m Bent U wel een goede grootmoeder? Impressies aan liet „ijzeren gordijn'' De Mors I wist weer Testpiloten met een doctorsgraad te winnen Ledenvergadering supportersver. Excelsior VRIJDAG 14 JULI 1961 WEEKBLAD VOOR RUSSEN Pagina 5 Spanning tot explosieve hoogte Uitkijkpost Vlucht Grillige grens Zondagsdienst dieren artsen Rijssen-Wierden Slapend elke machine kunnen vliegen Problemen van moeders en (schoon)dochters Over verwennerijen „slappe opvoeding Psychologisch bekeken Moed opbrengen! Die opvoeding! (Van een speciale verslaggever) COBURG Toen we op weg naar het ijzeren gordijn op enkele tientallen meters van deze radicaalste aller Europese scheids lijnen in Noord Beieren de langs de kant van de weg rustende grensbewaker passeer de zagen we op zijn gezicht de hoogste verbazing zich plotseling aftekenen. Daar na keek hij naar het voor hem vreemde nummerbord op de wagen en beende ons vervolgens met grote stappen achterna. Argwanend naderde hij ons, toen we reeds diep onder de indruk van de verlaten troosteloosheid der omgeving voor de slagboom midden op de weg stonden, waarachter het onkruid tussen het prikkel draad uit het gescheurde asfalt omhoog woekerde. Het was er doodstil. Zelfs de vogels sche nen dit armzalige gedeelte van Duitsland te mijden. Een vroegere ervaring opgedaan in 1948 kort nadat het ijzeren gordijn de finitief werd opgericht, toen we nabij de zone-grens bijna door een paar Russen wa ren gekidnapt, had ons geleerd de auto met het front weer in de richting van de vrij heid te zetten, zodat we onmiddellijk kon den instappen en wegrijden, wanneer er on verwachts gevaar zou dreigen. Denkbeeldig is dat gevaar niet, zo beleerde ons de grens bewaker, toen hij gemerkt had met goed volk te doen te hebben. Hij gaf ons zijn verrekijker en wees ons op enkele bomen, goed 25 meter verder aan de andere kant van het gordijn. Duidelijk zagen we in het dichte lover een uitkijkpost gecamoufleerd en de ladder, die er heen voerde en even zagen we in het vi zier van onze kijker, hoe aan de andere kant een zogenaamde volkspolitieman zijn kijkglas op ons gericht hield. Het was als of we door de beide lenzen heen de fon kelende ogen van de ander konden zien en het verhoogde de griezelige spanning, die hier bijna dagelijks tot explosieve hoogte wordt gebracht. Rechts van ons was de weg begrensd door een kleine heuvel; iijks ging het via een greppel naar een iets dieper liggende weide. Dwars daardoor heen liep een tien meter brede strook zwarte aarde. Zij was zorgvuldig geploegd. Aan beide kanten daarvan groeide het gras even welig. Te zien was er niemand. Deze on natuurlijke stilte maakte dat we onder el kaar ook al begonnen te fluisteren. Gisteren, zo vertelde de grensbewaker, is over deze strook een boer met zijn hele gezin naar het Westen gevlucht. Hij had zijn vlucht nauwkeurig voorbereid. Met twee ossen en een paard voor de wagen gespan nen, waarmee hij naar zijn land trok, vlak voor de zonegrens, had hij in een onbe waakt ongeblik het gespan over de beruchte gevreesde strook gejaagd. Enkele schame le bezittingen en zijn twee jongste kinde ren had hij onder hooi op zijn wagen ver stopt. Nog dezelfde avond kwam de volks- politie de strook opnieuw bijharken. Men wil aan de overkant onmiddellijk kunnen zien of er iemand overheen gelopen is. In dat geval worden de voetafdrukken nauwkeurig gemeten en vindt er in het dorpje, waaruit de vluchteling stamt een dagenlang onder zoek plaats, waarbij de gebruikelijke metho den van dreiging en intimidatie het meest- voorkomende middel zijn om eventuele mede plichtigen aan de „Republikflucht" van de vluchteling op het spoor te komen. We luis terden huiverend naar de verhalen van de grensbewaker, die zijn karabijn schotbereid in de aanslag hield. Bijna nooit zien we een vreemdeling hier, zo vertelde hij. Toch wordt alleen