FILM-nieuws
UNICEF hielp veel
uit de wereld
leed
DE JONKER VAN DE GRIMBERG ZET
EEN STREEP ONDER HET VERLEDEN
VRIJWILLIG GOEDKOPER DAN
DIENSTPLICHTIG SOLDAAT
Afscheid van de wolken
Lafy Chatteley's minnaar
Er waren echter nog
omvangrijke taken
EXCELSIOR
Spit,Spierpijn
Pracht honden
R.V. won van AZC(ZwoIle)
R.V. tegen Duits elftal
Vrijdag L8 augustus 1961
WEEKBLAD VOOR RIJSSEN
Pagina 3
Vrijdag en zaterdag
Woensdag de film
Unifes-jes in
voedings
problemen op
t;i
een school te
Addis-Abeba
in Ethiopië.
De geldmiddelen van Unicef
'eUr Uameiai-Gelei
russen huiten de wallen
Vreemde dingen stonden er te gebeuren
op de Grimberg. Het was herfst 1550. De
Jonker van de Grimberg was naar een
jachtpartij geweest op het landgoed Wele-
veld in Zenderen. De heer van Weleveld had
zes knappe dochters, waar hij zo geen weg
mee wist. Natuurlijk er waren jonkers ge
noeg. Maar aan bijna alle mankeerde wat
aan. De oude heer van Weleveld zat op
een avond aan het haardvuur en dacht diep
en lang na. Hij begon te Almelo van daar
naar Rijssen. Dan naar Goor. Vervolgens
overzag hij het schout Ambt Delden. Het
rechterambt van Borne en van Ootmarsum.
En ging de huizen na waarop edelen woon
den. Ging na of er geld zat of niet, en of
de jonkers van ordentelijken huize waren.
Het kwam natuurlijk bij de goede man
niet op, of de jonkers zijn dochters wilden
hebben. Die konden dan wel knap zijn.
Maar het spreekwoord zegt. Er is geen hond
zo zwart of er is nog wit aan. Zo was het
ook hier de heer van Weleveld was een bij
zonder welgesteld, maar ook een zeer ei
gengereid heer.
In Rijssen had hij aanvankelijk twee jon
kers op het oog, die een goede partij zou
den zijn voor twee zijner dochters. De jon
ker van Langen die van de tip hoorde die hem
gegeven werd, antwoordde, dat hij zich net
zo lief dood schoot dan met'n van de furieuze
freules van Weleveld te trouwen. De jonker
van de Grimberg, die een heel avontuur
lijk leven achter de rug had, en door een
nicht van de freules van Weleveld in de
steek was gelaten, besloot de uitnodiging
voor een driedaagse jachtpartij aan te
nemen. Dat kostte natuurlijk dagen van voor
bereiding. Berend de opperhuisknecht moest
met Stoffer de koetsier alle zakenlui in
Rijssen afklepperen. Bij de een kon je kogel
kopen, bij een ander kruit. Ze moesten bij
de kleermaker en bij de zadelmaker zijn.
Waar Stoffer fluisterde tegen de zakenre
laties, dat meneer de jonker, op de vrouwen
jacht wilde. Dat was ook veel beter zo, een
flinke huisvrouw moest er zijn op de Grim
berg. Al deze praat zou Stoffer later nog
opbreken. Want de Oelenwapper, een koopman
in ellewaren, die te Rijssen een goed be
klante zaak hield, had op Weleveld, toen hij
daar handelde, zich laten ontvallen, dat
de jonker van de Grimberg een oogje had op
een der freules. En dit had de Rijssener
koopman geen windeieren gelegd. De freu
les hadden met het oog op vaders jacht
partij nogal een en ander aangeschaft. Maar
hij had ook verteld dat Stoffer dit verteld
had. En nu was het dan zover. Het huis
personeel sloofde zich uit, om het de jonker
van de Grimberg naar de zin te maken. En
goed gemutst reed deze op een morgen
achter in oktober de slotbrug over. Onder
de rook van Borne woonde een oude jon
ker Rammelman genaamd. Hij woonde op
komen wonen. De jonker van Langen
een klein buiten. Hij had met een onge
trouwde zuster geleefd, en daar was nu de
juffer Machteld van Langen als huishoudster
van de Bevervoorde had het laten afweten.
