RIJ5S buiten de ivallen Duitse kerken van oud naar nieuw Coupe MEULENBELT Het spook op het kasteel Bevervoorde Vlot S. M. gekleed LEERLINGENAVOND Sportclub won op overtuigende wijze Spanningen en conflicten studie-orgel Fa. A. Zwaan's ZAAD Wed. Kreijkers SPORTNIEUWS Vrijdag 17 maart 1961 WEEKBLAJb VUUh RUSSEN Pagina 3 Experimenten Andere oplossingen Kerk in Düren Opvallende Kostuums Colberts en Pantalons Kostuums Colberts Pantalons GROTE KEUZE HEREN- EN JONGENS-WEEKENDERS!! Stichting Muziekschool voor Rassen en omgeving OP 2e PAASDAG: GROTE VEILIG VERKEERS-PUZZELRIT Niemand kon zeggenvanwaar het gekomen was, maar het was een feit: Het spookte op de Bevervoorde. De oude heer Berend vond het verschrikkelijk, terwijl vrouwe Agnes he mel en aarde bewoog om van het spook be vrijd te worden. Jonker Reinold, de here- boer van Rijssen gaf op zijn tijd kostelijke moppen over het spook ten beste. De twee de jonker van Bevervoorde, die in dienst was als cornet bij de Paltzgraaf van Beieren, Jonker Hugo wel te verstaan, had er extra verlof voor genomen om het spook op zijn vaders kasteel te Rijssen te ontdekken, en het te vermorzelen. Hij had ook dezelfde druk te en dezelfde poeha als zijn grootvader, de snor. In Rijssen noemde het volk hem de wind- jonker. Hij was evenwel de lieveling van zijn moeder en van zijn zusters Jacomieni en Brechtje. Zij waren de jongste freules van Bevervoorde. Weber, de jongste zoon was iemand van wie men in Rijssen niet wist wat men er aan had. Hij voelde zich hoog verheven boven het stadsvolk en noemde de mensen Riessense Pruttel. Hij vertelde dat niet in het openbaar, o neen, hij verwaardigde het burgervolk van Rijssen geen blik. Hij was het evenwel die met zijn moeder de spokerij het hoogst in de maag zat. Wanneer het spook nu nog bij Benaads in de Pau zijn intrek had genomen, nu ja, dan was het daar aan toe. Maar op het ka steel Bevervoorde! Dat was toch te gek om los te lopen. Tegen moeder Agnes spuwde Weber zijn gal uit. Reinold noemde hij een knuppel van een kerel, een mestkever die graag ten aan- hore van heel Rijssen grappen maakte over het spook op het kasteel de Bevervoorde. Maar ook in de stad Rijssen maakte men zich zorgen. Een spook binnen de veste, en nog wel op het hof waar eens in het jaar de bisschop van Utrecht overnachtte. En dan moest zo'n spook eens bij de bisschop op het voeteneinde van het bed gaan zitten. Ver beeld je! Dan was heel Rijssen te schande gemaakt. Ook de burgemeesters, schepenen en de vroedschap vergaderden over het spook. En juist toen men hiervoor bijeen was zakte de dikke burgemeester de Balg met stoel en al door de vloer. Dit kwam natuurlijk niet van het spook, maar door de ratten en varkens die de vloer van het raadhuis hadden onder mijnd. Maar niettemin de consternatie was toch groot! De hele magistraat sloeg op de vlucht en liet de schreeuwende Balg achter. Maar jonker Reinold, de hereboer, die z'n zienswijze over spoken voor de zoveelste keer aan de kring belangstellende stadslui ver teld had snelde naar het raadhuis. Hij zag de benarde positie waarin de Balg verkeerde en haalde hem uit de grond. Daarop kroop de jonker zelf in het gat om het spook te grijpen. Dit was een daad die Reinold geweldig in de achting van het volk deed rijzen. Men noemde hem voortaan onzen lieven 'jonker, en die naam behield hij zijn hele leven lang. Intussen had de jonker Berend laten be kendmaken dat hij Rijssenaren wilde heb ben die mee op de spokenjacht op het kasteel wilden gaan. Er meldde zich niemand, behalve Benaads uit de Pau. En die wilde men op het kasteel niet heb ben, want de kerel was van de duivel be zeten. De cornet Hugo wist dat men in het Bent- heimse vaak gebruik maakte van Berend, de spook verdrijver uit Haaksbergen. Want in Bentheim was de spokerij ook erg. Maar het viel niet