Rijssen buiten de wallen
1
DA
PO
p.i.m
dhei'df
Spit* Spierpijn
planten
margarine
êKÜJP» Debèsfe
tandpasta
Contactavond
VeGe-kruideniers
Activiteiten van Fotoclub
Duivententoonstelling
Aanrijding
40-jarig jubileum bij de
Firma Ter Horst
De P.LT.-collecte
I I LM NirctfW»
Botsing
Schaaknieuws
p.i.rrr margarinefabriek-Bolsward
RIJSSENS
OUDHEDEN
Jaargang 38. No. 44 (Tweede Blad).
VRIJDAG 11 NOVEMBER I960
Weekblad voor Rijssen
'{f .#-• Jf
De plaatselijke VéGé-kruideniers orga
niseerden maandagavond in het Parkge
bouw een contactavond voor clientele,
welke avond bij velen in de smaak is ge
vallen.
De contactavond, die enerzijds een voor
lichtend karakter droeg en anderzijds een
onderhoudend, was zeer gevarieerd samen
gesteld.
Onder het motto „Specialiteiten" wer
den de produkten van Ark's Beschuit en
Koekfabrieken te Keerde, gepresenteerd
evenals produkten van Cosmonda (Voe
dingsmiddelen) Knorr producten en het
assortiment van Siebrand N.V. Wijnhan
del en likeurstokerij te Kampen.
Vanzelfsprekend konden de aanwezigen
de aanprijzingen van de verschillende
produkten aan een smaakproef onderwer
pen, hetgeen altijd een attractie op zich is.
Onder leiding van de bekende humorist
conferencier John van Elburg werd een
gevarieerd programma afgewerkt met
medewerking van Sascha Tamarinoff,
Francesco e.a. terwijl de quiz Eensgezind
wint en de hersengymnastiek een onder
houdend verloop hadden.
De fotoclub „Aldolem" heeft sinds de
start voor het nieuwe seizoen al weer
enige interessante avonden achter de
rug. Het ledental is nog steeds groeiende,
hetgeen een bewijs is, dat er interesse is
voor de amateur-fotografie in Rijssen.
Ook deze maand worden nog een tweetal
lezingen gehouden, waarvoor het bestuur
grote belangstelling verwacht. Maandag
14 november wordt een dia-avond ge
houden met toelichting via de bandrecor
der met als onderwerp Sardinië, eiland
van ruige schoonheid. De heer Lamberts
uit Vriezenveen vervolgt op dinsdag 22
november zijn beknopte fotografische
cursus, welke geheel aan het praktische
werk wordt gewijd.
Veel voldoening geeft het „opdrachten
schema", dat door het bestuur is vastge
steld. In september was de opdracht „Por
tret", naar aanleiding waarvan een 20-
tal foto's van amateurs werden ingele
verd, waaronder enkele van uitstekende
kwaliteit.
Voor de maand november is de op
dracht gegeven een foto te maken over:
„In en om de boerderij", waarin zeer
fraaie opnamen zijn te maken.
Enthousiaste amateur-fotografen, die nog
geen lid zijn van „Aldolem", raden wij
aan eens een clubavond bij te wonen.
en reumatische pijnen
wrijft U eveneens weg met
De Postduivenhoudersverenig^ig de
Zwaluw houdt op 25 en 26 november in
café Koedijk e:en grote duivententoon-
stelling, waarvoor vele inschrijvingen
worden verwacht.
Op de Wierdenseweg had zondagavond
om ongeveer 8 uur een aanrijding plaats
tussen 2 personenauto's, bestuurd door
H. uit Rijssen en van D. uit Deventer,
waarvan laatstgenoemde niet in het be
zit was van een rijbewijs. H. werd ter
hoogte van zijn woonhuis bij een inhaal-
poging van achteren aangereden door
v. D. Zijn wagen liep slechts lichte scha
de op, in tegenstelling met het andere
voertuig. Hiervan vloog het wiel door
midden. Gezien ook de toestand van dit
voertuig is het later aan de sloper ver
kocht. De: politie maakte proces-verbaal
op.
In verband met hun 40-jarige dienst
bij de firma ter Horst en Co. te Rijssen
werden maandagmorgen de heren H.
Strokap en G. Ligtenberg door de direc
tie ontvangen.
De heer H. Strokap, wonende Hange-
rad, is werkzaam in de kalanderij als
doekkeurder, terwijl de heer G. Ligten
berg, wonende Haarstraat, als merker
werkzaam is in de afd. pakkerij.
