«Wo'j dr oet, komt dr in!»
NeSiMMPO
RIJ SSElSf huilen de
Ter Horst-revue 1961:
een daverend succes
Rijssense oudheden - De collecte voor
water-Berend - hoe liet verder ging
ANWB start nieuwe faze
in „aktie Veiligheids-
gordel"
Naar rechts verkeer
in Zweden?
Vrijdag 27 januari 1961
Pagina 3
Schitterende decors Bernard Paauwe weer de grote showman
Uitstekende zangkernspelers van de revue op hun best
Prachtig werk van de balletgroep
Tot slot brachten de revuespelers
een ode aan Holland. In het midden
Paauwe op zijn rijdende bierton
Verscheidene
oorlogsschepen
van
verschillende
nationaliteit
hebben de
achtervolging
ingezet op het
Portugese
passagiersschip
Santa Maria",
dat door
rebellen is
overmeesterd.
Foto: Een van
de oorlogs
bodems.
Het Engelse
fregat
Rothesay"
met
H. C. J. Shand.
Wegenwachten reiken honderd
duizenden automobilisten
brieven uit
De dag van het maal
„Wo'j dr oet!!, Komt dr in" is de titel
van de revue van het revuegezelschap van
ter Horst en Co.
Komt dr in, een echte gemoedelijke Rijssen-
wc uitnodiging, waarvan allen die daaraan ge
hoor gaven, geen moment spijt van zullen
hebben gehad.
De tocht naar het Parkgebouw in de felle
vrieskou is zo hartverwarmend geworden,
zo tintelend en zo afwisselend, dat ook de
tocht naar huis na afloop, door de verras
sende wijze waarop het ter Horst gezelschap
deze keer voor de dag is gekomen, de kou
welhaast vergeten moet zijn.
Het is altijd gevaarlijk, als men de wijze
waarop een revue wordt gebracht gaat af
wegen tegen vorige, maar deze keer kan ge
zegd worden, dat de revue 1961 een der bes
te is geweest, uit de voortreffelijke reeks, die
in de loop der jaren is gepresenteerd.
Waaraan heeft de revue Wo'j dr oet, Komt
dr in, zijn charme en zijn aantrekkelijk
heid te danken, het antwoord moet zijn: Aan
een veelheid van factoren, die tot een bril-
jant geheel is verwerkt. Nu viel duidelijk te
constateren, dat men in de loop der jaren
een bepaalde routine heeft verkregen. Men
weet, ook na enkele, wat minder geslaagde
onderdelen in voorgaande revue's waar de
rwakke punten, de gevaarlijke momenten, lig
gen. Kenelijk heeft me zich ingezet, om
nu tot de hoogste prestatie te komen, die
mogelijk was. Daarin is men nu geslaagd.
Natuurlijk blijft het allemaal amateurwerk en
vanuit deze stelling, dient men spelers, me
dewerkers en danseressen te beoordelen. Als
wij dat dan doen, geloven wij te moeten
stellen, dat men als amateurs nu een hoog
tepunt bereikt heeft, een peil, dat moeilijk
te verbeteren is.
Er viel zoveel te genieten, zoveel te bewon
deren en vooral te waarderen, dat de (vele)
Rijssenaren in de zaal met recht trots zul
len zijn geweest, dat zulk een fonkelende,
zulk een schitterende revue is gebracht, zon
der dieptepunten, met een vlotheid, durf en
gratie, dat iedere bezoeker, met een zeer vol
daan gevoel, moe van het vele applaudiseren,
naar huis moet zijn gegaan.
Waaraan is dit grote succes te danken, vra
gen wij nogmaals.
Aan de overgave, waarmee iedere mede
werker zijn krachten heeft gegeven, aan de
gemoedelijkheid, van de groep typisch Rijs-
sense spelers, die zich niet het air aanme
ten toneelspelers te zijn.
Men beeldt gewone Rijssense mensen uit,
hetgeen als men de flair heeft op de plan
ken te durven staan, eigenlijk niet eens zo
heel moeilijk is.
En dan de omlijsting, de zorg waarmee
de decors gebouwd en geschilderd zijn, waar
door men het idee krijgt, dat alles gedaan
is wat mogelijk is om spel en dans, zang
en dialogen het beste tot hun recht te laten
komen.