mee om iemand te vin den om naar Haaksbergen te gaan. Reinold lachtte op een avond zijn vader en moeder vierkant uit toen men familieraad hield. En vader van Langen vertelde dat er een eind moest komen aan de spokerij. Toen vader van Langen zijn oudste vroeg om naar Haaksbergen te gaan weigerde de ze. Hij wilde in Haaksbergen niet uitgelachen worden, en voor Jan Pat staan. Hugo voelde zich als aankomend officier te voornaam, en Weber zei dat deze kwestie hem te min was. Intussen ging de spokerij geregeld door. Soms kreet het spook angstaanjagend en maakte veel geraas. Overdag was er niets aan de hand. Maar in Rijssen ging het lachen over. En vrouwe Agnes wilde niet dat de achterkamer boven, waar het spook zijn in trek had genomen, ontsloten werd. Je kon nooit weten wat voor griezel eruit kon sprin gen. Na een week vond jonker Berend de dikke Dirk bereid om naar Haaksbergen te gaan. Dikke Dirk was een vrachtvaarder die in Haaksbergen goede kennissen had. De oude jonker van Langen gaf Dirk een goede bende geld mee. Een dat kwam goed van pas, want Dirk was een man die als iemand met een flinke droge lever bekend stond. Van Rijssen over Goor en Hengevelde reed de Dikke naar Haaksbergen. Tot Hengevelde ging alles goed, maar toen kwamen er moeilijkheden, Dirk was met paard en kar gegaan. Dat was voordeliger had hij op de Bevervoorde gezegd. Dan kon hij meteen de spook verdrijver meebrengen. Dikke Dirk was vrachtvaarder en koopman die niet alleen Rijs sen maar ook een groot gedeelt van 't toen bekende Europa kende. Hij had flink wat smokkelwaar op zijn kar geladen en ook een geweer. En helemaal achter op de kar een zakje buskruit. Om half vijf in de morgen ging hij weg, en om acht uur had hij Hengevelde al een heel eind achter de rug. Daar in de binnenlanden van Twente huisde destijd een diefachtig volkje dat met smokkelen, roven en stropen aan de kost probeerde te komen. Het duurde niet lang of een vijftal ban dieten hield de wagen van Dikke Dirk aan. Maar deze tastte achter zich en sloeg met de meegenomen sabel van zich af. Een der rovers maakte zich echter met het zakje buskruit uit de voeten. De andere rovers volgden hem. Maar de Dikke Dirk mopperde in zichzelf: willen jullie mij be stelen? Daar zal niks van komen! Hij nam het geweer, legde aan en schoot in de kruit- zak. Het resultaat was verbluffend. Een uur in de verte weerklonk de geweldige knal der ontploffing, en de dief was met het kruit in de lucht gevlogen. Kalm laadde Dirk andermaal zijn geweer en zette verder de tocht naar Haaksbergen on gehinderd voort. Na enig zoeken en vragen vond hij het huis van Berend de spook verdrijver. Dirk werd zeer joviaal ontvangen, Berend trakteerde hem en hielp hem met een flinke winst van zijn smokkelwaar af. Daarna kreeg Dirk nog bonensoep. Toen werd Dirk door de slimmerik uitge hoord over de gedragingen van het spook op het kasteel de Bevervoorde. En toen dat achter de rug was moest hij vooruit betaald worden. Vijf-en-twintig gulden en een liter brande wijn waren de kosten. Dikke Dirk schoot het geld voor. De spoken verdrijver smeet zijn gereedschap op de kar. Hierbij was ook een grote groene zak. Toen Dirk vroeg wat die groene zak te betekenen had antwoordde de spoken verdrijver dat daar het spook in moest. Tegen groen was het spook niet bestand. Na een paar keer aangelegd te hebben kreeg het paard een flinke maaltijd in de herberg „De Kist" te Goor. Kisten Harm, de kastelein wist al gauw wat er te Rijssen aan de hand was, en ver telde dat de spoken verdrijver ook maar eens gauw een keer naar Goor moest komen om dat op het ksteel Heesheren ook spoken wa ren. Maar hier had de spokenverdrijver niet zo veel mee op, want hij wist dat de familie op Heesheren slecht van betalen was, waar de kastelein ook over kon meepraten. Verder ging het weer en