Door de heer J. J. ter Horst werden
de jubilarissen toegesproken. Hij sprak
woorden van waardering voor hun lange
en trouwe dienst en speldde hun het
insigne van 40 jaar dienst op. Ook ont
vingen beiden een enveloppe met in
houd.
"Woensdag had op de Holterstraatweg
ter hoogte van het woonwagenkamp een
botsing tussen twee auto's plaats, die ge
lukkig beperkt bleef tot materiële scha
de. De heer C. v. d. N. uit Almelo, rij
dende in een personenauto, stopte voor
een in onklare toestand geraakt zijnde
vrachtauto. De achter hem rijdende be
stuurder van een bestelauto, de heer J.
M. uit Vriezenveen, botste frontaal op de
personenauto, met als gevolg, dat beide
automobielen materiële schade opliepen.
De collecte voor het Protestants In
terkerkelijk Thuisfront heeft de mooie
som opgebracht van f 1113,waarvan
Notter en Zuna f 268,75.
Het eerste tiental van de schaakclub
Rijssen speelde dinsdagavond in Goor een
wedstrijd tegen het eerste tiental van
de schaakclub Goor. Na een spannende
strijd wist Rijssen dat met vier inval
lers uitkwam nog een gelijk spel te
behalen. De gedetailleerde uitslag is als
volgt:
Goor 1 Rijssen 1
M. A. Perdon Jr.-H. Pas 1—0
M. Reugebrink-J. ter Harmsel 01
J. Moormann-H. Waanders
H. J. Reef-G. J. Koedijk
R. Wijnen-M. Waanders
J. Geerts-F. Krommendijk 01
W. C. Koudijzer-J. Lichtenberg 10
J. R. Leeftink-:S. Wierda
A. J. Alink-F. Groothedde 61
R. Otten-J. M. Alferink 10
Uitslag 55
en niet duurder dan andere
Athletieknieuws
A.s. zaterdag, 12 november, organi
seert de athletiekvereniging van „Rijssen
Vooruit" een cross-wedstrijd nabij de
steenfabriek van de Fa. Baan en Ten
Hove. Er worden afstanden gelopen van
2000, 4000 en 7000 meter.
Voor de wedstrijd in de diverse klassen
hebben zich reeds tal van deelnebers ge
meld, zodat er een spannende strijd wordt
verwacht. De aanvang van de wedstrijd
is half vier n.m.
Vrijdag en zaterdag de film:
„Lokvogels der nacht"
Klaus Petzold gaat voor de buiten
wereld door als een fatsoenlijk particu
lier detective, maar in werkelijkheid
maakt hij van deze schijn gebruik om
vrouwen, die zijn diensten inroepen in
verband met een echtscheiding, op de
meest lage wijze grote sommen gelds af
te persen.
Inderdaad verzorgt Petzold een wel
zeer deugdelijk bewijs, dat een bepaalde
vrouw zeker een reden tot echtschei
ding heeft: een compromitterende foto
op het juiste moment gemaakt en schrif
telijke verklaring van het betreffende
meisje erbij. Dit meisje echter, dat
dienst doet als z.g. „lokvogel", is in
dienst voor Petzold.
Dit valse bewijsstuk verschaft Pet
zold niet alleen veel geld, hij heeft daar
mede bovendien middelen in handen om
vrouwen op allerlei manieren te chan
teren.
Wanneer een van zijn „lokvogels" is
weggelopen, weet Petzold op listige wij
ze de jonge Ingeborg Werner in zijn
dienst te krijgen.
Ingeborg werkte aanvankelijk in een
expresso-bar als dienstertje, maar zij
wilde vooruitkomen en niet wetende
welk werk haar precies te wachten
stond, accepteerde zij het aanbod van
Petzold.
Ingeborg vindt Petzold, die zich zeer
charmant weet voor te doen, bijzonder
aardig en al spoedig laat zij zich daar
door verleiden dienst te doen als „lok
vogel"
Maar als zij op een zeker ogenblik
wordt gestuurd naar de sympathieke
Karl Amsel en daarna ziet hoe Petzold
haar en hem behandelt, wordt het haar
te veel. Petzold heeft haar echter in zijn
macht!
