Directie en personeel van de N.V. Heka
nam op hartelijke wijze afscheid
van de heer G. van Weerd
Rijssen buiten de wallen
vemarkê
DAM PO
i 'i
Indrukwekkende huldiging
Atletieknieuws
Rijssen Vooruit
Bello was te oold
Vacature in predikantsplaats bij Herv, Gem. vervuld
verkouden
Ds. Kool deed intrede onder grote belangstelling
RIJSSENS
OUDHEDEN
Jaargang 38. No. 39 (Tweede Blad).
VRUDAG 7 OKTOBER 1960
Weekblad voor Rijssen
Op overtuigende wijze heeft het perso
neel van het confectiebedrijf van de N.V.
Heka vrijdagavond bewezen, dat de heer
G. van Weerd, waarvan wegens zijn pen
sionering afscheid werd genomen, zich
een geheel eigen plaats in de bedrijf sge-
meenschap heeft verworven.
De heer van Weerd, die aan de onstui
mige bloei van dit bedrijf een wel bijzon
der groot aandeel heeft gehad, heeft zich
in de 15 jaren waarin hij als bedrijfslei
der optrad, doen kennen als een gemoede
lijk mens, die de kunst verstond op sym
pathieke wijze het personeel te leiden en
op te leiden. De wijze waarop hij dat ge
daan heeft, is bijzonder prettig geweest,
zodat het niet te verwonderen was, dat
hij door het voltallige personeel op zijn
afscheidsavond op enthousiaste wijze werd
begroet.
De directeur van de Heka de heer H. J.
van Heek, voor wiens ondernemingsgeest
veel respect moet worden opgebracht,
sprak als eerste de scheidende functiona
ris toe.
Dat doe ik aldus spr. als vriend tot
vriend en ik betuig u, mijn welgemeende
dank voor de wijze waarop wij gedurende
de 15 jaar waarin u in het bedrijf werk
zaam bent geweest, hebben mogen samen
werken. Spr. prees de grote vakbekwaam
heid van de heer van Weerd, zijn mensen
kennis, zijn aanpassingsvermogen en zijn
levensblijheid, waarvan een stimulerende
invloed uit is gegaan.
De heer van Heek stelde hierna de op
volger van de heer van Weerd, de heer
Jac Dannenberg voor en de heer Schoot
stra, die als onder-directeur van de N.V.
is aangesteld.
De heer van Heek sprak de hoop uit,
dat met deze medewerkers het bedrijf
nog verder zou worden uitgebouwd.
Zich weer richtende tot de heer van
Weerd hoopte spr., dat de scheidende func
tionaris een gelukkige tijd tegemoet zou
gaan als gepensioneerde en vooral hoopte
spr., dat de heer van Weerd nog lang van
zijn welverdiende pensioen zou mogen ge
nieten.
Namens de V.O.C. sprak de heer F.
Coenen, die de heer van Weerd dank
bracht voor het vele in het belang van
de V.O.C. waarin hij een belangrijke fi
guur is geweest, had verricht.
Woensdagavond werden in het Diek-
man-stadion te Enschede voor het laatst
van dit seizoen baanwedstrijden georga
niseerd. Vanwege RV namen deel: J.
Voortman op de 3000 m. en R. J. Zoo-
mer op de hinkstapsprong. J. Voortman
eindigde op de 3000 m. als derde in zijn
nieuwe persoonlijke recordtijd van
9.53.00 min. Hij haalde hiermede zijn op
9 mei 1959 te Hengelo gevestigde per
soonlijke record met niet minder dan
5,8 sec. naar beneden.
R. J. Zomer eindigde op de hinkstap
sprong als vierde met een afstand van
10 m. 11 cm.
Bello wus neet woer offe 't har,
Wat was Beernd Jan van plan,
Woerumme deer zin baas um toch
Vanoawnd nen haalsbaand an.
Woerumme mosse met an 'n reem,
Mogge neet lus bliewn loopn,
Het oarme deer zol 't heel gaaw moarkn,
Zin baas gung um verkoopn.
Beernd Jan har 'n hoond non ongevear
Zon veerteen joar ehad,
Hee har 'n as dree moand oold ekreeng
En non was hee um zat.