tegen vijf uur in de middag bereikte men Rijssen. Heel Rijssen verkeerde in spanning en op kasteel Bevervoorde zat men bij elkaar. Dikke Dirk reed de kar het voorplein op. Met een „doar hei um" kondigde hij de spokenverdrijver aan. Vrouwe Agnes zag nog juist dat de Haaksbergenaar een vuur rode neus had. De huisknecht gooide de deur open. En Be rend stapte binnen. En hij gaf aan Dirk het bevel te blijven wachten, want deze moest hem een eindweegs weer terugbrengen, wan neer hij tenminste niet behoefde te overnach ten. Hij gaf bevel de kamer der familie op slot te doen en hem de kamer te wijzen waar het spookte. Daarna vroeg hij de sleu tel en stuurde de huisknecht weg. De Haaks berger spookverdrij ver, overzag de situatie en greep snel in. Een reusachtige uil was klemgeraakt tus sen enig houtwerk op de kamer. Het dier was reeds sterk vermagerd maar vocht nog ver beten voor zijn leven. Hij kwam echter in de groene zak terecht, en na een half uur kon men op de Bever voorde verlicht ademhalen, want het spook zat in de zak. De spokenverdrijver deponeer de het spook op de kar van Dikke Dirk die bij het aanzien van zo iets verschrikkelijks beslist weg zou zijn gelopen als hij van de spokenverdrijver niet drie slokjes brande wijn gekregen had VAN COEVERDEN De kerkbouw Is het beste middel om het zuiverste functionalisme te boven te komen, heeft een Duitse architect gezegd. Nu heeft de hedendaagse architectuur in de Bondsre publiek allerminst last van een te veel aan functionalisme. Integendeel: wat op het ogen blik in Westduitse steden als Aken, Duren en Keulen wordt gebouwd, vertoont eerder een neiging tot opschik en protserigheid, die met de „schaal" van de stedebouw allerminst overeenkomt. Want wel groeien de afmetingen van de gebouwen. Maar men heeft blijkbaar het oude stratenpatroon niet kunnen loslaten. Daar door worden de verhoudingen soms zeer sto rend. In dit opzicht is men minder radicaal te werk gegaan dan bijvoorbeeld in Rot terdam mogelijk bleek. Het is, alsof men de sprong naar een volkomen nieuw begin toch niet heeft aangedurfd. De spanning tus sen oud en nieuw heeft men aanvaard, soms met een triest resultaat. Dat spreekt met name bij vele kerken in de Bondsrepubliek. Enkele korte bezoeken aan Duitse steden en dorpen gaven me 'n heel merkwaardig complex van indrukken omtrent de Westduitse kerkbouw - heel andere in drukken vaak dan een kleine fototentoonstel ling enkele jaren geleden in het museum voor religieuze kunst in Utrecht achterliet. Daar is aan de ene kant een streven, om waardevolle oude kerken in hun oorspron kelijke vorm en rijkdom te herstellen. Hoe veel kosten en arbeid daaraan worden be steed, ontdekt men het best, wanneer men ziet, hoe weinig er soms van het bouwwerk nog overeind staat. Een paar kale muren, een half ingestorte vieringkoepel, de gescheur de romp van een toren - in Keulen en el ders schept men er weer het evenbeeld van het origineel uit. Maar elders heeft men met zulke res ten experimenten ondernomen. Soms met be paald schokkende resultaten, zoals onder an dere de kapel van Sankt Foyllann in Aken of de Minoritenkirche in Keulen laten zien. Men heeft in dergelijke gevallen de oude Gotische resten zonder meer modern „aangevuld". Het kerklichaam kreeg dan wel weer ongeveer zijn oude vorm. Maar amen, deuren, altaar partij, koorgalerij werden heel nadrukkelijk hedendaags gehouden. Beglazing en versiering werden aan vaak jonge kunstenaars opge dragen. Zo kwam bijvoorbeeld in het geval van de Sankt Foyllann een geheel tot stand, dat men rustig „gespleten" kan noemen, Pe be glazing van de zijramen, in een tracering die slechts in de verte herinnert aan de Gotische, werd uitgevoerd in zeer koele kleu ren: wit, heel lichtgroen en heel lichtblauw, in een volkomen abstracte verdeling van kleur en belijning, die