hier de verschrikkelijke realiteit duidelijk van het in tweeën gescheurde land. Juist in Noord Beieren, in de buurt van het stadje Coburg, waar de Prinsgemaal van de Engelse Konin gin Victoria, Prins Albert van Sachsen-Co- burg-Cotha vandaan komt verloopt de grens zo grillig dat men doorlopend in een rech te lijn naar het in het oosten liggende Schal- kau enige malen op Oost-duits gebied zou terecht komen, ware het niet dat prikkel- draad en de tien meter strook plus de angst voor de gevolgen dat zouden verhinderen. Het gebied rond Coburg is trouwens een enclave in de D.D.R. en alleen aan het feit dat de bewoners van deze streek in 1918 toen de regerende hertog aftrad voor Beieren kozen inplaats van Thuringen, waar mede ze overigens eigenlijk veel meer ver bonden zijn hebben ze het te danken dat ze nu tot het vrije Westen behoren. We gingen na ruimschoots de sensatie van de nabijheid van het ijzeren gordijn te hebben ondergaan op dezelfde weg terug naar Oeslau, iets ten oosten van Coburg. Kort voor dat dorp zagen we de grillig heid van de grens nog eens in alle duide lijkheid gedemonstreerd. Met een kleine punt stoot Oostduits gebied precies tegen de weg, die tot het westen behoort. Op dat uiterste puntje Oost-Duitsland, van de weg slechts gescheiden door de 10 meter strook stonden twee Russische soldaten. Op de weg zelf stond een jeep met enkele Ameri kanen erin. Terwijl deze de Russen door middel van kijkers observeerden, stonden dè beide Euro-Aziaten zich netjes te kam men. Zij wilden kennelijk fatsoenlijk in de lens komen Direct contact bestond er niet hoewel men elkaar bijna een hand kon ge ven. Knauwend op hun woorden en kauwend op hun chewing-gum bleken de „Ami's" be reid met ons te praten en ons hun kijkers te lenen. De Russen, twee vriendelijk uitziende jon ge kerels bezagen het tafereeltje ietwat ge ringschattend. Toen ons twaalfjarig dochter tje aarzelend haar hand ten afscheid in de hoogte stak deed een van de Russen het zelfde. Daarna verdwenen beiden in het bos dat enkele meters verder begon. Enkele ogen blikken later stonden we bij een andere grenspaal in de buurt van Neustadt. Ook hier weer de tien meter strook, prikkel draad en onkruid op de weg. In een ver laten en vervallen boerderij scharrelden een paar kippen, die zich niet aan het ijzeren gordijn stoorden. Maar dat was dan ook het enige teken van leven in deze omge ving, die men het einde van de wereld zou willen noemen. Een dag later passeerden we de Oosten rijkse grens, nog later de Italiaanse, de Zwitserse, Duitse en Nederlandse grenzen. Nergens enig obstakel. Toen eerst kwam het besef van de onmenselijke afschuw voor het ijzeren gordijn Zeer geliefd zijn in sommige stre ken van Zweden aparte brievenbus sen voor de mannelijke en vrouwe lijke helft van een echtpaar. De bus sen worden bij het tuinhekje aan gebracht en de postboden sorteren de post dan voor „hem" en „haar". (Onze vraag: Wat doet de bode als de brief is geadresseerd aan de heer en mevrouw Zus en Zo?) Zondagsdienst dierenartsen Rijssen-Wier den. De dienst wordt zondag a.s. waargeno men door dierenarts Capel, Wierden, tel. 05496-478. Dit is de eerste vrijge geven foto uit de vlieg tuigfabriek van de Eng lish Electric Company te Samlesbury in hè'i Engelse graafschap Lan cashire, waarop iets is te zien van de produk- tie van de „Lightning" 't eerste Engelve vlieg tuig, dat tweemaal de senlheid' van het geluid kan bereiken. De onder delen worden in twee andere fabrieken van de English Electric ver vaardigd, in Samlesbury wordt het toestel ge assembleerd. FARNBOROUGH - AVie Engelands testpi- lotenschool in Farnborough, het bekende Britse luchtvaartcentrum, heeft bezocht, kan er prat op gaan, een „academische" graad in het vliegen verworven te hebben. Hier leert een elite van jonge vliegers werkelijk alles, wat men bij de