KOOKWEDSTRIJDEN HËBB ËN HUN PRAKTISCH NUT m m£m- IE GLIMWORMEN EN HUN LICHT ADSPIRANT-HUISVROUWEN LEREN ECONOMISCH KOKEN PRODUKTIE VAN AARDGAS IN WEST-DUITSLAND NEEMT TOE OP KLEINIGHEDEN KOMT HET AAN Uitstapje gepensioneerden Ter Horst Co. lÉpP m GESLAAGD Vrijdag 21 juli 1961 Doelterffeende reclame Zuinig leren koken Nieuwe theorie Dwaallichten van het metaan Gebruik De Fossielen-ja- gers in de Ooster- schelde hebben op hun laatste tocht een waardevolle vangst gedaan: een stuk van een Mastodontenkaak met twee melkkie- zen. Reeds op 27 juni j.I. was een melkkies van een Mastodont opge haald, doch deze laatste vangst is waarlijk uniek. In totaal hebben de beide conserva tors van het Rijksmuseum voor Geologie en Mine ralogie 5000 kg- aan Fosielen opge haald. De jacht in de Oosterschelde is nu gesloten. Aardgas als fabrieksgas Gevoel voor kleur (Van een medewerkster) Nederland kent tegenwoordig: een driejaar lijks evenement, dat vooral voor vrouwen aantrekkelijk is: de .nationale kookwedstrijd" Een evenement, dat weliswaar minder be kendheid geniet dan sommige jaarlijks terug kerende gebeurtenissen, zoals dames- en huis houdbeurzen, maar dat in elk geval steeds weer een opwindend gebeuren betekent voor een paar honderd Nederlandse adspirant- huisvrouwen: leerlingen van vormingsklassen en leraressenopleidingen der Nederlandse huishoudscholen. Tien jaar geleden werd de eerste wedstrijd van dit soort georganiseerd, dezer dagen na men tweehonderdvijftig meisjes deel aan de vierde nationale kookwedstrijd. En het is begrijpelijk dat zo'n tweehonderd vijf tig jon ge meisje niet allemaal op dezelfde manier koken! Of hier de „kookgewoonten" van moe- der-thuis ook een rol spelen? Men zou het haast denken, wanneer men de jonge kook sters ongemerkt eens gadeslaat... Want de een snijdt haar peterselie keurig en volgens de meest hygiënische regelen der kunst met een mesje èn een vork op een groenteplankje, de ander gebruikt een mejse en een bordje en houdt het geurig groen met de vingers in bedwang. De een behandelt haar gereed schap - fraaie gloednieuwe pannen en een al even fraai en gloednieuw fornuis - met tedere zorg, de ander wipt - wanneer de juryleden toevallig geen van allen in de buurt zijn - achteloos met haar voet de roos ter van de oven op zijn plaats. Dat laatste zou haar ongetwijfeld géén winstpunten heb ben opgeleverd, wanneer de jury toevallig wèl in de buurt was geweest. Wat is nu het praktisch nut van zo'n na tionale kookwedstrijd? Deze (nuchtere) vraag komt - het spreekt haast vanzelf - van een heer der schepping. Vrouwen vragen zich niet zo gauw af, of een dergelijk typisch vrouwelijk evenement wel „nut" heeft. Zo'n kookwedstrijd is gezellig, en het is bo vendien ook wel prettig om kritisch te kij ken naar de manier waarop andere vrouwen keken - al zijn deze jonge vrouwen dan nog geen echte huisvrouwen. Maar een man wil weten of zo'n wedstrijd enigerlei nut heeft. Nut heeft een dergelijk, evenement natuur lijk in de eerste plaats voor de organisa trice: een bekende Nederlandse emaillefa- briek, èn ook voor die andere Nederlandse fabriek die de moderne gasfornuizen voor 'n dergelijke wedstrijd beschikbaar stelt. Zij be reiken met hun propaganda een niet onaan zienlijke categorie van adspirant-huisvrouwen want niet alleen de deelneemsters verschij nen op zo'n wedstrijd, zij brengen ook een aantal mede-leerlingen als supporters mee. Voor die organiserende fabrieken is een en ander dus ongetwijfeld een doeltreffende re clame! Maar dat zo'n kookwedstrijd daarnaast wel degelijk van algemeen voorlichtend belang wordt geacht wordt wel bewezen door het feit dat de jury gevormd wordt door