Bekende figuren uit voorgaande revue's die
bij de vaste bezoekers een grote mate van
populariteit hebben veroverd, schitterden ook
nu weer, zoals mevr. Bruins Dommerholt,
(Jannao) die haar rol zo levensecht uit
beeldt, waardoor deze figuur zo bijzonder aan
vaardbaar is. Haar gevatheid, haar vlotheid
van optreden doet ieder jaar, ook deze keer,
een voornaam aandeel in de révue innemen.
In één adem met haar dienen genoemd te
worden de heren G. Smit en G. Mekenkamp,
waarvan de heer Smit, altijd de man is die
zo laconiek, zo typisch en gemoedelijk, een
geheel eigen plaats inneemt, evenals de heer
Mekenkamp, die de man is van de humor
en op alleraardigste wijze een liedje ten bes
te weet te geven („A'k de vrowleu' zee")
Ook de lijzige Mans (Willem Nieuwenhuis)
heeft zich een vaste plaats in de kern ver
overd, en ook deze jonge speler geeft de
groep Riessender een bijzondere mate van
aantrekkelijkheid.
Ook de overige Riessenders, hebben door
de grote onbevangenheid waarmee en de ge
moedelijke wijze waarop het reisverhaal tot
leven kwam, uitstekende prestaties geleverd.
Ook nu was een groot deel van de humor
waarmee het reisverhaal gelardeerd werd
op de veelzijdige schouders gelegd, van Ber
nard Paauwe, de showman en de grappen
maker, die in de revue 1961 een bijzonder suc
cesvol aandeel heeft gehad. Asl schanssprin
ger op de skiles, als hoogdraadartiest in het
circus, als sneltekenaar en in zovele varië
teiten, in alles bleek zijn grote begaafdheid
als amateur variété artiest.
De deelnemers aan de skiles
sen kijken verbaasd toe bij de
snelle afdaling van de tafel.
Veel bewondering oogstten de balletmeis
jes, die dit jaar voor het eerst onder lei
ding stonden van de balletschool Feenstra,
welke geassisteerd werd door mevr. J. Es-
huis-Groenewegen.
Een wel bijzonder aandeel in het grote
succes van de revue 1961 heeft de ballet
groep gehad. Er was opvallend veel aan
dacht besteed, aan de techniek aan de uit
voering van de balletten, die ook choreogra
fisch gezien vaak voortreffelijk werden uit
gebeeld. Met charme, souplesse en gratie
werden prachtige taferelen uitgebeeld, waar
van wij o.a. het optreden van de raspaardjes
in de piste van het circus uitstekend geslaagd
vonden, evenals overigens het ballet uitge
voerd in de ijsgrotten.
Wat wij ook met grote waardering hebben
beluisterd is de zang geweest van de tenor
Gerrit Zalm uit Almelo, die bleek te be
schikken over een bijzonder fraai getim-
breerde stem. Hij vertolkte fraaie werk
jes, en vastgesteld kan worden, dat deze
zanger een groot aandeel in deze voortref
felijke revue heeft gehad. Of Gerrit Zalm tot
de vaste kern van de revue zal gaan behoren,
menen wij te kunnen betwijfelen, omdat hij
zeer zeker een plaats zal weten te verove
ren in het beroepsgenre. Genoten hebben wij
ook in hoge mate van het duo Roelie Haan
en Diny Nijland, die in de stijl van de Sel-
vera's op zeer-»-verantwoorde wijze enkele
fraaie nummers brachten. Voortreffelijk werk
van deze jonge meisjes, waarvan het revue
gezelschap nog veel plezier zal kunnen be
leven.
Dan het fraaie schilderwerk van de heer
G. J. Poortman. Bewonderenswaardige pres
taties van deze gepensioneerde beambte van
Ter Horst en Co. Zo suggestief, zo fraai uit
gewerkt en met zoveel inzicht geschilderd,
dat het een lust was als de gordijnen open
gingen.
Opmerkelijk fraai was zijn winterlandschap
het Panorama van het Rijn landschap, com
pleet met een ruïne van een burcht, zijn ijs-
grotten en als apotheose van zijn kunnen het
indrukwekkende landschap van Holland, met
bloembollenvelden, knotwilgen, een wetering
en een molen, Een ere saluut voor dit fraaie
werk is zeker op zijn plaats.
Dan de teksten, geschreven door de he
ren Mekenkamp, Tiemens en Bruins. De
kurk waarop een revue nu eenmaal moet
draaien.