't Was aalt een heel leef deer ewes,
O joawa, doar neet van,
Mear och, nen hoond van veerteen joar,
Wat hej doar non nog an.
Vuur vief gueln wür het stomme deer
An 'n aandern baas vekof,
Ziezo, loat hee der zik met rén,
Ik zin der mooi van of.
Beern Jan den was al 'n aandern moarn
Det trouwe deer vergetn,
Mear Bello was glad van peseel,
Hee wol neet dreenkng en etn.
Want Bello missen baas Beernd Jan,
Het deer jaankng dag en nach,
Het kon zik neet begriepn woerum'
Of z' um hier harn ebrach.
't Is jammer det zovülle leu
Net doot zo as Beernd Jan,
En is det slim, zo huer ik vroang,
Wat weet nen hoond doar van.
Miskien veen iej wat ik non zeg,
Wal 'n betje ouwerdreewn,
Z' harn better 'n hoond, in dit geval
Een spuitje kunn loatn geewn.
Rijssen. J, ROZENDOM.
De hoop werd uitgesproken, dat de heer
van Weerd nog een aantal jaren deel zou
willen uitmaken van de examencommis
sie.
Op originele wijze werd de heer van
Weerd een afscheid bereid, dat een ge
weldige indruk op hem heeft gemaakt.
Hoezeer hij dit heeft gewaardeerd bleek
uit een uitlating na afloop van zijn levens
revue, „dat dit een der mooiste avonden
van mijn leven" was geweest.
Door middel van projecties en tekenin
gen werd het actieve verleden van de heer
van Weerd in herinnering gebracht, ter
wijl vooral het ten tonele verschijnen van
mensen, met wie hij op aangename wijze
in bedrijfs- of verenigingsverband had sa
mengewerkt, en die hij vaak in vele jaren
niet had gezien, hem de hand kwamen
schudden, dan wel herinneringen opdiep
ten.
Indrukwekkend was voor de heer van
Weerd wel de herinnering aan het feit,
dat hij mede-oprichter was geweest van
het Chr. Almelo's Mannenkoor, dat hem
bij wijze van verassing op overtuigende
wijze toezong. Interessant was ook het
praatje door de Riessender vrouwleu, de
dames D. Otten en Z. van Rees, die de
scheidende heer van Weerd tot middel
punt van hun kuierpraotje maakten. Deze
dames boden namens het personeel een
fraaie zitbank aan.
De show van door de Heka vervaardigde
kleren voor fraaie decors, vervaardigd
door de personeelsleden de heren Wessels
en Bloemendal, viel bijzonder in de smaak.
De heer J. Dannenberg bracht aan het
slot van de avond dank aan allen, die
hadden bijgedragen tot dit waardige af
scheid van de heer van Weerd.
Velen hebben de scheidende functiona
ris vrijdagmiddag in de cantine van de
Heka op hartelijke wijze toegesproken,
waarbij hem steeds werd toegewenst, dat
hij nog vele jaren van zijn welverdiende
pensioen zou mogen genieten.
Het gezelschap dat zich in de cantine
verzameld had, bestond uit relaties uit
het bedrijfsleven, van ambtelijke instel
lingen, waarmee de heer van Weerd vele
contacten heeft gehad, van de zijde van
de kerkeraad van de Geref. kerk (Ds
Brinkman en ouderling Schot) en van
de verenigingen, waaraan de heer van
Weerd zijn beste krachten heeft gewijd.
Bijzondere indruk maakte de aanbie
ding van het erelidmaatschap van de Chr.
Oratoriumvereniging Hosanna, waarvan
de heer van Weerd oprichter is geweest.
Door de voorzitter de heer H. J. Overweg,
de secretaresse mevr. Eerdmans en door
de penningmeester de heer E. Dasselaar
werd de heer van Weerd een oorkonde
aangeboden die liet blijken, dat ook het
door hem verrichte verenigingswerk zeer
werd gewaardeerd. Er werden vele ca
deaus aangeboden.
Onder bijzonder grote beilangstelling
werd Ds. A. Kool zondag j.l. in de Wes-
terkerk door Ds. L. Blok van Capelle
a. d. IJssel bevestigd, waardoor de Ned.
