Rijssen buiten Ie wallen Toneelvereniging gaf uitvoering van „De lilde Maart" Fraaie atletiekwedstrijden rond de Brekeld TBABYDERMSJT^f Uitreiking jeugddiploma E.H.B.O. Vergadering Chr. Vrouwenbond Extra busrit naar Almelose ziekenhuizen op zondagen RKSV-Rood Zwart 3-2 Gebr. Kluivers (Eibergen) klasse apart Opstelling Sportclub Rijssen Baby-huidje hss rsders HAMEA-GELEIüïkJ: RIJSSENS OllDHEDEiS Jaargang 38. No. 45 (Tweede Blad). VRIJDAG 18 NOVEMBER 1960 Weekblad voor Rijssen iuiihiiti Voor een goed gevulde zaal van het Parkgebouw te Rijssen gaf de liefdadig, heidstoneelvereniging „De Gong" dins dagavond een geslaagde opvoering van het toneelspel „De Wilde Vaart" van Tom Dekker. De grote verdienste van deze vereni ging is de manier waarop zij dit vrij moeilijk, maar uitstekende stuk „op de planken" wist te brengen. Zij slaagde erin het caféleven in zo'n havenkroeg op zeer goede wijze uit te beelden, n.l. het grote gevaar voor een meisje van het platteland in een grote stad. Ten slotte komt natuurlijk alles nog weer op zijn pootjes terecht. De nestor van het gezelschap, de heer L. Steenhuizen ,gaf een prima creatie van de rol van barkeeper. Zijn vrouw fungeerde ook in dit stuk als zijn echt genote op een wijze, waarmee zij tot de beste actrices van deze avond 'kan wor den gestempeld, De rol van Giel, de va rensgezel, lag de heer H. Slokker als gegoten. Mevrouw Bouwmeester-Ten Berge liet goed spel zien, evenals Coby, het barmeisje, wat ook gezegd kan wor den van^de heer H. Roosink als „de dure". Deze speler behoort tot de besten van dit gezelschap. Mej. H. Mulder debu teerde niet slecht als Reny, de vrouwe lijke agente van politie. Ook de kleinere De uitreiking van het diploma EHBO (jeugddiploma) aan een 12-tal jeugdige Rijssenaren, lid van het Ned. Padvin- dersgilde de Oosterhof-groep was voor deze padvinders een bekroning van het met interesse volgen van de EHBO-les- sen, gegeven door de heer M. Krejen- zang. Het examen werd afgenomen door dokter Kousemaker in de Huishoud school van de fa. ter Horst en Co. Sinds januari 1959 werd door de heer N. Krejenzang wekelijks een uur les gegeven in licht EHBO-werk en de cur sisten hebben hiervan veel opgestoken. Dat bleek tijdens het examen over duidelijk, zodat dit initiatief, dat gesti muleerd werd door de afd. Rijssen van het Ned. Roode Kruis zeer vruchtbaar is geweest. Het diploma werd behaald door de volgende cursisten: A. v. Houten, J. Schreuder, J. Marra, J. Wessels, M. Schreuder, A. Hoogendijk, A. Altena, F. Smelt, H. van Papendrecht, F. Thomas sen, D. van Hunen en D. Smelt. In gebouw Jeruël hield de afd. Rijssen van de Ned. Chr. Vrouwenbond een ver gadering waarin als spreker optrad de heer G. Laarman uit Den Haag van de „Bond tegen het vloeken". De heer Laarman bepaalde zijn gehoor vooral bij de eerbied waarmee wij God's Naam moeten uitspreken, en drong er op aan de kinderen dit begrip van klein af aan bij te brengen. Onze kinderen aldus de heer Laarman zijn God's kinderen, en onze kinderen mo gen zijn Naam niet ijdel uitspreken en reeds vroeg moet men de eerbied waar mee God's Naam mag worden genoemd als iets onaantastbaars bijbrengen. Na afloop van de inleiding van de heer Laarman ontstond er een vruchtbare ge- dachtenwisseling. De bijeenkomst werd door de presi dente, mej. Molenmaker, op de gebrui kelijke wijze gesloten. rollen als Nol, de „profeet", vertolkt door A. van Genen en Gerrit „De Rooie" door H. Bouwmeester waren in goede handen. Last but not least willen we niet vergeten te noemen Niek, de Jon ker, in welke rol J. Zandbergen liet zien over uitstekend acteertalent te be schikken. Jammer