Logisch opgebouwd, met enige spitse vond
sten, waarin o.a. de plaatselijke politiek en
toestanden aan een beschouwing werden on
derworpen.
Aanvaardbaar, verantwoord, niet te fel en
niet al te hekelend, gemoedelijk en humo
ristisch,.
Er is inderdaad hartelijk gelachen om de
spontaniteit en de gemoedelijkheid die de
gehele avond opgang deden.
Overigens was het gedicht (van Meken
kamp?) „Het Klöksken" gedeclameerd door
de bejaarde heer Nitert een zeer waardevol
le bijdrage.
„Iej kent Riessen neet wier" gepresenteert
door Mevr. Bruins en de heer Mekenkamp
in Thomasvaer en Pieternel stijl was een
der hoogtepunten.
Tot slot zij vermeld, dat de algehele lei
ding in bijzonder goede handen was van de
heer D. J. Jansen, en de heer v.d. Els le
verde met zijn composities en arrangemen
ten met zijn revue orkest een groot aan
deel in het totaal succes van „Wo'j dr oet!!
Komt dr in".
De collecte voor de brand kwam op
gang. Zestien naobers belastten zich met
hèt bijeen bedelen van geld, hout, stenen en
dakpannen. Verder meubilair. Ganzeveren voor
bedden en tijk, potten en pannen, van
alles moest er zijn. De Plagge zou te samen
gaan met de Kniepert en de Puthaak met
Piepersroolf, en zo vervolgens buur aan buur.
Het was een schier baantje vond de Kniepert.
Je kwam zo in veel huizen en je kon eens
fijn loeren hoe het er bij de lui uitzag. De
Puthaak en Piepersroolf moesten collecteren
te Ypelo. Daar woonde op het huis van de
Jonkers van Langen een flinke boer die goed
pietsen kon. In de wandeling werd hij de Draak
'genoemd. De hele naoberschop liet hem fei
telijk min of meer links liggen. De Draak
kwam oorspronkelijk van de Everberg, dat
was de streek waar nu Nij verdal op staat.
De Draak was van huis uit een bekwame boe-
rentimmerman. Maar het was destijds zo,
dat er soms weinig of helemaal niets te tim
meren viel. De Draak zocht iets om in zijn
onderhoud te voorzien. Hij werd voorlopig
boerenknecht bij Water Berend in de Bouw-
straat. En alles zou wel goed gegaan zijn,
wanneer hij op een zaterdagavond geen mis
stap had gedaan. De Draak had goed gesno
ven, d.w.z. was tamelijk boven zijn biertje
toen hij in het donker tegen een schoutdien
der aanliep. De diender maakte korte met
ten met de Draak, hij gooide deze, bij de
Puthaak in de mestpad. Dit nam de Draak
als jonge kerel niet. Woedend stoof hij op,
en greep de diender bij de keel zodat hem
tranen van benauwdheid uit de ogen kwamen
zo groot als knikkers. De Puthaak kwam in
de onderbroek naar buiten en wist te voor
komen dat de diender in de put gegooid werd.
Tien dagen later kwam de slag, de magi
straat van Rijssen wees de Draak de stad
uit. De hele Bouwstraat vond het jammer
en Water Berend het meest. Nog nooit had
hij zo'n handige en uitgeslapen knecht ge
had als de Draak. De Meijer in Ypelo was
dringend verlegen om hulp. Hij had slechts
één kind, een dochter. Maar op de rijke Meij-
ersdochter waren nog geen vrijers afgeko
men, want zij had één gebrek zij liep mank.
Dus toen de Draak zich aanbood, werd hij
aangenomen. De Meijer had een prachtbe-
zit van een boerenerf. Hij zelf Berend de
Meijer was een oud man, laat getrouwd en
had slechts één kind. Nu was de Draak niet
alleen een handige timmerman-boerenknecht,
maar ook een doorgewinterd zakenman. De
Meijersdochte kreeg zin in de knappe jonge
man, en zij liet hem dat merken, en de Draak
greep de kans van zijn leven. In Ypelo heerste
verslagenheid en verbazing. Was dat nu een
streek van een Meijersdochter, om de gewe-
r* o m rn n r» H PUF
De Toeristenbond ANWB, die sinds eni
ge maanden een intensieve campagne voert
voor het gebruik van veiligheidsgordels door
automobilisten, heet in deze actie thans ook
zijn wegenwachten betrokken.