Ondanks dat de Oelenwapper hem nog geani
meerd had te gaan. Nee, zij konden de
jonker van Langen nog meer vertellen. Hij
was een leenman van de keizer en diens
kastelein. Weleveld was hem niet voornaam
genoeg. En de Rijssenaren gaven hem groot-
gelijk. Wat zouden zij anders doen? De
Grimberg lag een eind buiten Rijssen, maai
de Oosterhof, en vooral de Bevervoorde, die
lag in de stadsvrijheid.
Dit waren allemaal dingen van den dag
die de heer van de Grimberg bij zich zelf
dacht, terwijl hij rustig te paard rijdende van
Wierden naar Almelo reed. Het was er
druk op het Weleveld. Maar toch had de
jonker van Langen gelijk gehad. Het was
op Weleveld mooi, en de dochters waren
knap. Maar jonker Peter van de Grim
berg, ging de tweede dag al weg. Hij had
vaak misgeschoten, en hij verbeeldde zich
dat de freules hem hadden uitgelachen. En
dat stak hem geweldig. Het aandringen van
de heer van Weleveld had geen succes.
Hij had ook geen zin om dadelijk naar
huis te rijden en besloot een neef in de
contrijen van Delden op te zoeken. Ech
ter een fikse najaarsbui deed hem vluchten
in het optrekje van de heer Rammelman.
En daar stond voor hem juffer Machteld
van Langen. Stralend als steeds zag zij er
uit. De oude heer Ramnv nan was naar
Borne en werd daar opgehouden door de
zelfde bui. Wat er is voorgevallen in het
optrekje tijdens het schuilen van jon
ker Peter weten wij niet. Maar de knappe
freules van Weleveld, noemden hem weldra
een engerd. En de oude jonker vond ook
dat de uitnodiging op de jachtpartij geen
succes was geworden. De eerste die te Rijs
sen zijn maatregelen nam was de Oelen-
Een piloot in de handelsluchtvaart, Peter
van Houten (O.W. Fischer), ontsnapt op het
laatste moment aan de dood door het exe-
cutiepeleton. De overwinnende opstandelingen
van de Zuidamerikaanse eiland-republiek San
to Quino hadden hem ter dood veroordeeld
omdat in zijn vliegtuig - zij het buiten zijn
weten - de goudschat bleek te zitten, waar
mee de ten val gebrachte generaal Cordobas
(Leon Askin) zich buiten de grenzen in vei
ligheid wilde stellen, maar op het laatste
ogenblik blijkt dat het vliegtuig van „de vlie
gende Hollander" niet alleen het goud en
het geld van de weggejaagde machthebber,
maar bovendien peniciline bevat, die duizen
den van de rebellen het leven heeft gered.
En daaraan dankt Peter van Houten, de
eeuwige vagebond, zijn leven en zijn vrij
heid. Vrijheid? Het komt er op neer dat de
nieuwe heren van Santo Quino geen prijs
meer stellen op zijn aanwezigheid. Dus wordt
hij onder dankzegging op de meest moderne
wijze verbannen: een jager van de opstan
delingen dwingt een viermotorig passagiers
vliegtuig van de „Aerovia Internacionales"
tot landen - het vliegtuig is op weg van
Mexico City naar Madrid en gezagvoerder
Pink Roberti (Peter van Eyck) moet maar
zien wat hij met zijn gedwongen en gratis
passagier verder doet. „Wat ons betreft mag
U hem ook in de Oceaan gooien", is het
cynische commentaar van de rebellen
aanvoerder
Voorlopig is de onverschillige en vrijge
vochten Peter van Houten niet bepaald re-
cu in het uiteraard bijzonder gemengde ge
zelschap passagiers in het vliegtuig; met
zijn baard van een paar weken ziet hij er
weinig „salonfahig" uit en zijn bijtende iro
nie tegenover de dames is allerminst char
mant. Alleen Carla (Sonja Ziemann), het
schattige stewardesje, heeft wel enige be
langstelling voor de nieuwe, zonderlinge gast
en dat vindt commodore Roberti maar ma
tig, want hij is verliefd op Carla, in welke
genegenheid zijn tweede piloot Richard Mar
shall (Horst Frank) zijn rivaal is. Carla
balanceert zo tactisch mogelijk tussen bei
de mannen, die ze beslist niet tegen elkaar
wil opzetten.
