Rijssen buiten de wallen Grote plannen van Grietje en Jan ter Horst-stichting In Jaarboek Overijssel Begrotingsvergadering Gemeenteraad Burgerlijke Stand Zondagsdienst dierenartsen Rijssen-Wierden Kerstverloting Speeltuin vereniging „Irene" Winkelsluiting Uitvoering Rijssens Mannenkoor De Tukkers-R.V. 2-1 De verplichte Hengstenkeuringen 1961 Uitbetaling A.O.W. Kerstuitdeling Bejaardencentrum met 20 woningen aan Welleweg Doelstelling van Stichting eindelijk bereikt Interessant (historisch) artikel over de Oosterhof Voortreffelijke bijdrage van Drs. Huïshoff uit Enschede RIJSSENS OUDHEDEN DE PRAK ZET DE BOEL OP STELTEN. TERUGKEERDE. Het heeft wel bijzonder lang geduurd (30 jaar) voor het doel, waarmee mej. Grietje ter Horst (oudere Rijssenaren dragen nog een herinnering aan haar) een groot bedrag naliet voor de stichting van een bejaardentehuis kan worden ver wezenlijkt. Het bestuur, dat in 1930 werd gefor meerd, heeft zonder twijfel vele malen de stichting van een bejaardencentrum in bespreking gehad, de behoefte aan zulk een centrum heeft zeker bestaan, maar er moesten (vooi'al de laatste ja ren) zoveel moeilijkheden overwonnen worden, dat de realisering van haar doel alsmaar werd gestagneerd. Eindelijk naderen de grootse plannen haar voltooiing. Het bestuur van de Grietje en Jan ter Horststichting, aangevuld door de com missie van bijstand, bestaande uit verte genwoordigers van verschillende kerkge nootschappen (niet alle) maakte dinsdag avond de plannen bekend. Op een terrein nabij de Banisschool (Welleweg) zal een bejaardencentrum worden gebouwd, dat zal bestaan uit een hoofdgebouw en 22 kleine woningen, naar een ontwerp van de Warnsveldse architect de heer A. War- naar. Men heeft goede hoop, dat in 1961 met de verwezenlijking van dit veelom vattende, lang verwachte plan zal kunnen worden begonnen. Wat met grote instemming kan worden vastgesteld is het feit, dat dit bejaarden centrum mogelijkheden biedt tot de on derbrenging van bejaarde echtparen met behoud van hun eigen zelfstandigeid, het geen in de lijn ligt van het Rijssense ka rakter en dus wel op bijzondere wijze te gemoet komt aan de geaardheid van de Rijssense bevolking. In intieme woningen kunnen de bejaar den geheel zelfstandig blijven. Om meer dan een reden, is de tot standkoming van het bejaardencentrum van groot belang te achten voor de geestelijke volksgezond heid en met grote vreugde kan een groot deel van de Rijssense bevolking de verge vorderde plannen van de Grietje en Jan ter Horststichting begroeten. Er zullen rond het hoofdgebouw 20 kleine woningen verrijzen, zodat er sprake is van een be langrijk object. De stichting kan de bouw van het be jaardencentrum met het „eigen" kapitaal zelf bekostigen. Aangezien er sprake is van z.g. premie- bouw kan van de overheid nog subsidie verwacht worden, zodat de stichting nog een financiële reserve, (voor eventuele plannen is het feit, dat men niet alle uitbreiding) overhoudt. Wat een domper zet, op de succesvolle groeperingen (alle kerkgenootschappen) in het bestuur (in de commissie van bij stand) in onderlinge saamhorigheid en samenwerking heeft kunnen vinden, om deze te interesseren en bereid te vinden gezamenlijk voor eenzelfde ideaal te wil len arbeiden. De Hervormde gemeente heeft al enige jaren plannen tot de bouw van een Her vormd bejaardencentrum. Ondanks geda ne pogingen o.a. door het college van B. en W. van Rijssen, is men er niet in ge slaagd tot samenwerking te komen, het- De gemeenteraad van Rijssen