Rijssen builen de wallen
Postduivententoonsielling
PUROL in finis!
Kanarietentoonstelling
geurige
engelse
melange
Goede successen
Fifty-Fifty-actie bracht
verrassingen
Voor Weïhnachtsoratorium
overweldigende
belangstelling
KERKDIENSTEN
St. N.'colaas beeft
grote verrassing voor
Speeltumver. „Irene"
Voor onteigening
brand in woning
Fiïmnieuws
RIJSSENS
OUDHEDEN
Jaargang 38. No. 47 (Tweede Blad).
VRIJDAG 2 DECEMBER 1960
Weekblad voor Rijssen
mirnmm
Vrijdagavond hield de postduivenhou-
dersvereniging „De Zwaluw" een tentoon
stelling in café-restaurant W. Koedijk. Be
halve uit Rijssen waren er ook inzendin
gen uit omliggende plaatsen. De jury, be
staande uit de heren H. Mooi uit Assen en
H. Harshacher waren vol lof over de kwa
liteit van de inzendingen.
De uitslagen waren als volgt:
Oude blauwe doffers: le pr. G. J. van
de Maat 92 p.
Oude blauwe duiven: le pr. A. ter
Harmsel, 92 y2 p.
Oude krasdoffers: le pr. G. J. Nijhof,
Wierden 93 p.; la B. Kroeze, Almelo
92 y2 p.; lb A. Klosters, Vriezen veen, 92%
p.; lc F. Ziekman 92 p.
Oude blauw krasduiven: le pr. J. Roe
lof s, Nijverdal 92^ p.; la L. Gazan, Hol
ten 92% p.
Oude Rode en Vale doffers: le pr. A. J.
Temmink 9iy2 p.
Oude Rode en Vale duiven: le pr. A. Bos
92% p.
Alle niet genoemde kleuren doffers:
le pr. G. J. Nijhof, Wierden 91% p.; la
W. Sikkelbein 92 p.
Alle niet genoemde kleuren duiven:
le pr. F. Dommerholt, Enter 92 p.
Jonge blauwe doffes: le pr. F. Dom
merholt 92 p.; la G. Veldhuis, Holten
92 p.
Jonge blauwe duiven: le pr. F. Dom
merholt 92 p.
De Eerste Rijssense Kanariefokvereni-
ging (ERKV) houdt vrijdag 9 en zater
dag 10 december a.s. in de zaal van café
De Bakker haar jaarlijkse tentoonstel
ling. Dit jaar is de belangstelling van de
inzenders aanmerkelijk groter dan vorig
jaar, toen de kweek van jonge vogels
grotendeels mislukte door de bepaalde
veel verbreide ziekte. Voor de tentoon
stelling zijn ruim 200 kanaries ingeschre
ven, waarvan 84 Waterslagers, 40 Har-
zers en 83 Kleur kanaries, terwijl de aan
wezigheid van een aantal parkieten en
tropische vogels wat variatie aanbrengt.
De vogels worden door drie keurmees
ters gekeurd, n.l. door de heer Konke
laar uit Zwolle (Waterslagers); de heer
Aaldenburg uit Zwolle (Harzers) en
door de heer Koop uit Zutphen (Kleur-
kanaries).
Op de Internationale Hondententoon
stelling U.Z.G. te Utrecht behaalden de
volgende leden van R.E.O. te Rijssen de
volgende resultaten: Mevr. Hogendijk met
Dalmatiner 1U, B. Mulder, Nijverdal, met
Boxer 1U en H. Assink, Ambt-Delden,
met Doberman Pincher 1U.
Jong blauw kras doffers: le pr. G. J.
v. d. Willige 921/2 p.; la G. J. Nijhof,
Wierden; lb H. A. Koedijk, Rijssen 92 p.
Jong blauwe 'krasduiven: le pr. R.
Langkamp, Almelo 92 p.; la G. J. v. d.
Willige 92 p.
Jonge Rode en Vale doffers: le pr. H. J.
Langkamp 92 p.
Jonge Rode en Vale duiven: le pr. T.
Geerling 92 p.
Jonge niet genoemde kleuren doffers:
le pr. J. Hermelink 92y2 P-
Jonge niet genoemde kleuren duiven:
le pr. G. Veldhuis, Holten 92% pt.
Late jonge doffers: le pr. H. Karei-
horst, Vriezen veen 90% p.