De passagiers vormen een bont gezel
schap uit aller heren landen, mensen van al
lerlei aard en karaktex-, tijdelijk verenigd
tijdens hun vlucht boven de oceaan, die in
Madrid weer uit elkander gaan.
Daar is de nogal extravangante en geëx
alteerde dame met aristocratische allure, die
zich gravin Colmar (Linda Chx-istian) noemt,
alsmede een kennelijk niet zo héél gelukkig
echtpaar dat voortdurend ruzie heeft, daar is
een beminnelijke en bejaarde hoogleraar en
de jeugdige vioolvii'tuoos Mischa Comperz
(Christian Wolff), die gaat concerteren in
Madrid,- daar is de jonge bekoorlijke Spaanse
Stella Valencias (Chariklia Baxevanos), een
nachtclub-zangeresje en een jeugdige Fran-
caise in positie, die elk ogenblik ogenblik
.haar kindje kan verwachten, daar zitten
twee verwoede schakers die alleen oog heb
ben voor hun stukken, een drietal geestelij
ken van verschillende confessie en niet ten
laatste een mystex-ieuze zieke, wiens arts,
dr. Quartz (Paul Dahlke), nauwelijks van
zijn zijde wijkt. Zoveel mensen, zoveel nood
lotten en daar hoog boven de Oceaan, tus
sen Mexico en Madrid voltrekt zich een dra
ma van menselijke hartstochten.
Sir Clifford Chatterley is invalide uit de
oorlog teruggekeerd en daardoor niet meer in
staat zijn vrouw Constance een evenwichtig
huwelijksleven te geven. Constance blijf' ech
ter toegewijd aan de zijde van haar echtge
noot.
Sir Clifford, in vele opzichten een briljant
man, zoekt in verstandelijk redeneren en de
wijsheid die met de jaren komt, zich vrij te
maken van kleine gevoelens van benepen
jaloezie, en daarentegen de grote dingen in
het oog te houden. Een van die grote dingen
is voor hem het voortleven van zijn geslacht
hij verlangt vurig naar een stamhouder. En
zo komt hij ertoe Constance aan te moei-
gen tot een voorbijgaand avontuur in de
hoop dat zij een kind ter wei-eld zal bren
gen, dat hij dan wil opvoeden tot een echte
Chatterley. Dit voorstel brengt Constance uit
haar evenwicht. Het toeval en de komst van
een nieuwe jachtopziener, Mellors, werken
een dramatische ontwikkeling in de hand.
Mellors, die in de oorlog tot officier was opge
klommen, heeft na de oorlog moeite gehad
zich weer bij de maatschappij aan te pas
sen en gaat op in de eenzaamheid van de
bossen. Constance komt onder de indruk
van zijn nxstige simpele waardigheid. On
weerstaanbaar voelen de twee eenzamen zich
tot elkaar aangetrokken.
Bi^ Mellors krijgt voor. Constance het le
ven weer een nieuwe zin en steeds meer
voelt ?ij zich los geraken van haar oude
omgeving. Dit wordt in de hand gewerkt
door de komst van Madame Bolton, die Sir
Cliffords vei'pleging overneemt.
Constance's zuster Hilda weet echter door
te zetten, dat Constance met haar een reis
naar Venetië zal maken. Hilda hoopt, dat
dit Constance van de „invloed" van Mellors
zal bevrijden, en Sir Clifford die zich van
het geval-Mellors niet bewust is, moedigt het
plan aan in de hoop dat Constance ginds
een man zal ontmoeten, waardig hem zijn
erfgenaam te schenken.
Als Mellors van Constance hoort, dat zij op
reis gaat en dat Sir Clifford van haar een
stamhouder verwacht, wordt hij argwanend..
hij vraagt zich af of deze adelijke lieden
hem „gebruikt" hebben, en hij wijst Con
stance in een vlaag van drift de deur.
In het dorp is er intussen iets van de vex'-
houding tussen de Lady en de jachtopzie
ner uitgelekt en er wordt druk over gepraat.