uitgesproken grafisch aan deed. Slechts achter het hoofdaltaar werd in glas-in-betonraam rood en donkerblauw gebruikt in een bijzonder mooie, eveneens ab stracte compositie van grote monumentale kracht. Het geheel zou waarschijnlijk niet zoveel moeilijkheden opleveren, wanneer niet de koorgalerij zo nadrukkelijk als een grote dwingende vuist de ruimte in stak. De nadrukkelijkheid, waarmee dat massale, vol komen vrijdagend geconstrueerde onderdeel de ruimte overheerst, laat voelen, hoezeer men dit herstel inderdaad als een breuk met het verleden heeft gezien, zonder dat men zich van dat verleden overigens helemaal heeft kunnen losmaken. Telkens, waar men in een kerkgebouw oude en nieuwe elementen heeft gepoogd te ver enigen, is die gespletenheid ontstaan. Men heeft de oude vertrouwde kerk niet terug gekregen, maar men heeft de nieuwe toch weer belast met de smartelijke herinnerin gen aan het verleden. Dat andere oplossingen mogelijk zijn, be wees Keulen onder meer, waar in de ruïnes van de uitgebrande Sankt Alban een moderne kapel ter nagedachtenis van de ruim zestig duizend slachtoffers van de bombardementen is gesticht. Een oplossing dus, verwant aan die van Coventry, waar naast de ruïnes van de oude een moderne kathedraal verrijst als een vermanend teken. Ook in die gedach teniskapel dus de spanning tussen oud en nieuw. Maar het nieuwe is eerder een afslui ting dan 'n aanvulling; het oude wordt duidelijker als onherroepelijk en onherstel baar aanvaard. Voorlopig overwegen echter nog de po gingen, om oud en nieuw te combineren, lie ver dan maar de breuk te aanvaarden of door streven naar herstel van het oude de schijn te wekken alsof er nooit iets gebeurd is. Vandaar stellig, dat in oude monumenten als de dom van Aken en die van Keulen de verwoeste beglazing niet gerestaureerd is, maar zonder meer modern werd. Soms viel daarbij de keus op een simpel decoratief mo tiefje, dat al dan niet gevarieerd werd her haald. De kleuren zijn dan, zoals in Keulen betrekkelijk gedempt gehouden, om de sfeer niet al te zeer aan te tasten. Soms aanvaard de men ook zonder meer koele, lichte kleu ren in abstracte composities, als in enkele zijkapellen van de dom te Aken. Het resul taat was hier nogal ontnuchterend, al worden de gelovigen daardoor blijkbaar evenmin van hun «tuk gebracht als door het, haast Expo- afmetingen aannemende toeristenbezoek. Grootscheepse verwoestingen, uitgebreide evacuaties en hervestigingen, een nog steeds aanhoudende stroom van vluchtelingen uit het oosten - dat alles maakte de vestiging van nieuwe parochies en evangelische ge meenten en de bouw van honderden nieuwe kerken noodzakelijk. Dat stimulleerde een vernieuwingsbeweging, die in het Rijnland al voor de oorlog was ingezet met experimenten als Otto Bartnings Stahlkirche voor Essen - intussen helaas verwoest. Niet het kerkge bouw was langer primair, maar de zielszorg niet het uiterlijk vertoon van een ondermijn de machtspositie, maar het samen beleven van het geloof. Dat leidde alleen al in de agglomeratie Keulen tot de bouw van enige tientallen nieuwe kerken, merendeels katholieke, maar ook enkele evangelische en zelfs van een nieuwe synagoge. Maar ook elders ontstonden veel nieuwe kerken. Zo veel zelfs, dat het nauwe lijks mogelijk is van deze bouwactiviteit een meer dan oppervlakkige indruk te krijgen. Een van de meest indrukwekkende voor beelden is voor ons op het ogenblik een grote nieuwe evangelische kerk in Dueren. Ogen schijnlijk is het een heel simpel gebouw: het grondvlak heeft de vorm van een Grieks kruis met armen die naar het einde smaller worden. Door deze geleding en door de vrij grote hoogte van de kap ontstaat een zeer mo numentale ruimte met verschillende gebruiks mogelijkheden. Men heeft er per saldo de voorkeur aan gegeven, haar toch te „rich ten", hoewel