FILM-nieuws UNICEF hielp veel uit de wereld leed DE JONKER VAN DE GRIMBERG ZET EEN STREEP ONDER HET VERLEDEN VRIJWILLIG GOEDKOPER DAN DIENSTPLICHTIG SOLDAAT Afscheid van de wolken Lafy Chatteley's minnaar Er waren echter nog omvangrijke taken EXCELSIOR Spit,Spierpijn Pracht honden R.V. won van AZC(ZwoIle) R.V. tegen Duits elftal Vrijdag L8 augustus 1961 WEEKBLAD VOOR RIJSSEN Pagina 3 Vrijdag en zaterdag Woensdag de film Unifes-jes in voedings problemen op t;i een school te Addis-Abeba in Ethiopië. De geldmiddelen van Unicef 'eUr Uameiai-Gelei russen huiten de wallen Vreemde dingen stonden er te gebeuren op de Grimberg. Het was herfst 1550. De Jonker van de Grimberg was naar een jachtpartij geweest op het landgoed Wele- veld in Zenderen. De heer van Weleveld had zes knappe dochters, waar hij zo geen weg mee wist. Natuurlijk er waren jonkers ge noeg. Maar aan bijna alle mankeerde wat aan. De oude heer van Weleveld zat op een avond aan het haardvuur en dacht diep en lang na. Hij begon te Almelo van daar naar Rijssen. Dan naar Goor. Vervolgens overzag hij het schout Ambt Delden. Het rechterambt van Borne en van Ootmarsum. En ging de huizen na waarop edelen woon den. Ging na of er geld zat of niet, en of de jonkers van ordentelijken huize waren. Het kwam natuurlijk bij de goede man niet op, of de jonkers zijn dochters wilden hebben. Die konden dan wel knap zijn. Maar het spreekwoord zegt. Er is geen hond zo zwart of er is nog wit aan. Zo was het ook hier de heer van Weleveld was een bij zonder welgesteld, maar ook een zeer ei gengereid heer. In Rijssen had hij aanvankelijk twee jon kers op het oog, die een goede partij zou den zijn voor twee zijner dochters. De jon ker van Langen die van de tip hoorde die hem gegeven werd, antwoordde, dat hij zich net zo lief dood schoot dan met'n van de furieuze freules van Weleveld te trouwen. De jonker van de Grimberg, die een heel avontuur lijk leven achter de rug had, en door een nicht van de freules van Weleveld in de steek was gelaten, besloot de uitnodiging voor een driedaagse jachtpartij aan te nemen. Dat kostte natuurlijk dagen van voor bereiding. Berend de opperhuisknecht moest met Stoffer de koetsier alle zakenlui in Rijssen afklepperen. Bij de een kon je kogel kopen, bij een ander kruit. Ze moesten bij de kleermaker en bij de zadelmaker zijn. Waar Stoffer fluisterde tegen de zakenre laties, dat meneer de jonker, op de vrouwen jacht wilde. Dat was ook veel beter zo, een flinke huisvrouw moest er zijn op de Grim berg. Al deze praat zou Stoffer later nog opbreken. Want de Oelenwapper, een koopman in ellewaren, die te Rijssen een goed be klante zaak hield, had op Weleveld, toen hij daar handelde, zich laten ontvallen, dat de jonker van de Grimberg een oogje had op een der freules. En dit had de Rijssener koopman geen windeieren gelegd. De freu les hadden met het oog op vaders jacht partij nogal een en ander aangeschaft. Maar hij had ook verteld dat Stoffer dit verteld had. En nu was het dan zover. Het huis personeel sloofde zich uit, om het de jonker van de Grimberg naar de zin te maken. En goed gemutst reed deze op een morgen achter in oktober de slotbrug over. Onder de rook van Borne woonde een oude jon ker Rammelman genaamd. Hij woonde op komen wonen. De jonker van Langen een klein buiten. Hij had met een onge trouwde zuster geleefd, en daar was nu de juffer Machteld van Langen als huishoudster van de Bevervoorde had het laten afweten. Ondanks dat de Oelenwapper hem nog geani meerd had te gaan. Nee, zij konden de jonker van Langen nog