vrou wen, die vrijwel allemaal op het terrein der huishoudelijke voorlichting werkzaam zijn Men treft in die jury directrices van Ne derlandse huishoudscholen, een bekend radio spreekster op het gebied der kookkunst, ver tegenwoordigsters van de Stichting huishou delijke voorlichting ten plattelande, van de voorlichtingsdienst der Nederlandse gasbe drijven, van het instituut tot voorlichting bij huishoudelijke arbeid van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, van de Bond van Plattelandsvrouwen, het voorlichtingsbu reau voor de voeding, de Nederlandse Huis- houdraad. Al deze dames, die leidinggevende functies bij het nijverheidsonderwijs bekleden, dan wel op huishoudelijk- en kooktechnisch gebied gespecialiseerd zijn, beoordelen de „eenvou dige warme maaltijd" die de kokende jonge dames moeten bereiden. Zij letten daarbij uiteraard op de smaak van het eten, voorts op de netheid en handigheid bij het koken. En speciaal wordt er ook op gelet, of de adspirant-huisvrouwen zuinig koken! Dat geldt niet alleen voor de ingrediënten, die te voren afgepast worden verstrekt - de meis jes leren hiermee dus alvast, dat goed ko ken allerminst synoniem hoeft te zijn met een royaal met ingrediënten omspringen - maar ook wordt gelet op het gasverbruik. Meisjes die op deze manier leren koken, zullen later in haar eigen huishouding onge twijfeld ook economisch omspringen met de energiebron, waarop zij koken. Per maal tijd lijkt dit misschien een te verwaarlozen besparing, maar over een week, een hele maand, een heel jaar gerekend, zullen ook hier de bekende vele kleintjes één grote ma ken.... Zuinig leren koken: dat is dus wel een van de nuttige aspecten van zo'n kookwed strijd. Maar daarnaast leren de jeugdige kooksters ook automatisch andere zaken, die haar later bij de dagelijkse keukentaak van pas zullen komen. De jury let namelijk op nog veel meer kleinigheden: op organisatie en indeling van de werkzaamheden, op net heid van het „werkterrein". Dat werkterrein mag vooral niet rommelig zijn, het moet in één oogopslag te overzien zijn en het komt bij deze kokerij dus wel op (vele kleinig heden aan. Kookwedstrijden: ze hebben wel dege lijk praktisch nut. Ze bevorderen het eco nomisch koken, en niet alleen wat het ver bruik van ingrediënten en energie betreft. De toekomstige huisvrouw die haar dage lijkse keukentaak leert „organiseren", zal later in haar huishouding die dagelijkse keu kentaak ook zo efficiënt mogelijk verrichten. Dat betekent tijdsbesparing - en welke huis vrouw legt er zich niet voortdurend op toe, tijd te besparen op haar dagelijks weerke rende taak? Advertentie De directie van Ter Horst en Co. wil de band met de gepensioneerden graag behou den en doet al het mogelijke daarvan een duidelijk bewijs te leveren. De jaarlijkse organisatie van een uitstap je, die tot in alle onderdelen tot in de punt jes wordt verzorgd wordt door de bejaar den uiteraard zeer op prijs gesteld. De belangstelling van de oud werknemers van ter Horst en Co voor deze dag, die door de organisatie tot een feestdag wordt ge maakt wordt ieder jaar groter en dit jaar had men niet minder dan 7 autobussen ge charterd om de bijna 300 gepensioneerden te vervoeren. Bovendien reden enkele particuliere auto's mee, (o.a. werd de tocht meegemaakt door de voltallige directie.) Hef was erg jammer, dat het slechte weer min of meer als spelbreker optrad, hoewel de weersomstandigheden aan de uitzonder lijk goede stemming geen afbreuk deden. Die goede stemming was voor een goed deel te danken aan de charmante busleidsters, die evenals de chauffeurs alles deden om de passagiers uitleg te doen, van al datgene dat