m
Bent U wel een goede grootmoeder?
Impressies aan liet „ijzeren gordijn''
De Mors I wist weer
Testpiloten met een doctorsgraad
te winnen
Ledenvergadering
supportersver. Excelsior
VRIJDAG 14 JULI 1961
WEEKBLAD VOOR RUSSEN
Pagina 5
Spanning tot
explosieve hoogte
Uitkijkpost
Vlucht
Grillige grens
Zondagsdienst dieren
artsen Rijssen-Wierden
Slapend elke machine
kunnen vliegen
Problemen van moeders en (schoon)dochters
Over verwennerijen
„slappe opvoeding
Psychologisch bekeken
Moed opbrengen!
Die opvoeding!
(Van een speciale verslaggever)
COBURG Toen we op weg naar het
ijzeren gordijn op enkele tientallen meters
van deze radicaalste aller Europese scheids
lijnen in Noord Beieren de langs de kant
van de weg rustende grensbewaker passeer
de zagen we op zijn gezicht de hoogste
verbazing zich plotseling aftekenen. Daar
na keek hij naar het voor hem vreemde
nummerbord op de wagen en beende ons
vervolgens met grote stappen achterna.
Argwanend naderde hij ons, toen we
reeds diep onder de indruk van de
verlaten troosteloosheid der omgeving voor
de slagboom midden op de weg stonden,
waarachter het onkruid tussen het prikkel
draad uit het gescheurde asfalt omhoog
woekerde.
Het was er doodstil. Zelfs de vogels sche
nen dit armzalige gedeelte van Duitsland
te mijden. Een vroegere ervaring opgedaan
in 1948 kort nadat het ijzeren gordijn de
finitief werd opgericht, toen we nabij de
zone-grens bijna door een paar Russen wa
ren gekidnapt, had ons geleerd de auto met
het front weer in de richting van de vrij
heid te zetten, zodat we onmiddellijk kon
den instappen en wegrijden, wanneer er on
verwachts gevaar zou dreigen. Denkbeeldig
is dat gevaar niet, zo beleerde ons de grens
bewaker, toen hij gemerkt had met goed
volk te doen te hebben. Hij gaf ons zijn
verrekijker en wees ons op enkele bomen,
goed 25 meter verder aan de andere kant
van het gordijn.
Duidelijk zagen we in het dichte lover een
uitkijkpost gecamoufleerd en de ladder, die
er heen voerde en even zagen we in het vi
zier van onze kijker, hoe aan de andere
kant een zogenaamde volkspolitieman zijn
kijkglas op ons gericht hield. Het was als
of we door de beide lenzen heen de fon
kelende ogen van de ander konden zien en
het verhoogde de griezelige spanning, die
hier bijna dagelijks tot explosieve hoogte
wordt gebracht. Rechts van ons was de
weg begrensd door een kleine heuvel; iijks
ging het via een greppel naar een
iets dieper liggende weide. Dwars daardoor
heen liep een tien meter brede strook zwarte
aarde. Zij was zorgvuldig geploegd. Aan
beide kanten daarvan groeide het gras even
welig. Te zien was er niemand. Deze on
natuurlijke stilte maakte dat we onder el
kaar ook al begonnen te fluisteren.
Gisteren, zo vertelde de grensbewaker,
is over deze strook een boer met zijn hele
gezin naar het Westen gevlucht. Hij had
zijn vlucht nauwkeurig voorbereid. Met twee
ossen en een paard voor de wagen gespan
nen, waarmee hij naar zijn land trok, vlak
voor de zonegrens, had hij in een onbe
waakt ongeblik het gespan over de beruchte
gevreesde strook gejaagd. Enkele schame
le bezittingen en zijn twee jongste kinde
ren had hij onder hooi op zijn wagen ver
stopt. Nog dezelfde avond kwam de volks-
politie de strook opnieuw bijharken. Men
wil aan de overkant onmiddellijk kunnen zien
of er iemand overheen gelopen is. In dat
geval worden de voetafdrukken nauwkeurig
gemeten en vindt er in het dorpje, waaruit
de vluchteling stamt een dagenlang onder
zoek plaats, waarbij de gebruikelijke metho
den van dreiging en intimidatie het meest-
voorkomende middel zijn om eventuele mede
plichtigen aan de „Republikflucht" van de
vluchteling op het spoor te komen. We luis
terden huiverend naar de verhalen van de
grensbewaker, die zijn karabijn schotbereid
in de aanslag hield.