meer vertellen. Hij was een leenman van de keizer en diens kastelein. Weleveld was hem niet voornaam genoeg. En de Rijssenaren gaven hem groot- gelijk. Wat zouden zij anders doen? De Grimberg lag een eind buiten Rijssen, maai de Oosterhof, en vooral de Bevervoorde, die lag in de stadsvrijheid. Dit waren allemaal dingen van den dag die de heer van de Grimberg bij zich zelf dacht, terwijl hij rustig te paard rijdende van Wierden naar Almelo reed. Het was er druk op het Weleveld. Maar toch had de jonker van Langen gelijk gehad. Het was op Weleveld mooi, en de dochters waren knap. Maar jonker Peter van de Grim berg, ging de tweede dag al weg. Hij had vaak misgeschoten, en hij verbeeldde zich dat de freules hem hadden uitgelachen. En dat stak hem geweldig. Het aandringen van de heer van Weleveld had geen succes. Hij had ook geen zin om dadelijk naar huis te rijden en besloot een neef in de contrijen van Delden op te zoeken. Ech ter een fikse najaarsbui deed hem vluchten in het optrekje van de heer Rammelman. En daar stond voor hem juffer Machteld van Langen. Stralend als steeds zag zij er uit. De oude heer Ramnv nan was naar Borne en werd daar opgehouden door de zelfde bui. Wat er is voorgevallen in het optrekje tijdens het schuilen van jon ker Peter weten wij niet. Maar de knappe freules van Weleveld, noemden hem weldra een engerd. En de oude jonker vond ook dat de uitnodiging op de jachtpartij geen succes was geworden. De eerste die te Rijs sen zijn maatregelen nam was de Oelen- Een piloot in de handelsluchtvaart, Peter van Houten (O.W. Fischer), ontsnapt op het laatste moment aan de dood door het exe- cutiepeleton. De overwinnende opstandelingen van de Zuidamerikaanse eiland-republiek San to Quino hadden hem ter dood veroordeeld omdat in zijn vliegtuig - zij het buiten zijn weten - de goudschat bleek te zitten, waar mee de ten val gebrachte generaal Cordobas (Leon Askin) zich buiten de grenzen in vei ligheid wilde stellen, maar op het laatste ogenblik blijkt dat het vliegtuig van „de vlie gende Hollander" niet alleen het goud en het geld van de weggejaagde machthebber, maar bovendien peniciline bevat, die duizen den van de rebellen het leven heeft gered. En daaraan dankt Peter van Houten, de eeuwige vagebond, zijn leven en zijn vrij heid. Vrijheid? Het komt er op neer dat de nieuwe heren van Santo Quino geen prijs meer stellen op zijn aanwezigheid. Dus wordt hij onder dankzegging op de meest moderne wijze verbannen: een jager van de opstan delingen dwingt een viermotorig passagiers vliegtuig van de „Aerovia Internacionales" tot landen - het vliegtuig is op weg van Mexico City naar Madrid en gezagvoerder Pink Roberti (Peter van Eyck) moet maar zien wat hij met zijn gedwongen en gratis passagier verder doet. „Wat ons betreft mag U hem ook in de Oceaan gooien", is het cynische commentaar van de rebellen aanvoerder Voorlopig is de onverschillige en vrijge vochten Peter van Houten niet bepaald re- cu in het uiteraard bijzonder gemengde ge zelschap passagiers in het vliegtuig; met zijn baard van een paar weken ziet hij er weinig „salonfahig" uit en zijn bijtende iro nie tegenover de dames is allerminst char mant. Alleen Carla (Sonja Ziemann), het schattige stewardesje, heeft wel enige be langstelling voor de nieuwe, zonderlinge gast en dat vindt commodore Roberti maar ma tig, want hij is verliefd op Carla, in welke genegenheid zijn tweede piloot Richard Mar shall (Horst Frank) zijn rivaal is. Carla balanceert zo tactisch mogelijk tussen bei de mannen, die ze beslist niet tegen elkaar