Rijssen buiten de wallen
Grote plannen van
Grietje en Jan ter Horst-stichting
In Jaarboek Overijssel
Begrotingsvergadering
Gemeenteraad
Burgerlijke Stand
Zondagsdienst dierenartsen
Rijssen-Wierden
Kerstverloting Speeltuin
vereniging „Irene"
Winkelsluiting
Uitvoering
Rijssens Mannenkoor
De Tukkers-R.V. 2-1
De verplichte
Hengstenkeuringen 1961
Uitbetaling A.O.W.
Kerstuitdeling
Bejaardencentrum met 20 woningen aan Welleweg
Doelstelling van Stichting eindelijk bereikt
Interessant (historisch) artikel over de Oosterhof
Voortreffelijke bijdrage van Drs. Huïshoff uit Enschede
RIJSSENS
OUDHEDEN
DE PRAK ZET DE BOEL
OP STELTEN.
TERUGKEERDE.
Het heeft wel bijzonder lang geduurd
(30 jaar) voor het doel, waarmee mej.
Grietje ter Horst (oudere Rijssenaren
dragen nog een herinnering aan haar)
een groot bedrag naliet voor de stichting
van een bejaardentehuis kan worden ver
wezenlijkt.
Het bestuur, dat in 1930 werd gefor
meerd, heeft zonder twijfel vele malen
de stichting van een bejaardencentrum
in bespreking gehad, de behoefte aan
zulk een centrum heeft zeker bestaan,
maar er moesten (vooi'al de laatste ja
ren) zoveel moeilijkheden overwonnen
worden, dat de realisering van haar doel
alsmaar werd gestagneerd.
Eindelijk naderen de grootse plannen
haar voltooiing.
Het bestuur van de Grietje en Jan ter
Horststichting, aangevuld door de com
missie van bijstand, bestaande uit verte
genwoordigers van verschillende kerkge
nootschappen (niet alle) maakte dinsdag
avond de plannen bekend. Op een terrein
nabij de Banisschool (Welleweg) zal een
bejaardencentrum worden gebouwd, dat
zal bestaan uit een hoofdgebouw en 22
kleine woningen, naar een ontwerp van de
Warnsveldse architect de heer A. War-
naar. Men heeft goede hoop, dat in 1961
met de verwezenlijking van dit veelom
vattende, lang verwachte plan zal kunnen
worden begonnen.
Wat met grote instemming kan worden
vastgesteld is het feit, dat dit bejaarden
centrum mogelijkheden biedt tot de on
derbrenging van bejaarde echtparen met
behoud van hun eigen zelfstandigeid, het
geen in de lijn ligt van het Rijssense ka
rakter en dus wel op bijzondere wijze te
gemoet komt aan de geaardheid van de
Rijssense bevolking.
In intieme woningen kunnen de bejaar
den geheel zelfstandig blijven. Om meer
dan een reden, is de tot standkoming van
het bejaardencentrum van groot belang te
achten voor de geestelijke volksgezond
heid en met grote vreugde kan een groot
deel van de Rijssense bevolking de verge
vorderde plannen van de Grietje en Jan
ter Horststichting begroeten. Er zullen
rond het hoofdgebouw 20 kleine woningen
verrijzen, zodat er sprake is van een be
langrijk object.
De stichting kan de bouw van het be
jaardencentrum met het „eigen" kapitaal
zelf bekostigen.
Aangezien er sprake is van z.g. premie-
bouw kan van de overheid nog subsidie
verwacht worden, zodat de stichting nog
een financiële reserve, (voor eventuele
plannen is het feit, dat men niet alle
uitbreiding) overhoudt.
Wat een domper zet, op de succesvolle
groeperingen (alle kerkgenootschappen)
in het bestuur (in de commissie van bij
stand) in onderlinge saamhorigheid en
samenwerking heeft kunnen vinden, om
deze te interesseren en bereid te vinden
gezamenlijk voor eenzelfde ideaal te wil
len arbeiden.
De Hervormde gemeente heeft al enige
jaren plannen tot de bouw van een Her
vormd bejaardencentrum. Ondanks geda
ne pogingen o.a. door het college van B.
en W. van Rijssen, is men er niet in ge
slaagd tot samenwerking te komen, het-
De gemeenteraad van Rijssen zal in
openbare vergadering bijeen komen op
woensdag 28 december om 14.00 uur.