interessant genoeg was. De tocht ging naar Ommen, welke plaats men bereikte via Wierden, 't Hoge Hexel, Vriezenveen en Beerze, De terugweg leidde over Hellendoom en Nijverdal. Bij het begin en eindpunt van de reis kregen de bejaar den een indruk van de nieuwbouw op Het Lentfert en in de Vennekesgaarden In het Parkgebouw werd het ruime onthaal, dat de bejaarden werd geboden min of meer het hoogtepunt van de reis. De heer Poortman sprak namens alle deel nemers aan de reis een dankwoord tot de directie, hetgeen door de heer A. H. ter Horst namens de directie werd beantwoord. Het verheugde spr. zeer, dat de deelname aan de jaarlijkse tocht steeds groter wordt, hetgeen spr. een bewijs achtte, dat men het initiatief van de directie weet te waarderen. (Door Walter Theimer) In 1960 werd er in West-Duitsland meer dan vijf en een half miljoen ton aardolie gewonnen. De Bondsrepubliek is thans verre weg de grootste producent van aardolie in West-Europa, evenwel niet van aardgas, waar van in Frankrijk veel meer wordt gewon nen. De winning van aardgas neemt ook in de Bondsrepubliek steeds toe. De laatste jaren is dit zelfs tot het tienvoudige ge stegen. In 1960 won men er 666 miljoen m3, waar van 446 miljoen aardgas en 220 miljoen aard- oliegas. De gehele winning van aardgas in Europa is trouwens de laatste tien jaar met het tienvoudige gestegen en wel van een miljard m3 tot 10 miljard kubieke me ter. In Duitsland zou echter volgens mijn- bouwdeskundigen belangrijk meer aardgas worden gewonnen als er maar voldoende af nemers waren. Een afnemer van aardgas is niet zo maar iemand,die af en toe aardgas betrekt. De gehele exploitatie, de boringen, de aanleg van pijpleidingen etc., is alleen verantwoord in dien een contract voor 8 a 15 jaar kan wor den afgesloten en dat is op het ogenblik niet zo eenvoudig, hoewel er steeds meer afnemers komen. De industrie van aardgas zal waarschijn lijk binnen enkele jaren in een omgekeerde positie komen te verkeren, wanneer de vraag groter wordt dan het aanbod. Men is opti mistisch gestemd, want de in de bodem aan wezige voorraden zijn groter dan men oor spronkelijk gedacht had. Aardgas is waarschijnlijk op dezelfde wij ze ontstaan als aardolie. Vroeger dacht men, dat aardolie door een chemische omzetting van de visfauna uit uitgedroogde oerzeeën en onder inwerking van hitte en druk in de schoot der aarde was ontstaan. Deze theo rie heeft op het ogenblik nog maar weinig aanhangers. Men vermoedt, dat vooral het plankton uit de oerzeeën, dat zich ook thans nog in de zee bevindt, het materiaal voor de aardolie heeft geleverd en dat de over blijfselen van de grote vissen slechts een ondergeschikte rol spelen. Behalve vloeiba re koolwaterstoffen hebben zich ook lichte, gasvormige stoffen gevormd - dit is het aard gas. De hoeveelheden zijn enorm. Het aard gas ligt opgeslagen in poreuze (zand) of gespleten (kalk) gesteenten, die naar boven toe gasdicht zijn afgedekt, zolang de mens er niet in boort. Op die manier ligt het al honderd miljoen jaren opgeslagen. In de Bondrepubliek bevindt zich het aardgas op diepten van 400 a 4000 meter. Men kan aardgas gemakkelijker uit de grond halen dan aardolie, maar voor aardgas heeft men dure leidingen nodig om het naar de ge bruikers te vervoeren. Het gas wordt dan eerst „ontspannen" d.w.z. van zijn hoge na tuurlijke druk teruggebracht tot de gewen ste druk en in reservoires gereinigd en ge droogd. Het aardgas en het maar weinig van aard gas verschillende aardoliegas bestaan uit la gere parafines en andere koolwaterstoffen. 