Late jonge duiven: le pr. G. Meijer,
Nijverdal 89 p.
Mooiste oude doffer: G. Nijhof, Wier
den, tevens mooiste van de gehele show.
Mooiste oude duif: J. Roelofs, Nijver
dal.
Mooiste jonge duif: G. Veldhuis, Holten.
Mooiste jonge doffer: J. Hermelink, Vrie-
zenveen.
De Fifty-Fifty-aktie, georganiseerd
door de beide Rijssense middenstands
verenigingen, heeft beantwoord aan de
verwachtingen. Iedere dag verkeerde de
winkeliers en (nog meer) het winkelen
de publiek in de spanning, welke winke
lier zou worden aangewezen, om de helft
van het bestede bedrag te kunnen terug
betalen.
Vele Rijssenaren hebben de afgelopen
week een prettige verrassing beleefd,
toen bleek, dat de helft van de Sinter
klaasaankopen kon worden terugont
vangen.
Sinds het begin van de aktie werden
de volgende winkeliers als „terugbeta
lers" aangewezen:
Zaterdag: Fa. Kappert, Enterstraat.
Maandag: H. Roosink (Haarstraat) en
H. Roosink (Bico) en de Fa. Velner (Ro-
zengaarde).
Dinsdag: H. Roosink (Haarstraat), G.
J. Kastenberg (Haarstraat) en Fa. Zand-
voort (Schild).
Woensdag: O. ter Steege, „Otje van
Potje" (Haarstraat) en Fa. G. Brunne-
kreef (Schild).
Donderdag: A. Paauwe (Wierdense-
straat) en L. K. Pennings (Wierdense-
straat).
Voor het Weihnachtsoratorium van
Joh. Seb. Bach, uit te voeren op dinsdag
13 december a.s. door de Chr. Orato
riumvereniging „Hosanna", in samen
werking met het Overijssels Philharmo-
nisch Orkest, blijkt een overweldigende
belangstelling te bestaan. Reeds nu zijn
alle plaatskaarten in alle rangen uitver
kocht.
Teneinde diegenen, die anders teleur
gesteld zouden moeten worden, nog in
de gelegenheid te stellen, het oratorium
mee te kunnen maken, heeft het bestuur
van „Hosanna" besloten de generale re
petitie voor bezoekers open te stellen
tegen gereduceerde toegangsprijzen. De
prijzen voor de generale repetitie, die
op maandag 12 december wordt gehou
den, bedragen: f2,25 (balcon) en f 1,50
(benedenzaal).
Bij brand- en snijwonden, Pijnlijke
kloven, Ruwe handen, Schrale huid.
I.. I.
Ned. Herv. Gemeente. Grote Kerk. 9.30
uur Ds. Van Tuyl (Voorb. H. Av.) en
3 uur Ds. Kool.
Westerkerk. 9 en 10.45 uur Ds. Vos
(Voorb. H. Av.); 7 uur Ds. Van Tuyl.
Eisen. 10 uur Ds. Kool.
Woensdagavond 7.30 uur Ds. Kool.
Geref. Kerk (Boomkamp). 9.30 en 3 uur
Ds. Brinkman.
Geref. Gem. (Noorderkerk). 9.30 en 7
uur Ds. Blok; 3 uur Leesdienst.
Oud-Geref. Gem. (Bevervoorde). 9.30 u.
en 7 uur de heer Vosman; 2.30 uur
Leesdienst.
Donderdag 7.30 uur n.m. de heer Vos
man.
Oud-Geref. Gem. in Nederland (Oranje
straat). 9.30 en 3 uur Ds. Van Dijk.
Vrijdag 9 december, 7.30 uur, Ds. Van
Dijk.
Geref. Gem. in Nederland (Eskerk). 9.30,
2.30 en 6 uur Leesdienst.
Ned. Prot. Bond (afd. Rijssen). 10.45 uur
Ds. Stenfert Kroeze uit Almelo.
Voor de leden van de speeltuinvereni
ging „Irene" zal het zaterdag een bij
zondere dag zijn. Sint Nicolaas zal dan
hoogst persoonlijk een bezoek aan de
speeltuin brengen en hoewel dat ook vo
rige jaren het geval was en de Sint ieder
kind een cadeautje overhandigde, zijn
de verwachtingen dit jaar wel bijzonder
hoog gespannen, omdat Sinterklaas heeft
laten mededelen, dat hij de jeugd een
groot cadeau, dat een zeer grote verras
sing zal zijn, zal aanbieden. Vol ver
wachting kloppen de hartjes natuurlijk.
