Rijssen buiten de wallen 1 DA PO p.i.m dhei'df Spit* Spierpijn planten margarine êKÜJP» Debèsfe tandpasta Contactavond VeGe-kruideniers Activiteiten van Fotoclub Duivententoonstelling Aanrijding 40-jarig jubileum bij de Firma Ter Horst De P.LT.-collecte I I LM NirctfW» Botsing Schaaknieuws p.i.rrr margarinefabriek-Bolsward RIJSSENS OUDHEDEN Jaargang 38. No. 44 (Tweede Blad). VRIJDAG 11 NOVEMBER I960 Weekblad voor Rijssen '{f .#-• Jf De plaatselijke VéGé-kruideniers orga niseerden maandagavond in het Parkge bouw een contactavond voor clientele, welke avond bij velen in de smaak is ge vallen. De contactavond, die enerzijds een voor lichtend karakter droeg en anderzijds een onderhoudend, was zeer gevarieerd samen gesteld. Onder het motto „Specialiteiten" wer den de produkten van Ark's Beschuit en Koekfabrieken te Keerde, gepresenteerd evenals produkten van Cosmonda (Voe dingsmiddelen) Knorr producten en het assortiment van Siebrand N.V. Wijnhan del en likeurstokerij te Kampen. Vanzelfsprekend konden de aanwezigen de aanprijzingen van de verschillende produkten aan een smaakproef onderwer pen, hetgeen altijd een attractie op zich is. Onder leiding van de bekende humorist conferencier John van Elburg werd een gevarieerd programma afgewerkt met medewerking van Sascha Tamarinoff, Francesco e.a. terwijl de quiz Eensgezind wint en de hersengymnastiek een onder houdend verloop hadden. De fotoclub „Aldolem" heeft sinds de start voor het nieuwe seizoen al weer enige interessante avonden achter de rug. Het ledental is nog steeds groeiende, hetgeen een bewijs is, dat er interesse is voor de amateur-fotografie in Rijssen. Ook deze maand worden nog een tweetal lezingen gehouden, waarvoor het bestuur grote belangstelling verwacht. Maandag 14 november wordt een dia-avond ge houden met toelichting via de bandrecor der met als onderwerp Sardinië, eiland van ruige schoonheid. De heer Lamberts uit Vriezenveen vervolgt op dinsdag 22 november zijn beknopte fotografische cursus, welke geheel aan het praktische werk wordt gewijd. Veel voldoening geeft het „opdrachten schema", dat door het bestuur is vastge steld. In september was de opdracht „Por tret", naar aanleiding waarvan een 20- tal foto's van amateurs werden ingele verd, waaronder enkele van uitstekende kwaliteit. Voor de maand november is de op dracht gegeven een foto te maken over: „In en om de boerderij", waarin zeer fraaie opnamen zijn te maken. Enthousiaste amateur-fotografen, die nog geen lid zijn van „Aldolem", raden wij aan eens een clubavond bij te wonen. en reumatische pijnen wrijft U eveneens weg met De Postduivenhoudersverenig^ig de Zwaluw houdt op 25 en 26 november in café Koedijk e:en grote duivententoon- stelling, waarvoor vele inschrijvingen worden verwacht. Op de Wierdenseweg had zondagavond om ongeveer 8 uur een aanrijding plaats tussen 2 personenauto's, bestuurd door H. uit Rijssen en van D. uit Deventer, waarvan laatstgenoemde niet in het be zit was van een rijbewijs. H. werd ter hoogte van zijn woonhuis bij een inhaal- poging van achteren aangereden door v. D. Zijn wagen liep slechts lichte scha de op, in tegenstelling met het andere voertuig. Hiervan vloog het wiel door midden. Gezien ook de toestand van dit voertuig is het later aan de sloper ver kocht. De: politie maakte proces-verbaal op. In verband met hun 40-jarige dienst bij de firma ter Horst en Co. te Rijssen werden maandagmorgen de heren H. Strokap en G. Ligtenberg door de direc tie ontvangen. De heer H. Strokap, wonende Hange- rad, is werkzaam in de kalanderij als doekkeurder, terwijl de heer G. Ligten berg, wonende Haarstraat, als