moedigste experimen ten in de lucht ook weten moet. Aan de leergangen nemen behalve de piloten van de Royal Air Force en de Britse marine dan ook vliegers 'van andere NAVO-landen en van de landen van het Britse Gemene best deel. Dit jaar loopt de twintigste cursus sedert de stichting in 1943. Er nemen Brit se, Indische, Canadese, Australische, Ame rikaanse en Italiaanse luchtmacht-officieren aan deel. De school heeft in eerste instantie de taak jonge testpiloten voor de proefstations van het Britse ministerie van luchtvaart op te leiden. Men hoeft intussen in Farnborough de cursisten het vliegen zelf niet meer bij te brengen.' dit moeten zij kunnen - en goed - voor zij voor de cursus aantreden. Hel studieplan kan men het beste samenvat ten onder het motto „Leren om te testen en testen om te leren." Zo worden de jonge piloten met een groot aantal vliegtuigtypen vertrouwd gemaakt, die alle ter beschikking staan van de school. Daarbij moeten dan de vliegers zowel hun eigen als de reacties van de machines tij dens de vlucht nauwkeurig leren waarnemen. Zij krijgen voldoende inzicht in de aërodyna mica om hun waarnemingen juist te kunnen interpreteren. In gevaarlijke momenten moet elke vlieger „slapend" weten, wat hem te doen staat. In de eerste weken van de cursus zijn voortdurend twaalf verschillende typen ma chines in de lucht. Deze vliegtuigen zijn niet naar de beroemdheid van hun naam doch uitsluitend om zuiver praktische redenen uit gekozen. Elk van de machines heeft bepaal de, specifieke eigenschappen. Een „Gannet" leert het vliegen met Turbopropmotoren, een „Swift" leert de cursisten de zogenaamde nabranders kennen, een „CanbeiTa" dient om de tweemotorige straalmachine te le ren kennen en een „Hunter" om de cursisten vertrouwd te maken met de pijlvleugel. Vlie gers worden voor deze leergangen slechts aangenomen, wanneer zij als bestuurder reeds prestaties hebben geleverd, die bo ven het gemiddelde liggen en zij bovendien op hoge „cijfers" voor hogere wiskunde en fysica kunnen bogen. Verder wordt geëist, dat zij de voor dit werk benodigde karak tereigenschappen hebben en goed met men sen kunnen omgaan. Een testpiloot moet nu eenmaal „met gevoel" vliegen en bovendien met de mensen, die „zijn" vliegtuig heb ben gecontrueerd, eventuele menings verschillen zonder wrijving uit de wereld kunnen helpen. Daarom heeft elke deelne mer aan de cursus - evenals dit op de Britse universiteiten het geval is - een „Autor", een soort voogd, meestal een ervaren eskadervlieger, die reeds' een aan tal moeilijke testvluchten achter de rug heeft en bij wie hij te rade kan gaan, als er moeilijkheden zijn. „De Plattelandsvrouw", het maandblad van de Nederlandse Bond van Plattelands vrouwen, signaleert een receptenboekje, ge titeld „Culinaria der Groninger-Borgen". Het zijn oude Groningese recepten, ver zameld in de loop der eeuwen, die door de vrouw des huizes nauwkeurig werden genoteerd in een speciaal daarvoor gekocht blanco boekje, nadat ze eerst waren be- Het le zevental van de polovereniging de Mors heeft haar kans op het kampioenschap behouden, door een fraaie overwinning op de 2e editie van V.Z. en P.C., Vriezenveen. De Rijssenaren gingen zeer geladen het water in en al spoedig bleek, dat de Mors een uitstekende taktiek toepaste. De aanvallers Brouwer, Schreuder en Wal stra waren goed op dreef en zagen kans de meerderheid ook in doelpunten uit te drukken. In de eerste periode hadden de Rijssenaren een verdiende 51 voorsprong bevochten. Ook na de rust beheerste de Mors de wed strijd volkomen en men wist de voorsprong te vergroten tot 72, waarna V.Z. en P.C. de stand op 72 wist te brengen. Kort voor het eindsignaal wist de Mors nog een doel punt te scoren zodat de eindstand werd ge bracht op 82. De meisjes A. junioren, die in de wed strijd tegen V.Z. en P.C. tot opvallend