Mellors vroegere vrouw wakkert het schan
daal aan. Om de „lastex-praatje-" de kop in
te drukken ontslaat Sir Clifford de jachtop
ziener en stuurt Constance bericht, dat zij
direct terug moet komen.
wapper. De koopman glad als een aal stapte,
met de pak naar Boime. En juffer Machteld
van Langen deed een voordelige handel met
hem. Oelenwapper dacht bij zich zelf. als
je straks maar Vrouwe van de Grimberg
bent, dan haal ik de fok wel aan. Er wa
ren nog meer vreselijke dingen gebeurd. Op
een koude december morgen, hing in de
lindeboom bij de oude kex'ktoren te Rijssen
het verstijfde lichaam van de Tip Kop.
Voor hij zich had opgehangen, had hij
zijn uiterste wil bij de nieuwe Rijssener
notaris Snuffel gedeponeerd. Daarna was hij
naar de baardscheerder de Schraper ge
gaan. Ik wil mij ophangen had hij daar ver
teld. Maar eerst scheren, had hij gecomman
deerd. Want ik wil er fatsoenlijk bij hangen.
De Rijssenaren hadden er om gelachen.
Maar de volgende morgen verloor de kos
ter van schrik zijn spraak toen hij een
deftige heer in de lindeboom zag hangen
met hoed en al op. Daar hij niet dadelijk
hulp kon roepen, de schi'ik was hem op de
stembanden geslagen, begon hij de noodklok
te luiden. Van alle kanten kwamen de Rijs
senaren aan stormen. Eix daar zagen zij de
Tip, al helemaal stijf. Nog groter werd de
verbazing, toen in het bijzijn van de
schout, notaris Snuffel het testament van
de Tip opende. Juffer Machteld van Lan
gen was de universele erfgename.
Het mens was er eerst kapot van toen zij
het hoorde. Maar jonker Peter van de Grim
berg schonk zich na het horen van de treu
rige mare een flink glas wijn in, dronk het
in een teug leeg en schonk weer in, en
dacht bij zich zelf, zo volgt de een de an
der. Hij ging naar zijn aanstaande en riep
liefste wij gaan trouwen. Ik laat de Grimberg
verbouwen. Maar juffer Machteld sprak. Pe
ter dat geld brengt ongeluk over de Grim
berg! Ach wat! riep Peter, wij behoren nu
tot de rijke adel. De Rijssener timmerlie
den en metselaars werkten 'n jaar lang aan
de verfraaiing van het kasteel maar juf
fer Machteld, dacht bij zichzelf, dat gaat
nooit goed. Het huis kwam gereed. En een
kostbare bruiloft kwam er, een trouwfeest
waar men nog jaren over praten zou. De
adel vierde feest op het kasteel en het volk
van Rijssen werd gul onthaald.
De Oelenwapper maakte een gedicht op
het jonge paar op de Grimberg. Er kwa
men jaren van voorspoed. Er werden op
de Grimberg zonen en dochteren geboi'en.
En het personeel zegende de dag, dat
juffer Machteld van Langen, Vrouwe van de
Grimberg was geworden. Maar steeds dacht
de Vrouwe van de Grimberg aan het uur
der wrake, dat zou komen. Kort na haar
trouwen had zij een vx-eselijke droom ge
had. Haar huis verbrand, haar kinde
ren dood.
Die droom zou haar haar hele leven bij
blijven en pas dertig jaar later in ver
vulling' gaan. Het eerste noodlots bericht
kwam toen de dei'de zoon in Frankrijk was
gesneuveld. Een paar jaar later sneuvelde de
tweede zoon bij Heiligerlee.
I - A '?V' h A
■MB
Toen kwam het beruchte jaar dat de
Spanjaarden te Rijssen kwamen. De oudste
jonker Johan van de Grimberg, was over
ste in het leger van de prins van Oranje.
Hem, konden de Spanjaarden niet te pak
ken krijgen. De reeds bejaarde heer
en Vrouwe van de Grimberg hadden de vlucht
genomen voor de naderende vijand. En in het
Bentheimse in een kasteelachtige boei'derij,
stiei'f juffer Machteld van Langen. Haar
droom was uitgekomen. Twee zonen in het
gi-af vier van huis en hof in den vreemde
begraven. En van het ti'otse kasteel de Grim
berg bleef geen steen op de ander. Maar op
wraak volgde weer wraak. De oudste jonker,
de overste streed met leeuwen moed om de
Spanjaarden uit het land te boezeroenen. De
Spaanse koning liet beslag leggen op zijn
goederen. Maar schrijft de ontvanger van
de koning de opbrengst van de Grimberg is
nihil. Met wisselend geluk streed en Johan
van Voorst kreeg de Grimberg terug.