wil opzetten. De passagiers vormen een bont gezel schap uit aller heren landen, mensen van al lerlei aard en karaktex-, tijdelijk verenigd tijdens hun vlucht boven de oceaan, die in Madrid weer uit elkander gaan. Daar is de nogal extravangante en geëx alteerde dame met aristocratische allure, die zich gravin Colmar (Linda Chx-istian) noemt, alsmede een kennelijk niet zo héél gelukkig echtpaar dat voortdurend ruzie heeft, daar is een beminnelijke en bejaarde hoogleraar en de jeugdige vioolvii'tuoos Mischa Comperz (Christian Wolff), die gaat concerteren in Madrid,- daar is de jonge bekoorlijke Spaanse Stella Valencias (Chariklia Baxevanos), een nachtclub-zangeresje en een jeugdige Fran- caise in positie, die elk ogenblik ogenblik .haar kindje kan verwachten, daar zitten twee verwoede schakers die alleen oog heb ben voor hun stukken, een drietal geestelij ken van verschillende confessie en niet ten laatste een mystex-ieuze zieke, wiens arts, dr. Quartz (Paul Dahlke), nauwelijks van zijn zijde wijkt. Zoveel mensen, zoveel nood lotten en daar hoog boven de Oceaan, tus sen Mexico en Madrid voltrekt zich een dra ma van menselijke hartstochten. Sir Clifford Chatterley is invalide uit de oorlog teruggekeerd en daardoor niet meer in staat zijn vrouw Constance een evenwichtig huwelijksleven te geven. Constance blijf' ech ter toegewijd aan de zijde van haar echtge noot. Sir Clifford, in vele opzichten een briljant man, zoekt in verstandelijk redeneren en de wijsheid die met de jaren komt, zich vrij te maken van kleine gevoelens van benepen jaloezie, en daarentegen de grote dingen in het oog te houden. Een van die grote dingen is voor hem het voortleven van zijn geslacht hij verlangt vurig naar een stamhouder. En zo komt hij ertoe Constance aan te moei- gen tot een voorbijgaand avontuur in de hoop dat zij een kind ter wei-eld zal bren gen, dat hij dan wil opvoeden tot een echte Chatterley. Dit voorstel brengt Constance uit haar evenwicht. Het toeval en de komst van een nieuwe jachtopziener, Mellors, werken een dramatische ontwikkeling in de hand. Mellors, die in de oorlog tot officier was opge klommen, heeft na de oorlog moeite gehad zich weer bij de maatschappij aan te pas sen en gaat op in de eenzaamheid van de bossen. Constance komt onder de indruk van zijn nxstige simpele waardigheid. On weerstaanbaar voelen de twee eenzamen zich tot elkaar aangetrokken. Bi^ Mellors krijgt voor. Constance het le ven weer een nieuwe zin en steeds meer voelt ?ij zich los geraken van haar oude omgeving. Dit wordt in de hand gewerkt door de komst van Madame Bolton, die Sir Cliffords vei'pleging overneemt. Constance's zuster Hilda weet echter door te zetten, dat Constance met haar een reis naar Venetië zal maken. Hilda hoopt, dat dit Constance van de „invloed" van Mellors zal bevrijden, en Sir Clifford die zich van het geval-Mellors niet bewust is, moedigt het plan aan in de hoop dat Constance ginds een man zal ontmoeten, waardig hem zijn erfgenaam te schenken. Als Mellors van Constance hoort, dat zij op reis gaat en dat Sir Clifford van haar een stamhouder verwacht, wordt hij argwanend.. hij vraagt zich af of deze adelijke lieden hem „gebruikt" hebben, en hij wijst Con stance in een vlaag van drift de deur. In het dorp is er intussen iets van de vex'- houding tussen de Lady en de jachtopzie ner uitgelekt en er wordt druk over gepraat. Mellors vroegere vrouw wakkert het schan daal aan. Om de „lastex-praatje-" de kop in te drukken ontslaat Sir Clifford de jachtop ziener en stuurt Constance bericht, dat zij