goed spel wisten te komen, leden desondanks een nederlaag. Het samenspel was stukken beter, dan enige weken geleden, terwijl er ook verbetering constateren vie in de bal behandeling. Het werd een spannende wed strijd waarin de grotere routine van V.Z. en P.C. de doorslag heeft gegeven. Nadat Vriezenveen een 20 voorsprong had weten te veroveren had Dientje Wilmink met een goede worp succes en re duceerde de achterstand tot 2—1. De Vrie- zenveense meisjes kwamen hierna fel opzet ten en brachten de stand respectievelijk op 31 en 41, waarna Dientje Wilmink met een goed gerichte worp wederom succes had en de achterstand reduceerde tot 42 waar mede het einde kwam, van deze interessante wedstrijd. Zatei'dag'avond wordt er een groot jeugd- toernooi georganiseerd in het zwembad De Koerbelt. Geen vragenrubriek van een damesblad kan men opslaan, of men komt er wel een tje tegen: een klacht van een jonge vrouw die moeder is, of van een oudere vrouw die grootmoder is. Oorzaak de kleinkin deren.... Nu eens gaat het over een schoon moeder die de gewoonte heeft haar klein kinderen schandalig te verwennen, en bij elk bezoek een cadeautje of lekkers mee brengt zodat de kleinkinderen tcnslote meer naar de tas van oma, dan naar oma-zelf kijken. Dan weer spreekt een grootmoeder haar afkeuring uit over de opvoeding die haar kleinkinderen krijgen: haars inziens „een slappe opvoeding". Een derde maal klimt een verbolgen moeder in de pen om haar hart te luchten over het feit dat oma alleen met de kinderen wenst te gaan wan delen, wanneer het kroost keurig is aan gekleed en opgepoetst.... Uit zulke grieven en griefjes hoeven nog geen onoverkomelijke conflicten te groeien maar wel kunnen ze de sfeer tussen groot ouders, ouders en kinderen op een uiterst onplezierige manier vertroebelen. Meestal merken de kinderen, vooral wanneer ze nog klein zijn, daarvan het minst; de wrijvin gen ontstaan meestal tussen moeders en schoondochters, want de vaders houden zich doorgaans maar liever afzijdig van dit soort strubbelingen.! Of de vragenrubrieken van genoemde da mesbladen kans zien, het hunne bij te dra gen tot de oplossing van dit soort proble men? Ze geven altijd wel verstandig-klin- kende adviezen, maar aangezien een mens maar een mens is, komt er zelfs met heel veel goede wil niet altijd iets terecht van het in praktijk bx-engen van die adviezen. Vooral voor een vrouw die „het hart op de tong" heeft, is het vaak een onmogelijke opgave om op het juiste moment te zwij gen en te denken „Laat maar... zo belang rijk is het ook eigenlijk niet..." De oplossing van het probleem (gelukkig is het vaak maar een klein probleempje) moet iedereen voor zichzelf weten te vin den, en met al dan niet deskundige advie zen komt men zonder deze voorwaarde niet veel verder. Desondanks is het we] belangwekkend om de vraag „Bent u wel een goede groot moeder" eens te bekijken met het oog van de psycholoog. In dit geval met het oog van een Haagse psychologe die bovendien zelf ook grootmoeder is en dus met des te meer interesse de „.knelpunten" van deze materie onder de loep neemt! En een van die knelpunten is dan de „schandalige verwennerij", waaruit nog niet altijd geweldige ruzies hoeven op te laai en, maar die toch op zeker ogenblik kor zelige reacties bij de ouders, in elk geval bij de moeder, van de kleinkinders tenge volge kan heben. Waarom verwent een grootmoeder haar kleinkinderen: alleen omdat ze zoveel van hen houdt? Dat hoeft bepaald niet altijd het geval te zijn. Het „schandalig verwen nen" heeft vaak als middelpunt niet de kinderen, maar grootmoeder zelf! Want er zijn grootmoeders (en ook dat is eigen lijk weer alleen maaf menselijk) die graag als goede fee optreden en groot plezier heb ben in het gul weggeven van geschenkjes en snoepgoed. Dat komt dan, zoals men het ih de psychologie zou formuleren, neer