98 pet bestaat soms uit de eenvoudigste kool waterstof, het brandbare metaan. Vroeger noemde men dit moeras, omdat het als pro- dukt van de verrotting van planten boven moerassen voorkwam. Hierdoor ontstonden ook dwaallichten, waar de mensen vroeger bang voor waren. Te genwoordig weet men, dat de dwaallichten vlammetjes van metaangas zijn. Aardoliegas bevat ook de „hogere" homologen van het metaan, zoals propaan en butaan. De stook- waarde is hoger, 10.000 a 12.000 calorieën per m3. tegen 9500 bij aardgas en 4300 bij fa- brieksgas. Alle soorten aardgas zijn in hun natuurlijke staat vrij van kooloxyde en dus niet giftig. In een stad, waar men aard gas inplaats van fabrieksgas gebruikt, zijn zelfmoorden door gasvergiftiging uitgesloten. Er zijn wel bepaalde aardgasbronnen, die giftige zwavelwatex-stoffen bevatten, maar de ze stoffen worden er voor gebruik uit ver wijderd. Voorts bevat aardgas nog stikstof, zuurstof en koolzuur. Aardgas kan op verschillende manieren ge bruikt worden. Ten eerste als brandstof voor de winning van warmte. De volkswagenfa brieken gebruiken voor de droogove „s aardags uit de buurt van Hannover. Ook enkele hoogovens en staalfa brieken in Noord-West-Duitsland gebrui ken aardgas. Voorts kan het gebruikt wor den voor thermische krachtstations of in com binatie met kolen of stookolie, ook wel alleen. De firma Praeg bouwt in Nienburg het eerste krachtstation alleen voor aardgas. Hoe wel dit oorspronkelijk als een krachtstation op kolen-basis was gedacht, werd de con structie voor gebruik van aardgas gewijzigd. Dit krachtstation zal een produktie hebben van 5 miljard kilowatt-uur. De industrie van aardgas zou nog veel meer van dergelijke afnemers kunnen gebruiken. De producenten van aardgas hebben zich verenigd in de maatschappij heeft met de Praeg een con tract gesloten voor levering van 400 a 600 miljoen m3 aardgas jaarlijks gedurende 15 jaar. Voor een krachtstation, dat met aard gas werkt, heeft men minder personeel no dig dan voor een krachtcentrale, die met stroom werkt. Ten derde kan aardgas als zogenaamd fabrieksgas gebruikt worden, het zij in natuurlijke staat dan wel na veran dering gas, dat op het gebruikelijke stook- gas lijkt. Door thermische of katalytisch- thermische bewerking bij 1200 graden wordt Op de vraag waarom de lichtkever, in de volksmond glimwormen genaamd, licht uit straalt weet iedere leek een antwoord te- geven. Ze lichten om ten behoeve van de voortplanting een partner te lokken. In werkelijkheid geldt dit slechts voor de vrou welijke exemplaren die niet kunnen vliegen en op grond licht uitstralen om de aandacht van een mannetje te trekken. De manne tjes kunnen echter wel vliegen. Alle vlie gende lichtkevers, die men op zomeravon den ziet, zijn mannetjes. En waarom geven zij licht? Het vrouwtje kan ze toch niet bereiken, ook al zou ze het optisch signaal waarnemen. Iderdaad geven ook alleen maar de mannetjes van de licht- keversoort „phausis splendidula" licht, ter wijl de mannetjes van de tweede in Midden- Europa voorkomende soort, „lampyris noctilu- ca," helemaal geen licht uitstralen. De bei de soorten komen op dezelfde plaatsen voor. Onder de lichtgevende glimwormen, die we in de lucht waarnemen, zijn steeds even veel geen lichtgevende mannetjes van de lampyris soort aanwezig, die we dus ge woonlijk niet zien. De voortplanting van deze laatste soort heeft hieronder echter helemaal niet te lijden. De biologische betekenis van het lichten van het mannetje kan hierdoor dus niet verklaard worden. De meeste nachtkevers oriënteren zich met hun reukvermogen. De wetenschap heeft er daarom aan getwijfeld, of het licht van de vrouwtjes inderdaad een „huwelijksaan zoek" betekent. De Duitse zoöloog profes sor dr. Schalier gaf aan zijn leerling in Mainz, Helmut