merker werkzaam is in de afd. pakkerij. Door de heer J. J. ter Horst werden de jubilarissen toegesproken. Hij sprak woorden van waardering voor hun lange en trouwe dienst en speldde hun het insigne van 40 jaar dienst op. Ook ont vingen beiden een enveloppe met in houd. "Woensdag had op de Holterstraatweg ter hoogte van het woonwagenkamp een botsing tussen twee auto's plaats, die ge lukkig beperkt bleef tot materiële scha de. De heer C. v. d. N. uit Almelo, rij dende in een personenauto, stopte voor een in onklare toestand geraakt zijnde vrachtauto. De achter hem rijdende be stuurder van een bestelauto, de heer J. M. uit Vriezenveen, botste frontaal op de personenauto, met als gevolg, dat beide automobielen materiële schade opliepen. De collecte voor het Protestants In terkerkelijk Thuisfront heeft de mooie som opgebracht van f 1113,waarvan Notter en Zuna f 268,75. Het eerste tiental van de schaakclub Rijssen speelde dinsdagavond in Goor een wedstrijd tegen het eerste tiental van de schaakclub Goor. Na een spannende strijd wist Rijssen dat met vier inval lers uitkwam nog een gelijk spel te behalen. De gedetailleerde uitslag is als volgt: Goor 1 Rijssen 1 M. A. Perdon Jr.-H. Pas 1—0 M. Reugebrink-J. ter Harmsel 01 J. Moormann-H. Waanders H. J. Reef-G. J. Koedijk R. Wijnen-M. Waanders J. Geerts-F. Krommendijk 01 W. C. Koudijzer-J. Lichtenberg 10 J. R. Leeftink-:S. Wierda A. J. Alink-F. Groothedde 61 R. Otten-J. M. Alferink 10 Uitslag 55 en niet duurder dan andere Athletieknieuws A.s. zaterdag, 12 november, organi seert de athletiekvereniging van „Rijssen Vooruit" een cross-wedstrijd nabij de steenfabriek van de Fa. Baan en Ten Hove. Er worden afstanden gelopen van 2000, 4000 en 7000 meter. Voor de wedstrijd in de diverse klassen hebben zich reeds tal van deelnebers ge meld, zodat er een spannende strijd wordt verwacht. De aanvang van de wedstrijd is half vier n.m. Vrijdag en zaterdag de film: „Lokvogels der nacht" Klaus Petzold gaat voor de buiten wereld door als een fatsoenlijk particu lier detective, maar in werkelijkheid maakt hij van deze schijn gebruik om vrouwen, die zijn diensten inroepen in verband met een echtscheiding, op de meest lage wijze grote sommen gelds af te persen. Inderdaad verzorgt Petzold een wel zeer deugdelijk bewijs, dat een bepaalde vrouw zeker een reden tot echtschei ding heeft: een compromitterende foto op het juiste moment gemaakt en schrif telijke verklaring van het betreffende meisje erbij. Dit meisje echter, dat dienst doet als z.g. „lokvogel", is in dienst voor Petzold. Dit valse bewijsstuk verschaft Pet zold niet alleen veel geld, hij heeft daar mede bovendien middelen in handen om vrouwen op allerlei manieren te chan teren. Wanneer een van zijn „lokvogels" is weggelopen, weet Petzold op listige wij ze de jonge Ingeborg Werner in zijn dienst te krijgen. Ingeborg werkte aanvankelijk in een expresso-bar als dienstertje, maar zij wilde vooruitkomen en niet wetende welk werk haar precies te wachten stond, accepteerde zij het aanbod van Petzold. Ingeborg vindt Petzold, die zich zeer charmant weet voor te doen, bijzonder aardig en al spoedig laat zij zich daar door verleiden dienst te doen als „lok vogel" Maar als zij op een zeker ogenblik wordt gestuurd naar de sympathieke Karl Amsel en daarna ziet hoe Petzold haar en hem behandelt, wordt het haar te veel. Petzold heeft haar echter in zijn macht! De politie heeft langzamerhand toch de lucht gekregen van Petzolds duistere praktijken en zo wordt Ingeborg genood zaakt plotseling naar een andere stad te vluchten. Daar komt zij in dienst van een zeer behoorlijke