was, dat de rolkennis nog wei hier en daar wat te wensen overliet. De regie was bij de heer J. C. G. van de Berg in goede handen. Na de pauze werd een zeer geslaagde verloting ge houden. De directie van de O AD heeft besloten ten behoeve van de bezoekers van patiën ten van de Almelose ziekenhuizen een ex tra busdienst in te lassen op zondagmid dagen. Er zal n.l. een extra busrit worden uit gevoerd met als vertrektijd Rijssen 14.20 u. Het vertrek vanuit Almelo is bepaald op 15.55 uur. De vraag rijst, of van de zijde van de OAD geen pogingen in het werk kunnen worden gesteld, om dagelijks een busrit tot aan de ziekenhuizen uit te voeren, waarmede men in een zeer grote behoef te zou voorzien. De wandeling van de Almelose markt naar de ziekenhuizen is vooral voor oudere bezoekers nog vaak een groot bezwaar. Een technisch beter spelend RKSV heeft in de wedstrijd tegen de zwakste ploeg uit haar afdeling het Deldense Rood zwart voortdurend de toon aangegeven, waardoor haar zege volkomen verdiend genoemd kan worden. In de 20e minuut was het debutant rechtsbuiten Hegeman, die met en be heerst schot doelman Eftink het nakijken gaf (10). Even later profiteerde rechtsbuiten ter Brake van een slippertje in de Rijssense verdediging en zo was nog onverwachts de stand weer in evenwicht, (11). De thuisclub bleef supérieur en geheel na verhouding benutte linksbuiten A. Tus- veld een pass van zijn rechtsbinnen 121). In de 35e minuut stelde G. Klein Rouwe- ler Tusveld opnieuw in staat de bal ach ter de vergeefs duikelende doelman Ef tink te plaatsen (31). De eerste aanval van Rood-Zwart na rust leverde al succes op, toen midvoor J. ter Morsche langs de uitlopende doelman Pfeiffers schoot (32). Hierna ontspon zich naar mate het ein de van de wedstrijd naderde, een span nende strijd, waarbij RKSV de beste kan sen kreeg. A. Tusveld schoot een keer te gen de paal, terwijl een kogel van de te leurstellende midvoor Markslag door de doelman der gasten tot corner werd ver werkt. De gasten werkten voor wat ze waard waren, maar dit kon hun tekort aan tech niek en taktiek niet nivelleren. Voor zondag staat de wedstrijd tegen de plaatsgenoot RV op het programma. Hoewel de oranje-witten als favoriet starten, is mede daar het een plaatselijke derby betreft, de uitslag onzeker. Wij ho pen op een sportieve wedstrijd, die het aankijken ten volle waard zal zijn. Het RKSV elftal is ongewijzigd. Onder ideale weersomstandigheden hield de athletiekafdeling van Rijssen Vooruit zaterdagmiddag een z.g. cross wedstrijd, waaraan door een groot aan tal athleten werd deelgenomen. Er werd over 2000, 4000 en 7000 m. gelopen. In de Brekeld was een uitstekend parcours uitgezet. Het hoofdnummer, de 7000 m., was een aangelegenheid voor de Gebr. Kluivers uit Eibergen, waarbij Jan Zandbergen uit Rijssen als eerste c.d.er de finish pas seerde. Reeds na 3 ronden (de a.b.ers waren een minuut later gestart) voerden de gebr. Kluivers samen met Pereboom, van Duin en de Rijssenaren Zandbergen en Voortman, het peloton aan. Na 4 ronden lagen Gerrit en Dinant Kluivers alleen aan kop met Jan Voortman als goede 3e. Geleidelijk aan liepen de Eibergenaren, die een klasse apart waren, steeds meer uit. De oudere Gerrit Kluivers (28 j.) moest tenslotte in de eindsprint zijn meer dere erkennen in zijn jongere broer Di nant (24 j.). De Amersfoorter C. Mol werd goede derde, terwijl de andere a.b.er uit Eibergen, H. ter Weeme, 4e werd. De Rijssenaren J. Zandbergen en J. Voort man behaalden in dit vrij sterke veld de 5e en 6e plaats. Bij de 4000 m. werd de strijd gestreden tussen de Zutfenaar Jan Scholte, de Rot terdammer Ed Siemensma