De politie heeft langzamerhand toch
de lucht gekregen van Petzolds duistere
praktijken en zo wordt Ingeborg genood
zaakt plotseling naar een andere stad te
vluchten. Daar komt zij in dienst van
een zeer behoorlijke detective, Zimmer-
mann geheten. Zimmermann weet wel-
DE FRANSOZEN OP DE VLUCHT!
Het was duidelijk, dat het met het Fran
se bewind gedaan was. Achttienduizend
kozakken slepen op de Rijssense putran
den hun sabels en bajonetten. Het meest
deden zij dat om slachtvee neer te steken,
maar de Fransen en de met hen verwante
nalopers knepen hem. De Franse ambte
naren sloegen ijlings op de vlucht bij het
horen van de Jobstijding, dat de Russen
zo nabij waren. Niet alleen de Fransen
uit Rijssen, maar ook des nachts trokken
over de buitenwegen de ambtenaren van
Ootmarsum en Almelo in grote angst en
in gezwinde draf in de richting Deventer.
Op hun smeekbeden werd te Rijssen geen,
acht geslagen. Niemand wilde de Fransen
heimelijk verbergen, men had de handen
vol aan de kozakken. Dit laatste gaf al
moeilijkheden genoeg. Vooral op de Hut-
tenwal waren moeilijkheden ontstaan.
Daar haalde een kozak een tam konijn
uit een hok. Een zeventienjarige Rijsse-
naar, eigenaar van het konijn, liep luid
keels schreeuwend van: mien knien! mien
knien!, achter de Rus aan. De soldaat
moet in het Russisch geroepen hebben:
Snotterlippe, hooit n' bek!, maar russisch
verstond men te Rijssen niet. En daarom
riep de jonge Rijssenaar wanhopig:
Griep! Mien knien! De jongelingschap
van Rijssen bemoeide er zich mee. Met
vereende krachten werd de Rus gevloerd,
en hem twee tanden uit de mond geslagen,
en het konijn ging weer in het hok en
de jongelingschap stond triomfantelijk bij
elkaar het konijn te bewonderen. Maar
spoedig zou er een andere boodschap ko
men. De afgetuigde Rus ging naar de
Oosterhof en maakte bitter zijn beklag.
Dadelijk werden troepen de straat opge
stuurd om de daders op te sporen. Maar
Bas-Jan, een Oostganger, die meer erva
ring had in het krijgsbedrijf dan de jon
gens (Bas-Jan had zeven jaar lang tegen
de Javanen gevochten en kon er dus van
meepraten wat oorlog was) waarschuwde
de jongelui, zich uit de voeten te maken.
Bij Mos-Berend voor de niendeur was de
Rus afgeranseld. Nu leek het huis van
Mos-Berend op alle andere huizen in de
buurt. En nu vergiste zich de Rus. Hij
wees het huis van Kösten-Willem aan.
Spoedig kwam een troep kozakken op
hun kleine paarden, om voor straf het
huis waar men hem geslagen had met
de grond gelijk te maken. Het huis van
Kösten-Willem was een stevig huis, alles
van eikenhout. De binten waren nog van
een oud kasteel. En de hele Hutten-
wal hielp met de verdediging van het
huis. De Kozakken zetten er hun paardjes
voor, met hun achterste naar de nien
deur. En daar begonnen de paarden te
trommen op de niendeur. Van binnen op
de deel, kwam men snel in de wapens.
Vlegels, koezen, grepen en hooivorken,
waren de wapens der Rijssenaren. Maar
zij konden op de deel geen slag krijgen,
en Holpiepen-Jannes verordineerde om
de bovenste niendeur los te zetten, dan
kon men beter steken en slaan. En dat
gebeurde. Met een welgemikten vlegel
slag sloeg de Holpiepe een kozak van zijn
paard af. De kozakken-hetman gaf bevel
te schieten, maar dat ging vroeger niet zo
gauw dan tegenwoordig. Het was een, oor
verdovend gevecht. Er werd van weers
zijden gevloekt en gescholden, zonder dat
men elkaar begreep. Maar de slagen van
vlegels en koezen en de prikken met de
hooivorken die voelden de aanvallers wel.