Met ingang van vandaag zal elk van de
240 „gele pechbestrijders" op ons wegen
net de automobilisten, waarmee hij in con
tact komt, een brief overhandigen.
In deze brief, die in een oplage 200.000
is gedrukt, zet de hoofddirecteur van de
ANWB, de heer A. Blankert, uiteen welk een
bescherming veiligheidsgordels bieden aan
de inzittenden van een auto, die bij een on
geval betrokken raakt. Met klem raadt hij
elke autobezitter aan, deze riemen in zijn
voertuig te laten aanbrengen. Alle ANWB-
leden automobilisten, die een bezoek brengen
aan 'n der technostations óf bijkantoren van
de Bond, krijgen eveneens een dergelijke
schriftelijke opwekking.
Onder meer er bij circulaires en medede
lingen aan de leden zal de ANWB meer dan
250.000 kaartjes voegen, die een dringend
advies tot het gebruik van veiligheidsgordels
behelzen.
Tijdens deze „actie veiligheidsgordel", die
drie maanden zal duren, zullen de wegen
wachten achter op hun motorcombinaties
borden meevoeren, waarop de tekst „Vei
ligheidsgordels in uw auto!" is aangebracht.
zen knecht van haar vader en van Water
Berend aan de haak te slaan? De hele buurt-
schop was algemeen van mening, dat de
Draak de schuld was van het plotseling over
lijden van de oude Meijer. De predikant van
Rijssen was een andere mening toegedaan.
Maar dat doet hier niet ter zake. De Draak
boerde goed. Binnen drie jaar kocht hij er
daan. Maar dat hier niet ter zake. De Draak
een ander groot erf bij., nu was hij een der
grootste boeren uit Ypelo. Maar de buurt-
schoppen Ypelo en Rectum telden hem niet
voor vol. En ook te Rijssen smaalde vooral
de schout op de gelukszoeker. In de Bouw
straat had hij een goede naam. De Puthaak
dan, en Piepersroolf kwamen bij de Draak
op de Meijer, en zij vroegen hem of hij ge
hoord had van de brand. Ja het was ellen
dig. Voor de huis aan huis collecte gaf hij
echter niets. Daar was Water Berend niet
mee geholpen. Hij vroeg of Berend ook nog
een moal gaf te Rijssen. Een moal was vroe
ger een feestelijke bijeenkomst bij een van
de naobers in de Bouwstraat. Daar konden
de burgers van de stad Rijssen hun goede
gaven offeren. Er was een brandcommissie
gevormd, en daar zat een burgemeester
in en de schout en natuurlijk de hoge vrou
we van de Oosterhof.
De dag was aangebroken, waarop het
broodmaal zou plaats hebben. Uit oude kun-
nigheid had de Draak nog helpen banken
timmeren op de deel bij de Puthaak en het
was netjes geworden. De voorname gasten
zoals de commissie zou in de keuken voor
het raam zitten en het gewone volk op de
deel. Tot het gewone volk rekende zich de
Draak.
Hij en zijn vrouw zaten op de deel. De mees
te Rijssenaren hadden een bedrag op de
lijst getekend of laten tekenen.
De schout fluisterde tegen de vrouwe van
de Oosterhof, „de naam van de Meijer uit
Ypelo staat nog open". De burgemeester
stond op, om op de deel eens polshoogte te
nemen. En ja, waarachtig, daar zat de
Draak tussen de kleine luiden van Rijssen.
De burgemeester vroeg of hij de lijst nog
wilde inzien, hij hoorde bij de stad. Ja dat
is waar ook, dat had ik bijna vergeten. Dit
bijna vergeten waren natuurlijk smoesjes,
maar de Draak wilde de schout die hem uit
Rijssen had verjaagd, blijkbaar de das om
doen.
Zeer vriendelijk groette de Draak de Vrou
we van de Oosterhof. Het goeie mens raakte
bijna van streek. Iets minder vriendelijk
groette hij de schout, maar dat was ook nog
STOCKHOLM - De Zweedse regering
heeft een commissie benoemd, die tot taak
heeft gekregen een onderzoek in te stellen
naar de kosten, verbonden aan een eventuele
overgang van links naar rechts verkeer. Deze
stap houdt evenwel niet in, dat men nu een
definitief standpunt heeft ingenomen ten op
zichte van de vraag of Zweden moet over
gaan tot rechts verkeer of niet.
