maar hij wordt daarbij door de po litie verrast. Dit brengt zijn zoon, die ook rechercheur is, in een moeilijk parket. Zo ver, dat hij zijn vader achter slot en grendel zet, wil deze echter niet gaan. Ijverig speurt Den nert verder, ondanks het ambtelijk gedrag van zijn zoon. Tussen beide mannen is on enigheid ontstaan sinds Dennert Jr. in ge zelschap verkeert van Ursula Brandt, de vroegere verloofde van Willy Goede. Na een hevige ruzie is het meisje het huis van Dennert ontvlucht en bijna was zij het vol gende slachtoffer van de moordenaar. Den nert Jr. was haar evenwel gevolgd en hoe wel hij de man niet heeft kunnen arreste ren is door zijn komst Ursula het leven ge red. Ursula is de enige die de man zal kun nen identificeren en een gelukkig toeval komt daarbij Dennert Jr. te hulp. De heer Schmitz heeft de dochter gered van de ca féhouder Kleine Mug, een lid van het on derwereld-gilde. Zijn foto komt in de krant en Ursula herkent in Schmitz de man, dié haar naar het leven stond. Schmitz heeft dat vermoed en heeft de wijk genomen. De politie ontplooit een enorme activiteit maai er is één man, die zijn verblijfplaats ont dekt, de oude Dennert. Hij stelt zijn zoon op de hoogte, maar nog geeft de moorde naar zich niet gewonnen. Gewapend met een paar handgranaten verschuilt hij zich in een kleuterschool, waar de politie, die nu weet met een psychopaat te doen te hebben, hem niet kan bereiken omdat hij in staat moet worden geacht zichzelf mét de kinderen door middel van handgranaten om het leven te brengen. Dennert Sr. neemt nu de gevaarlijke taak op zich de redeloze tot rede te brengen. Reeds heeft Schmitz één handgranaat naar de politie geworpen en hij bezit er twee. Commissaris Dennert begint dan te spreken en hij weet hoe hij het hart van de moor denaar moet raken. Intussen begeeft zijn zoon zich met assistentie achterom en for ceert een deur om bij de man te komen. Deze, ziende dat zijn spel uit is, werpt zijn laatste handgranaat in Dennerts richting. Gewond wordt de6'commissaris weggedragen terwijl zijn zoon de misdadiger overmees tert. Advertentie Het bijzonder kind weer in Rijssen. Het Haags Jeugdtoneel dat al vele jaren in Rijs sen komt, komt op zaterdag 21 oktober a.s. in het Parkgebouw met het nieuwe kinder- toneelstuk „Dik Trom en zijn aap". Alle bekende en nieuwe figuren o.a. Kapper Wip en Bruin Boon komen op het toneel. De kinderen kunnen er verzekerd van zijn, dat zij ook deze keer weer flink kunnen lachen. Want Dik is toch een bijzonder kind en dat is ie

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 5