op „het sti'elen en goedkeurend toeknikken van het eigen ik..." Soms ook kan de verwennerij wel dege lijk min of meer gericht zijn tegen dochter of schoondochter, bijvoorbeeld wanneer die de lieve jeugd wat strak houdt en niet zo gul is met het weggeven van snoep of an dere zaken. Onder het motto „ze zijn maar ééns klein" neemt grootmoeder dan (bewust of onbewust) de verwennende taak over. En ook kan oma wel eens wat te gul zijn omdat ze de jeugd zoet wil houden, vooral wanneer ze wat last heeft van de drukte die kinderen onvermijdelijk met zich mee brengen. Het resultaat is vaak averechts: de jeugd wordt niet zoet, maar gaat zeu ren om nog meer Maar wat ook de oorzaak mag zijn: zo gauw oma merkt dat de oudei-s van haar kleinkinderen die verwennerij niet helemaal (of helemaal niet!) kunnen waarderen, zal ze de moed moeten opbrengen om zichzelf eens op-de-vrouw-af te vragen waarom ze het doet. Als ze verstandig is en boven dien in dit bestaan wat levenswijsheid heeft weten te verwerven, zal ze heus wel het eerlijke antwooi'd kunnen vinden... én in de praktijk brengen. Een veelgehoorde klacht is ook „die slap pe opvoeding van tegenwoordig". Een klacht die diverse oorzaken kan heben: is oma voor haar eigen kinderen altijd tamelijk streng geweest, dan is het wel begrijpelijk dat die strengopg'evoede kinderen denken: „Dat overkomt mijn kinderen niet!" En dan slaat de opvoedkundige weegschaal soms gemakkelijk door naar de andere kant Oma heeft dus waarschijnlijk wel eens gelijk wanneer ze „die slappe opvoeding" met een ongerust hart bekijkt! Maar daar bij moet ze wel één ding bedenken: een tè strenge opvoeding kan tot gevolg heb ben dat de kinderen tot bijzonder gave en gezeglijke exemplaren uitgroeien, zon der dat ze echter ooit volwassen worden. Een tè strakke discipline kan ook tot ge volg hebben dat het kind een „protesthou ding" gaat aannemen en daarmee een groot deel van zijn leven blijft rondlopen. Oma doet er waarschijnlijk het best aan, te denken aan dat spreekwoord van die zeven sloten, waarin men niet zo gemak kelijk schijnt te lopen. En dan is er nog het probleem van het „vooi-trekken", een fout waai-in zelfs de meest verstandige oma nog wel eens ver valt. Het kind dat toevallig heel erg op oma of opa lijkt, wordt onwillekeurig aar diger en liever behandeld dan de andere, De echte „goede" grootmoeder zal, zij het misschien met enige moeite, wel kans zien om haar kleinkinderen allemaal op dezelf- 'A- manier te behandelen, ook al zijn ei' karaktereigenschappen (misschien wel van haarzelf geërfd) die ze niet zo kan waar deren in kleinzoon of kleindochter. Tenslotte vindt oma vaak „de mensen" zo belangrijk. De mensen die ze graag een stel netjes-uitziende en opgepoetste kleinkin déren toont... Maar gelukkig zijn er ook grootmoeders die, als gaan ze dan niet graag met een kleine piet-de-smeerpoets op stap, het niet zo erg vinden dat het kind een keer medribelt met een jasje aan, waaraan een knoop ontbreekt, of met een paar knietjes dien niet brandschoon zijn. „Een goede grootmoeder zijn", blijkens de vele haken en ogen die over dit onder werp op gezette tijden ter tafel komen, is niet zo gemakkelijk als het lijkt. Misschien is dit wel de beste leidraad; laat groot moeder zichzelf voorhouden, dat ze niet alleen ouder is, maar ook wijzer kan zijn, en dat kinderen en kleinkinderen juist dat „wijzere" heel erg kunnen waarderen in een oma! proefd. Recepten en logé's werden ook in het boekje genoteerd, met bronvermelding en datum van inkomst. Een paar van de recepten nemen wij hier over; misschien zijn er ondernemen de kooksters die ze in de praktijk willen proberen! Zo niet, dan is het toch altijd interessant om i-ecepten van vorige gene raties te vergelijken met de hedendaag se, die zo sterk het stempel van het be grip „verantwoorde en gezonde