De oude Oelenwapper was het hagje ex-
bij ingeschoten. Hij was ook de zaak van
de prins van Ox-anje toegedaan. Hij had het
moeten aanzien dat de vijand zijn huis aan
stak en toen zette men hem voor een schut
ting. En de bevelvoerende officier zette hem
voor het vuurpeleton. De vraag werd hem
gesteld of hij wilde blijven leven. Dan moest
hij leve de koning roepen. Helder en dui
delijk dat men het ver in de omtrek kon
horen, riep hij Oranje boven! Het vuurpeleton
deed zijn plicht en de Oelenwapper was niet
meer. Hij was gelijk een held in het harnas
gestorven. Zo was Rijssen in de tachtigja
rige oorlog. En nog was het het einde niet.
In 1581 zien wij de heer van de Grimberg
helpen stormen tegen Goor. Hij werd door
de vijand gegx-epen en 'gevangen gezet met
anderen op het kasteel Bijenenbeek aan de
Maas. Maar voor de Rijssenaar was er geen
houden meer aan. Jonge Rijssenaren naxnen
dienst in het leger van de Ox-anj's. En twee
Rijssenaren Bats en Naads waren er bij toen
de Spaanse Veldheer Maarten Schenk ge
grepen werd, dat bracht in zover verade
ming dat de heer van de Grimberg niet
alleen zijn vrijheid maar ook zijn goederen
terug kreeg. VAN COEVORDEN.
Advertentie
Misschien duizelt het U een heetje als
TJ al die namen en afkortingen leest van
internationale organisaties en verdragen
van E.E.G., O.E.E.S., I.L.O., W.H.O. enz.,
maar hopelijk weet U, dat UNICEF de naam
is van het Kinderfonds van de Verenigde
Naties (United Nations Children's Fund) en
hebt U althans een vaag idee van het werk
en de betekenis van die organisatie.
Omdat dit idee inderdaad bij de meeste
mensen maar vaag is en omdat UNICEF
ontzaglijk belangrijk werk voor moeder en
kind doet op een breed internationaal ter
rein, willen we over deze organisatie ditmaal
graag iets meer vertellen.
Er zijn op het ogenblik ongeveer een mil
jard kinderen (1000 miljoen!) in de wereld
en elke seconde komen er drie bij. Ongeveer
driekwart van die kinderen, zo'n 750 miljoen
dus, leeft in de minder ontwikkelde gebieden,
waar het inkomen per hoofd der bevolking
minder is dan 400 gulden per jaar. De mees
te van die kinderen hebben xxiet voldoende
voedsel, kleding, onderdak en bescherming
tegen ziekten. De kindersterfte is in vele ge
bieden groot en medische zorg is dikwijls
vrijwel of geheel afwezig. Ziekte en onder
voeding benemen vele kinderen het leven voor
hun eerste verjaax-dag: van de 1200 miljoen
babies, die sinds 1946 werden geboren, heb
ben 200 miljoen nooit de leeftijd van één
jaar bereikt!
Met de bedoeling, verbetering in het lot
van de kinderen te brengen verleent UNICEF
hulp in die minder-ontwikkelde landen, waar
van de regeringen erom vragen en bereid
zijn tot medewex-king door het ter beschik
king stellen van personeel, materialen, enz.
tot een waarde die tenminste gelijk is aan
cle bijdrage van UNICEF. Die bijdrage van
het Kinderfonds kan zijn, dat de uitrusting
wordt geleverd voor gezondheidscentra voor
moeder en kind, pompen en boren om on
besmet water te kunnen verkrijgen, zuivel-
installaties, medicijnen, vitaminen, hulp bij
de opvoeding van bevolkingsgroepen om tot
beter voeding te komen, enz.
Vooral die opvoeding tot het zelf-doen is
belangrijk; UNICEF wil ertoe bijdragen, dat
de volkeren in de mixxder-ontwikkelde landen
zelf de zorg voor moeder en kind op een
hoger plan brengen. Omdat alle kinderen
in de wex'eld recht hebbexx op een leven dat
vrij is van ziekte en honger, wordt de hulp
van UNICEF gegeven zonder acht te
slaan op politieke richting, geloof, ras of
xxationaliteit.