detective, Zimmer- mann geheten. Zimmermann weet wel- DE FRANSOZEN OP DE VLUCHT! Het was duidelijk, dat het met het Fran se bewind gedaan was. Achttienduizend kozakken slepen op de Rijssense putran den hun sabels en bajonetten. Het meest deden zij dat om slachtvee neer te steken, maar de Fransen en de met hen verwante nalopers knepen hem. De Franse ambte naren sloegen ijlings op de vlucht bij het horen van de Jobstijding, dat de Russen zo nabij waren. Niet alleen de Fransen uit Rijssen, maar ook des nachts trokken over de buitenwegen de ambtenaren van Ootmarsum en Almelo in grote angst en in gezwinde draf in de richting Deventer. Op hun smeekbeden werd te Rijssen geen, acht geslagen. Niemand wilde de Fransen heimelijk verbergen, men had de handen vol aan de kozakken. Dit laatste gaf al moeilijkheden genoeg. Vooral op de Hut- tenwal waren moeilijkheden ontstaan. Daar haalde een kozak een tam konijn uit een hok. Een zeventienjarige Rijsse- naar, eigenaar van het konijn, liep luid keels schreeuwend van: mien knien! mien knien!, achter de Rus aan. De soldaat moet in het Russisch geroepen hebben: Snotterlippe, hooit n' bek!, maar russisch verstond men te Rijssen niet. En daarom riep de jonge Rijssenaar wanhopig: Griep! Mien knien! De jongelingschap van Rijssen bemoeide er zich mee. Met vereende krachten werd de Rus gevloerd, en hem twee tanden uit de mond geslagen, en het konijn ging weer in het hok en de jongelingschap stond triomfantelijk bij elkaar het konijn te bewonderen. Maar spoedig zou er een andere boodschap ko men. De afgetuigde Rus ging naar de Oosterhof en maakte bitter zijn beklag. Dadelijk werden troepen de straat opge stuurd om de daders op te sporen. Maar Bas-Jan, een Oostganger, die meer erva ring had in het krijgsbedrijf dan de jon gens (Bas-Jan had zeven jaar lang tegen de Javanen gevochten en kon er dus van meepraten wat oorlog was) waarschuwde de jongelui, zich uit de voeten te maken. Bij Mos-Berend voor de niendeur was de Rus afgeranseld. Nu leek het huis van Mos-Berend op alle andere huizen in de buurt. En nu vergiste zich de Rus. Hij wees het huis van Kösten-Willem aan. Spoedig kwam een troep kozakken op hun kleine paarden, om voor straf het huis waar men hem geslagen had met de grond gelijk te maken. Het huis van Kösten-Willem was een stevig huis, alles van eikenhout. De binten waren nog van een oud kasteel. En de hele Hutten- wal hielp met de verdediging van het huis. De Kozakken zetten er hun paardjes voor, met hun achterste naar de nien deur. En daar begonnen de paarden te trommen op de niendeur. Van binnen op de deel, kwam men snel in de wapens. Vlegels, koezen, grepen en hooivorken, waren de wapens der Rijssenaren. Maar zij konden op de deel geen slag krijgen, en Holpiepen-Jannes verordineerde om de bovenste niendeur los te zetten, dan kon men beter steken en slaan. En dat gebeurde. Met een welgemikten vlegel slag sloeg de Holpiepe een kozak van zijn paard af. De kozakken-hetman gaf bevel te schieten, maar dat ging vroeger niet zo gauw dan tegenwoordig. Het was een, oor verdovend gevecht. Er werd van weers zijden gevloekt en gescholden, zonder dat men elkaar begreep. Maar de slagen van vlegels en koezen en de prikken met de hooivorken die voelden de aanvallers wel. Intussen was de vrouw van Mos-Berend jammerend naar de Schild gelopen, waar zij schreeuwde dat haar man en haar bu ren door de Kozakken aan gruizelemen ten werden geslagen. Twee officieren spoedden zich naar de plaats van de strijd en namen in minder dan geen tijd de hele zaak gevangen. De soldaten voor op en de vechtende Rijssenaren er achter aan