voeding" dragen. Bij het lezen van deze recepten moet men wel weten, wat de diverse hoeveelheids- aanduidingen betekenen. Met een oordt wordt een kwartliter bedoeld, met een lood on geveer tien gram met 1 lbs 453.6 gram. Het is geen wonder dat tussen al deze re cepten er ook eentje voorkomt „om oude patrijzen te stoven", want de ingrediënten waren allemaal afkomstig uit kas, moes- of kruidentuin, uit de boomgaard of... uit het bos. Die oude patrijzen moesten wor den schoongewassen, gingen 24 uur in azijn en werden daarna „op de borst leggende" in een pot gedaan. Er ging een kommetje vers kalfsnat of water over met wat zout, wat hele peper, wat beschuit, gesneden eha- lotten, kruidnagels en foelie en daarna moes ten de patrijzen „mitonneren" (pruttelen) tot ze gaar waren. Een recept voor „Choes" luidt als volgt: „Op Vz lbs putwater doet men 0,25 lbs boter en laat dit op het vuur al roerende erin smelten, neem dan een 0,25 lbs weitemeel en roer er dat ook op het vuur in en als dat gaar is neemt men het af; een weinig verslagen zijnde, roert men er 2 eieren een voor een in, hoe meer het geklopt wordt hoe beter het is. Dan zet men de taartenpan op het vuur om heet te worden, doe in de vormpjes een wei nig boter en maar een lepel beslag, want die moeten pas half vol zijn, het kan in een kwartier gebakken worden, maar er moet niet na gezien worden...." Via „abrikozen op brandewijn" en een drankje dat „Sint Christoffel" wordt ge noemd, komt men tot „het beslaan van ro se koek", waarvoor weitenmeel met zoete melk beslagen werd en vermengd met eie ren. Door een trechter moest het beslag in een koekenpan met gesmolten boter lopen en dan als sprits gebakken worden. Kookboeken uit vroeger tijden bevatten in de meeste gevallen ook recepten voor huis middeltjes tegen diverse ziekten, en deze „Culinaria" maakt hierop geen uitzondering. Tegen „kindei'hoestwas er het volgende drankje: vier eierdooiers, vier loot kanari- suiker, i/2 lbs witte honing, een achtste loot safteraan, enig brandewijn: te gebruiken driemaal daags (een mosterdlepel vol). Een „remedie als men zich verrekt heeft": Op een bouteltje jenever doet men een lepel fijn zout en een gewreven nootmus- caat en laat het zo staan, en als men het wil gebruiken, zo moet men het wat schud den, en het op dat gedeelte leggen dat ver rekt is. En tenslotte een receptje om van te grie zelen: tegen hoofdpijn neme men „een grij ze kraai levendig gevild, en het vel op het hoofd leggen..." Het moderne aspirientje is een gemakkelijker èn aantrekkelijker reme die! De supportersvereniging Excelsior hield za terdagmiddag in hotel Gijsbers te Rijssen een algemene ledenvergadering onder voor- zittex-schap van de heer J. Voortman. De secretaris-penningmeester J. Smeijers deelde in zijn jaarverslag mede, dat de ver. een goed jaar achter de rug heeft. Het leden tal beweegt zich steeds in stijgende lijn en bedraagt momenteel ongeveer 200. De Ver. heeft over het afgelopen jaar weer de reiskos ten verzorgd voor het le elftal, in totaal tot een bedrag van ongeveer 600,- Verder wer den regelmatig bijdragen verleend aan de kampioensfeesten en andere gelegenheden. Uit het financieel overzicht bleek dat de ver. eveneens een goed jaar gehad heeft, want er was een behoorlijk batig saldo in kas. De heer A. Pijffers bi-acht namens de kas- commissie verslag uit, dat alles in orde was bevonden. In de nieuwe kascommissie werden gekozen de heren A. Pijffers, E. Meijerink en H. Landeweerd. De aftredende bestuursleden de heren H. Meijerink, J. Rutterkamp en J. Smeijers wer den bij acclamatie herkozen. De voorzitter deelde tenslotte nog mede dat in het komende jaar de vereniging haar 10-jarig bestaan hoopt te herdenken en wel op een bijzondere wijze, waarvan de plannen nog nader uitgewerkt zullen worden.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 5