zal in openbare vergadering bijeen komen op woensdag 28 december om 14.00 uur. In deze vergadering zullen o.a. de ge meentebegroting 1961 en de bedrijfsbe- grotinigen 1961 worden behandeld, als- mede voorstellen van b. en w. tot wijzi ging van de straat- en wegenbelasting verordening 1960, tot invoering van een rioolbelasting en tot vaststelling van een nieuwe hondenbelastingverordening, ter wijl eveneens op de agenda vermeld staat een voorstel van b. en w. tot goedkeuring van de begroting 1961 van de gemeente lijke instelling voor maatschappelijke zorg. Geboren: Gerhard, zv D. Looijen en J. Nijhuis, W. de Zwij gerstraat 9. Be- rendina, dv W. Schulenburg en L. Bek- kernens, Hogepad 27. Wilhelmina He lena Maria, dv W. A. W. Struik en J. G. J. Freriksen, Enterstraat 188a. - Hen- drikus Gerhardes Maria, zv H. J. Nitert en G. M. T. Ruel, Schoolstraat 9. - Ger- rit, zv G. D. Jansen eri H. ter Avest, Welleweg 10. Dina, dv J. Smalbrugge en A. ten Berge, Arend Baanstraat 46e Jan, zv H. Voortman en H. Baan, Hol- terstraatweg 139. Maria, dv H. Baan en J. Bruins, Arend Baanstraat 57. Hendrikus Gezinus, zv H. Kreijkes en G. Jurjens, Arend Baanstraat 35, geb. te Almelo. Ondertrouwd: Albert Maassen van den Brink, 27 jr., Rijssen, Leijerweerdsdijk 9 en Aaltje ter Harmsel, 25 j., Rijssen, Ak- kerdijk 1. Gehuwd: Hermannus Langenhof, 27 j. en Aleida ten Hove, 23 jr., Rijssen, Ho gepad 21. Berend Pongers, 25 jr. en Alberdina ter Haar, 21 jr., Rijssen, Bre- keldlaan 8. Gerhardus Keuzink, 41 j. en Hendrika Jacoba Stegeman, 32 jr., Goor, Meidoornlaan 8. Johannes Ma ria Kleinrouweler, 29 jr. en Hermina Antonia Kuis, 25 jr., Doetinchem, Kop pels 9. Overleden: Maria Mulder, 78 jr., we duwe van A. J. van der Wurp, Karei Doormanstraat 7. Johan Otten, 81 jr., weduwnaar van G. Nijland, Oranjestraat 30. Mannus Pas, 71 jr., echtgenoot van J. Deijk, Baankamp 16. Herman Baan, 3 dagen, zoon van G. J. Baan en H. Har- bers, Hangerad 42, overleden te Almelo. geen door liet bestuur van de Grietje en Jan ter Horststichting wordt „betreurd". Naast de Hervormde Gemeente is in de stichting Grietje en Jan ter Horststichting niet vertegenwoordigd de Geref. Gem. in Nederland (Eschkerk) en ook niet de RK Gemeenschap. Het bestuur van de stichting is momen bijstand geïnstalleerd, dit is samenge- teel samengesteld als volgt: J. ter Horst (J.J.zn.) voorzitter, R. Bosma, secretaris, A. H. W. Thomassen, penningmeester, J. Goosen en A. Otten. Dinsdagavond werd een commissie van steld als volgt: Namens de Gereformeerde Gemeente (Noorderkerk)A. Knol, D. van Dijk, H. van Dam en A. J. Averink; namens de Oud Gereformeerde Gemeente (Bever voorde) F. J. Dreijer; namens de Gere formeerde Kerk (Boomkamp) D. v. d. Lee; namens de Oud Geref. Gem. in Ne derland (Kerk Oranjestraat): A. J. Kamp huis en namens de afd. Rijssen van de Ned. Protestantenbond G. W. Webbink. De Grietje en Jan ter Horststichting is, zo is medegedeeld, nog altijd bereid afge vaardigden van nog niet vertegenwoor digde groeperingen in de commissie van bijstand op te nemen. De zondagsdienst wordt zondag (le Kerstdag) waargenomen door dierenarts A. v. Doorn, Rijssen, tel. 2487 en 2e Kerstdag door dierenarts J. Siebelink, V/ierden, tel. 298. Woensdagavond vond de trekking plaats van de Kerstverloting van de speeltuinvereniging „Irene". De hoofdprijs, een volledig Kerstdiner, viel op lot no. 2429. De 2e prijs, een kal koen, op lot no. 357; 3e prijs 3633; 4e prijs 3676; 5e prijs 3869. Er zijn in totaal 70 prijzen. De