VAN EEN VREEMD HEERSCHAP
Tijdens de inkwartiering van Bencken-
dorf's troepen kwam er een vreemde
avonturier mee. Het was de baron Von
Settelbach, zo noemde hij zich. Hij noem
de zich menager, hij had de leiding van
de voedselvoorziening. Zo vertelde hij. En
hij had opdracht de huizen van de Rijs
senaren te inspecteren. Hij kwam met een
stuk papier, een volmacht noemde hij
dat. Maar het Riessener Jöddeken, dat
behalve Pools ook Duits kon lezen, wilde
wel eens graag die machtiging zien.
Schmoel vertrouwde de zaak niet. De
kerel had net zo'n kop als die kwakzalver,
die Schmoel zo vaak had gezien op de
markten in de steden van Westfalen.
Schmoel ging naar Van Wijngaarden en
deze waarschuwde de burgemeesters en
de 'burgemeesters vroegen opheldering
bij Van Benckendorf op de Oosterhof.
Maar daar werden ze niet veel wijzer. De
oppasser van Alexander van Bencken-
dorf zei, dat die zaak gans richtig was.
Maar de burgemeesters lieten niet af, zij
wilden weten, hoe die snuffelaar in de
Rijssense huizen heette. Het duurde een
halve dag, toen kwam op het stadhuis
een ordonnans met een briefje van Van
Benckendorf, met een krabbel er op,
waaruit op te maken was dat de huiszoe
ker Saalmann heette en uit de stad Han
nover kwam. Men liet Schmoel komen.
Het Jöddeken schoof zijn kips naar het
achterhoofd en dacht na. Hij ging in ge
dachte alle markten en alle kooplui na,
die hij in zijn leven ontmoet had, maar
hij kon de naam Saalmann zich niet in
denken. Natuurlijk bestonden de legers
van Duitse generaals uit huurtroepen,
maar het was waar, het heerschap had een
valse naam opgegeven, dat kon niet an
ders. Hij noemde zich te Rijssen baron
Von Settelbach. De freule van de Grim
berg, dat was een vreemde freule uit het
geslacht van Cievenshauzen, een freule,
die over veel geld beschikte en over veel
liefde. Zij had de baron Von Settelbach
in de lamp gekregen en had onmiddel
lijk beet. De roodharige freule liet het
kasteel de Grimberg afgrendelen, toen
ze hem de tweede dag van de inkwartie
ring op huize Grimberg kreeg, zogenaamd
om te informeren of er ook Duitse officie
ren in kwartier waren. Nee, dat waren
er niet, maar een schneidige heer als ba
ron Von Settelbach was zeer welkom. Nu
was deze zwendelaar meteen een vrou
wenjager. Wij zullen niet verklappen wat
er gebeurde. Maar Saalmann alias baron
Von Settelbach werd lelijk ontmaskerd,
tot grote woede van de liefhebbende freule
van de Grimberg, die zich haar prooi zag
ontgaan. Het Jöddeken Schmoel had een
slapeloze nacht gehad, en tegen vier uur
in de morgen viel hij moe van het denken
in slaap en droomde nog bovendien. En
die droom bracht uitkomst. De stad Soest
in Westfalen heeft een groot marktplein.
Daar zag het Riessener Jöddeken zich
staan met naar zijn zin een veel te kleine
koppel schapen op die grote markt. Dicht
bij het kruis op de markt, waar de Lieve
Heer van Soest aan hing, daar stond Boe
mel-Bats, de kwakzalver. En nu was
Schmoel uit de droom. Saalmann, alias
baron Von Settelbach, kon niemand an-
ders zijn dan Boemel-Bats van de mark
ten. Een gevaarlijk kwakzalver, die grote
vermaardheid had met dokteren. Schmoel
ging nog vóór schooltijd naar meester
Van Wijngaarden en vertelde deze zijn
droom. Dromen zijn bedrog!, riep meester
van Wijngaarden, de vmger opstekend.