In deze vergadering zullen o.a. de ge
meentebegroting 1961 en de bedrijfsbe-
grotinigen 1961 worden behandeld, als-
mede voorstellen van b. en w. tot wijzi
ging van de straat- en wegenbelasting
verordening 1960, tot invoering van een
rioolbelasting en tot vaststelling van een
nieuwe hondenbelastingverordening, ter
wijl eveneens op de agenda vermeld staat
een voorstel van b. en w. tot goedkeuring
van de begroting 1961 van de gemeente
lijke instelling voor maatschappelijke
zorg.
Geboren: Gerhard, zv D. Looijen en J.
Nijhuis, W. de Zwij gerstraat 9. Be-
rendina, dv W. Schulenburg en L. Bek-
kernens, Hogepad 27. Wilhelmina He
lena Maria, dv W. A. W. Struik en J.
G. J. Freriksen, Enterstraat 188a. - Hen-
drikus Gerhardes Maria, zv H. J. Nitert
en G. M. T. Ruel, Schoolstraat 9. - Ger-
rit, zv G. D. Jansen eri H. ter Avest,
Welleweg 10. Dina, dv J. Smalbrugge
en A. ten Berge, Arend Baanstraat 46e
Jan, zv H. Voortman en H. Baan, Hol-
terstraatweg 139. Maria, dv H. Baan
en J. Bruins, Arend Baanstraat 57.
Hendrikus Gezinus, zv H. Kreijkes en G.
Jurjens, Arend Baanstraat 35, geb. te
Almelo.
Ondertrouwd: Albert Maassen van den
Brink, 27 jr., Rijssen, Leijerweerdsdijk 9
en Aaltje ter Harmsel, 25 j., Rijssen, Ak-
kerdijk 1.
Gehuwd: Hermannus Langenhof, 27 j.
en Aleida ten Hove, 23 jr., Rijssen, Ho
gepad 21. Berend Pongers, 25 jr. en
Alberdina ter Haar, 21 jr., Rijssen, Bre-
keldlaan 8. Gerhardus Keuzink, 41 j.
en Hendrika Jacoba Stegeman, 32 jr.,
Goor, Meidoornlaan 8. Johannes Ma
ria Kleinrouweler, 29 jr. en Hermina
Antonia Kuis, 25 jr., Doetinchem, Kop
pels 9.
Overleden: Maria Mulder, 78 jr., we
duwe van A. J. van der Wurp, Karei
Doormanstraat 7. Johan Otten, 81 jr.,
weduwnaar van G. Nijland, Oranjestraat
30. Mannus Pas, 71 jr., echtgenoot van
J. Deijk, Baankamp 16. Herman Baan,
3 dagen, zoon van G. J. Baan en H. Har-
bers, Hangerad 42, overleden te Almelo.
geen door liet bestuur van de Grietje en
Jan ter Horststichting wordt „betreurd".
Naast de Hervormde Gemeente is in de
stichting Grietje en Jan ter Horststichting
niet vertegenwoordigd de Geref. Gem. in
Nederland (Eschkerk) en ook niet de RK
Gemeenschap.
Het bestuur van de stichting is momen
bijstand geïnstalleerd, dit is samenge-
teel samengesteld als volgt: J. ter Horst
(J.J.zn.) voorzitter, R. Bosma, secretaris,
A. H. W. Thomassen, penningmeester, J.
Goosen en A. Otten.
Dinsdagavond werd een commissie van
steld als volgt:
Namens de Gereformeerde Gemeente
(Noorderkerk)A. Knol, D. van Dijk, H.
van Dam en A. J. Averink; namens de
Oud Gereformeerde Gemeente (Bever
voorde) F. J. Dreijer; namens de Gere
formeerde Kerk (Boomkamp) D. v. d.
Lee; namens de Oud Geref. Gem. in Ne
derland (Kerk Oranjestraat): A. J. Kamp
huis en namens de afd. Rijssen van de
Ned. Protestantenbond G. W. Webbink.
De Grietje en Jan ter Horststichting is,
zo is medegedeeld, nog altijd bereid afge
vaardigden van nog niet vertegenwoor
digde groeperingen in de commissie van
bijstand op te nemen.
De zondagsdienst wordt zondag (le
Kerstdag) waargenomen door dierenarts
A. v. Doorn, Rijssen, tel. 2487 en 2e
Kerstdag door dierenarts J. Siebelink,
V/ierden, tel. 298.