dit niet logisch uit de vorm voortvloeit. In drie armen zijn amfitheaters- gewijs de zitplaatsen voor de gemeenten op gesteld. In het hart, op de kruising van de armen, staat betrekkelijk diep een grote hard stenen avondmaalstafel, van waaruit de liturgie wordt geleid en het avondmaal wordt bediend. De vierde arm is de plaats voor koor, orgel en katheder geworden. Het re sultaat is een waarlijk sacraal bouwwerk. Men is het louter functionele te boven gekomen. We zijn hier wat uitvoeriger op in gegaan, omdat andere nieuwe Westduitse kerken wel eens de indruk wekken, dat men de vernieu wing meer in uiterlijkheden zoekt. Er is stel lig een eerlijk streven naar een vormgeving, die het wezenlijke alle ruimte laat. Een ar chitect als ir. Gottfried Böhm, wiens invloed ook hier en daar in Limburg merkbaar is, toont in zijn kerken soms een heel gelukkige aansluiting bij het werk van de Franse ge broeders Perret - zo in de St. Anna te Keu- len-Ehrenfeld - maar is toch kunstenaar ge noeg, om niet zonder meer achter het voor beeld aan te lopen. Böhm blijkt in zijn werk verweg het zuiverste gevoel voor het sacrale karakter van het gebouw te hebben, Bij an- Kenmerken onze en een waarborg voor: A Exclusieve dessins Ar De beste kwaliteiten Ar Sublieme coupe A" Perfecte afwerking ALLEEN VERKOOP VOOR RIJSSEN gaan uw jongens in onze dandy gemaakt door Neerland's grotste fabriek voor gespecialiseerde jongensconfectie Hoewel vele dessins reeds vroegtijdig uit verkocht waren, zijn wij er in geslaagd on ze collectie opnieuw aan te vullen met de nieuwste modesnuf jes. Natuurlijk bij: UW MODESPECIALIST! GROTESTRAAT 34 - TELEFOON 2359 TE KOOP: 8 reg., bill, prijs. Adres bureau dezer. Het beste resultaat met Alle soorten tuinzaden voorradig. Nijverdalseweg 43. Directeur: DICK STEEN op zaterdag 18 maart in gebouw Jeruël. AANVANG HALF ACHT ENTREE 1.— Na de recente 2-0 nederlaag tegen de re serves van Sparta was er dit keer weinig hoop dat de Sportclub het tegen plaatsge- note Excelsior 3 tot een overwinning zou brengen. Laatstgenoemde had het n.l. ge presteerd vorige week tegen koploper Dene kamp bijna de halve winst thuis te houden. Ondanks het feit echter dat Sportclub Rijs sen het moest stellen zonder M. Rutterkamp, Ten Bolscher, Schellevis en Schreurs, is het voor de gehandicapte ploeg op een 6-2 over winning uitgelopen. Een overwinning die in de eerste plaats te danken is aan het goede spel van mid- voor Rutterkamp, die deze middag 5 doel punten voor zijn rekening nam. In één adem mogen genoemd worden stopper Lohuis en rechtshalf P. Muller die zich tegen gerouti neerde spelers als Van de Maat uitstekend staande wisten te houden. Reeds na drie minuten spelen kwamen de gastheren aan hun eerste doelpunt. Rechts back Reterink, die reageerde op het fluit signaal van de arbiter op het naast gelegen terrein, maakte hands waarna stopper Knol van Excelsior de strafschop mocht nemen. Hij deed dit op voortreffelijke wijze. (1-0) Fel sloegen de bezoekers terug. In de elf de minuut scoorde Rutterkamp voor Sport club de gelijkmaker (1-1). Vijf minuten la ter bracht dezelfde speler de stand op 1-2, dit keer uit een op maat gesneden pass van Bruggeman. Sportclub bleef de toon aangeven en in de 22e minuut was het weer de aanvalsleider der gasten die Willie v.d. Noort voor de der deren blijkt de vernieuwing nog wel eens alleen maar in uiterlijkheden te bestaan. Voorshands wint dan voor ons toch nog de eigenzinnige, aan onze architect K. L. Symons Dzn. herinnerende St. Albans van Hans Schilling het pleit. Deze kerk werd gebouwd in het stadspark ter vervanging van de in de oorlog verloren gegane Gotische kerk. Schilling ontwierp een vijfhoekige ruimte, waaraan een zeer diepe en smalle absis werd gehangen. Het dak, een geknikt plat vlak, loopt naar de zijde van het altaar