volgende winkelsluiting geldt voor maandag, 2e Kerstdag, n.l. om 10 uur en zaterdag 31 december om 9 uur. Twee jaren heeft Rijssens Mannen koor met Kerstmis verstek moeten laten gaan, doch dit jaar ligt het in het voor nemen op tweede Kerstdag weer een uitvoering te geven. De leiding berust thans bij de nieuwe dirigent, de heer Ber Joosen, die een geheel nieuw Kerst programma heeft ingestudeerd. Wij willen er niet gaarne op vooruit lopen, doch wij vertrouwen dat dit pro gramma bij het publiek in de smaak zal vallen. Voor bijzonderheden, ook over het tijdstip van kaartverkoop, verwijzen wij naar een in dit blad voorkomende advertentie. In een sportief gespeelde wedstrijd heeft R.V. een onverdiende nederlaag geleden tegen de Tukkers. Van de aftrap een levendig veldspel, waarbij de doelen beurtelings in gevaar kwamen. In de 7ê minuut namen de Tukkers de leiding? toen middenvoor J. Hulshof een, voorzet van rechtsbuiten J. Lohuis ineens hard inknalde, onhoudbaar voor doelman Thijink, 10. Het spel golf de op en neer, waarbij de Tukkers iets meer in aanval waren, doch stopper Nij land van R.V., in prima vorm zijnde, bleek het grote struikelblok te zijn. De aan vallen van R.V. werden te lang doorge voerd, waarbij steeds de Tukker-defensie op tijd kon ingrijpen. Na de rust hetzelfde spelbeeld, doch nu met een beter spelend R.V. In de 20e minuut kwam de gelijk maker, toen rechtshalf Beunk uit een corner fraai inkopte. Zeker had R.V. toen de overwinning binnen haar bereik, want in 10 minuten tijd werden er evenzoveel corners op het Tukkerdoel losgelaten, doch de voorhoede profiteerde hier niet van. In de 32e minuut verzuimde de R.V.-achterhoede om rechtsbuiten Lohuis aan te vallen, zodat deze speler via het lichaam van doelman Thijink kon doel punten, 21. Wat R.V. in de resterende tijd ook probeerde, tot doelpunten maken kwamen zij niet, waarmede de Tukkers het genoegen van een overwinning moch ten smaken. Bij de Koninklijke uitgeverij de Erven J. J. Tijl N.V. te Zwolle verscheen on langs voor de 15e maal het Overijsselse jaarboek, dat (ook nu) een bijzonder ver zorgd en aantrekkelijk karakter draagt. Speciaal voor Rijssenaren, die zich interesseren voor de geschiedenis van de havezate De Oosterhof en zijn bewoners, is het jaarboek voor cultuur en historie 1961 belangwekkend door de bijzondere bijdrage, verzorgd door Drs Huïshoff, conservator van het Rijksmuseum Twen- the, handelende over de havezathe De Oosterhof en zijn (vroegere) bewoners. Drs Huïshoff, heeft zich zeer verdiens telijk gemaakt, door de historische bijzon derheden rond de Oosterhof op te sporen, waardoor de rijke historie van dit land goed, (met zulke hechte banden gebonden aan de stad Rijssen) een sprekende taal is geworden, waardoor men het gemeente lijke bezit als gemeenschappelijk eigen dom nog meer gaat waarderen. Drs Huïshoff vestigt met deze bijdrage niet alleen de aandacht op het historische monument van Rijssen, maar stelt aan het slot ook een belangrijke vraag, die hij aan het gemeentebestuur van Rijssen aan de gemeenteraad (wellicht) ter be antwoording overlaat. Ligt thans een nieuwe en betere toekomst weggelegd voor de eeuwenoude en historierijke „Oosterhof"? Bij de samenstelling van de bijdrage raadpleegde de schrijver de volgende his torische bronnen: G. J. ter Kuile. Geschiedkundige aan tekeningen op de havezathen in Twenthe (Almelo 1911). Zeitschrift des Aaohener Geschichtsver- ein. Bd 41 Aachen 1921. Familie archief Van Ittersum in het Rijks archief