direct terug moet komen. wapper. De koopman glad als een aal stapte, met de pak naar Boime. En juffer Machteld van Langen deed een voordelige handel met hem. Oelenwapper dacht bij zich zelf. als je straks maar Vrouwe van de Grimberg bent, dan haal ik de fok wel aan. Er wa ren nog meer vreselijke dingen gebeurd. Op een koude december morgen, hing in de lindeboom bij de oude kex'ktoren te Rijssen het verstijfde lichaam van de Tip Kop. Voor hij zich had opgehangen, had hij zijn uiterste wil bij de nieuwe Rijssener notaris Snuffel gedeponeerd. Daarna was hij naar de baardscheerder de Schraper ge gaan. Ik wil mij ophangen had hij daar ver teld. Maar eerst scheren, had hij gecomman deerd. Want ik wil er fatsoenlijk bij hangen. De Rijssenaren hadden er om gelachen. Maar de volgende morgen verloor de kos ter van schrik zijn spraak toen hij een deftige heer in de lindeboom zag hangen met hoed en al op. Daar hij niet dadelijk hulp kon roepen, de schi'ik was hem op de stembanden geslagen, begon hij de noodklok te luiden. Van alle kanten kwamen de Rijs senaren aan stormen. Eix daar zagen zij de Tip, al helemaal stijf. Nog groter werd de verbazing, toen in het bijzijn van de schout, notaris Snuffel het testament van de Tip opende. Juffer Machteld van Lan gen was de universele erfgename. Het mens was er eerst kapot van toen zij het hoorde. Maar jonker Peter van de Grim berg schonk zich na het horen van de treu rige mare een flink glas wijn in, dronk het in een teug leeg en schonk weer in, en dacht bij zich zelf, zo volgt de een de an der. Hij ging naar zijn aanstaande en riep liefste wij gaan trouwen. Ik laat de Grimberg verbouwen. Maar juffer Machteld sprak. Pe ter dat geld brengt ongeluk over de Grim berg! Ach wat! riep Peter, wij behoren nu tot de rijke adel. De Rijssener timmerlie den en metselaars werkten 'n jaar lang aan de verfraaiing van het kasteel maar juf fer Machteld, dacht bij zichzelf, dat gaat nooit goed. Het huis kwam gereed. En een kostbare bruiloft kwam er, een trouwfeest waar men nog jaren over praten zou. De adel vierde feest op het kasteel en het volk van Rijssen werd gul onthaald. De Oelenwapper maakte een gedicht op het jonge paar op de Grimberg. Er kwa men jaren van voorspoed. Er werden op de Grimberg zonen en dochteren geboi'en. En het personeel zegende de dag, dat juffer Machteld van Langen, Vrouwe van de Grimberg was geworden. Maar steeds dacht de Vrouwe van de Grimberg aan het uur der wrake, dat zou komen. Kort na haar trouwen had zij een vx-eselijke droom ge had. Haar huis verbrand, haar kinde ren dood. Die droom zou haar haar hele leven bij blijven en pas dertig jaar later in ver vulling' gaan. Het eerste noodlots bericht kwam toen de dei'de zoon in Frankrijk was gesneuveld. Een paar jaar later sneuvelde de tweede zoon bij Heiligerlee. I - A '?V' h A ■MB Toen kwam het beruchte jaar dat de Spanjaarden te Rijssen kwamen. De oudste jonker Johan van de Grimberg, was over ste in het leger van de prins van Oranje. Hem, konden de Spanjaarden niet te pak ken krijgen. De reeds bejaarde heer en Vrouwe van de Grimberg hadden de vlucht genomen voor de naderende vijand. En in het Bentheimse in een kasteelachtige boei'derij, stiei'f juffer Machteld van Langen. Haar droom was uitgekomen. Twee zonen in het gi-af vier van huis en hof in den vreemde begraven. En van het ti'otse kasteel de Grim berg bleef geen steen op de ander. Maar op wraak volgde weer wraak. De oudste jonker, de overste streed met leeuwen moed om de Spanjaarden uit het land te boezeroenen. De Spaanse koning liet