Woensdagavond vond de trekking
plaats van de Kerstverloting van de
speeltuinvereniging „Irene".
De hoofdprijs, een volledig Kerstdiner,
viel op lot no. 2429. De 2e prijs, een kal
koen, op lot no. 357; 3e prijs 3633; 4e
prijs 3676; 5e prijs 3869. Er zijn in totaal
70 prijzen.
De volgende winkelsluiting geldt voor
maandag, 2e Kerstdag, n.l. om 10 uur en
zaterdag 31 december om 9 uur.
Twee jaren heeft Rijssens Mannen
koor met Kerstmis verstek moeten laten
gaan, doch dit jaar ligt het in het voor
nemen op tweede Kerstdag weer een
uitvoering te geven. De leiding berust
thans bij de nieuwe dirigent, de heer
Ber Joosen, die een geheel nieuw Kerst
programma heeft ingestudeerd.
Wij willen er niet gaarne op vooruit
lopen, doch wij vertrouwen dat dit pro
gramma bij het publiek in de smaak zal
vallen. Voor bijzonderheden, ook over
het tijdstip van kaartverkoop, verwijzen
wij naar een in dit blad voorkomende
advertentie.
In een sportief gespeelde wedstrijd
heeft R.V. een onverdiende nederlaag
geleden tegen de Tukkers.
Van de aftrap een levendig veldspel,
waarbij de doelen beurtelings in gevaar
kwamen. In de 7ê minuut namen de
Tukkers de leiding? toen middenvoor J.
Hulshof een, voorzet van rechtsbuiten J.
Lohuis ineens hard inknalde, onhoudbaar
voor doelman Thijink, 10. Het spel golf
de op en neer, waarbij de Tukkers iets
meer in aanval waren, doch stopper Nij
land van R.V., in prima vorm zijnde, bleek
het grote struikelblok te zijn. De aan
vallen van R.V. werden te lang doorge
voerd, waarbij steeds de Tukker-defensie
op tijd kon ingrijpen. Na de rust hetzelfde
spelbeeld, doch nu met een beter spelend
R.V. In de 20e minuut kwam de gelijk
maker, toen rechtshalf Beunk uit een
corner fraai inkopte. Zeker had R.V. toen
de overwinning binnen haar bereik, want
in 10 minuten tijd werden er evenzoveel
corners op het Tukkerdoel losgelaten,
doch de voorhoede profiteerde hier niet
van. In de 32e minuut verzuimde de
R.V.-achterhoede om rechtsbuiten Lohuis
aan te vallen, zodat deze speler via het
lichaam van doelman Thijink kon doel
punten, 21. Wat R.V. in de resterende
tijd ook probeerde, tot doelpunten maken
kwamen zij niet, waarmede de Tukkers
het genoegen van een overwinning moch
ten smaken.
Bij de Koninklijke uitgeverij de Erven
J. J. Tijl N.V. te Zwolle verscheen on
langs voor de 15e maal het Overijsselse
jaarboek, dat (ook nu) een bijzonder ver
zorgd en aantrekkelijk karakter draagt.
Speciaal voor Rijssenaren, die zich
interesseren voor de geschiedenis van de
havezate De Oosterhof en zijn bewoners,
is het jaarboek voor cultuur en historie
1961 belangwekkend door de bijzondere
bijdrage, verzorgd door Drs Huïshoff,
conservator van het Rijksmuseum Twen-
the, handelende over de havezathe De
Oosterhof en zijn (vroegere) bewoners.
Drs Huïshoff, heeft zich zeer verdiens
telijk gemaakt, door de historische bijzon
derheden rond de Oosterhof op te sporen,
waardoor de rijke historie van dit land
goed, (met zulke hechte banden gebonden
aan de stad Rijssen) een sprekende taal
is geworden, waardoor men het gemeente
lijke bezit als gemeenschappelijk eigen
dom nog meer gaat waarderen.
Drs Huïshoff vestigt met deze bijdrage
niet alleen de aandacht op het historische
monument van Rijssen, maar stelt aan het
slot ook een belangrijke vraag, die hij
aan het gemeentebestuur van Rijssen
aan de gemeenteraad (wellicht) ter be
antwoording overlaat. Ligt thans een
nieuwe en betere toekomst weggelegd
voor de eeuwenoude en historierijke
„Oosterhof"?