Schwalb opdracht deze en andere problemen van het lichten der glim wormen te onderzoeken. Dit onderzoek duur de jaren, want de lichtkevers planten zich slechts korte tijd in de zomer voort en alleen gedurende die tijd kon het onderzoek plaatsvinden. Dan eten ze niet, maar wijden zich alleen aan de voortplanting. Alleen de larve van de lichtkever, die geen licht geeft, eet. Deze larve leeft van slakken, die verlamd worden door beten in de kop. Bij slakken met een slakkenhuis kruipt de larve op het slakkenhuis en doodt het slachtoffer van bovenaf. De larve heeft poten en is tame lijk groot, maar toch kleiner dan een slak. Dr. Schwalb onderzocht eerst of het lichten van de phausis-mannetjes de een of andere uitwerking had op de vrouwtjes. Het resul taat was negatief. Noch de phausis- noch de lampyris-vrouwtjes reageren op het licht van de vliegende mannetjes. Soms geven ze zelf geen licht, wanneer er een mannetje te zien is, maar dat doen ze ook bij willekeu rig ander licht, waarschijnlijk om minder op te vallen, wanneer er sprake is van ge vaar. De mannetjes geven constant licht en wel net als de vrouwtjes aan de onderkant. Daar ze steeds van vliegrichting verande ren, is het licht niet steeds te zien, zodat men de indruk krijgt van lichtflitsen. Daarentegen kon dr. Schwalb bevestigen, het aardgas in een op fabrieksgas gelijkend mengsel van waterstof en kooloxyde ge splitst, waardoor het echter net zo giftig wordt als het lichtgas. Hierbij gaat 10 a 12 pet van de stookwaarde verloren, maar men kan het gas dan zonder meer aan het fa- brieksgad toevoegen. In Munchen gebeurt dit reeds op grote school. Het is ook mogelijk aardgas op te slaan, maar tot nu toe zijn er in Duitsland slechts twee installaties, waar men 100 a 150 miljoen m3 aardgas per dag kan verzamelen. Direct gebruik van aardgas als fabrieks gas is uit de aard der zaak het gunstigst. In vele steden zal men hiertoe op de duur wel overgaan, De omschakeling op aard gas is echter niet zo eenvoudig. Aardgas heeft de dubbele stookwaarde van het tot nu toe gebruikelijke gas. De huisvrouwen zouden zich ten zeerste verbazen als de gas vlam plotseling twee maal zo veel warmte zou geven. In de eerste plaats moeten er technische veranderingen aangebracht wor den en in de tweede plaats moeten de ver bruikers erop voorbereid worden. De gro tere stookwaarde zal het echter mogelijk ma ken de leidingen efficiënter te gebruiken, want met minder gas kan men een groter aantal verbruikers van gas voorzien. En ten slotte kan men een groot gedeelte van het aardgas als grondstof voor verschillende pe- trotechnische produkten leveren aan de che mische industrie. In Gensdorf in Duitsland wordt het aardgas „gekraakt" en verwerkt tot aethyleen, de grondstof voor de zo be langrijke nieuwe kunststof polyaethyleen, die dankzij het door de Duitse chemiscus Ziegler ontdekte procédé een goedkoop massa-artikel is geworden. j dat het zoeken van de mannetjes optisch be- I stuurd wordt. Het lichten van de vrouwtjes heeft inderdaad de biologische functie het mannetje te lokken. De mannetjes vliegen naar vrouwtjes, die achter glas werden op gesloten. Verplaatst men 't licht van de vrouwtjes door middel van een spiegel dan vliegt het man netje naar de door de spiegel weerkaatste lichtplek. Het één tot twee meter boven de grond cirkelende mannetje laat zich, zodra het een lichtend vrouwtje ontdekt, op de grond vallen. Tweederde van de mannetjes landen binnen een radius van drie cm. naast het vrouwtje, de overigen tussen 17 en 20 cm. van het vrouwtje, waar ze direct naar toe kruipen. De lampyris-mannetjes, die zelf niet lich ten, kunnen hun eigen vrouwtje nauwkeurig