Intussen was de vrouw van Mos-Berend
jammerend naar de Schild gelopen, waar
zij schreeuwde dat haar man en haar bu
ren door de Kozakken aan gruizelemen
ten werden geslagen. Twee officieren
spoedden zich naar de plaats van de
strijd en namen in minder dan geen tijd
de hele zaak gevangen. De soldaten voor
op en de vechtende Rijssenaren er achter
aan moest de hele schare naar de Ooster
hof, waar Galatschin de vierschaar span
de. Maar hij kon zelf de Rijssenaren niet
verhoren. En Schmoel moest op de prop
pen komen. Schmoel verhoorde eerst de
Russen en, daarna de Rijssenaren. En
toen dat gebeurd was, vertaalde hij het
voor Galatschin. Nou, en toen het Jöd-
deken uitgesproken was, wees hij de ko-
nijnendief aan, en riep: den strondzak is
de schoold van allns. Maar daar nam Ga
latskin geen genoegen mee. Hij moest
ook de jeugdige Rijssenaren hebben, die
de Kozak de tanden hadden uitgeslagen.
De adjunct-maire moest gehaald worden,
Rijssen zou voor deze vechtpartij moeten
boeten.
VAN WIJNGAARDEN HAD
PAS ONTBETEN.
Hij stopte een pijp en wilde zich naar
school begeven. Het onderwijs leed veel.
Vaak werd hij van zijn lesgevende arbeid
weggeroepen, dan voor dit en dan voor
dat. De man had maar enkele uren, ge
slapen. En juist toen hij met zijn duim
de dure en slechte tabak in de pijpenkop
drukte was er plotseling voor zijn deur
een hels lawaai. Veertig boeren uit alle
windstreken om Rijssen maakten hun be
klag. Zij waren geslagen en gestoken, uit
gebrand en beroofd, door dat Jan Hagel
van Russen en zij hadden hun hoop ge
vestigd op de Rijssense schoolmeester,
die zo knap was, dat het einde ervan weg
was. Zij, de boeren zochten recht en de
Rijssense meester, die vreemde talen
sprak, moest de Russen in heldere taal
vervloeken en zorgen dat er geld kwam.
Van Wijngaarden hoorde de klachten aan
over het brandstichten, vrouwen- en kin
dermoorden en het gooien met beesten
vellen naar de boeren, de varkens- en kip-
penroverij. Van Wijngaarden liet ten ein
de raad het Jöddeken roepen. Maar
Schmoel was reeds op de Oosterhof. En
terwijl Van Wijngaarden de hartverscheu
rende klachten van de omliggende boeren
aanhoorde, die er tussen ons gezegd, een
flinke schep op deden, was de bode van
de Oosterhof met een dringende bood
schap op weg naar Van Wijngaarden.
Het Jöddeken stond om hem te springen,
het ging om een konijn en een aantal Rijs-
sener jongens, die allen gefusilleerd zou
den worden. Schmoel had het begrepen
(het konijn ook). Ten einde raad trok
Van Wijngaarden naar de Oosterhof en
nam de veertig boeren mee. De plaag der
Kozakken was vreselijk, dacht de goede
man bij zich zelf.
DONKERE DAGEN!
Zo dacht ook de Vrouwe van de Oos
terhof, die nog maar zeven kamers had
overgehouden en de deuren naar andere
kamers had laten dichtspijkeren.. Zij be
schikte nog over een tuinkamer, die uit
zicht gaf op de grote weg. Sientje, een
keukenmeid uit Hengelo, een hard pra
tend meisje, had te Rijssen een boodschap
gedaan en gehoord van de veldslag op
de Huttenwal. Het was vreselijk, er waren
van weerszijden wel honderd doden geval
len. De Rijssenaren hadden gewonnen,
maar wat hing de goede stad Rijssen nu
boven het hoofd? De Vrouwe van de
Oosterhof was een bezwijming nabij. En
toen Sientje er bij vertelde, dat het bloed
door de götte had gestroomd, was het
met de Vrouwe van de Oosterhof bijna
gebeurd. Zij riep om water. Na een ogen
blik kwam ze wat bij en zij en Sientje za
gen tegelijk Van Wijngaarden naderen
met achter hem de veertig boeren. Grote
God! nou is het gedaan!, gilde de hoge
Vrouwe, nu gaat Rijssen de Oosterhof
bestormen! En dat tegen achttienduizend
man! Er blijft van de Oosterhof en Rijs
sen niks over! Sientje moest naar bui
ten, zij moest Van Wijngaarden vragen,
wat er waar was van die veldslag op de
Huttenwal. Van Wijngaarden keek op
zijn beurt zeer verbaasd. Hij had van een
veldslag op de Huttenwal niets gehoord.