moest de hele schare naar de Ooster hof, waar Galatschin de vierschaar span de. Maar hij kon zelf de Rijssenaren niet verhoren. En Schmoel moest op de prop pen komen. Schmoel verhoorde eerst de Russen en, daarna de Rijssenaren. En toen dat gebeurd was, vertaalde hij het voor Galatschin. Nou, en toen het Jöd- deken uitgesproken was, wees hij de ko- nijnendief aan, en riep: den strondzak is de schoold van allns. Maar daar nam Ga latskin geen genoegen mee. Hij moest ook de jeugdige Rijssenaren hebben, die de Kozak de tanden hadden uitgeslagen. De adjunct-maire moest gehaald worden, Rijssen zou voor deze vechtpartij moeten boeten. VAN WIJNGAARDEN HAD PAS ONTBETEN. Hij stopte een pijp en wilde zich naar school begeven. Het onderwijs leed veel. Vaak werd hij van zijn lesgevende arbeid weggeroepen, dan voor dit en dan voor dat. De man had maar enkele uren, ge slapen. En juist toen hij met zijn duim de dure en slechte tabak in de pijpenkop drukte was er plotseling voor zijn deur een hels lawaai. Veertig boeren uit alle windstreken om Rijssen maakten hun be klag. Zij waren geslagen en gestoken, uit gebrand en beroofd, door dat Jan Hagel van Russen en zij hadden hun hoop ge vestigd op de Rijssense schoolmeester, die zo knap was, dat het einde ervan weg was. Zij, de boeren zochten recht en de Rijssense meester, die vreemde talen sprak, moest de Russen in heldere taal vervloeken en zorgen dat er geld kwam. Van Wijngaarden hoorde de klachten aan over het brandstichten, vrouwen- en kin dermoorden en het gooien met beesten vellen naar de boeren, de varkens- en kip- penroverij. Van Wijngaarden liet ten ein de raad het Jöddeken roepen. Maar Schmoel was reeds op de Oosterhof. En terwijl Van Wijngaarden de hartverscheu rende klachten van de omliggende boeren aanhoorde, die er tussen ons gezegd, een flinke schep op deden, was de bode van de Oosterhof met een dringende bood schap op weg naar Van Wijngaarden. Het Jöddeken stond om hem te springen, het ging om een konijn en een aantal Rijs- sener jongens, die allen gefusilleerd zou den worden. Schmoel had het begrepen (het konijn ook). Ten einde raad trok Van Wijngaarden naar de Oosterhof en nam de veertig boeren mee. De plaag der Kozakken was vreselijk, dacht de goede man bij zich zelf. DONKERE DAGEN! Zo dacht ook de Vrouwe van de Oos terhof, die nog maar zeven kamers had overgehouden en de deuren naar andere kamers had laten dichtspijkeren.. Zij be schikte nog over een tuinkamer, die uit zicht gaf op de grote weg. Sientje, een keukenmeid uit Hengelo, een hard pra tend meisje, had te Rijssen een boodschap gedaan en gehoord van de veldslag op de Huttenwal. Het was vreselijk, er waren van weerszijden wel honderd doden geval len. De Rijssenaren hadden gewonnen, maar wat hing de goede stad Rijssen nu boven het hoofd? De Vrouwe van de Oosterhof was een bezwijming nabij. En toen Sientje er bij vertelde, dat het bloed door de götte had gestroomd, was het met de Vrouwe van de Oosterhof bijna gebeurd. Zij riep om water. Na een ogen blik kwam ze wat bij en zij en Sientje za gen tegelijk Van Wijngaarden naderen met achter hem de veertig boeren. Grote God! nou is het gedaan!, gilde de hoge Vrouwe, nu gaat Rijssen de Oosterhof bestormen! En dat tegen achttienduizend man! Er blijft van de Oosterhof en Rijs sen niks over! Sientje moest naar bui ten, zij moest Van Wijngaarden vragen, wat er waar was van die veldslag op de Huttenwal. Van Wijngaarden keek op zijn beurt zeer verbaasd. Hij had van een veldslag op de Huttenwal niets gehoord. En de Vrouwe van de Oosterhof had de schoolmeester wel om de hals willen vlie gen, maar de