Bijna nooit zien we een vreemdeling hier,
zo vertelde hij. Toch wordt alleen hier de
verschrikkelijke realiteit duidelijk van het
in tweeën gescheurde land. Juist in Noord
Beieren, in de buurt van het stadje Coburg,
waar de Prinsgemaal van de Engelse Konin
gin Victoria, Prins Albert van Sachsen-Co-
burg-Cotha vandaan komt verloopt de grens
zo grillig dat men doorlopend in een rech
te lijn naar het in het oosten liggende Schal-
kau enige malen op Oost-duits gebied zou
terecht komen, ware het niet dat prikkel-
draad en de tien meter strook plus de angst
voor de gevolgen dat zouden verhinderen.
Het gebied rond Coburg is trouwens een
enclave in de D.D.R. en alleen aan het
feit dat de bewoners van deze streek in
1918 toen de regerende hertog aftrad voor
Beieren kozen inplaats van Thuringen, waar
mede ze overigens eigenlijk veel meer ver
bonden zijn hebben ze het te danken dat
ze nu tot het vrije Westen behoren.
We gingen na ruimschoots de sensatie van
de nabijheid van het ijzeren gordijn te
hebben ondergaan op dezelfde weg terug
naar Oeslau, iets ten oosten van Coburg.
Kort voor dat dorp zagen we de grillig
heid van de grens nog eens in alle duide
lijkheid gedemonstreerd. Met een kleine
punt stoot Oostduits gebied precies tegen
de weg, die tot het westen behoort. Op dat
uiterste puntje Oost-Duitsland, van de weg
slechts gescheiden door de 10 meter strook
stonden twee Russische soldaten. Op de
weg zelf stond een jeep met enkele Ameri
kanen erin. Terwijl deze de Russen door
middel van kijkers observeerden, stonden
dè beide Euro-Aziaten zich netjes te kam
men. Zij wilden kennelijk fatsoenlijk in de
lens komen Direct contact bestond er niet
hoewel men elkaar bijna een hand kon ge
ven. Knauwend op hun woorden en kauwend
op hun chewing-gum bleken de „Ami's" be
reid met ons te praten en ons hun kijkers
te lenen.
De Russen, twee vriendelijk uitziende jon
ge kerels bezagen het tafereeltje ietwat ge
ringschattend. Toen ons twaalfjarig dochter
tje aarzelend haar hand ten afscheid in de
hoogte stak deed een van de Russen het
zelfde.
Daarna verdwenen beiden in het bos dat
enkele meters verder begon. Enkele ogen
blikken later stonden we bij een andere
grenspaal in de buurt van Neustadt. Ook
hier weer de tien meter strook, prikkel
draad en onkruid op de weg. In een ver
laten en vervallen boerderij scharrelden een
paar kippen, die zich niet aan het ijzeren
gordijn stoorden. Maar dat was dan ook
het enige teken van leven in deze omge
ving, die men het einde van de wereld zou
willen noemen.
Een dag later passeerden we de Oosten
rijkse grens, nog later de Italiaanse, de
Zwitserse, Duitse en Nederlandse grenzen.