beslag leggen op zijn goederen. Maar schrijft de ontvanger van de koning de opbrengst van de Grimberg is nihil. Met wisselend geluk streed en Johan van Voorst kreeg de Grimberg terug. De oude Oelenwapper was het hagje ex- bij ingeschoten. Hij was ook de zaak van de prins van Ox-anje toegedaan. Hij had het moeten aanzien dat de vijand zijn huis aan stak en toen zette men hem voor een schut ting. En de bevelvoerende officier zette hem voor het vuurpeleton. De vraag werd hem gesteld of hij wilde blijven leven. Dan moest hij leve de koning roepen. Helder en dui delijk dat men het ver in de omtrek kon horen, riep hij Oranje boven! Het vuurpeleton deed zijn plicht en de Oelenwapper was niet meer. Hij was gelijk een held in het harnas gestorven. Zo was Rijssen in de tachtigja rige oorlog. En nog was het het einde niet. In 1581 zien wij de heer van de Grimberg helpen stormen tegen Goor. Hij werd door de vijand gegx-epen en 'gevangen gezet met anderen op het kasteel Bijenenbeek aan de Maas. Maar voor de Rijssenaar was er geen houden meer aan. Jonge Rijssenaren naxnen dienst in het leger van de Ox-anj's. En twee Rijssenaren Bats en Naads waren er bij toen de Spaanse Veldheer Maarten Schenk ge grepen werd, dat bracht in zover verade ming dat de heer van de Grimberg niet alleen zijn vrijheid maar ook zijn goederen terug kreeg. VAN COEVORDEN. Advertentie Misschien duizelt het U een heetje als TJ al die namen en afkortingen leest van internationale organisaties en verdragen van E.E.G., O.E.E.S., I.L.O., W.H.O. enz., maar hopelijk weet U, dat UNICEF de naam is van het Kinderfonds van de Verenigde Naties (United Nations Children's Fund) en hebt U althans een vaag idee van het werk en de betekenis van die organisatie. Omdat dit idee inderdaad bij de meeste mensen maar vaag is en omdat UNICEF ontzaglijk belangrijk werk voor moeder en kind doet op een breed internationaal ter rein, willen we over deze organisatie ditmaal graag iets meer vertellen. Er zijn op het ogenblik ongeveer een mil jard kinderen (1000 miljoen!) in de wereld en elke seconde komen er drie bij. Ongeveer driekwart van die kinderen, zo'n 750 miljoen dus, leeft in de minder ontwikkelde gebieden, waar het inkomen per hoofd der bevolking minder is dan 400 gulden per jaar. De mees te van die kinderen hebben xxiet voldoende voedsel, kleding, onderdak en bescherming tegen ziekten. De kindersterfte is in vele ge bieden groot en medische zorg is dikwijls vrijwel of geheel afwezig. Ziekte en onder voeding benemen vele kinderen het leven voor hun eerste verjaax-dag: van de 1200 miljoen babies, die sinds 1946 werden geboren, heb ben 200 miljoen nooit de leeftijd van één jaar bereikt! Met de bedoeling, verbetering in het lot van de kinderen te brengen verleent UNICEF hulp in die minder-ontwikkelde landen, waar van de regeringen erom vragen en bereid zijn tot medewex-king door het ter beschik king stellen van personeel, materialen, enz. tot een waarde die tenminste gelijk is aan cle bijdrage van UNICEF. Die bijdrage van het Kinderfonds kan zijn, dat de uitrusting wordt geleverd voor gezondheidscentra voor moeder en kind, pompen en boren om on besmet water te kunnen verkrijgen, zuivel- installaties, medicijnen, vitaminen, hulp bij de opvoeding van bevolkingsgroepen om tot beter voeding te komen, enz. Vooral die opvoeding tot het zelf-doen is belangrijk; UNICEF wil ertoe bijdragen, dat de volkeren in de mixxder-ontwikkelde landen zelf de zorg voor moeder en kind op een hoger plan brengen. Omdat alle kinderen in de wex'eld recht hebbexx op