onderscheiden van de phausiswijfjes. Ze ver gissen zich zelden en landen ze bij een phausis-dame, dan gebeurt er niets, want deze beide soorten kunnen niet paren, an ders was er al lang een eenheidsglimwormp je geweest. De phausis-mannetjes daaren tegen landen heel vaak bij 'n lampyris-vrouw. tje en proberen uren lang haar gunst te winnen, maar dat lukt nooit. Daar er bij de phausis-soort vijf mannetjes bij een vrouw tje komen is het begrijpelijk, dat de phausis- mannetjes het ook wel eens ergens anders proberen. Lampyris-mannetjes doen dat niet, want bij hun is de verhouding 1:1. Ze her kennen het afwijkende: licht van de phausis- vrouwtjes, bovendien zijn hun optische zin tuigen op de juiste golflengte afgestemd. Het licht van de lampyris- en de phausis- vrouwtjes is bij een maximum aan energie in het geelgroene veld van dezelfde spectrale samenstelling, d.w.z. deze kleuren komen het duidelijkst uit. De lampyris soort geeft een iets sterker licht, maar het verschil is gering. Schwalb plaatste tussen zich in de open lucht bevindende lichtgevende vrouwtjes nagebootste gilmwormpjes van melkglas, die van binnen elektrisch verlicht werden. Ver wisselbare kleurenfilters maakten het moge lijk waar te nemen welke kleuren van het spectrum de voorkeur genoten. Het bleek, dat lampyris-mannetjes het beste op geel rea geerden en een gele nabootsing vaak de voor keur gaven boven het eigen vrouwtje. De phausis mannetjes daarentegen hadden voor keur voor blauwe nabootsingen, wat des te merkwaardiger is, omdat blauw in het spec trum van de phausis-wijfjes helemaal niet voorkomt. Verder vliegen ze ook graag naar gele nabootsingen, ook groene en rode wor den door de phausis-mannetjes niet versmaad. De proef met de nagebootste glimwormen bewees, dat lampyris-mannetjes het speci fieke lichtpatroon van hun soort heel goed ken nen en de voorkeur geven aan overeenkom stige patronen bij de nagebootste vrouwtjes. De phausis-mannetjes hebben echter wei nig belangstelling voor het patroon van de soort. Ook geven zij de voorkeur aan de lich tere nabootsingen, terwijl lampyris-mannetjes de specifieke kleuren van de soort kiezen en geen belangstelling tonen voor nabootsingen, die lichter zijn. Lampyris-mannetjes gedragen zich dus bij de keuze van een vrouwtje veel intelligenter dan de phausis-mannetjes. Na bootsingen, die bewegen, trekken de lampy ris-mannetjes aan, terwijl phausis-mannetjes ervoor op de vlucht gaan. Dat vindt oorzaak daarin, dat lampyris-vrouwtjes, die nog geen partner gevonden hebben niet meer stil zit ten maar wenken met het lichtgevende ach terlijf. De wanhoopsdaad van de oude vrijsters zoals Schalier dit noemt, kennen de lampy ris-mannetjes. De phausis-vrouwtjes wenken echter nooit, daarom begrijpt het phausis- mannetje de betekenis van bewegelijke licht signalen niet. Zodra het mannetje het vrouwtje bereikt heeft, dooft zij zedig het licht. De in het donker plaatsvindende paring is gebonden aan de reuk- en tastzin, die specifiek is voor de soort. Vaak komt het voor, dat de mannetjes, als ze in de nabijheid een an der lichtgevend vrouwtje zien, het vrouwtje, dat geen licht meer geeft, verlaten en naar het lichtende vrouwtje gaan. De verwerpe lijke handelwijze toont aan hoe belangrijk de optische factor is voor het instinct van de glimwormpjes. Te Hengelo slaagden voor het Middenstands diploma: B. de Baas, B. J. Kienhuis en T. Essink. Onze plaatsgenoot R. Dollekamp slaagde te Hoorn voor het examen leerling-horlogema ker. Aan de DEVA-vakschool te Almelo slaag den voor het diploma vakbekwaamheid etaleur de heren J. Flim en G. Voortman.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 2