Nergens enig obstakel. Toen eerst kwam
het besef van de onmenselijke afschuw voor
het ijzeren gordijn
Zeer geliefd zijn in sommige stre
ken van Zweden aparte brievenbus
sen voor de mannelijke en vrouwe
lijke helft van een echtpaar. De bus
sen worden bij het tuinhekje aan
gebracht en de postboden sorteren de
post dan voor „hem" en „haar".
(Onze vraag: Wat doet de bode als
de brief is geadresseerd aan de heer
en mevrouw Zus en Zo?)
Zondagsdienst dierenartsen Rijssen-Wier
den.
De dienst wordt zondag a.s. waargeno
men door dierenarts Capel, Wierden, tel.
05496-478.
Dit is de eerste vrijge
geven foto uit de vlieg
tuigfabriek van de Eng
lish Electric Company
te Samlesbury in hè'i
Engelse graafschap Lan
cashire, waarop iets is
te zien van de produk-
tie van de „Lightning"
't eerste Engelve vlieg
tuig, dat tweemaal de
senlheid' van het geluid
kan bereiken. De onder
delen worden in twee
andere fabrieken van de
English Electric ver
vaardigd, in Samlesbury
wordt het toestel ge
assembleerd.
FARNBOROUGH - AVie Engelands testpi-
lotenschool in Farnborough, het bekende
Britse luchtvaartcentrum, heeft bezocht, kan
er prat op gaan, een „academische" graad
in het vliegen verworven te hebben. Hier
leert een elite van jonge vliegers werkelijk
alles, wat men bij de moedigste experimen
ten in de lucht ook weten moet. Aan de
leergangen nemen behalve de piloten van
de Royal Air Force en de Britse marine
dan ook vliegers 'van andere NAVO-landen
en van de landen van het Britse Gemene
best deel. Dit jaar loopt de twintigste cursus
sedert de stichting in 1943. Er nemen Brit
se, Indische, Canadese, Australische, Ame
rikaanse en Italiaanse luchtmacht-officieren
aan deel.
De school heeft in eerste instantie de taak
jonge testpiloten voor de proefstations van
het Britse ministerie van luchtvaart op te
leiden. Men hoeft intussen in Farnborough
de cursisten het vliegen zelf niet meer bij
te brengen.' dit moeten zij kunnen - en goed
- voor zij voor de cursus aantreden. Hel
studieplan kan men het beste samenvat
ten onder het motto „Leren om te testen
en testen om te leren."
Zo worden de jonge piloten met een groot
aantal vliegtuigtypen vertrouwd gemaakt, die
alle ter beschikking staan van de school.
Daarbij moeten dan de vliegers zowel hun
eigen als de reacties van de machines tij
dens de vlucht nauwkeurig leren waarnemen.
Zij krijgen voldoende inzicht in de aërodyna
mica om hun waarnemingen juist te kunnen
interpreteren. In gevaarlijke momenten moet
elke vlieger „slapend" weten, wat hem te
doen staat.
In de eerste weken van de cursus zijn
voortdurend twaalf verschillende typen ma
chines in de lucht. Deze vliegtuigen zijn niet
naar de beroemdheid van hun naam doch
uitsluitend om zuiver praktische redenen uit
gekozen. Elk van de machines heeft bepaal
de, specifieke eigenschappen. Een „Gannet"
leert het vliegen met Turbopropmotoren, een
„Swift" leert de cursisten de zogenaamde
nabranders kennen, een „CanbeiTa" dient
om de tweemotorige straalmachine te le
ren kennen en een „Hunter" om de cursisten
vertrouwd te maken met de pijlvleugel. Vlie
gers worden voor deze leergangen slechts
aangenomen, wanneer zij als bestuurder
reeds prestaties hebben geleverd, die bo
ven het gemiddelde liggen en zij bovendien
op hoge „cijfers" voor hogere wiskunde en
fysica kunnen bogen. Verder wordt geëist,
dat zij de voor dit werk benodigde karak
tereigenschappen hebben en goed met men
sen kunnen omgaan. Een testpiloot moet nu
eenmaal „met gevoel" vliegen en bovendien
met de mensen, die „zijn" vliegtuig heb
ben gecontrueerd, eventuele menings
verschillen zonder wrijving uit de wereld
kunnen helpen. Daarom heeft elke deelne
mer aan de cursus - evenals dit op de
Britse universiteiten het geval is - een
„Autor", een soort voogd, meestal een
ervaren eskadervlieger, die reeds' een aan
tal moeilijke testvluchten achter de rug
heeft en bij wie hij te rade kan gaan, als
er moeilijkheden zijn.