en de Henge- loër Jan Klop. Ed Siemensma, die voor deze cross helemaal uit Rotterdam was overgekomen, moest in de 2e ronde Jan Scholten, die een prima cross liep, los sen. Ook de Twentenaar J. Klop viel terug, evenals de R.K.E.A.V.er A. Kem perink. Met duidelijke voorsprong ging Jan Scholten tenslotte over de eindstreep. Bij de 2000 m. moest de eindsprint de beslissing brengen. De R.K.E.A.V.er Gerrit Mönnink was de snelste, voor M. Bömer uit Deventer. De gedetailleerde uitslagen waren als volgt: 7000 m. Heren: 1 D. Kluivers, A.S.V. Eibergen, 26.59.6 min.; 2 G. Kluivers, A.S.V. Eibergen, 28.26.1 min.; 5 J. Zand- Amersfoort, 28.24.1 min.; 4 H. ter Weene, A.S.V. Eibergen, 28.26.1 min.; J. Zand bergen, Rijssen Vooruit; 6 J. Voortman. 4000 m. Jongens: 1 J. Scholten, Bequick Zutphen, 16.27.4 min.; 2 E. Siemensma, Dos Rotterdam, 16.39.4 min.; 3 J. Klop, Memphis, 16.56.6 min.; 4 A. Kemperink, R.K.E.A.V., 18.10.6 min. 2000 m. Junioren b: 1 G. Mönnink, R.K. E.A.V., 8.4.4 min.; 2 M. Bömer, Helios, 8.05.6 min.; 3 T. Scholtink, Bequick, 8.16 min.; 4 J. Scholtens, Tubantia, 8.22.6 min. Vrijdag', zaterdag en een extra voor stelling op dinsdag van Bert Haanstra's filmwerk: „De zaak M.P.". Nederland en België, twee kleine lan den aan de zee, vereend in de vriend schap van het nabuurschap en van ge meenschappelijke belangen onder de signatuur van de Benelux, hebben des ondanks elk hun „points d' honneur". Wie daaraan raakt, raakt aan de natie. Tijdens de voetbalwedstrijd tussen bei de landen laait het nationaal chauvinis me weer huizenhoog op en wie zijn hand uitsteekt naar België's nationale monu ment in Brussel, dat van „Manneken Pis" zoals dat o.a. gebeurde in de jaren 1747 en 1817 die kan op een op stand van de Belgische gemoederen re kenen. Die gevoeligheden vormen de bron en het uitgangspunt van Bert Haanstra's nieuwe Nederlandse filmko medie: „De zaak M.P.". De nogal schuchtere jongeman Camille (Albert Mol) werkt als amanuensis in het laboratorium van de Universiteit in Brussel. Camille is verliefd op een lief kraamverpleegstertje, Denise Peters (In- grid Valerius), een omstandigheid, waar mee haar vader Philidoor (Ko van Dijk) niet zo erg ingenomen is. Philidoor be mint de militaire traditie; hij is oud strijder en bestuurslid van de vereni ging „De Vlaamse Wapenbroeder", die o.a. het beschermheerschap voert van het monument „Manneken Pis". Phili door, die voorts als gids voor de Ameri kanen werkt, is niet bijster gesteld op Camille, in wie hij allesbehalve een acceptabele Schoonzoon ziet. Camille en Denise hebben elkaar le ren kennen op een verjaardag bij tante Leontien (Julia de Gruyter) en haar vriendin, Ursula (Germaine Loosveld), de tante van Denise, die in het begijn hofje woont en wanneer Denise haar vriendje opbelt om hem te zeggen, dat zij twee plaatsen heeft voor België-Ne- derland in Deurne, heeft Camille be zwaren, omdat ze op visite moeten bij tante Leontien, nu het heuglijke feit van hun kennismaking net een jaar oud is. Denise waarschuwt hem, dat haar va der het begeerde voetbalkaartje .ge bruikt als hij niet meegaat en als hij des zondags achteraf besluit toch mee te gaan, krijgt hij het kaartje van Philidoor niet meer los. Denise's vader 'blaft hem af en scheldt hem zelfs uit: „Held van WaterlooVol trots ontvangt Philidoor die zondagmorgen een groep Nederlandse studenten (Ramses Shaffy, Jules Croiset, Ger Smit), die naar Brus sel zijn gekomen voor de jubileumvoet balwedstrijd en bij die gelegenheid „Manneken Pis" een oranje shirt aanbie den. Terwijl allen r.aar de wedstrijd zijn, gaat Camille, teleurgesteld en gedepri meerd, naar tante