Herv .Gemeente van Rijssen de vacature,
ontstaan door het vertrek van Ds. E. F.
Vergunst naar Ede, weer vervuld zag.
Ds. Blok bevestigde de nieuwe herdeï
met een preek naar aanleiding van Lu
cas 8 vers 11: „Het zaad is het Woord
Gods".
Nadat de gemeente de nieuwe leraar
Psalm 20 vers 1 had toegezongen, sprak
Ds. Blok een persoonlijk woord.
Evenals in de morgendienst de Wes-
terkerk, was de oude Schildkerk 's
middags stampvol, toen Ds. Kool de
kansel besteeg om zijn intrede te doen.
Onder de aanwezigen bevonden zich o.a.
burgemeester Landweer, wethouder J.
Goossen en gemeentesecretaris C. Lug-
tigheid en voorts een aantal ringpredi-
k.anten, afgevaardigden van kerkeraden
van naburige gemeenten en afgevaar
digden van de kerkeraad van Brandwijk,
in welke gemeente Ds. Kool een aantal
jaren heeft gestaan.
Ds. Kool hield zijn intrede naar aan
leiding van Hebr. 4 vers 12 en 13. Spre
ker liet met nadruk uitkomen, dat de
gemeente van hem als persoon niets
mocht en kon verwachten, maar dat hij
hier was gekomen om niets anders te
prediken dan God en Zijn Woord. Het
Woord Gods, aldus de nieuwe herder
van de Hervormde Gemeente van Rijs
sen, dat altijd levend krachtig en door
dringend is.
MEESTER VAN WIJNGAARDEN
EN DE BIG
Nog zijn de Rijssener markten kleurig
van leven en vertier. En vooral de jaar
markten zijn hoogtepunten in Rijssens
snel kloppend maatschappelijk leven. Er
wordt veel reclame gemaakt voor de
markt in deze jachtige tijd. In het jaar
1787 was dat nog niet nodig. Er waren
toen nog geen straatwegen, geen fietsen,
geen spoorwegen, geen auto's of bussen.
Geen radio of televisie. Geen vliegmachi
nes en behalve de Oprechte Haarlemmer,
bijna geen dag- of weekbladen. De boeren
uit de gerichten van Rijssen en Kedingen,
de Jonkers en de kooplieden, de standwer
kers en vooral de boeren regelden zich
naar de Rijssener herfstmarkt. Men sprak
van zes weken vóór en zes weken na
Rijssener herfstmarkt. De boeren-dienst-
meisjes en -knechten spaarden het hele
jaar, stuiver voor stuiver werd opgepot.
En de Rijssener middenstand, die was er
toen ook al, en de doorgewinterde han
delaren keken dagenlang in de lucht. Of
raadpleegden de Lappe, een in de dienst
vergrijsde scheper, en de weerprofeet van
Rijssen. En kon de oude baas mooi weer
voorspellen op de hoogtijdag, nou, dan
stond hij hoger aangeschreven dan de
Vrouwe van de Oosterhof.
De nieuwe meester Van Wijngaarden,
voor wie in Rijssen alles nieuw was, stond
met verbazing de opmaak in het groot
van Rijssens jaarmarkt gade te slaan.
Met schoppen, scherp als een scheermes,
stak men een mooi recht talud langs de
mestvaalten. De koebeesten, starken en
bullekes, die ter markt gevoerd zouden
worden, werden ter dege onderhanden
genomen. Ook zes- en achtweekse biggen
werden glanzend gewassen, dat oogtde
meer. Meester Van Wijngaarden stond
te praten met de Big. Een boom van een
kerel, een rustende boer, en algemeen be
kend als de wijsgeer van Rijssen. Hij ver
telde het nieuwe schoolhoofd, dat deze er
goed aan had gedaan naar Rijssen te
komen. Want in de stad Rijssen daar zat
voor de toekomst nog muziek in. Dat had
bisschop Jan van Verneburg in 1383 als
gezegd. En hij kon het weten, daar was
hij bisschop voor. Maar, riep Van Wijn
gaarden, Dordrecht is veel groter dan
Rijssen. O ja, nu nog misschien, maar als
Dordrecht zal zijn verzwolgen door de
Noordzee is Rijssen een grote stad.