„De Plattelandsvrouw", het maandblad
van de Nederlandse Bond van Plattelands
vrouwen, signaleert een receptenboekje, ge
titeld „Culinaria der Groninger-Borgen".
Het zijn oude Groningese recepten, ver
zameld in de loop der eeuwen, die door
de vrouw des huizes nauwkeurig werden
genoteerd in een speciaal daarvoor gekocht
blanco boekje, nadat ze eerst waren be-
Het le zevental van de polovereniging de
Mors heeft haar kans op het kampioenschap
behouden, door een fraaie overwinning op
de 2e editie van V.Z. en P.C., Vriezenveen.
De Rijssenaren gingen zeer geladen het
water in en al spoedig bleek, dat de Mors een
uitstekende taktiek toepaste.
De aanvallers Brouwer, Schreuder en Wal
stra waren goed op dreef en zagen kans
de meerderheid ook in doelpunten uit
te drukken. In de eerste periode hadden de
Rijssenaren een verdiende 51 voorsprong
bevochten.
Ook na de rust beheerste de Mors de wed
strijd volkomen en men wist de voorsprong
te vergroten tot 72, waarna V.Z. en P.C.
de stand op 72 wist te brengen. Kort voor
het eindsignaal wist de Mors nog een doel
punt te scoren zodat de eindstand werd ge
bracht op 82.
De meisjes A. junioren, die in de wed
strijd tegen V.Z. en P.C. tot opvallend
goed spel wisten te komen, leden desondanks
een nederlaag. Het samenspel was stukken
beter, dan enige weken geleden, terwijl er
ook verbetering constateren vie in de bal
behandeling. Het werd een spannende wed
strijd waarin de grotere routine van V.Z.
en P.C. de doorslag heeft gegeven. Nadat
Vriezenveen een 20 voorsprong had weten
te veroveren had Dientje Wilmink
met een goede worp succes en re
duceerde de achterstand tot 2—1. De Vrie-
zenveense meisjes kwamen hierna fel opzet
ten en brachten de stand respectievelijk op
31 en 41, waarna Dientje Wilmink met
een goed gerichte worp wederom succes had
en de achterstand reduceerde tot 42 waar
mede het einde kwam, van deze interessante
wedstrijd.
Zatei'dag'avond wordt er een groot jeugd-
toernooi georganiseerd in het zwembad De
Koerbelt.
Geen vragenrubriek van een damesblad
kan men opslaan, of men komt er wel een
tje tegen: een klacht van een jonge vrouw
die moeder is, of van een oudere vrouw
die grootmoder is. Oorzaak de kleinkin
deren.... Nu eens gaat het over een schoon
moeder die de gewoonte heeft haar klein
kinderen schandalig te verwennen, en bij
elk bezoek een cadeautje of lekkers mee
brengt zodat de kleinkinderen tcnslote meer
naar de tas van oma, dan naar oma-zelf
kijken. Dan weer spreekt een grootmoeder
haar afkeuring uit over de opvoeding die
haar kleinkinderen krijgen: haars inziens
„een slappe opvoeding". Een derde maal
klimt een verbolgen moeder in de pen om
haar hart te luchten over het feit dat oma
alleen met de kinderen wenst te gaan wan
delen, wanneer het kroost keurig is aan
gekleed en opgepoetst....