Bij de samenstelling van de bijdrage
raadpleegde de schrijver de volgende his
torische bronnen:
G. J. ter Kuile. Geschiedkundige aan
tekeningen op de havezathen in Twenthe
(Almelo 1911).
Zeitschrift des Aaohener Geschichtsver-
ein. Bd 41 Aachen 1921.
Familie archief Van Ittersum in het Rijks
archief te Zwolle en Archief Oosterhof
in de Oudheidkamer Riessen.
Na de toestand waarin „het kasteel" de
Oosterhof momenteel verkeert, te heb
ben belicht, stelt de schrijver vast, dat
„in vergelijking tot andere havezathen in
Twenthe de Oosterhof betrekkelijk vroeg
in de geschreven bronnen voorkomt". In
het Chartularium van het Windesheimer-
klooster te Albergen komt een extract in
het latijn voor uit het jaar 1324, waarin
gezegd wordt:
Jacob van Thije, zijn dochter Margare-
tha en zijn broers Arnold en Matheus ver
kopen, in tegenwoordigheid van ridder
SOTimSiiS'.
Het verhoor was afgelopen. De schout
en zijn bedienden konden gaan. Buiten
gekomen ontdekte de schout, dat het
rijtuig was verdwenen. Drostendienaren
stelden dadelijk een onderzoek in. Ook
in de gevangenis. In de gevangenis vond
men alleen wat oude afgedragen kleren.
De consternatie was groot. De drost
vloekte op zijn personeel. Maar dat nam
niet weg, dat de Prak al een heel eind
het bos in was, en daar zijn liefde voor
hazen botvierde. Hij was op de Rijssense
dijk van de wagen gesprongen. Hij moest
zich even verknopen, had hij tegen de
koetsier gezegd. Dit wilde zeggen, dat hij
een grote boodschap moest doen. De
Prak dan was na een half uur niet terug
gekeerd en de Rijssense voerman reed
terug naar Twickel, waar de schout met
brandend ongeduld stond te wachten. De
koetsier werd verhoord en nu kwam aan
het licht, dat de Prak op een geheimzin
nige wijze verdwenen was. De drost en
de schout en al de anderen, toen nog
bijgelovig als wat, zagen er de hand in
van de Witte Juffers. Vooral de Witte
Juffer Berta kreeg de schuld. Zij was
verleidelijk als wat. En de drost kwam
tot de veronderstelling, dat de Witte Juf
fer de gevangenis had ontsloten. Dit was
een geluk voor de slordige gevangenbe
waarder, die nu zijn straf ontliep. In
tussen, de schout van Rijssen voelde nog
eerst de Rijssense voerman aan de tand.
Die vertelde een Twickelse lakei ver
voerd te hebben. En die had op zeker
ogenblik de plaat gepoetst. Snel reed
men naar Rijssen. De Prak intussen, ge
dekt door zijn uniform en brutaal als de
beul, maakte een smoesje op het huis
Warmetink op Deldenerbroek, papte met
de postillon warmden zich bij het bran-
buik flink op de leest", kroop daarna er
gens bij een boer in de hooiberg, kroop
diep in het hooi en, toen hij ontwaakte,
prijkte de volle maan aan de hemel. Hij
verkende huis en omgeving naar stro-
persaard, ging door de staldeur binnen
en trok de boer zijn beste pak aan en
nam een linnen zak mee, waarin hij het
Twickelse uniform stopte. En ging door
binnenpaden op zijn gemak naar Rijssen.
Toen hij ongemerkt te Rijssen binnen
stapte, stond daar juist bij het posthuis
de wagen voor Almelo. De postrijder en
de postillon warmden zich bij het bran
dend haardvuur en dit was voor de Prak
een schone gelegenheid om de zak met
inhoud op de postwagen te gooien. Te
Rijssen was voor de Prak voorlopig de
grond te warm onder de voeten en hij
liep naa'r de Vriezenberg, waar Hutten-
Diene de Wikster woonde en daar was
hij voorlopig veilig.
DE SCHOUT WAS ZEER VER
GRAMD, TOEN HIJ TE RIJSSEN
Had hij, de schout van Rijssen, daar bij
de Drost op Twickel, niet een figuur als
modder geslagen? Een Rijssense jongen
van de vlakte was uit het hol van de
leeuw gebroken, waar drost en schout
bij waren. Drie dagen later liet de Vrou
we van de Oosterhof weten, dat de schout
grote tekortkomingen had begaan door
een heksenmenner te laten ontsnappen.