Geen smoesjes!, riep Schmoel, mijn droom
klopt als een bus. Wilt u het voor de grap
horen? De beide mannen begaven zich
naar de Schild en vroegen aan Knollen-
Derk, die daar toevallig liep: Heb je de
baron ook gezien? Den is an 't snoeven
in de Walstroate, was het antwoord, In
de Walstraat zagen ze hem bezig, hevig
zwaaiend met de armen. Hee is het!, riep
het Jöddeken, zo doet hij op de markt
ook! Zo, Boemel-Bats, riep Schmoel, was
iej ook hier? De aangesprokene verschoot
van kleur, dat zag van Wijngaarden ook.
Doch hensielde zich onmiddellijk. Een
grote woordenstroom vloeide uit zijn
mond. Precies as op de moark!, riep het
Jöddeken, ik wete genog. Schmoel stapte
naar de burgemeesters en vertelde van
zijn droom, die hem dit keer niet bedro
gen had. Door het raam kijkend op het
raadhuis zag het gezelschap de freule van
de Grimberg over de straat wapperen.
Die is er ook vroeg bij, riep een der bur
gemeesters. Den löp achter Boemel-Bats
an!, verzekerde Schmoel, onthoold wat
ik oew zegge! De meester moest ook ko
men. En besloten werd om de Generaal
van Benckendorf in te lichten. Als fou-
ragemeester kon men hem niets doen,
maar hij was een oplichter en bedrieger.
Dus op naar de Oosterhof. De generaal
van Benckendorf hoorde hen aan. Het
kwam hem ongelofelijk voor, dat zulk
een keurig soldaat, die in Hannover ge
monsterd was als feldwebel, een bedrie
ger was. En een edele man was de ba
ron Von Settelbach, Saalmann, of Boe
mel-Bats, verbeterde Schmoel. Herr Po
lak!, riep van Benckendorf, beledig mijn
manschappen niet. De oppasser van van
Benckendorf stond voor het raam van
een kamer op de Oosterhof en zag op
een afstand een dame vluchten met een
soldaat. De oppasser tikte tegen de ruiten
om de aandacht te trekken.
DE FREULE SLEEPT DE KWAK
ZALVER IN DE WACHT!
Daar haastte de freule zich voort, ste
vig gearmd met de namaak-baron! Van
Benckendorf sloeg alarm, troepen rukten
uit en ontrukten de freule van de Grim
berg haar buit. Zij kwam naar de Ooster
hof en begon te schelden en te razen.
Maar dit nam de heer van Benckendorf
niet. Schmoel, van Wijngaarden en de
burgemeester lachten dat ze schaterden.
De namaak-baron moest voor de generaal
komen. En het Jöddeken sprak hem aan
met Boemel-Bats. En Boemel-Bats schold
Schmoel uit voor rotjood. Maar toen
kwam de generaal tussenbeide. De bur
gemeester eiste een onderzoek. De ransel
moest nagekeken worden. Nu, daar was
von Benckendorf voor te vinden. Hij had
allemaal eerlijke soldaten in dienst, dus
Saalmann was het ook. Het eerste wat
uit de ransel kwam was een ivoren
beeldje, wat de Vrouwe van de Ooster
hof sinds gisteren vermiste. En er kwam
nog meer voor de dag, het was niet mooi
meer. De generaal stond lelijk met de
oren te wapperen, maar hij redde de si
tuatie met een grote bek; en de Rijsse
naren de deur te wijzen. De freule van
de Grimberg, ook van Duitsen bloede (hoe
kon het anders) werd getroost. Maar
ze was kwaad, ze zegde de huur aan
van Wijngaarden op en weldra zouden
de poorten van de Grimberg weer dicht
gaan. De volgende dag tromde de gene
raal van Benckendorf op met zijn zes
duizend man. En de namaak-baron trok
mee, om elders zijn praktijken voort te
zetten.
ANDER NIEUWS
Het Jöddeken was in Rijssen de ge
vierde man. De heer van de Stoevelaar,
een mijnheer van der Wijck, moest een
rentmeester hebben. Men had Gerrit van
Wijngaarden opgegeven, de schoolmeester
van Rijssen, als zijnde zeer bekwaam voor
die taak. Meester van Wijngaarden wan
delde op een vrije dag naar de Stoevelaar
bij Goor. De hele eeuwenoude admini
stratie zat in een grote kist. Berend de
bouwknecht zou deze kist naar Rijssen
brengen, dan kon de rentmeester de zaak
eens uitzoeken. En de heer van Wijn
gaarden schifte het kaf van het koren,
en dat kaf bleek veel waardevols te be
vatten. Veel bezitters van de Stoevelaar
hadden tijdens hun leven veel opgete
kend over de streek, waarin zij woonden.