Uit zulke grieven en griefjes hoeven nog
geen onoverkomelijke conflicten te groeien
maar wel kunnen ze de sfeer tussen groot
ouders, ouders en kinderen op een uiterst
onplezierige manier vertroebelen. Meestal
merken de kinderen, vooral wanneer ze nog
klein zijn, daarvan het minst; de wrijvin
gen ontstaan meestal tussen moeders en
schoondochters, want de vaders houden zich
doorgaans maar liever afzijdig van dit soort
strubbelingen.!
Of de vragenrubrieken van genoemde da
mesbladen kans zien, het hunne bij te dra
gen tot de oplossing van dit soort proble
men? Ze geven altijd wel verstandig-klin-
kende adviezen, maar aangezien een mens
maar een mens is, komt er zelfs met heel
veel goede wil niet altijd iets terecht van
het in praktijk bx-engen van die adviezen.
Vooral voor een vrouw die „het hart op de
tong" heeft, is het vaak een onmogelijke
opgave om op het juiste moment te zwij
gen en te denken „Laat maar... zo belang
rijk is het ook eigenlijk niet..."
De oplossing van het probleem (gelukkig
is het vaak maar een klein probleempje)
moet iedereen voor zichzelf weten te vin
den, en met al dan niet deskundige advie
zen komt men zonder deze voorwaarde niet
veel verder.
Desondanks is het we] belangwekkend om
de vraag „Bent u wel een goede groot
moeder" eens te bekijken met het oog van
de psycholoog. In dit geval met het oog
van een Haagse psychologe die bovendien
zelf ook grootmoeder is en dus met des te
meer interesse de „.knelpunten" van deze
materie onder de loep neemt!
En een van die knelpunten is dan de
„schandalige verwennerij", waaruit nog niet
altijd geweldige ruzies hoeven op te laai
en, maar die toch op zeker ogenblik kor
zelige reacties bij de ouders, in elk geval
bij de moeder, van de kleinkinders tenge
volge kan heben.
Waarom verwent een grootmoeder haar
kleinkinderen: alleen omdat ze zoveel van
hen houdt? Dat hoeft bepaald niet altijd
het geval te zijn. Het „schandalig verwen
nen" heeft vaak als middelpunt niet de
kinderen, maar grootmoeder zelf! Want
er zijn grootmoeders (en ook dat is eigen
lijk weer alleen maaf menselijk) die graag
als goede fee optreden en groot plezier heb
ben in het gul weggeven van geschenkjes
en snoepgoed. Dat komt dan, zoals men het
ih de psychologie zou formuleren, neer op
„het sti'elen en goedkeurend toeknikken van
het eigen ik..."
Soms ook kan de verwennerij wel dege
lijk min of meer gericht zijn tegen dochter
of schoondochter, bijvoorbeeld wanneer die
de lieve jeugd wat strak houdt en niet zo
gul is met het weggeven van snoep of an
dere zaken. Onder het motto „ze zijn maar
ééns klein" neemt grootmoeder dan (bewust
of onbewust) de verwennende taak over.
En ook kan oma wel eens wat te gul zijn
omdat ze de jeugd zoet wil houden, vooral
wanneer ze wat last heeft van de drukte
die kinderen onvermijdelijk met zich mee
brengen. Het resultaat is vaak averechts:
de jeugd wordt niet zoet, maar gaat zeu
ren om nog meer
Maar wat ook de oorzaak mag zijn: zo
gauw oma merkt dat de oudei-s van haar
kleinkinderen die verwennerij niet helemaal
(of helemaal niet!) kunnen waarderen, zal
ze de moed moeten opbrengen om zichzelf
eens op-de-vrouw-af te vragen waarom ze
het doet. Als ze verstandig is en boven
dien in dit bestaan wat levenswijsheid heeft
weten te verwerven, zal ze heus wel het
eerlijke antwooi'd kunnen vinden... én in
de praktijk brengen.