veertig boeren stonden er bij: In veelbewogen tijden deden de ge ruchten hun werk. Maar toen Van Wijn gaarden zich liet aandienen bij Galat schin moesten de, boeren buiten op het kasteelplein blijven staan. In afwachting op de dingen die gingen komen. Schmoel wachtte met groot verlangen. Er hing een gespannen sfeer boven Rijs sen. De jongens hadden de plaat gepoetst en de ouderen zaten er maar mee. Op de Huttenwal zaten vrouwen bedrukt te kij ken. Mos-Berend en de Holpiepe en vele anderen waren meegenomen en de vlegels en koezen hadden zij mee moeten nemen, en misschien werden de mannen wel dood geschoten door de Russen. Intussen stond de Huttenwal vol volk: Heel Rijssen wilde het slagveld zien. Maar men zag alleen de kapotte niendeur, waar Fik, de keeshond, nijdig voor het hoendergat stond te blaffen. GELUKKIG DAT GE ER ZIJT! Dat riep het Jöddeken, toen hij Van Wijngaarden zag. Galatskin vroeg, op de boeren wijzende, aan de soldaat, of dat de bende was, die hem de tanden uit de mond geslagen had. Hij wist het niet. Ga kijken of de dares er bij zijn! Neen, de Rus kon zijn belagers er niet uit kennen. Dan ben jij nog gekker dan de vlegel, die geslagen heeft, voegde Galatskin hem toe. Het Jöddeken gaf Van Wijngaarden een knipoogje: Dat volk moet gestraft worden, beet Galatskin Van Wijngaarden toe. Hoge heer!, riep de schoolmeester, deze mensen zijn al genoeg gestraft! In schrille kleuren tekende Schmoel het ont zettende lijden, dat de troep buiten onder gaan had. Galatskin hoorde het aan. La ten wij er dit keer maar een streep door halen, voegde hij het Jöddeken toe. Maar wee Rijssen, als er weer gevochten wordt. En, riepen de boeren, hoe gaat het met ons. De republiek zal de schade vergoe den!, riep Schmoel, niet wetende, wat hij zo gauw moest zeggen. Maar de Rijsse naren werden andermaal geprest. Eten moest er zijn, en jenever, veel goede je never, en de schulden te Rijssen liepen op tot het ondragelijke. En de prijzen der levensmiddelen ook, en nog was er het einde niet. VAN COEVERDEN. nig van Ingeborgs verleden, doch ver moedt wel iets. Niettemin gaat hij van het jonge meisje houden en deze gevoe lens zijn wederzijds. Het ziet ernaar uit, dat Ingeborg een nieuw leven kan beginnen. Maar dan verschijnt plotseling Pet zold weer ten tonele. Hij wil Ingeborg dwingen een laatste zaak voor hem op te knappen. Het gaat er nu om bepaalde brieven van een bevriende pianist in banden te krijgen. Of liever gezegd: brieven, die zijn vrouw voor haar huwe lijk aan een zeer goede vriend had ge schreven. Natuurlijk gaat het weer om een echtscheidingszaak; ditmaal echter in omgekeerde zin. Wanneer de brieven verdwenen zijn, zal de jaloerse echtge noot geen enkele verdenking jegens zijn vrouw, die al een tijdje van hem weg is, kunnen koesteren en zal hun huwelijk weer geheel kunnen worden hersteld. Daar Ingeborg ook met deze pianist goe de vrienden is, besluit zij deze laatste opdracht uit te voeren. Een en ander wordt haar noodlottig. Wanneer zij in razend tempo in haar wagen aan een achtervolging door Pet zold wil ontkomen, verliest zij de macht over haar stuur en vliegt van de weg af. Petzold, op zijn beurt achtervolgd door snelle politiewagens, moet zich tenslotte overgeven. Een gevaarlijk man is ge pakt. Wanneer Zimmermann op de plaats van het ongeluk aankomt, wordt Inge borg juist op een brancard in de zieken auto getild. „Het had erger kunnen zijn", zegt een der heipers. „Er is goede hoop". Woensdag de anti-oorlogsfilm: „Van het Westelijk front geen nieuws" Duitsland. Augustus 1914. Algemene Mobilisatie, Een volk is geestdriftig over de door de Keizer