Leontien en klaagt haar zijn nood. Zijn verhaal over Phili door en diens gezwollen geestdrift bij de kleine plechtigheid rond „Manneken Pis" brengt hem op een idee: hij zal M.P. stelen en het beeldje vervolgens terug brengen om dan als held te worden ge vierd. Holland verliest de wedstrijd (met 1-2) en de broodronken studenten komen op het baldadige idee het geschonken shirt weer terug te halen, bij welke onderne ming ze worden gestoord door Camille, die het terrein voor zijn onderneming verkent en die dezelfde nacht van plan is „M.P." te ontvoeren. Hij ontmoet daar bij de beschonken kraandrijver Sus (Kees Brusse) die in Camille een gla zenwasser ziet vanwege diens ladder en gereedschap en die door de politie wordt weggevoerd. Brussel is in rep en roer vanwege de verdwijning van „M.P."! Het politie apparaat komt op volle toeren, de radio looft een beloning uit en Camille, bang geworden, brengt „M.P." naar tante Le ontien om het daar te laten onderdui ken. Woensdag de film: „Zolang er mensen zijn". Lora Meredith, een aantrekkelijke we duwe, die in New York vaste voet aan het toneel tracht te krij gen, raakt op een drukke dag op Coney Island haar dochtertje Susie kwijt in de massa en vindt het meisje tenslotte terug bij An nie Johnson, een vriendelijke, edelmoe dige negerin, wier lichter gekleurde dochtertje Sarah Jane al vriendschap gesloten heeft met Susie. Als Lora hen vindt, poseren de kinderen juist voor een foto, die Steve Archer maakt. Lora en Annie praten over hun wederzijdse problemen, Lora's zoeken naar werk wordt belemmerd, omdat ze Susie niet zo veel alleen kan laten. Annie kan geen werk .vinden, omdat ze haar kind bij zich wil houden. Als Lora hoort, dat Annie en iSarah Jane eigenlijk geen onderdak hebben, neemt ze ze mee naar huis voor de nacht. Al spoedig blijkt, dat Annie in Lora's flatje onmisbaar is. Geruisloos en vaar dig brengt ze niet alleen het huishou den op orde, maar ze zorgt ook voor beeldig voor de kinderen en Lora gaat geheel op haar steunen. Steve Archer, de fotograaf, zeer aangetrokken tot Lo ra, behoort langzamerhand tot de vaste gasten van het huis. Op veler verzoek wordt woensdag 30 november vertoond: „En eeuwig zingen de bossen". Het eerste elftal van Sportclub Rijssen speelt zaterdag de reeds twee keer uitge stelde wedstrijd tegen de DES-reserves te Nijverdal en verschijnt in de volgende op stelling: doel: Steenbergen; achter: Kos- terbok en M. Rutterkamp; midden: Lo- huis, Ruiterkamp en Grevelink; voor: Schreurs, Schellevis, A. J. Rutterkamp, Tén Bolseher en Bruggeman. row of schraai HET UUR DER VERLOSSING KWAM! Eindelijk was het zover. De Russen maakten aanstalten om verder te gaan. Het werd hoog tijd ook. Na de ongere geldheden op de Huttenwal was er ge dwongen inkwartiering gevolgd. De Rus sen kropen in de bedden van de Rijsse naren en de laatsten sliepen zelf op het stro. Dieks met de panne (de omroeper) maakte bekend, dat er des avonds vuur werk afgestoken moest worden en de vrij heidsboom omgehakt en dat de maagden zich in hun zondagse kledij moesten ste ken om de bevrijders uitgeleide te doen. Van het vuurwerk en de maagden kwam niet veel terecht, maar de vrijheidsboom moest er aan geloven. En Ds. Cramer was nergens te vinden. Trouwens, de man had groot gelijk. Want niemand durfde naar de kerk te gaan, uit vrees voor diefstal. Dit laatste merkte men pas toen de Russen ophoepelden. Maar Galatschin hoepelde niet mee. Hij bleef voorlopig nog op de Oosterhof. Want hij verwachte nog meer troepen. Maar goed, de achttienduizend Russen trokken weg. En toen Rijssen vrij was van bezetting merkte men pas dat men logé's had