Het Wereld-Kinderfonds, dat tot zijn zegen
rijke activiteiten in staat wordt gesteld
door bijdragen van regeringen, verenigingen
en particulieren, werkt nauw samen met
andere internationale organisaties van dé
Verenigde Naties, zoals de Wereld-Gezond
heidsorganisatie, de Wereld-Voedsel en Land
bouworganisatie, UNESCO, enz. Een zestig
tal vrijwillige agentschappen en negentien
nationale comité's in verschillende delen van
de wereld helpen UNICEF door het publiek
in te lichten over zijn werkzaamheden, door
gelden in te zamelen of door regeringen bij
te staan in de uitvoering van plannen, die
met hulp van UNICEF werden opgesteld.
Ook ixi Nederland is er zulk een instantie:
het Nederlands Comité UNICEF, Molen
straat 15 A, Den Haag, waarvan we voor
alle zekerheid ook het postgiro nummer,
7515, maar vermelden je kunt nooit we
ten!
Van welke omvang het werk van UNICEF
is, moge blijken uit enkele cijfers. Op het
ogenblik helpt het Kinderfonds bij de uit
voering van circa 400 projecten op het ge
bied van de Kinderzorg in 111 verschillende
landen en gebieden. Als aanvulling op zijn
programma's voor het verstrekken van voed
sel in de vorxxx van melkpoeder, heeft UNICEF
voldoende fondsen toegewezen voor de in
richting van 193 fabrieken in 34 landen
voor het pasteuriseren van melk of het ver
vaardigen van melkpoeder of voor het conser
veren van voedingsmiddelen, die rijk zijn aan
eiwitten, zoals extract van sojabonen, pin
da's of vismeel. Het Kinderfonds helpt voorts
onder andere bij de voedingsvoorlichting
velen komen tekort uit onwetendheid! bij
voorbeeld door lesxnateriaal ter beschikking
te stellen, schooltuinen in te richten en de
teelt te bevorderen van pluimvee, kleine
dieren en vis. De helft van de geldmiddelen
van UNICEF wordt op het ogenblik besteed
aan de strijd tegen ziekten, waaraan kin
deren in de minderontwikkelde landen zo
gemakkelijk ten prooi vallexi, zoals melaats
heid, framboesia, malaria, trachoom, tuber
culose enz., ziekten waaraan letterlijk hon
derden miljoenen mensen lijden.
Wij deden maar een greep uit het vele
werk, dat UNICEF verricht. Het Wereld-
Kinderfonds heeft sinds zijn oprichting in
1946 buitengewoon veel leed verzacht of ge
heel uit de wex-eld geholpen, het heeft in
belangrijke mate bijgedragen tot verbete
ring van de positie van moeder en kind,
maar alles wat het deed is nog slechts een
fractie van wat gedaan moet worden. Met
een budget van nog» geen negentig miljoen
gulden per jaar (dat is nog geen driehon
derdste gedeelte van wat de Nederlanders
tezamen per jaar verdienen) verricht UNICEF
nu reeds wondex-en: bijna 55 miljoen moeders
en kinderen ontvingen op enigerlei wijze hulp
van het fonds. Het is begrijpelijk, dat UNI
CEF hoopt in de toekomst over ruimere
geldmiddelen te beschikken, door vergroting
van de bijdragen van de regeringen, zowel
als door ruimere steun van particulieren.
Het fonds zal zijn zegenrijke activiteiten dan
nog verder kunnen uitstrekken.
Voor zaterdag a.s. speelt Excelsior haar
tweede oefenwedstx-ijd en wel tegen Nijver-
dal.
Gezien het behoorlijke veldspel van zater
dag jl. kan een interessante wedstrijd wor
den verwacht.
De roodwitten zijn momenteel volop in
tx-aining en ongetwijfeld zal trainer Halle
hen behoorlijk op deze wedstrijd geconcen
treerd hebben.
De wedstrijd vangt aan om zes uur, ter
wijl voordien diverse jeugd- en seniorenwed
strijden op het programma staan. Dit pro
gramma luidt alsvolgt:
Excelsior I - Nijverdal I 6 uur.