aangekondigde „fri- sche und fröhliche Krieg". Alle lichtin gen zijn opgeroepen. In de hoogste klas se van de school houdt de leraar Kanto- rek een braliend-pathetische rede om zijn leerlingen aan te wakkeren dienst te nemen, te strijden voor het vaderland en er zonodig de schone heldendood voor te sterven. De jongens, volgepropt met patriottisme, laten zich gemakkelijk op zwepen. Door de open ramen klinkt mu ziek van een militaire kapel. De troepen rukken op naar het front. Als een vonk in 't kruitvat valt al dit martiale in het onrustige bloed. Zij zullen zich gaan melden. Zo gaan ze, onwetend en geestdriftig, de oorlog in: Paul Baümer, in wiens stu deerkamer een onafgemaakt toneelstuk in verzen ligt, de kleine Albert Kropp, de lange Leer, Müller die aan zijn mu ziek denkt en Kemmerich, de enige, die aan de rekstok een reuzenzwaai kon ma ken, De ex-postbode Himmelstoss wordt hun sergeant-instructeur, dom, hard en verwaten. Hij beult zijn compagnie af en doet het met duivels plezier. De jon gens haten hem. Zó sterk, dat ze hem, voordat ze naar 't front vertrekken, een ongenadig pak slaag geven. Aan het front ziet het er anders uit dan ze dachten. De leuzen, die hen voor enkele weken nog geestdriftig stemden, beginnen de recruten te haten als gra naten. Nee, de oorlog is niet zo mooi. Al snel weten ze, dat de oorlog verschrikke lijk en onmenselijk is. Maar het enige, dat zij kunnen doen is: in berusting alle kwellingen dragen. Gelukkig, dat ze te recht komen bij doorgewinterde, nuch tere soldaten als Tjaden, de filosofische fatalist en Katczinsky, die een zesde zin tuig heeft om dekens, stro, brood en vlees te bemachtigen voor de hele com pagnie. Zij en nog enkele anderen bren gen in de hel van de vuurdoop, bij het plaatsen van prikkeldraadversperringen vlak bij de vijand, bij het harde leven in de loopgraven nog wat steun en troost. Meer en meer begint de tweede compag nie het beestenleven in de voorste linies te kennen. Hier vallen doden, hier bloe den kameraden dood, hier brengt het trommelvuur doodsangst en vertwijfe ling. Hier weten zij al spoedig, dat al het geschrijf, gebral en gepraat uit het va derland waardeloze onzin is. Zij stompen af in vuil en modder, tussen de ratten en de vijandelijke kogels. Kemmerich sterft in het hospitaal. Zijn mooie laar zen gaan over op Müller, die ook sneu velten zo gaan de laarzen van de een naar de ander. De verdiende rust in het achterland brengt weinig opluch ting. De verhalen over het ontstaan van de oorlog en de nutteloosheid van de strijd zijn verre van opwekkend. Lichtgewond krijgt Paul verlof. Ook thuis, bij zijn zieke moeder, heerst ellen de, droefheid en zorg. Leraar Kantorek wil hem voor de klas een heldhaftig ver haal over z'n frontervaringen doen hou den. Paul weigert eerst, valt dan ineens uit en gaat tekeer tegen de oorlog en de valse leuzen. In de café's theoretiseren de huiskamerstrategen. Paul wendt zich walgend af. Hij bekort zijn verlof, gaat naar 't front terug. Bij Tjaden en Katc zinsky voelt hij zich beter thuis. Maar het duurt niet lang. Beiden sneuvelen kort na z'n terugkeer. De positie der Duitse troepen wordt met de dag hope lozer. Het kan niet lang meer duren. Op een rustige dag in oktober 1918, enkele weken voor de wapenstilstand, toen Paul trachtte een vlindertje, een teer wezentje uit een andere wereld, dichter bij zich te halen, vergat hij z'n dekking. Een vijandelijke kogel trof hem dodelijk.Het was e:en dag, waarvan het Duitse legerbericht meldde, dat er van het Westelijk front geen nieuws was

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1960 | | pagina 3