Juist wilde de Big doorgaan om verder
zijn visie te geven over de toekomst van
Rijssen, toen het Riessener Jöddeken
Schmoel Polak: Sillekerk kiek oet!, brul
de. Een groot transport met snijzompen
en kruiwagens, een twaalf els wagen met
vier paarden bespannen, reed tussen het
koppel schapen van Schmoel. Meester Van
Wijngaarden wilde tussenbeide komen,
maar de Big hield hem tegen. Meneer,
riep de Big, bemeuit er oew neet met!
Je kent het Achterhoekse volk hier niet.
Zo meteen geven ze elkaar gelijk, en dan
geet t' oew um de rugge hen! Dit laatste
begreep de Rijssense fransman niet. Ik
bedoel, dat je klappen kunt krijgen.
Schmoel, de schapenkoopman, dreef zijn
wolvee bij elkaar en de stadsdiender nam
het vierspan bij de teugels en leidde de
kruiwagen- en snijzompen-voerman naar
een plek, waar hij af kon laden. De vreem
deling, die van Raalte kwam, vond het
geen goeie standplaats, waarop de diender
repliceerde: as oew neet ansteen dan kuj
wat op 'n bek krieg'n. De Raaltenaar
sprong van de wagen, gooide zijn jas uit
en wierp zich op de diender. Opgeschoten
jongens juichten en riepen: Ho! Allo! Zee
houwdt zich! De Big stapte er op af, en
deed de kemphanen van elkaar. Meester
Van Wijngaarden was naar het raadhuis
gelopen om de burgemeesters te waar
schuwen, maar die hadden al gezien dat
de Big als bemiddelaar optrad. Ondertus
sen stond de stadsdiender lelijk voor
schut. De Raaltenaar had in de hitte van
de strijd kans gezien, de diender met een
of ander scherp voorwerp over de buik te
strijken en met een paar halen waren alle
knopen van vest en jas, en een niet al
te schone boerse borstrok kwam te voor
schijn. De stadsdiender liep naarj het
raadhuis en maakte zijn beklag. De bur
gemeesters keken, voorzover zij aanwezig
waren, geamuseerd toe. Het is ongeluk
kig, riep de diender. De oudste burge
meester riep, woedend: oonzaligen klup
pel, houwt dan better van oew of! Daar
mee kon de diender even naar huis gaan,
waar zijn vrouw het mankement aan jas
en vest verhielp. De Big voegde zich weer
bij de meester. En Schmoel had zijn pas
verworven wolvee in de schaapskooi naast
zijn huis gedreven en liep op de lindeboom
op de markt toe. Hij wilde die jonge wit-
boordsheer eens een lesje geven. Mieneer,
riep 't Jöddeken, ken iej Nararschin?
Nararschin? Nararschin?, riep Van Wijn
gaarden, nog nooit van gehoord. Nou, riep
Schmoel, dan weet je niet veel. Nararskin
is een Russische generaal en mijn zuster
is er al jaren dienstbode. Daar keek Van
Wijngaarden van op. Het was of hij het
in Dordrecht hoorde donderen. Maar de
Big filosofeerde: Pas maar op dat Na
rarschin nog niet in Rijssen komt. De
intocht voor de markt hield aan. Wagen
vrachten met alle mogelijke artikelen re
den Rijssen binnen. Ze moesten allemaal
ben. standplaats hebben. De stadsdien
der was er weer, nu in zijn zondagse uni
form en met stok en hond. Krijsend en
schreeuwend baanden de kooplieden zich
een weg. De Big wees aan: kooplieden van
Deventer, van Almelo en Oldenzaal. En
de scharenslijper van Goor. De poorten
stonden wagenwijd open. In alle herber
gen was een leven en vertier. Vele tien
tallen mensen en paarden moesten voor
twee dagen onderdak hebben. Men begon
stands op te bouwen en de Big nam de
schoolmeester mee, om de stand van za
ken op te neifien. Daar schoot plotseling
een beeldschone jonge zigeunerin op Van