gehad. Letterlijk van alles had den de kozakken meegenomen. In sommi ge gezinnen had men geen lepel of vork meer. Veel linnen was er ook gestolen. En sieraden ook, voorzover die aanwezig waren. De bijbels hadden zij laten liggen. Maar de zilveren klampen had het scho rem er wel afgebroken. Baaien rokken en jakken van vrouwen, mooie koperen voorwerpen, alles was van hun gading. Maar de jeugdige Rijssenaar klapte des ondanks in zijn handen. Het konijn was in het hok gebleven. De burgemeesters hiel den zitting, ieder kon zijn schade opgeven. En als er in Rijssen naderhand geen su- biete brand was geweest, die het raadhuis in de as had gelegd, zouden wij nu nog stuk voor stuk weten hoeveel die bezet ting aan de burgers van Rijssen had ge kost. De Vrouwe van de Oosterhof kreeg een aantal kamers terug. Kamers, die er zeer gehavend en ontoonbaar uitzagen. Tijdens de uittocht leefde het gehele richterambt Kedingen in spanning. De richter van Kedingen had door de boer mannen in de marke (deze stonden voor een deel weer onder de schouten van Wierden en Markelo) alle boeren laten aanzeggen., dat zij met paard en wagen te Rijssen moesten verschijnen, om de wa pens, munitie, vrouwen en kinderen, zoe- telaarsters enzovoort op hun wagens te laden en de zaak naar Deventer te bren gen. En het was mirakels geweest op die zonnige middag in Rijssens straten. Alle straten stonden vol met wagens van bui ten en uit de stad. Want ook de Rijssena ren, die over een paard beschikten, moes ten aanspannen. In compagnieën trokken, de Russen af, met korte tussenpozen. Vrouwen en kinderen gingen bidden voor het behoud van man en vader en voor het behoud van paard en wagen. Het Jöddeken had wel de verzekering gekre gen, dat de Rijssenaren geen haar ge krenkt zou worden, maar Galatschin zat op de Oosterhof en de mannen van Rijs sen en Kedingen hadden gedurende de tocht te doen met roofzuchtig volk. En daar gingen ze dan, de Haar af en de Höfte over, op weg naar Deventer. Het Jöddeken had hun verteld, dat De venter een grote en rijke stad was. Be zorgd reden de mannen henen,. Bezorgd om hun gezinnen. Bezorgd over zichzelf en hun paarden. De laatsten waren een kapitaal waard. De huisman, die meer dan één paard had, moest de overige in leveren. Op de kastelen in het richter ambt Kedingen werden alle paarden ge vorderd, zelfs het hinkende paard van de kromme Jonker van de Stoevelaar nog. Maar de zorg voor de paarden was het alleen niet, wat de voerlieden het hart angstig deed kloppen. De Fransozen wa ren wei geslagen, maar niet verslagen, best konden zij ergens tussen Holten en Deventer in een hinderlaag liggen en clan kwam er een gevecht en dan was de ramp niet te overzien. In angstige span ning zaten vrouwen en kinderen en ouden van dagen stil bij elkaar. Het Jöd deken sprak de mensen moed in, maar men leefde in een tijd, dat men te avond niet wist wat de dag van morgen brengen zou en zo ging men de nacht in. Tegen twaalf uur in de nacht kwam eerst de postkar van Ootmarsum. De postrijder had nieuws, in Almelo waren straatge vechten gaande. De burgers dezer stad vochten tegen de troepen van de Vrij- vrouwe van Almelo. De postrijder had mannen zien, vechten en er waren er wat in de beek gevallen. Maar de postrijder was haastig doorgereden naar het lees- huis buiten de stad. En bij de couranten- paal had hij pas zijn paard water en voer durven geven. Maar Russen of soldaten van andere naties was hij op zijn rit niet gepasseerd. Men gaf hem te Rijssen nog een brief mee, die van Wijngaarden in haast geschreven had. De brief moest worden afgegeven aan Haar-Hendrik, dat was de leider van het