te Zwolle en Archief Oosterhof in de Oudheidkamer Riessen. Na de toestand waarin „het kasteel" de Oosterhof momenteel verkeert, te heb ben belicht, stelt de schrijver vast, dat „in vergelijking tot andere havezathen in Twenthe de Oosterhof betrekkelijk vroeg in de geschreven bronnen voorkomt". In het Chartularium van het Windesheimer- klooster te Albergen komt een extract in het latijn voor uit het jaar 1324, waarin gezegd wordt: Jacob van Thije, zijn dochter Margare- tha en zijn broers Arnold en Matheus ver kopen, in tegenwoordigheid van ridder SOTimSiiS'. Het verhoor was afgelopen. De schout en zijn bedienden konden gaan. Buiten gekomen ontdekte de schout, dat het rijtuig was verdwenen. Drostendienaren stelden dadelijk een onderzoek in. Ook in de gevangenis. In de gevangenis vond men alleen wat oude afgedragen kleren. De consternatie was groot. De drost vloekte op zijn personeel. Maar dat nam niet weg, dat de Prak al een heel eind het bos in was, en daar zijn liefde voor hazen botvierde. Hij was op de Rijssense dijk van de wagen gesprongen. Hij moest zich even verknopen, had hij tegen de koetsier gezegd. Dit wilde zeggen, dat hij een grote boodschap moest doen. De Prak dan was na een half uur niet terug gekeerd en de Rijssense voerman reed terug naar Twickel, waar de schout met brandend ongeduld stond te wachten. De koetsier werd verhoord en nu kwam aan het licht, dat de Prak op een geheimzin nige wijze verdwenen was. De drost en de schout en al de anderen, toen nog bijgelovig als wat, zagen er de hand in van de Witte Juffers. Vooral de Witte Juffer Berta kreeg de schuld. Zij was verleidelijk als wat. En de drost kwam tot de veronderstelling, dat de Witte Juf fer de gevangenis had ontsloten. Dit was een geluk voor de slordige gevangenbe waarder, die nu zijn straf ontliep. In tussen, de schout van Rijssen voelde nog eerst de Rijssense voerman aan de tand. Die vertelde een Twickelse lakei ver voerd te hebben. En die had op zeker ogenblik de plaat gepoetst. Snel reed men naar Rijssen. De Prak intussen, ge dekt door zijn uniform en brutaal als de beul, maakte een smoesje op het huis Warmetink op Deldenerbroek, papte met de postillon warmden zich bij het bran- buik flink op de leest", kroop daarna er gens bij een boer in de hooiberg, kroop diep in het hooi en, toen hij ontwaakte, prijkte de volle maan aan de hemel. Hij verkende huis en omgeving naar stro- persaard, ging door de staldeur binnen en trok de boer zijn beste pak aan en nam een linnen zak mee, waarin hij het Twickelse uniform stopte. En ging door binnenpaden op zijn gemak naar Rijssen. Toen hij ongemerkt te Rijssen binnen stapte, stond daar juist bij het posthuis de wagen voor Almelo. De postrijder en de postillon warmden zich bij het bran dend haardvuur en dit was voor de Prak een schone gelegenheid om de zak met inhoud op de postwagen te gooien. Te Rijssen was voor de Prak voorlopig de grond te warm onder de voeten en hij liep naa'r de Vriezenberg, waar Hutten- Diene de Wikster woonde en daar was hij voorlopig veilig. DE SCHOUT WAS ZEER VER GRAMD, TOEN HIJ TE RIJSSEN Had hij, de schout van Rijssen, daar bij de Drost op Twickel, niet een figuur als modder geslagen? Een Rijssense jongen van de vlakte was uit het hol van de leeuw gebroken, waar drost en schout bij waren. Drie dagen later liet de Vrou we van de Oosterhof weten, dat de schout grote tekortkomingen had begaan door een heksenmenner te laten ontsnappen. Zo'n kerel als d-c Prak moest op zijn minst worden