Wijngaarden af om hem uit de lijnen der
hand de toekomst te voorspellen. De
meester keek vreemd op, maar de Big
vertelde dat het niets te betekenen had,
want dat was Sientjen van de Heidense
Rille. „De Heidense Rille" was een per
manent kamp voor zigeuners. En Sient-
jens ouders en voorouders waren in Rijs
sen al tientallen van jaren geacclimati
seerd. En Sientjen sprak Riessens als
de beste. Maar toch werd zij in de gaten
gehouden, want de jongens waren gek
op haar, en Sientjen was tokkerachtig
(verleidelijk). En dan als klap op de
vuurpijl kwam er de Amsterdamse won
derdokter, die genas ieder jaar, uren in
de omtrek van Rijssen, iedereen van alle
kwalen. Van Wijngaarden zette grote ogen
op. Dat was waarachtig Zwarte Martijn,
een zoontje van een Dordtse schoorsteen
veger. Van Wijngaarden had hem in zijn,
kinderjaren onder de Dordtse straatjeugd
goed gekend. Maar hoe die knaap het
tot wonderdokter had gebracht, daar wil
de hij meer van weten. Maar we zeiden
het reeds, de Big was een wijsgeer. Niet
doen, ried hij aan. Hoe harder je in de
strroert, hoe harder zij stinkt, en
Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers.
Daar zagen ze zowaar Sientjen, de hei-
dinne, smoezen met de wonderdokter.
Spul, met mekaar!, was het commentaar
van de Rijssense boer in ruste. Maar kom
aan, morgen is het vroeg dag, en ik wil
van de markt niets missen en tot morgen
dan!, en meteen ging de Big huiswaarts.
De school was op Rijssense herfstmarkt
gesloten. Het stadsbestuur vond dat de
kinderen ook van de markt moesten ge
nieten. Van Wijngaarden had gezegd dat
de jeugd in de school hoorde. Het was
nergens goed voor dat de kinderen jaap-
stókken op de markt verkochten. Maar
de burgemeesters blaften hem af, met de
opmerking, dat Riessen niet Dordrecht
was. En daarmee, basta!
DE FLEURIGE MARKT
Reeds vroeg in de morgen kwamen zij
van alle kanten opdagen, de boeren met
hun vrouwen in fleurige klederdracht.
Allemaal streekeigen. Boter, eieren, fruit,
en groente, alles voerden de boeren ter
markt. Er moest geld zijn, geld voor de
pacht van de landheer, die op elf novem
ber betaald moest worden, en wanneer de
markt willig was, dan kwam er geld in
het laad je. Maar de marktdag van 1787
zou niet zo rustig verlopen als het aan
vankelijk scheen. Een afdeling patriot
ten marcheerde gewapend Rijssen binnen.
Zij hadden het niet op Rijssen begrepen.
Ofschoon de patriotten-dominee al voor
ontvangst klaar stond. Dit kwam zo: zij,
de patriotten, die van Ootmarsum kwa
men om hier en daar revanche te nemen,
werden bijtijds ontdekt door de geperaal-
majoor van Ittersum van de Oosterhof.
Zijn eerste reactie was tegen de aanvoer
der van de patriotten: Opgehoepeld, don
derhond!, het is vandage Riessense herfst -
maark! Sinds eeuwen lang waren er ge
schillen tussen de bezitters van de Oos
terhof en Rijssen. Maar met de najaars-
markt vielen die geschillen weg. Dan was
de generaal-majoor een gewone Rijsse-
naar. Jongen, dan wilde hij ongedwongen
feestvieren, allen met allen. Dan viel voor
één dag het standsverschil weg. Hij liet
dadelijk op de trom slaan. En de markt-
bezoekende menigte en de burgerij wis
ten wat dat betekende. Vrouwen en moe^
ders zochten angstig hun kinderen bij
elkaar en de heer van Oosterhof kwam
te paard aangereden, dat er geslagen
moest worden.