Een veelgehoorde klacht is ook „die slap
pe opvoeding van tegenwoordig". Een klacht
die diverse oorzaken kan heben: is oma
voor haar eigen kinderen altijd tamelijk
streng geweest, dan is het wel begrijpelijk
dat die strengopg'evoede kinderen denken:
„Dat overkomt mijn kinderen niet!" En
dan slaat de opvoedkundige weegschaal soms
gemakkelijk door naar de andere kant
Oma heeft dus waarschijnlijk wel eens
gelijk wanneer ze „die slappe opvoeding"
met een ongerust hart bekijkt! Maar daar
bij moet ze wel één ding bedenken: een
tè strenge opvoeding kan tot gevolg heb
ben dat de kinderen tot bijzonder gave
en gezeglijke exemplaren uitgroeien, zon
der dat ze echter ooit volwassen worden.
Een tè strakke discipline kan ook tot ge
volg hebben dat het kind een „protesthou
ding" gaat aannemen en daarmee een
groot deel van zijn leven blijft rondlopen.
Oma doet er waarschijnlijk het best aan,
te denken aan dat spreekwoord van die
zeven sloten, waarin men niet zo gemak
kelijk schijnt te lopen.
En dan is er nog het probleem van het
„vooi-trekken", een fout waai-in zelfs de
meest verstandige oma nog wel eens ver
valt. Het kind dat toevallig heel erg op
oma of opa lijkt, wordt onwillekeurig aar
diger en liever behandeld dan de andere,
De echte „goede" grootmoeder zal, zij het
misschien met enige moeite, wel kans zien
om haar kleinkinderen allemaal op dezelf-
'A- manier te behandelen, ook al zijn ei'
karaktereigenschappen (misschien wel van
haarzelf geërfd) die ze niet zo kan waar
deren in kleinzoon of kleindochter.
Tenslotte vindt oma vaak „de mensen" zo
belangrijk. De mensen die ze graag een
stel netjes-uitziende en opgepoetste kleinkin
déren toont... Maar gelukkig zijn er ook
grootmoeders die, als gaan ze dan niet
graag met een kleine piet-de-smeerpoets op
stap, het niet zo erg vinden dat het kind
een keer medribelt met een jasje aan,
waaraan een knoop ontbreekt, of met een
paar knietjes dien niet brandschoon zijn.
„Een goede grootmoeder zijn", blijkens
de vele haken en ogen die over dit onder
werp op gezette tijden ter tafel komen, is
niet zo gemakkelijk als het lijkt. Misschien
is dit wel de beste leidraad; laat groot
moeder zichzelf voorhouden, dat ze niet
alleen ouder is, maar ook wijzer kan zijn,
en dat kinderen en kleinkinderen juist dat
„wijzere" heel erg kunnen waarderen in een
oma!
proefd. Recepten en logé's werden ook in
het boekje genoteerd, met bronvermelding
en datum van inkomst.
Een paar van de recepten nemen wij
hier over; misschien zijn er ondernemen
de kooksters die ze in de praktijk willen
proberen! Zo niet, dan is het toch altijd
interessant om i-ecepten van vorige gene
raties te vergelijken met de hedendaag
se, die zo sterk het stempel van het be
grip „verantwoorde en gezonde voeding"
dragen.
Bij het lezen van deze recepten moet men
wel weten, wat de diverse hoeveelheids-
aanduidingen betekenen. Met een oordt wordt
een kwartliter bedoeld, met een lood on
geveer tien gram met 1 lbs 453.6 gram.