een leven dat vrij is van ziekte en honger, wordt de hulp van UNICEF gegeven zonder acht te slaan op politieke richting, geloof, ras of xxationaliteit. Het Wereld-Kinderfonds, dat tot zijn zegen rijke activiteiten in staat wordt gesteld door bijdragen van regeringen, verenigingen en particulieren, werkt nauw samen met andere internationale organisaties van dé Verenigde Naties, zoals de Wereld-Gezond heidsorganisatie, de Wereld-Voedsel en Land bouworganisatie, UNESCO, enz. Een zestig tal vrijwillige agentschappen en negentien nationale comité's in verschillende delen van de wereld helpen UNICEF door het publiek in te lichten over zijn werkzaamheden, door gelden in te zamelen of door regeringen bij te staan in de uitvoering van plannen, die met hulp van UNICEF werden opgesteld. Ook ixi Nederland is er zulk een instantie: het Nederlands Comité UNICEF, Molen straat 15 A, Den Haag, waarvan we voor alle zekerheid ook het postgiro nummer, 7515, maar vermelden je kunt nooit we ten! Van welke omvang het werk van UNICEF is, moge blijken uit enkele cijfers. Op het ogenblik helpt het Kinderfonds bij de uit voering van circa 400 projecten op het ge bied van de Kinderzorg in 111 verschillende landen en gebieden. Als aanvulling op zijn programma's voor het verstrekken van voed sel in de vorxxx van melkpoeder, heeft UNICEF voldoende fondsen toegewezen voor de in richting van 193 fabrieken in 34 landen voor het pasteuriseren van melk of het ver vaardigen van melkpoeder of voor het conser veren van voedingsmiddelen, die rijk zijn aan eiwitten, zoals extract van sojabonen, pin da's of vismeel. Het Kinderfonds helpt voorts onder andere bij de voedingsvoorlichting velen komen tekort uit onwetendheid! bij voorbeeld door lesxnateriaal ter beschikking te stellen, schooltuinen in te richten en de teelt te bevorderen van pluimvee, kleine dieren en vis. De helft van de geldmiddelen van UNICEF wordt op het ogenblik besteed aan de strijd tegen ziekten, waaraan kin deren in de minderontwikkelde landen zo gemakkelijk ten prooi vallexi, zoals melaats heid, framboesia, malaria, trachoom, tuber culose enz., ziekten waaraan letterlijk hon derden miljoenen mensen lijden. Wij deden maar een greep uit het vele werk, dat UNICEF verricht. Het Wereld- Kinderfonds heeft sinds zijn oprichting in 1946 buitengewoon veel leed verzacht of ge heel uit de wex-eld geholpen, het heeft in belangrijke mate bijgedragen tot verbete ring van de positie van moeder en kind, maar alles wat het deed is nog slechts een fractie van wat gedaan moet worden. Met een budget van nog» geen negentig miljoen gulden per jaar (dat is nog geen driehon derdste gedeelte van wat de Nederlanders tezamen per jaar verdienen) verricht UNICEF nu reeds wondex-en: bijna 55 miljoen moeders en kinderen ontvingen op enigerlei wijze hulp van het fonds. Het is begrijpelijk, dat UNI CEF hoopt in de toekomst over ruimere geldmiddelen te beschikken, door vergroting van de bijdragen van de regeringen, zowel als door ruimere steun van particulieren. Het fonds zal zijn zegenrijke activiteiten dan nog verder kunnen uitstrekken. Voor zaterdag a.s. speelt Excelsior haar tweede oefenwedstx-ijd en wel tegen Nijver- dal. Gezien het behoorlijke veldspel van zater dag jl. kan een interessante wedstrijd wor den verwacht. De roodwitten zijn momenteel volop in tx-aining en ongetwijfeld zal trainer Halle hen behoorlijk op deze wedstrijd geconcen treerd hebben. De wedstrijd vangt aan om zes uur, ter wijl voordien diverse jeugd- en seniorenwed strijden op het programma staan. Dit pro