En de Vrouwe van de Oosterhof had de
schoolmeester wel om de hals willen vlie
gen, maar de veertig boeren stonden er
bij: In veelbewogen tijden deden de ge
ruchten hun werk. Maar toen Van Wijn
gaarden zich liet aandienen bij Galat
schin moesten de, boeren buiten op het
kasteelplein blijven staan. In afwachting
op de dingen die gingen komen.
Schmoel wachtte met groot verlangen.
Er hing een gespannen sfeer boven Rijs
sen. De jongens hadden de plaat gepoetst
en de ouderen zaten er maar mee. Op de
Huttenwal zaten vrouwen bedrukt te kij
ken. Mos-Berend en de Holpiepe en vele
anderen waren meegenomen en de vlegels
en koezen hadden zij mee moeten nemen,
en misschien werden de mannen wel dood
geschoten door de Russen.
Intussen stond de Huttenwal vol volk:
Heel Rijssen wilde het slagveld zien.
Maar men zag alleen de kapotte niendeur,
waar Fik, de keeshond, nijdig voor het
hoendergat stond te blaffen.
GELUKKIG DAT GE ER ZIJT!
Dat riep het Jöddeken, toen hij Van
Wijngaarden zag. Galatskin vroeg, op de
boeren wijzende, aan de soldaat, of dat de
bende was, die hem de tanden uit de
mond geslagen had. Hij wist het niet. Ga
kijken of de dares er bij zijn! Neen, de
Rus kon zijn belagers er niet uit kennen.
Dan ben jij nog gekker dan de vlegel, die
geslagen heeft, voegde Galatskin hem
toe. Het Jöddeken gaf Van Wijngaarden
een knipoogje: Dat volk moet gestraft
worden, beet Galatskin Van Wijngaarden
toe. Hoge heer!, riep de schoolmeester,
deze mensen zijn al genoeg gestraft! In
schrille kleuren tekende Schmoel het ont
zettende lijden, dat de troep buiten onder
gaan had. Galatskin hoorde het aan. La
ten wij er dit keer maar een streep door
halen, voegde hij het Jöddeken toe. Maar
wee Rijssen, als er weer gevochten wordt.
En, riepen de boeren, hoe gaat het met
ons. De republiek zal de schade vergoe
den!, riep Schmoel, niet wetende, wat hij
zo gauw moest zeggen. Maar de Rijsse
naren werden andermaal geprest. Eten
moest er zijn, en jenever, veel goede je
never, en de schulden te Rijssen liepen
op tot het ondragelijke. En de prijzen der
levensmiddelen ook, en nog was er het
einde niet.
VAN COEVERDEN.
nig van Ingeborgs verleden, doch ver
moedt wel iets. Niettemin gaat hij van
het jonge meisje houden en deze gevoe
lens zijn wederzijds.
Het ziet ernaar uit, dat Ingeborg een
nieuw leven kan beginnen.
Maar dan verschijnt plotseling Pet
zold weer ten tonele. Hij wil Ingeborg
dwingen een laatste zaak voor hem op
te knappen. Het gaat er nu om bepaalde
brieven van een bevriende pianist in
banden te krijgen. Of liever gezegd:
brieven, die zijn vrouw voor haar huwe
lijk aan een zeer goede vriend had ge
schreven. Natuurlijk gaat het weer om
een echtscheidingszaak; ditmaal echter
in omgekeerde zin. Wanneer de brieven
verdwenen zijn, zal de jaloerse echtge
noot geen enkele verdenking jegens zijn
vrouw, die al een tijdje van hem weg is,
kunnen koesteren en zal hun huwelijk
weer geheel kunnen worden hersteld.
Daar Ingeborg ook met deze pianist goe
de vrienden is, besluit zij deze laatste
opdracht uit te voeren.
Een en ander wordt haar noodlottig.
Wanneer zij in razend tempo in haar
wagen aan een achtervolging door Pet
zold wil ontkomen, verliest zij de macht
over haar stuur en vliegt van de weg af.
Petzold, op zijn beurt achtervolgd door
snelle politiewagens, moet zich tenslotte
overgeven. Een gevaarlijk man is ge
pakt.
Wanneer Zimmermann op de plaats
van het ongeluk aankomt, wordt Inge
borg juist op een brancard in de zieken
auto getild. „Het had erger kunnen zijn",
zegt een der heipers. „Er is goede hoop".