Zo ook een beschrijving van het verbran
den van twee vrouwen, beschuldigd van
hekserij. Dat is nu al weer vierhonderd
jaar geleden, maar toch wel de moeite
waard om even op te halen. De beide
vrouwen, jonge maagden, waren de oude
moederkerk te Rijssen ontrouw gewor
den. Dit was al verdacht. Dat het daarbij
in Rijssen zo geweldig spookte, dat kwam
op rekening der beide dames. De drost
van Twente vertelde het ronduit. Vrou
wen waren heksen. Vermoedelijk had zijn
hoogwelgeborene zelf wel een strabant
wijf, wij weten het niet. Maar te Rijssen
werd een onderzoek ingesteld naar de
spokerijen, die daar anno 1550 plaats had
den en dat was niet mis. Ofschoon men
des nachts bij iedere poort vier bewakers
zette, wisten heksen en spoken Rijssen
binnen te dringen. Na het onderzoek bleek
dat de Rijssenaren, vrouwen zowel als
mannen, zo onschuldig waren aan de spo
kerijen als een pasgeboren kind. Hoe
was het begonnen? Vrij eenvoudig. Er
was een Rijssenaar aan de pest gestorven.
En nu was het zo, dat iemand die aan
de pest gestorven was, dadelijk begraven
moest worden. Nu lag de doodgraver ziek
te bed en des avonds om elf uur zou de
dode ter aarde worden besteld. Goede
raad was duur, maar de vrouw van de
doodgraver sloeg de schop op de nek. Zij
droeg een witte muts en begaf zich naar
het kerkhof rond de kerk. De overledene
was maar een eenvoudig man en zou dus
buiten de kerk begraven worden. Het was
winderig weer en donkere maan, dus een
echte spookavond. Tegen tien uur kwa
men twee Rijssense burgers langs het
kerkhof. En wat zagen zij daar? Er kwam
een vrouwspersoon op het kerkhof uit de
grond kruipen op handen en voeten, met
een lantaarn in de hand. De bijgelovige
Thomassen kozen het hazenpad. En de
volgende morgen wist heel Rijssen dat
't de vorige avond al vroeg op 't kerkhof
vreselijk had gespookt. Rijssen was toen
nog geheel Rooms. En de pastoor zuiver
de kerk en kerkhof. En dat hielp, want
een paar dagen later werden de maagden
te Eisen gegrepen en onder grote be
langstelling, ook van Rijssens burgerij,
te Eisen op de brink verbrand.
VAN COEVERDEN.
Woensdagmorgen om omstreeks 8 uur
brak een korte, maar hevige brand uit in
het perceel op de hoek van de Elzener
straat en de Rozengaarde, bewoond door
de fam. B. De brandweer was het vuur
spoedig meester.
Het verbrande huis is eigendom van
mejuffrouw Ter Flarmsel en de heer H.
ter Horst. Enige weken geleden had de
gemeenteraad van Rijssen B. en W. toe
stemming gegeven tot onteigening van
huis en gronden in verband met de aan
leg van een nieuwe verkeersweg.
PARKGEBOUW RIJSSEN
Vrijdag en zaterdag
„Rozen voor moeder"
Kruier Huber heeft een goede dag. Per
trein arriveren enkele leden van het be
roemde Donkozakkenkoor en natuurlijk
brengt hij ze bij zijn in stilte aangebe
dene Fanny Knobel, in het kunstenaars
pension „Melodia". Daar maakt de Don-
kozak Mitja kennis met mevrouw Eva
Kende en haar rumoerige tweeling Peter
en Paul, die ook in Fanny's pension een
tehuis hebben gevonden. Mitja nodigt hen
uit voor het concert van de Donkozakken,
welk bezoek aan hun aller leven een dra
matische wending zal geven.