Zo'n kerel als d-c Prak moest op zijn
minst worden opgehangen. Hij was veel
gevaarlijker dan Hazen-Mannes, dat was
nog maar een broodstroper, vond de hoge
Vrouwe. Wat zij van haar meester-jager
moest zeggen, dat wist zij niet. Zij twij
felde aan diens zuiverheid, want hij ken
de de voornaam van een der Witte Juf
fers, en dat was verdacht. De schout liet
alle gangen van Hazen-Mannes nagaan.
Maar Mannes verlegde zijn jachtgebied
een tijdje naar de Grimberg. Maar de
Snoeverd kreeg Mannes andermaal in de
lamp.
HET WAS TWEE UUR IN DE NACHT.
Hazen-Mannes sliep de slaap des recht
vaardigen, zo dacht hij er tenminste zelf
over. De pastoor van Rijssen dacht er
een weinig anders over, maar dat doet
hier niet ter zake.
Plotseling werd er zacht bij Hazen-
Mannes op de deur geklopt. Op het raam,
dat durfde de Prak niet, want hij wist
uit ervaring, dat de ruiten niet al te
vast in de sponning zaten. Mannes richtte
zich half op in 't bed. Je kon nooit we
ten wie het waren. Het kon de Snoeverd
zijn, of de schoutsdienaren. Of de Witte
Juffer of Juffers. Dit laatste deed hem
in eerste instantie besluiten niet open te
doen. Maar het geklop hield aan. Ten
laatste fluisterde hij door het gaatje van
de riem, waarmee men overdag de deur
opentrok, wie of er was. Goed volk!, fluis
terde de stem terug. Mannes herkende
de stem, het was de Prak. Mannes opende
voorzichtig de deur. En liet de Prak bin
nen. Geen vuur en geen licht maken, dat
was de boodschap. De Prak kwam vra
gen of Mannes hemd en rok nog had van
de Witte Juffer. Hoe weet je dat? Och,
riep de Prak, laten wij elkaar geen mietje
noemen. Leen mij dat goed nu maar. Je
zult er veel pleizier aan beleven. Mannes
grabbelde in het donker en. gaf de be
geerde kledingstukken en de Prak nam
haastig afscheid. Mannes verkneukelde
zich bij de gedachte dat de Prak gegre
pen werd.
De Prak haastte zich in het nachtelijk
uur naar de Friezenberg. Hij overlegde
met de wikster of deze de komende nacht
voor Witte Juffer wilde spelen. Het
kostte de Prak veel overredingskracht
haar zover te brengen. Maar toen Diene
eenmaal ja gezegd had, was het ook ja.
Des morgens tegen een uur of negen
sloop de Prak naar de Grimberg en legde
het zo aan, dat hij de Snoeverd ont
moette. De Snoeverd, tuk op aanbreng
premie, greep de Prak in de kraag en
wilde hem uitleveren aan de politie.
Maar de Prak, niet mis, siste: laat me
los, de Witte Juffers wachten op mij!
De Snoeverd liet een ogenblik los. En
schreeuwde nog: de Witte Juffers komen
je vannacht halen! Maar de Snoeverd
dacht: vannacht gaat Hazen-Mannes naar
de Grimberg en daar moet ik bij zijn,
want als ik hem in mijn klauwen heb,
is hij zuur en de promotie zal niet uit
blijven. De Snoeverd wilde hogerop.
De nacht daalde neer over Rijssen. De
stadswacht deed plichtmatig haar ronde
en Hazen-Mannes sloop gelijk een kat
door de contreien van de Grimberg orrt
zijn strikken na te zien. De Snoeverd had
post gevat op een afstand van ongeveer
dertig passen van een der strikken, waar
een haas in zat. Het zat Mannes in die
nacht niet mee. Hij wist niet, dat de Prak
hem overdag al voor was geweest. Hij,
de Prak, had op klaarlichten dag ver
schillende strikken van hun last ontdaan.
En nu, in het nachtelijk uur, liep hij, ge
oefend stroper, in de Grimberger bos
sen en naast hem liep de wikster Hutten-
Diene van de Friezenberg als Witte Juf
fer. De Snoeverd zat in een droge sloot
op zijn gemak met de rug tegen de wal
kant. Hij wist precies waar de strik stond.