Het is geen wonder dat tussen al deze re
cepten er ook eentje voorkomt „om oude
patrijzen te stoven", want de ingrediënten
waren allemaal afkomstig uit kas, moes-
of kruidentuin, uit de boomgaard of... uit
het bos. Die oude patrijzen moesten wor
den schoongewassen, gingen 24 uur in azijn
en werden daarna „op de borst leggende"
in een pot gedaan. Er ging een kommetje
vers kalfsnat of water over met wat zout,
wat hele peper, wat beschuit, gesneden eha-
lotten, kruidnagels en foelie en daarna moes
ten de patrijzen „mitonneren" (pruttelen)
tot ze gaar waren. Een recept voor „Choes"
luidt als volgt: „Op Vz lbs putwater doet
men 0,25 lbs boter en laat dit op het vuur
al roerende erin smelten, neem dan een 0,25
lbs weitemeel en roer er dat ook op het
vuur in en als dat gaar is neemt men het
af; een weinig verslagen zijnde, roert
men er 2 eieren een voor een in, hoe meer
het geklopt wordt hoe beter het is. Dan zet
men de taartenpan op het vuur om heet
te worden, doe in de vormpjes een wei
nig boter en maar een lepel beslag, want
die moeten pas half vol zijn, het kan in
een kwartier gebakken worden, maar er
moet niet na gezien worden...."
Via „abrikozen op brandewijn" en een
drankje dat „Sint Christoffel" wordt ge
noemd, komt men tot „het beslaan van ro
se koek", waarvoor weitenmeel met zoete
melk beslagen werd en vermengd met eie
ren. Door een trechter moest het beslag in
een koekenpan met gesmolten boter lopen
en dan als sprits gebakken worden.
Kookboeken uit vroeger tijden bevatten in
de meeste gevallen ook recepten voor huis
middeltjes tegen diverse ziekten, en deze
„Culinaria" maakt hierop geen uitzondering.
Tegen „kindei'hoestwas er het volgende
drankje: vier eierdooiers, vier loot kanari-
suiker, i/2 lbs witte honing, een achtste loot
safteraan, enig brandewijn: te gebruiken
driemaal daags (een mosterdlepel vol). Een
„remedie als men zich verrekt heeft":
Op een bouteltje jenever doet men een
lepel fijn zout en een gewreven nootmus-
caat en laat het zo staan, en als men het
wil gebruiken, zo moet men het wat schud
den, en het op dat gedeelte leggen dat ver
rekt is.
En tenslotte een receptje om van te grie
zelen: tegen hoofdpijn neme men „een grij
ze kraai levendig gevild, en het vel op het
hoofd leggen..." Het moderne aspirientje is
een gemakkelijker èn aantrekkelijker reme
die!
De supportersvereniging Excelsior hield za
terdagmiddag in hotel Gijsbers te Rijssen
een algemene ledenvergadering onder voor-
zittex-schap van de heer J. Voortman.
De secretaris-penningmeester J. Smeijers
deelde in zijn jaarverslag mede, dat de ver.
een goed jaar achter de rug heeft. Het leden
tal beweegt zich steeds in stijgende lijn en
bedraagt momenteel ongeveer 200. De Ver.
heeft over het afgelopen jaar weer de reiskos
ten verzorgd voor het le elftal, in totaal tot
een bedrag van ongeveer 600,- Verder wer
den regelmatig bijdragen verleend aan de
kampioensfeesten en andere gelegenheden.
Uit het financieel overzicht bleek dat de
ver. eveneens een goed jaar gehad heeft,
want er was een behoorlijk batig saldo in
kas.
De heer A. Pijffers bi-acht namens de kas-
commissie verslag uit, dat alles in orde was
bevonden. In de nieuwe kascommissie werden
gekozen de heren A. Pijffers, E. Meijerink
en H. Landeweerd.
De aftredende bestuursleden de heren H.
Meijerink, J. Rutterkamp en J. Smeijers wer
den bij acclamatie herkozen.
De voorzitter deelde tenslotte nog mede
dat in het komende jaar de vereniging haar
10-jarig bestaan hoopt te herdenken en wel
op een bijzondere wijze, waarvan de plannen
nog nader uitgewerkt zullen worden.