zeer hoog op. De spleetvormige ven sters werden volgens een meetkundig patroon in de zijwand geplaatst. In het geheel is wei nig traditioneels te vinden; het werd persoon lijk, volkomen doorleefd. Van Bartning, de reeds genoemde groot meester der Dutse evangelische kerkbouw, moet een kleine semipermanente noodkerk worden genoemd. In 1947 als Lutherkerk bij Keulen verrezen, vertoont het gebouw een heel simpel grondplan: een rechthoekige zaal met een halfronde koorafsluiting. De houten spantconstructie geeft de ruimte een merk waardige geleding. We zouden verder nog kerken van Fritz Schalier, Rudolf Schwarz en Joachim Schuer- mann kunnen noemen als evenzovele voorbeel den, die duidelijk maken, dat er in West-Duits- land een beweging gaande is, die volkomen pa rallel loopt met wat hier te lande groeit. Dat is hier misschien nog iets meer schoksgewijs gegaan, omdat de katholieke architecten aan vankelijk meenden, zich op oeroude voorbeel den te moeten inspireren, en pas later tot de ontdekking kwamen, dat het nieuwe bouwen ook voor kerken bruikbaar is. In het Protes tantse kamp heeft men al lang de aanslui ting met de Duitse ontwikkeling gevonden er duidelijk zeer veel van geleerd, 'de maal liet vissen. (1-3). Dertien minuten was de tweede helft oud toen midvoor Rutterkamp de Excelsior-doel- man voor de vierde keer passeerde, 1-4. Rechtsbuiten De Jong zorgde voor 1-5 ter wijl Willems van Excelsior in de 25e minuut de stand op 2-5 bracht. Twee minuten voor het einde was het de snel reagerende Rutterkamp die van een aar zeling in de Excelsiorverdediging gebruik maakte en de eindstand naar 2-6 schoot. Zaterdag a.s. gaat Sportclub naar DOS in Vriezenveen. Thuis wonnen de Rijssenaren met 7-1 doch of het weer zo'n grote overwin ning zal worden menen we ernstig te mogen betwijfelen. Sportclub Rijssen verschijnt in de volgende opstelling: Doel: Steenbergen, Achter: Reterink en M, Rutterkamp, Midden: Muller, Lohuis en Greve- link. Voor: De Jong, Kosterbok J. Rutterkamp Ten Bolscher en Schreurs. Aan de Ned. Kampioenschappen (8000 me ter) die woensdag 22 maart te Ermelo wor den gehouden zal ook worden deelgenomen door de Rijssense atleet de heer J. Voort man. Voor deze kampioenschappen voor perso neel van de Land. Zee en Luchtmacht wist de heer Voortman zich enige weken geleden in wedstrijden gehouden in de Legerplaats 't Harde te plaatsen. Aan deze wedstrijd wordt ook deelgenomen door de Ned. Kampioen Lange afstand en marathon Frans Kunnen en door Blankestein kampioen op de 8000 meter. Diegenen die zich bij de eerste 25 wéten te plaatsen kunnen in aanmerking komen voor uitzending naar de wereldkampioen schappen voor militairen, die in Portugal worden gehouden. De Rijssense Motorclub (R.M.C.) orga niseert in samenwerking met de bromfiets club „Op Stap" een grote veilig verkeers puz zel rit. Voor dit evement, dat op 2e Paasdag wordt gehouden verwacht men grote belang stelling mede door het feit, dat belangrijke prijzen beschikbaar zijn gesteld. De puzzelrit, wordt gehouden in het ka der van de grote Veilig Verkeersactie, die door de Rijssense Middenstandscentrale wordt georganiseerd van 18 maart tot en met 1 april 'i\ Met veel vrolijkheid wachtte het publiek in 't Gerhart-Hauptmann-Thea- ter te Görlitz de dood van Carmen af: Zij stierf weliswaar overeenkomstig haar rol, maar zonder zichtbare oor zaak. Haar moordenaar Don Jose speel de het zonder dolk klaar. Deze was per ongeluk tussen de leden van het orkest terecht gekomen. Onervaren dieven die met dy namiet een kluis wilden laten springen legden in Londen een heel kantoorge bouw in puin. De lading was zo zwaar, dat de muren omver geworpen wer den. De deur van de kluis ging door de zoldering. Van het geld bleef totaal niets over,j

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1961 | | pagina 3