In 1955 werd over deze aangelegenheid een
algemene volksstemming gehouden waarbij
bleek, dat de meerderheid van de bevolking
de voorkeur gaf aan een behoud van het
huidige linkse verkeer. In kringen, waar men
van mening is, dat zo spoedig mogelijk moet
worden overgegaan op rechts verkeer, wordt
er nu evenwel op gewezen dat het aantal
auto's in Zweden sindsdien is verdubbeld.
Voorts is uit recente opinie-onderzoekingen
gebleken, dat momenteel een groter gedeelte
van de bevolking de voorkeur geeft aan
rechts verkeer dan destijds, aangezien steeds
meer Zweden tijdens hun vakantie met hun
auto naar het buitenland gaan, terwijl ook
het aantal buitenlandse automobilisten op de
Zweedse wegen is toegenomen.
Uit een onderzoek, dat werd ingesteld in
1954, bleek dat de kosten voor een omlegging
van links naar rechts verkeer waarschijnlijk
215 miljoen kronen zouden bedragen.
overmatig vriendelijk, en deze, een man van
de wereld en een geslepen vos, voelde al
nattigheid. Hij dacht bij zichzelf die kever
van een boer is van plan mij te nemen, wees
op je hoede! De Draak vroeg de lijst te mo
gen inzien, de Schout schoof hem de lijst
voor.
Natuurlijk kon hij als timmerman lezen
en schrijven. Toen hij de lijst bekeken had
keek de Draak de keuken van de Puthaak
rond.
Hij zag de pralende vrouwe van de Ooster
hof, de deftige schout en de burgemeesters
van Rijssen in hun eenvoudige degelijke kle
ding en hij zag nog meer deftigheid, maar
Water Berend zag hij niet. Hij vroeg aan de
naastbije burgemeester, de verbrande man
te halen. De schout snoof verachtelijk, wat
had zo'n kinkel uit Ypelo een noten op zijn
zang.
Uit welk nest kwam die vent feitelijk maar?
Had hij, de schout, hem feitelijk zelf niet
uit Rijssen verjaagd? En dan al die drukte!
De burgemeester kwam terug met Water
Berend.
En of hij hem niet kende, vroeg hij aan Wa
ter Berend, ja, jij bent de verbrande man!
Ik heb daar juist de lijst ingekeken, en met
een nam de Draak de lijst van de tafel. Man,
sprak hij tot water Berend, ik zie daar op
de lijst staan, de hoge vrouwe van de Ooster
hof, en dan (sarcastisch) meneer de schout.
Mooie bedragen weliswaar, maar daar ben
jij water Berend niet mee geholpen. Ik lever
het eikenhout voor een nieuw huis en tim
mer zelf het vierkante werk. De vrouwe van
de Oosterhof kneep haar ogen dicht gelijk
een kat die slaapt. En de schout liep hoog
rood aan. En de Meijer van Ypelo nam af
scheid van zijn vroegere buren in de Bouw
straat precies een veldheer die de strijd
heeft gewonnen. De promotie die de voorma
lige boerenknecht in de Bouwstraat maakte
was geestelijk veel groter dan die van de
majoor in het leger.
Met grote belangstelling keek heel Rijssen
toe. Het werd een soliede huis. En een jaar
later kwam de Draak andermaal naar Rijs
sen nu op verzoek der Burgemeesters, die hem
graag wilden hebben als stadstimmerman.
De majoor, baron van Ittersum verwonder
de zich over dit besluit.
Maar dat nam niet weg dat de promotie
van de majoor ook kostelijk werd gevierd.
De kasteelheren uit de buurt kwamen ook.
Het was een geweldig festijn de versierin
gen waren aangebracht, door de Draak, de
heren van Voerst van de Grimberg, de Jon
ker van de Stoevelaar, de heer van Eurberg
en de beruchte Jonker van Boesfeit van Ei
sen, die zich de laatste tijd in de netels ge
werkt had met de heks van Eisen. Met de
heer van de Stoevelaar kwam ook Hazen-
mannes mee. Deze keek nog met verstolen
blikken naar de bossages van de Oosterhof
en dacht aan de dagen van weleer.
VAN COEVERDEN