opgehangen. Hij was veel gevaarlijker dan Hazen-Mannes, dat was nog maar een broodstroper, vond de hoge Vrouwe. Wat zij van haar meester-jager moest zeggen, dat wist zij niet. Zij twij felde aan diens zuiverheid, want hij ken de de voornaam van een der Witte Juf fers, en dat was verdacht. De schout liet alle gangen van Hazen-Mannes nagaan. Maar Mannes verlegde zijn jachtgebied een tijdje naar de Grimberg. Maar de Snoeverd kreeg Mannes andermaal in de lamp. HET WAS TWEE UUR IN DE NACHT. Hazen-Mannes sliep de slaap des recht vaardigen, zo dacht hij er tenminste zelf over. De pastoor van Rijssen dacht er een weinig anders over, maar dat doet hier niet ter zake. Plotseling werd er zacht bij Hazen- Mannes op de deur geklopt. Op het raam, dat durfde de Prak niet, want hij wist uit ervaring, dat de ruiten niet al te vast in de sponning zaten. Mannes richtte zich half op in 't bed. Je kon nooit we ten wie het waren. Het kon de Snoeverd zijn, of de schoutsdienaren. Of de Witte Juffer of Juffers. Dit laatste deed hem in eerste instantie besluiten niet open te doen. Maar het geklop hield aan. Ten laatste fluisterde hij door het gaatje van de riem, waarmee men overdag de deur opentrok, wie of er was. Goed volk!, fluis terde de stem terug. Mannes herkende de stem, het was de Prak. Mannes opende voorzichtig de deur. En liet de Prak bin nen. Geen vuur en geen licht maken, dat was de boodschap. De Prak kwam vra gen of Mannes hemd en rok nog had van de Witte Juffer. Hoe weet je dat? Och, riep de Prak, laten wij elkaar geen mietje noemen. Leen mij dat goed nu maar. Je zult er veel pleizier aan beleven. Mannes grabbelde in het donker en. gaf de be geerde kledingstukken en de Prak nam haastig afscheid. Mannes verkneukelde zich bij de gedachte dat de Prak gegre pen werd. De Prak haastte zich in het nachtelijk uur naar de Friezenberg. Hij overlegde met de wikster of deze de komende nacht voor Witte Juffer wilde spelen. Het kostte de Prak veel overredingskracht haar zover te brengen. Maar toen Diene eenmaal ja gezegd had, was het ook ja. Des morgens tegen een uur of negen sloop de Prak naar de Grimberg en legde het zo aan, dat hij de Snoeverd ont moette. De Snoeverd, tuk op aanbreng premie, greep de Prak in de kraag en wilde hem uitleveren aan de politie. Maar de Prak, niet mis, siste: laat me los, de Witte Juffers wachten op mij! De Snoeverd liet een ogenblik los. En schreeuwde nog: de Witte Juffers komen je vannacht halen! Maar de Snoeverd dacht: vannacht gaat Hazen-Mannes naar de Grimberg en daar moet ik bij zijn, want als ik hem in mijn klauwen heb, is hij zuur en de promotie zal niet uit blijven. De Snoeverd wilde hogerop. De nacht daalde neer over Rijssen. De stadswacht deed plichtmatig haar ronde en Hazen-Mannes sloop gelijk een kat door de contreien van de Grimberg orrt zijn strikken na te zien. De Snoeverd had post gevat op een afstand van ongeveer dertig passen van een der strikken, waar een haas in zat. Het zat Mannes in die nacht niet mee. Hij wist niet, dat de Prak hem overdag al voor was geweest. Hij, de Prak, had op klaarlichten dag ver schillende strikken van hun last ontdaan. En nu, in het nachtelijk uur, liep hij, ge oefend stroper, in de Grimberger bos sen en naast hem liep de wikster Hutten- Diene van de Friezenberg als Witte Juf fer. De Snoeverd zat in een droge sloot op zijn gemak met de rug tegen de wal kant. Hij wist precies waar de strik stond. Zijn blik verscherpte zich. Het geoefend oog van de Prak had hem ontdekt. Maar