Rijssense convooi. De brief hield in dat alles goed was. De postrijder zette zijn onzekere toeht naar Deventer voort. Tegen twee uur in de nacht bereikte de postrijder de Bathmen- se molen. En juist toen hij daar aankwam bereikten als eersten, mannen van Rijssen de molen. Voorzover zij wisten zou alles goed gaan, maar Haar-Hendrik was er niet bij. Een boer uit Ypelo hadden ze het paard willen afnemen. Twee kozakken waren achtergebleven. Ze hadden de boe ren beloerd. En ze hadden de vos van Kinckhuis er uit gepikt. Kinckhuis was een man, klein van stuk. Hij kon tegen de beide kozakken niet op. Maar Haar- Hendrik reed achter Kinckhuis en schoot toe. Een der Russen trok zijn zwaard om Kinckhuis neer te slaan. Maar hij was een ogenblik te laat. Haar-Hendrik had met de wagenrong van zich afgeslagen en die kozak zou er niet van navertellen. En juist toen de andere Rus Kinckhuis de kop wilde kloven, was hij een seconde te laat. Een flinke slag met de wagen rong deed ook deze Rus ter aarde stor ten. De aankomende boeren overlegden met Haar-Hendrik. Er was geen tijd te verliezen. De Bielemannen van Rijssen en Kedingen (dit waren mannen, die geen paard rijk waren, maar in het convooi mee moesten met bijlen en, schoppen om mogelijke wegversperringen op te rui men) groeven gauw op order van Haar- Hendrik twee graven. Daar werden de beide Russen in geborgen. Zand er over!, fluisterden de voerlieden elkaar toe en voort ging het in de richting van de Bath- mense molen. BIJ DE BATHMENSE MOLEN. Hier gaf de postrijder de brief van Van Wijngaarden aan Haar-Hendrik. Deze verbrak het lak en wilde juist beginnen te lezen toen de diligence van Enschede stopte bij de molen en alarm sloeg. Prui sen en Schotten waren rovende en plun derende van Goor naar Deventer onder weg. Haar-Hendrik achtte het geraden met de Rijssenaren de vlucht te nemen. Na een kort beraad gingen de meeste boe ren van Kedingerland over Loo in de richting Markelo. Het was vier uur in de morgen toen de nachtwacht van Rijssen kon melden, dat de eerste Rijssenaren binnenkwamen. Het Jödideken was de hele nacht niet uit de broek geweest, hij liep de voerlieden tegemoet. Men riep hem toe, dat voor Rijssen alles goed was. Dit betekende dat de voerlieden allen bij elkaar waren. Schmoel liep opgeruimd, moe en slaperig naar huis. Een man uit de Bouwstraat liep op zijn sokken de Haarstraat in en riep om hulp. Hevig met de armen zwaaiend, riep hij tegen Schmoel, dat er kozakken waren, die aan het moorden waren bij Varken-Jan, een veehandelaar. SCHMOEL SNELT TE HULP! Het Jöddeken trommelde de naast bijzijn- de burgemeester uit het bed. De burge meester nam de greep en snelde in de on derbroek mee. Anderen volgden. Bij on derzoek bleek, dat men niet het gezin van Varken-Jan uitmoordde, maar dat men het op de varkens voorzien had. Drie ko zakken, die waren achtergebleven, had den zich voorgenomen om een paar beste varkens mee te nemen. Rijssen kwam op de been en met vereende krachten over meesterde men de Russen en sloot ze op in de toren. Daarna hield men beraad. Het moest gauw gebeuren, want in deze ongewisse dagen konden er elk ogenblik Russen komen en dan was Rijssen in last. In de vroege morgenuren moest er een delegatie naar de Oosterhof. Twee burgemeesters zouden gaan, het Jöddeken en meester Van Wijngaarden. Zonder be denken stapte het viertal naar de Ooster hof, waar na veel rumoer boven de ramen opengingen. Uit het ene raam keek sla perig de oppasser van Galatschin en uit het andere raam een verschrikte Vrouwe van de Oosterhof. VAN COEVERDEN,

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1960 | | pagina 3