Zijn blik verscherpte zich. Het geoefend
oog van de Prak had hem ontdekt. Maar
ook de Snoeverd hoorde onraad. Voor
zichtig richtte hij zich op en tuurde
scherp in de richting van de strik.
Spring!, fluisterde de Prak, en Hutten-
Diene in haar wit gewaad sprong in de
sloot, sloeg beide armen om de nek van
de Snoeverd en riep: Dag, lieveling, ein
delijk heb ik je! Meer dood dan levend
van schrik sprong de Snoeverd op en
rende door het bos, alsmaar angstkreten
uitstotend van: Help! help! de Witte Juf
fer! En de wikster, aangemoedigd door
haar succes en aan de hand geleid door
de Prak, holde de Snoeverd achterna,
voorzover dit mogelijk was. Maar de laat
ste trok zijn laarzen uit, om harder te
kunnen lopen. Hij snorde rakelings zon
der op of om te zien langs Hazen-Mannes,
die juist een haas uit de strik haalde. En
ook deze sloeg de schrik in de benen.
Verbeeld je, Mannes had te Rijssen, wel
een groot woord, maar als de Snoeverd
zo hard liep, dan was er in het Grimber
ger bos iets niet in de haak. Dus sjokte'
Mannes achter de Snoeverd aan en deze,
zich nog steeds vervolgd wanend door
de Witte Juffers, vloog hals over kop
door de Regge en Mannes volgde zijn
voorbeeld. Zij, die niet hard liepen, waren
de Prak en Hutten-Diene. De grap was
te mooi geweest. De wikster trok in de
buurt van de Oosterhof haar Witte Juf-
fer-costuum uit. En wachtte ergens bij
de Oosterhof. De Prak zou het witte goed
weer naar Hazen-Mannes brengen. Doch
de Snoeverd had groot alarm geslagen. De
hele wacht was in het geweer, de schout
en de schoutsdienaren. En juist, toen de
Prak bij het huisje van Hazen-Mannes
was, werd hij gegrepen. Dadelijk werd hij
aan een verhoor onderworpen. Ik geef
mij over!, riep hij gelaten. Heren, riep hij,
ik ben behekst door de Witte Juffers!
Achteruit!, schreeuwde de schout, en
vertel op wat er gebeurd is. De Prak
vertelde, dat de Witte Juffers het op hem
voorzien hadden. En hij had zich ver
stopt in de bossen van de Grimberg en
daar poogden ze mij te vangen. Mij ook!,
riep de Snoeverd, ik ben er nog kapot
van. Maar voor alle zekerheid werd de
Prak toch maar opgesloten, om de vol
gende dag nog eens voor de drost geleid
te worden. Hutten-Diene werd woedend,
toen zij geheel alleen twee uur lang ge
wacht had bij de Oosterhof. Zij begon te
roepen en Poort-Berend van de Ooster
hof schoot klappertandend in zijn broek.
Hij moest wel, omdat de honden zo te
keer gingen.
VAN COEVERDEN.
Bernard van Zebelingen, Gherlovinc te
Wierden, zijnde nu de Oosterhof te Rijs
sen, een schultengoed, aan Johan van
Ockenbroec voor 34 mark Brabantse pen
ningen, behoudens een jaarrente van 4
Munsterse penningen aan de proost van
het klooster St. Mauritius.
Waarom de naam Wierden hier genoemd
wordt, is naar de mening van Drs Huïs
hoff niet duidelijk. Mogelijk zijn de gren
zen tussen kerspel Wierden en Rijssen
toen verlegd, meent hij.
Ongeveer 90 jaar later wordt de Ooster
hof genoemd in een oorkonde en wel op
31 juli 1413 waarbij Bertold van Baker-
voerde afstand doet van zijn aanspraken
op de Oosterhof, kerspel Rijssen, richter
ambt Kedingen, ten behoeve van Egbert,
heer van Almelo.
Het geslacht Van Thije is tot 1475 eige
naar van de Oosterhof gebleven. Via een
verkoopakte gaat de Grimberg over aan
Otto van den Rutenbergh, in welke ver
koop ook is begrepen „Den Oesterhof
mit den halven whaer beholdelick den
Heere sijnen tijns". Otto van den Ruten
bergh heeft „Den Oesterhof" in hetzelfde
jaar, waarin hij er eigenaar van werd,
weer verkocht aan Johan ten Bussche en
zijn vrouw Mechteld van Langen. Een
zoon van dit echtpaar Bertold verkocht
het landgoed en de havezathe in 1521
aan Bruun van Langen.