Excelsior II - Sp. Rijssen 4 uur.
Excelsior III - Sp. Rijssen II 2.15 uur
Excelsior IV - Sp. Rijssen III 2.15 uur
Excelsior V - 'Hulz. Boys III 4 uur.
Excelsior A - Sp. Rijssen A.
en reumatische pijnen
wrijft U eveneens weg met
Advertentie
Het is de Hamamelis die 't 'm doet
Zondag j.l. speelde het le elftal van Rijs
sen Vooruit een wedstx'ijd tegen de 3e klasser
A.Z.C. uit Zwolle.
In een aan beide zijden goed gespeelde wed
strijd wist R.V. met 4-3 te winnen door 3
doelpunten van G. v.d. Maat en door 1 van
Ligtenberg.
Op zaterdag 19 augustus komt een jeugd-
elftal van S.V.'04 uit Boclxum Langendreer
op bezoek bij Rijssexx Vooruit, voor een wed
strijd tegen het le elftal van R.V.
De matsch vangt aan om 4 uur en de
opstelling van R.V. 1 is als volgt:
doel: Theijink. achter Kamphuis en Schreurs
Voor: B. Mulder, H. Mulder, Kwintenberg.
Midden: Ligtenberg, v.d. Maat, B. Zw "erink,
W. Maatman, H. Maatman.
Gezien de resultaten bij vorige ontmoetin
gen met S.V. '04 zal R.V. alles op alles moe
ten zetten om tot een overwinning c.q. een
gelijk spel te kunnen komen.
(Van een medewerker)
Onlangs is het Departement van Defensie
begonnen met de extra werving van beroeps-
personeel. Een werving, die mede ten doel
heeft om tot verkorting van de diensttijd
te komen. Doch alleen al voor de landmacht
is dan het formidabele aantal van 10.000 vrij
willigers nodig.
Nu verscheen onlangs in de Militaire Spec
tator een artikel over de hoge kosten van
de moderne schietopleiding. En uit dit arti
kel blijkt zonneklaar hoe duur het al maar
opleiden van te grote aantallen dienstplichti
gen is.
De schietopleiding met het moderne draad-
geleide antitank projectiel bijv. eist na
grondige voorbereiding met goedkope hulp
middelen, dat 16 schoten met het werkelijke
oorlogsprojectiel door de betrokken soldaat
worden afgevuurd. Zijn geoefendheid onder
houdt hij dan door het afvuren van 2 schoten
(a 2000 per stuk) per half jaar. Over 18
maanden diensttijd is dat dus 36000.
Bij een vrijwilliger, die vier en een half.
jaar dient kost deze opleiding dus onder
houd van de schietvaardigheid 48000. In de
zelfde tijd kosten de benodigde drie dienst
plichtige opleidingen 108.000. Nemen we
verder aan dat een vrijwilliger per jaar f 3000
duurder is dan een dienstplichtige, dan blijft
er toch nog een batig saldo over van 46.500.
Dergelijke berekeningen zou men ook kun
nen opzetten voor 't bedienen van dure tanks,
radarapparaten enz.
Al met a lvoldoende redenen om op succes
te hopen bij de wervingsactie.
Nu is het merkwaardige, dat er velen zijn
die niet veel vertrouwen hebben in de re
sultaten van de wervingsactie door de krap
pe arbeidsmarkt en de instelling van ons
volk tegenover defensie. Ixx ons omringende
landen had men met dezelfde moeilijkheden
te kampen doch niettemin zijn opmerkelijke
resultaten bereikt. De bereikte successen, me
de door voorwaarden waar dé leiding zelf
vertrouwen in had, stimuleerden de werving
weer. Zo ontstond een goed werkklimaat en
ontkwam men aan de vicieuze cirkel van te
korten en alle daaraan verbonden moeilijkhe
den, die de werving benadelen.
Bovendien is de defensie, vooral ook psy
chologisch en technisch een zo belangrijke
taak, dat men een zo groot mogelijke positie
ve aanvaarding alleen redelijke resultaten zijn
te bereiken. Het wordt tijd, dat regering en
volksvertegenwoordiging gaan inzien, dat men
met half werk, waar men zelf niet in ge
looft, niet uit de moeilijkheden komt.