RUMOER IN RIJSSEN
Mannen zochten inderhaast een wapen,
stokken en stukken hout. De beroemde
wonderdokter werd uit de paardenkribbe
gelopen. De Potkanne, geleerd door erva
ring, borg haastig zijn scheurwerk op de
deel, nam een vlegel onder de arm, in
hoop de kerels te vinden, die hem te Al
melo de koopwaar vernield hadden. Mees
ter Van Wijngaarden, gedachtig aan de
raad van de Big, dat hij eerst de kat uit
de boom moest kijken, hield zich op vei
lige afstand. Een furieuze optocht begaf
zich naar de Wierdense weg, om de pa
triotten een frisse ontvangst te bezorgen,
maar dat was niet nodig. Men hoefde
niet handtastelijk op te treden. Nou en
toen schonk de generaal-majoor van It
tersum drie ton bier en anderen wilden
niet achterblijven en het werd in 1787
een jaarmarkt, die iedereen nog lang zou
heugen.
VAN COEVERDEN.
Zich na de predikatie allereerst rich
tend tot de afgevaardigden van de clas
sis Deventer, hoopte Ds. Kool op een
prettige onderlinge samenwerking, een
samenwerking, waarin hij grote en vele
belangen zag.
Daarna richtte Ds. Kool zich tot de
ringpredikanten, tot burgemeester en
wethouders, tot de kerkeraad en tot Ds.
Van Tuyl en Ds. Vos, die hem een pret
tige ontvangst hadden bereid. Spreker
hoopte op een goede samenwerking, zo
wel met de beide andere predikanten
als met de kerkeraad.
Een speciaal woord had Ds. Kool voor
de leden van de kerkvoogdij en de no
tabelen, die spreker dank bracht voor
al datgene, wat zij voor hem en zijn ge
zin reeds hadden gedaan, zodat hij een
gevoel had, dat hij hartelijk was ver
welkomd.
Verder richtte spreker zich tot de kos
ters, hoofden van scholen, de organis
ten, de jeugdleiders en catechisanten,
met medewerking waarvan hij zijn taak
in Rijssen zou moeten uitoefenen. Voor
de bereidheid van Ds. Blok van Capelle
a. d. IJssel hem in Rijssen te bevestigen,
bracht spreker dank en verder richtte
spr. zich tot de gemeente van Brand
wijk en tot de gemeente van Rijssen, in
wiens midden hij nu zou gaan arbeiden.
Spreker zei, dat hij niet anders zou gaan
prediken dan de Gekruiste Christus en
dat men hem zou moeten zien als van
God geroepen om hier het predikambt
uit te oefenen. Ds. Kool hoopte, dat men
zijn woning zou willen zien als een wer
kelijke pastorie, die voor iedereen open
staat.
De praeses van de classis Deventer nam
hierna het woord om de hoop uit te spre
ken, dat Ds. Kool zich spoedig thuis en
op zijn plaats zou voelen in de nieuwe
classis.
Ds. Kool van Wierden, sprekende na
mens de ring Rijssen, was verheugd, dat
Ds. Kool het beroep van de Herv. Ge
meente van Rijssen hed ingenomen
Ds. Vos, die als consulent de wijkge-
meente A heeft waargenomen, droeg
deze wijkgemeente nu over aan Ds. Kool.
Ook Ds. Vos hoopte op een goede en
vruchtbare samenwerking, waarna hij
de gemeente verzocht de nieuwe predi
kant toe te zingen Psalm 134 vers 2.
De plechtigheid werd besloten met
een dankwoord van Ds. Kool aan alle
sprekers.
Op de maandag j.l. te Rijssen gehou
den veemarkt werden aangevoerd: 1421
stuks vee, runderen 118, varkens 1303.
Prijzen: 15 vette koeien, eerste kwali
teit van f 3,- tot f 3,20 per kg slachtge-
wicht; 50 melk- en kalfkoeien van f 1000
tot f 1150,- per stuk; 24 pinken van f 600,-
tot f 700,- per stuk; 29 graskalveren van
f 350,- tot f 425,- per stuk; 19 drachtige
zeugen van f 275,- tot f 350,- per stuk;
1284 biggen van f 44,- tot f 55,- p. stuk.
Overzicht handel:
Rundvee: Handel kalm, prijzen onver
anderd.
Zeugen: Handel vlug, prijzen iets ho
ger.
Biggen: Handel kalm, prijzen onveran
derd.