Tot het jaar 1631 werd het „kasteel"
bewoond door het geslacht Van Langen,
waarna Ernst van Ittersum (getrouwd
met Bernardina van Langen) zijn intrede
deed.
Het geslacht Van Ittersum blijft de
Oosterhof bewonen tot het jaar 1900, toen
Jhr. F. A. Coenen het landgoed ging be
wonen. Talrijk zijn de bijzonderheden,
die Drs. Hulihoff in de historie, in het bij
zonder ten aanzien van het geslacht Van
Ittersum heeft weten op te sporen.
Zo heeft de schrijver aan de hand van
een aantal bewaard gebleven brieven,
die tussen 1659 en 1661 geschreven zijn
door kolonel Ernst van Ittersum aan zijn
zoon, eveneens Ernst genaamd, die op
23-jarige leeftijd te Parijs studeerde.
Dat de Rijssense jonker, door zijn ge
dragingen de bezorgdheid van zijn vader
opriep, wordt in deze brieven maar al te
duidelijk. De vaderlijke vermaningen,
zorg en liefde spreken boekdelen, aldus
Drs. Huïshoff.
De gémiddelde uitgaven van de jonge
Ernst in het verre Parijs beliepen 250
gulden per maand, zo is uit de brieven
duidelijk geworden; een bedrag, dat in
die tijd een kapitaal is geweest. Het ad
vies van zijn vader, naar het platteland
te trekken en zich van het wufte Parijs
verre te houden (op het platteland zou
de jonker de Franse taal ook kunnen le
ren), slaat de jongeman in de wind, om
dat hij, zoals hij zijn vader doet weten,
in Parijs het huwelijk en de inhuldiging
van de Franse koning wil meemaken.
De jonge Van Ittersum heeft het er
wel goed van genomen, zelfs zo goed, dat
het zijn vader al te duur kwam te staan,
waardoor deze zijn zoon beval naar huis
terug te keren. Pas na enige maanden
voldeed de jongeman aan het uitdrukke
lijke bevel van zijn vader.
Deze Ernst van Ittersum, die 5 jaar
na zijn terugkeer uit de Franse hoofd
stad trouwde met Ida van Ittersum (een
nicht) overleed op 32-jarige leeftijd in
1672.
Uit het huwelijk van Ernst en Ida van
Ittersum werden twee kinderen geboren,
waardoor de dynastie van Van Ittersum
in stand bleef. Het is een kleinzoon van
dit echtpaar geweest, die vermoedelijk
de Oosterhof op ingrijpende wijze heeft
verbouwd.
Deze en tal van andere historische we
tenswaardigheden heeft Drs. Huïshoff in
een zeer lezenswaardig artikel samen
gevat.
Door de Koninklijke Vereniging „Het
Nederlandsche Trekpaard" worden, in
gevolge de bepalingen der Paardenwet
1939, in de maand januari a.s. de jaar
lijkse verplichte hengstenkeuringen ge
houden.
Gedurende 9 dagen verdeeld over
3 weken zal een commissie van des
kundigen, ruim 200 hengsten uit alle
provincies aan een uiterst selectieve be
oordeling onderwerpen.
De keuringen vangen aan op 3 januari
en wel te Raalte en Emmeioord, alwaar
resp. de hengsten uit Overijssel en de
Noordoostpolder worden gepresenteerd.
De A.O.W.-uitkeringen zullen worden
uitbetaald als volgt:
Op zaterdag 24 december worden ook
de uitkeringen, betaalbaar op 25 decem
ber, uitbetaald.
Op dinsdag 27 december worden ook
de uitkeringen, die betaalbaar waren
op 26 december, uitbetaald.
Het is een bekende gewoonte, dat het
Leger des Heils tijdens de Kerstweek in
verschillende plaatsen zijn uitdelingen
houdt, daartoe in staat gesteld door de
geldelijke bijdragen van he:t publiek.
Ook in Rijssen was het in staat om ver
schillende zieken en anderen een Kerst
verrassing te bereiden. Het Leger des
Heils brengt hierbij zijn vriendelijke
dank aan hen, die door hun gave daar
aan hebben medegewerkt.