De vader van de tweeling schijnt voort
durend „op reis" te zijn, want noch Peter,
noch Paul hebben hem ooit gezien. Wel
bezit Eva een foto van Alexander Brand-
stetter voor de enorme fabriek die zijn
naam draagt en hij is hun vader, zo ver
telt hun moeder hen. Als Eva na het con
cert van de Donkozakken naar huis terug
keert, wordt zij aangereden door een tranj
en met een hersenschudding opgenomen in
het ziekenhuis. Hoewel Fanny haar best
doet om de twee jongens zo goed mogelijk
te verzorgen, kan zij ze niet baas en daar
door kan ze niet voorkomen, dat Peter
erop uittrekt om „zijn vader" te waar
schuwen. De jonge directeur Karl Brand-
stetter is stomverbaasd als „zijn zoontje"
zich aan de fabriekspoort meldt. Hij is niet
eens getrouwd, maar dat zegt niets, meent
zijn rechtskundig adviseur. Om te onder
zoeken wat hier achter steekt, speelt
Brandstetter het spel verder en Peter is
dolgelukkik in het prachtige huis van „zijn
dolgelukkig in het prachtige huis van „zijn
waarom deze niet onmiddellijk meegaat
om zijn moeder te bezoeken. Als Eva be
ter is, meldt zij zich bij Brandstetter, die
haar telegrafisch van Peters verblijfplaats
op de hoogte heeft gesteld om zich te ver
ontschuldigen voor de overlast. Zo ver
neemt Karl Brandstetter de geschiedenis
van Eva en zijn broer Alexander, die op
een reis naar Amerika is verongelukt, iets
wat Eva nooit heeft geweten. Zij heeft al
tijd gemeend, dat Alexander haar in de
steek had gelaten.
Tussen de beide jonge mensen ontwik
kelt zich nu een frisse romance, zeer tot
genoegen van de filosoferende tweeling,
die als zij het voor het zeggen hebben,
Brandstetter als vader de voorkeur geven
boven Mitja. Deze laatste keert terug naar
Serge Jaroff en zijn Donkozakken en
kruier Huber spreekt zich eindelijk uit
tegenover de energieke Fanny. Zo gaan
weer enkele mensen meer gelukkig ver
der door het leven.
Woensdag 7 december
„Wir Wunderkinder"
Duitsland ziet zichzelf, d.w.z. regisseur
Kurt Hoffmann laat ons een Duitsland
zien 1913, 1923, 1933 en 1945 onder
een aspect, dat in ons velerlei van de
meest tegenstrijdige gevoelens oproept.
De hoofdfiguur, Hans Boeckel, student,
later afgestudeerd philosoof en journalist,
ziet het Nazi-regime opkomen. Zijn eerste
liefde gaat erdoor kapot, omdat de vader
van het meisje moet vluchten. Zijn latere
vrouw zal een Deense zijn, die hij in 1933
op het Carnaval in München ontmoet.
Weliswaar zingt een studententrio een
spotlied op Hitier, maar de Führer zelf is
beslist géén grap meer
Heinz Puck en Günter Neumann hebben
het levensverhaal van Hans Boeckel ge
schreven tegen de achtergrond van de tijd,
waarin hij leeft. En het is bij hen en bij
regisseur Hoffmann vooral begonnen om
die tijd.
Scherp wordt de profiteur, de Nazi Bru
no Tiches geschilderd, die ook na de oor
log weer zijn stem dreigt te verheffen
Scherp wordt ook de sfeer van het Na-
tionaal-Socialistische Duitsland getekend.
Nergens echter wordt de film een „zwaar-
op-de-handse", opdringerig-valse aan
klacht. Integendeel: de toon van de film
is die van een satyrische comedie.
Daartoe dragen vooral de balladen bij,
die door de gehele film heen door het duo
Wolfgang Neuss en Wolfgang Müller als
explcateurs aan de piano op waarlijk
meesterlijke wijze worden gebracht.
Regisseur Kurt Hoffmann en een aantal
voortreffelijK door hem geleide acteurs,
w.o. Hansjörg Felmy als Hans Boeckel, Jo
hanna v. Koczian als de Deense Kirsten
en Robert Graf als de Nazi, weten ons in
de ban te krijgen van dit verhaal van
mensen. Duitse mensen in Duitsland, die
ons verontwaardigd stemmen en ontroeren,
maar die ons voor alles een spiegel voor
houden van een tijd, die grotendeels ook
onze tijd was en is. Een tijd van felle,
vaak even treurige als lachwekkende te
genstrijdigheden.
Deze tegenstrijdigheden hebben stellig
doopvader gestaan bij de kinderen van die
tijd men mag het tenminste afleiden
uit hun naam: „Wir Wunderkinder".