Woensdag de anti-oorlogsfilm:
„Van het Westelijk front geen nieuws"
Duitsland. Augustus 1914. Algemene
Mobilisatie, Een volk is geestdriftig over
de door de Keizer aangekondigde „fri-
sche und fröhliche Krieg". Alle lichtin
gen zijn opgeroepen. In de hoogste klas
se van de school houdt de leraar Kanto-
rek een braliend-pathetische rede om
zijn leerlingen aan te wakkeren dienst
te nemen, te strijden voor het vaderland
en er zonodig de schone heldendood voor
te sterven. De jongens, volgepropt met
patriottisme, laten zich gemakkelijk op
zwepen. Door de open ramen klinkt mu
ziek van een militaire kapel. De troepen
rukken op naar het front. Als een vonk
in 't kruitvat valt al dit martiale in het
onrustige bloed. Zij zullen zich gaan
melden.
Zo gaan ze, onwetend en geestdriftig,
de oorlog in: Paul Baümer, in wiens stu
deerkamer een onafgemaakt toneelstuk
in verzen ligt, de kleine Albert Kropp,
de lange Leer, Müller die aan zijn mu
ziek denkt en Kemmerich, de enige, die
aan de rekstok een reuzenzwaai kon ma
ken, De ex-postbode Himmelstoss wordt
hun sergeant-instructeur, dom, hard en
verwaten. Hij beult zijn compagnie af
en doet het met duivels plezier. De jon
gens haten hem. Zó sterk, dat ze hem,
voordat ze naar 't front vertrekken, een
ongenadig pak slaag geven.
Aan het front ziet het er anders uit
dan ze dachten. De leuzen, die hen voor
enkele weken nog geestdriftig stemden,
beginnen de recruten te haten als gra
naten. Nee, de oorlog is niet zo mooi. Al
snel weten ze, dat de oorlog verschrikke
lijk en onmenselijk is. Maar het enige,
dat zij kunnen doen is: in berusting alle
kwellingen dragen. Gelukkig, dat ze te
recht komen bij doorgewinterde, nuch
tere soldaten als Tjaden, de filosofische
fatalist en Katczinsky, die een zesde zin
tuig heeft om dekens, stro, brood en
vlees te bemachtigen voor de hele com
pagnie. Zij en nog enkele anderen bren
gen in de hel van de vuurdoop, bij het
plaatsen van prikkeldraadversperringen
vlak bij de vijand, bij het harde leven in
de loopgraven nog wat steun en troost.
Meer en meer begint de tweede compag
nie het beestenleven in de voorste linies
te kennen. Hier vallen doden, hier bloe
den kameraden dood, hier brengt het
trommelvuur doodsangst en vertwijfe
ling. Hier weten zij al spoedig, dat al het
geschrijf, gebral en gepraat uit het va
derland waardeloze onzin is. Zij stompen
af in vuil en modder, tussen de ratten
en de vijandelijke kogels. Kemmerich
sterft in het hospitaal. Zijn mooie laar
zen gaan over op Müller, die ook sneu
velten zo gaan de laarzen van de
een naar de ander. De verdiende rust in
het achterland brengt weinig opluch
ting. De verhalen over het ontstaan van
de oorlog en de nutteloosheid van de
strijd zijn verre van opwekkend.
Lichtgewond krijgt Paul verlof. Ook
thuis, bij zijn zieke moeder, heerst ellen
de, droefheid en zorg. Leraar Kantorek
wil hem voor de klas een heldhaftig ver
haal over z'n frontervaringen doen hou
den. Paul weigert eerst, valt dan ineens
uit en gaat tekeer tegen de oorlog en de
valse leuzen. In de café's theoretiseren
de huiskamerstrategen. Paul wendt zich
walgend af. Hij bekort zijn verlof, gaat
naar 't front terug. Bij Tjaden en Katc
zinsky voelt hij zich beter thuis. Maar
het duurt niet lang. Beiden sneuvelen
kort na z'n terugkeer. De positie der
Duitse troepen wordt met de dag hope
lozer. Het kan niet lang meer duren.
Op een rustige dag in oktober 1918,
enkele weken voor de wapenstilstand,
toen Paul trachtte een vlindertje, een
teer wezentje uit een andere wereld,
dichter bij zich te halen, vergat hij z'n
dekking. Een vijandelijke kogel trof hem
dodelijk.Het was e:en dag, waarvan
het Duitse legerbericht meldde, dat er
van het Westelijk front geen nieuws
was