ook de Snoeverd hoorde onraad. Voor zichtig richtte hij zich op en tuurde scherp in de richting van de strik. Spring!, fluisterde de Prak, en Hutten- Diene in haar wit gewaad sprong in de sloot, sloeg beide armen om de nek van de Snoeverd en riep: Dag, lieveling, ein delijk heb ik je! Meer dood dan levend van schrik sprong de Snoeverd op en rende door het bos, alsmaar angstkreten uitstotend van: Help! help! de Witte Juf fer! En de wikster, aangemoedigd door haar succes en aan de hand geleid door de Prak, holde de Snoeverd achterna, voorzover dit mogelijk was. Maar de laat ste trok zijn laarzen uit, om harder te kunnen lopen. Hij snorde rakelings zon der op of om te zien langs Hazen-Mannes, die juist een haas uit de strik haalde. En ook deze sloeg de schrik in de benen. Verbeeld je, Mannes had te Rijssen, wel een groot woord, maar als de Snoeverd zo hard liep, dan was er in het Grimber ger bos iets niet in de haak. Dus sjokte' Mannes achter de Snoeverd aan en deze, zich nog steeds vervolgd wanend door de Witte Juffers, vloog hals over kop door de Regge en Mannes volgde zijn voorbeeld. Zij, die niet hard liepen, waren de Prak en Hutten-Diene. De grap was te mooi geweest. De wikster trok in de buurt van de Oosterhof haar Witte Juf- fer-costuum uit. En wachtte ergens bij de Oosterhof. De Prak zou het witte goed weer naar Hazen-Mannes brengen. Doch de Snoeverd had groot alarm geslagen. De hele wacht was in het geweer, de schout en de schoutsdienaren. En juist, toen de Prak bij het huisje van Hazen-Mannes was, werd hij gegrepen. Dadelijk werd hij aan een verhoor onderworpen. Ik geef mij over!, riep hij gelaten. Heren, riep hij, ik ben behekst door de Witte Juffers! Achteruit!, schreeuwde de schout, en vertel op wat er gebeurd is. De Prak vertelde, dat de Witte Juffers het op hem voorzien hadden. En hij had zich ver stopt in de bossen van de Grimberg en daar poogden ze mij te vangen. Mij ook!, riep de Snoeverd, ik ben er nog kapot van. Maar voor alle zekerheid werd de Prak toch maar opgesloten, om de vol gende dag nog eens voor de drost geleid te worden. Hutten-Diene werd woedend, toen zij geheel alleen twee uur lang ge wacht had bij de Oosterhof. Zij begon te roepen en Poort-Berend van de Ooster hof schoot klappertandend in zijn broek. Hij moest wel, omdat de honden zo te keer gingen. VAN COEVERDEN. Bernard van Zebelingen, Gherlovinc te Wierden, zijnde nu de Oosterhof te Rijs sen, een schultengoed, aan Johan van Ockenbroec voor 34 mark Brabantse pen ningen, behoudens een jaarrente van 4 Munsterse penningen aan de proost van het klooster St. Mauritius. Waarom de naam Wierden hier genoemd wordt, is naar de mening van Drs Huïs hoff niet duidelijk. Mogelijk zijn de gren zen tussen kerspel Wierden en Rijssen toen verlegd, meent hij. Ongeveer 90 jaar later wordt de Ooster hof genoemd in een oorkonde en wel op 31 juli 1413 waarbij Bertold van Baker- voerde afstand doet van zijn aanspraken op de Oosterhof, kerspel Rijssen, richter ambt Kedingen, ten behoeve van Egbert, heer van Almelo. Het geslacht Van Thije is tot 1475 eige naar van de Oosterhof gebleven. Via een verkoopakte gaat de Grimberg over aan Otto van den Rutenbergh, in welke ver koop ook is begrepen „Den Oesterhof mit den halven whaer beholdelick den Heere sijnen tijns". Otto van den Ruten bergh heeft „Den Oesterhof" in hetzelfde jaar, waarin hij er eigenaar van werd, weer verkocht aan Johan ten Bussche en zijn vrouw Mechteld van Langen. Een zoon van dit echtpaar Bertold