gramma luidt alsvolgt: Excelsior I - Nijverdal I 6 uur. Excelsior II - Sp. Rijssen 4 uur. Excelsior III - Sp. Rijssen II 2.15 uur Excelsior IV - Sp. Rijssen III 2.15 uur Excelsior V - 'Hulz. Boys III 4 uur. Excelsior A - Sp. Rijssen A. en reumatische pijnen wrijft U eveneens weg met Advertentie Het is de Hamamelis die 't 'm doet Zondag j.l. speelde het le elftal van Rijs sen Vooruit een wedstx'ijd tegen de 3e klasser A.Z.C. uit Zwolle. In een aan beide zijden goed gespeelde wed strijd wist R.V. met 4-3 te winnen door 3 doelpunten van G. v.d. Maat en door 1 van Ligtenberg. Op zaterdag 19 augustus komt een jeugd- elftal van S.V.'04 uit Boclxum Langendreer op bezoek bij Rijssexx Vooruit, voor een wed strijd tegen het le elftal van R.V. De matsch vangt aan om 4 uur en de opstelling van R.V. 1 is als volgt: doel: Theijink. achter Kamphuis en Schreurs Voor: B. Mulder, H. Mulder, Kwintenberg. Midden: Ligtenberg, v.d. Maat, B. Zw "erink, W. Maatman, H. Maatman. Gezien de resultaten bij vorige ontmoetin gen met S.V. '04 zal R.V. alles op alles moe ten zetten om tot een overwinning c.q. een gelijk spel te kunnen komen. (Van een medewerker) Onlangs is het Departement van Defensie begonnen met de extra werving van beroeps- personeel. Een werving, die mede ten doel heeft om tot verkorting van de diensttijd te komen. Doch alleen al voor de landmacht is dan het formidabele aantal van 10.000 vrij willigers nodig. Nu verscheen onlangs in de Militaire Spec tator een artikel over de hoge kosten van de moderne schietopleiding. En uit dit arti kel blijkt zonneklaar hoe duur het al maar opleiden van te grote aantallen dienstplichti gen is. De schietopleiding met het moderne draad- geleide antitank projectiel bijv. eist na grondige voorbereiding met goedkope hulp middelen, dat 16 schoten met het werkelijke oorlogsprojectiel door de betrokken soldaat worden afgevuurd. Zijn geoefendheid onder houdt hij dan door het afvuren van 2 schoten (a 2000 per stuk) per half jaar. Over 18 maanden diensttijd is dat dus 36000. Bij een vrijwilliger, die vier en een half. jaar dient kost deze opleiding dus onder houd van de schietvaardigheid 48000. In de zelfde tijd kosten de benodigde drie dienst plichtige opleidingen 108.000. Nemen we verder aan dat een vrijwilliger per jaar f 3000 duurder is dan een dienstplichtige, dan blijft er toch nog een batig saldo over van 46.500. Dergelijke berekeningen zou men ook kun nen opzetten voor 't bedienen van dure tanks, radarapparaten enz. Al met a lvoldoende redenen om op succes te hopen bij de wervingsactie. Nu is het merkwaardige, dat er velen zijn die niet veel vertrouwen hebben in de re sultaten van de wervingsactie door de krap pe arbeidsmarkt en de instelling van ons volk tegenover defensie. Ixx ons omringende landen had men met dezelfde moeilijkheden te kampen doch niettemin zijn opmerkelijke resultaten bereikt. De bereikte successen, me de door voorwaarden waar dé leiding zelf vertrouwen in had, stimuleerden de werving weer. Zo ontstond een goed werkklimaat en ontkwam men aan de vicieuze cirkel van te korten en alle daaraan verbonden moeilijkhe den, die de werving benadelen. Bovendien is de defensie, vooral ook psy chologisch en technisch een zo belangrijke taak, dat men een zo groot mogelijke positie ve aanvaarding alleen redelijke resultaten zijn te bereiken. Het wordt tijd, dat regering en volksvertegenwoordiging gaan inzien, dat men met half werk, waar men zelf niet in ge looft, niet uit de moeilijkheden komt.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 3