verkocht het landgoed en de havezathe in 1521 aan Bruun van Langen. Tot het jaar 1631 werd het „kasteel" bewoond door het geslacht Van Langen, waarna Ernst van Ittersum (getrouwd met Bernardina van Langen) zijn intrede deed. Het geslacht Van Ittersum blijft de Oosterhof bewonen tot het jaar 1900, toen Jhr. F. A. Coenen het landgoed ging be wonen. Talrijk zijn de bijzonderheden, die Drs. Hulihoff in de historie, in het bij zonder ten aanzien van het geslacht Van Ittersum heeft weten op te sporen. Zo heeft de schrijver aan de hand van een aantal bewaard gebleven brieven, die tussen 1659 en 1661 geschreven zijn door kolonel Ernst van Ittersum aan zijn zoon, eveneens Ernst genaamd, die op 23-jarige leeftijd te Parijs studeerde. Dat de Rijssense jonker, door zijn ge dragingen de bezorgdheid van zijn vader opriep, wordt in deze brieven maar al te duidelijk. De vaderlijke vermaningen, zorg en liefde spreken boekdelen, aldus Drs. Huïshoff. De gémiddelde uitgaven van de jonge Ernst in het verre Parijs beliepen 250 gulden per maand, zo is uit de brieven duidelijk geworden; een bedrag, dat in die tijd een kapitaal is geweest. Het ad vies van zijn vader, naar het platteland te trekken en zich van het wufte Parijs verre te houden (op het platteland zou de jonker de Franse taal ook kunnen le ren), slaat de jongeman in de wind, om dat hij, zoals hij zijn vader doet weten, in Parijs het huwelijk en de inhuldiging van de Franse koning wil meemaken. De jonge Van Ittersum heeft het er wel goed van genomen, zelfs zo goed, dat het zijn vader al te duur kwam te staan, waardoor deze zijn zoon beval naar huis terug te keren. Pas na enige maanden voldeed de jongeman aan het uitdrukke lijke bevel van zijn vader. Deze Ernst van Ittersum, die 5 jaar na zijn terugkeer uit de Franse hoofd stad trouwde met Ida van Ittersum (een nicht) overleed op 32-jarige leeftijd in 1672. Uit het huwelijk van Ernst en Ida van Ittersum werden twee kinderen geboren, waardoor de dynastie van Van Ittersum in stand bleef. Het is een kleinzoon van dit echtpaar geweest, die vermoedelijk de Oosterhof op ingrijpende wijze heeft verbouwd. Deze en tal van andere historische we tenswaardigheden heeft Drs. Huïshoff in een zeer lezenswaardig artikel samen gevat. Door de Koninklijke Vereniging „Het Nederlandsche Trekpaard" worden, in gevolge de bepalingen der Paardenwet 1939, in de maand januari a.s. de jaar lijkse verplichte hengstenkeuringen ge houden. Gedurende 9 dagen verdeeld over 3 weken zal een commissie van des kundigen, ruim 200 hengsten uit alle provincies aan een uiterst selectieve be oordeling onderwerpen. De keuringen vangen aan op 3 januari en wel te Raalte en Emmeioord, alwaar resp. de hengsten uit Overijssel en de Noordoostpolder worden gepresenteerd. De A.O.W.-uitkeringen zullen worden uitbetaald als volgt: Op zaterdag 24 december worden ook de uitkeringen, betaalbaar op 25 decem ber, uitbetaald. Op dinsdag 27 december worden ook de uitkeringen, die betaalbaar waren op 26 december, uitbetaald. Het is een bekende gewoonte, dat het Leger des Heils tijdens de Kerstweek in verschillende plaatsen zijn uitdelingen houdt, daartoe in staat gesteld door de geldelijke bijdragen van he:t publiek. Ook in Rijssen was het in staat om ver schillende zieken en anderen een Kerst verrassing te bereiden. Het Leger des Heils brengt hierbij zijn vriendelijke dank aan hen, die door hun gave daar aan hebben medegewerkt.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1960 | | pagina 2