Met drama Rotterdam maakte
een einde aan ongelijke strijd
Velen stierven „Gnadentod" in
Hitler's vernietigingsprogram
Vroeger en nu: Vertroetel de paardekracltten
20 jaren geleden
„Humanitaire*7 overwegingen leidden tot
afschuwelijke moordpartijen
U en Uw voertuig
Niet alleen de mariniers vochten verbeten.
1
Nieuws van het Roode Kruis
Welk een leed de in 1933 in Duitsland aan de macht gekomen
Oostenrijker Adolf Hitler met zijn trawanten over Europa heeft
gebracht met de talrijke concentratiekampen en de uitvoering van
zijn plan tot „Ausmerzung"" van minderwaardig verklaarde rassen:
de Polen, Russen, Joden en zigeuners, is wellicht door zijn „Volks
genossen", op een enkele uitzondering na, nooit gepeild. Toch had
men het kunnen weten. Maar men was volgzaam en blind en hoopte,
ook van het nazi-regiem, er nog graag het beste van.
Rotterdam. De naam van onze belang
rijkste havenstad heeft in de tweede we
reldoorlog tot ver buiten ons land be
kendheid gekregen. En op wat voor ma
nier. De naam kreeg een plaats op de
lugubere lijst van gebombardeerde ste
den: Warschau.Belgrado.Coven
tryLeningrad
Rotterdam, schrikwoord der overwel
digde volken, aanklacht tegen de agressor
werd later het wraakwoord der geallieer
de piloten. En de namen van vele Duitse
steden maakten de lijst ontstellend lang:
HamburgBremenLeipzig
Hannover.Berlijn.noem maar op,
want de naam van Rotterdam kwam voor
op de rekening, die- de Royal Air Force
het „Duizendjarig Rijk" presenteerde.
De totaallijst van tot puinhopen veran
derde steden toont wel de ware aard van
de oorlog en typeert goed de waanzin er
van.
Vroegtijdig doei
Reeds vanaf de eerste uren van de vijf
daagse oorlog hadden de Duitsers het oog
op Rotterdam gevestigd. Voornamelijk als
routepunt van de pantser-divisie, die via
Gennep, Moerdijk en Rotterdam tot in
het Westen van ons land moest doordrin
gen. De brug bij Gennep werd overvallen.
Bij de Moerdijkbruggen daalden de para
chutisten. Waalhaven werd bezet en ook
de Maasbruggen want telkens ging het
om bruggen in ons waterland Ook de
Maasbruggen worden het vroegtijdig
doel van een vijandelijke aanval. Reeds
in de morgen van de eerste oorlogsdag
daalden ettelijke Duitse watervliegtuigen
op de Nieuwe Maas aan beide zijden van
de bruggen. De vijandelijke soldaten za
gen kans ongehinderd met rubberbootjes
aan wal te komen. Zij nestelden zich aan
de uiteinden van de bruggen. Later land
den parachutisten in de buurt van het
Feyenoord-stadion. Zij voegden zich bij
hun kameraden aan de Nieuwe Maas. Na
de verovering van het vliegveld Waalha
ven rukten ook van daar sterke Duitse
afdelingen op in de richting van de Maas.
Spoedig was dan ook het Noordereiland
bezet en van hieruit werd getracht verder
in de havenstad door te dringen.
Tegenaanval
Wat kon hier van Nederlandse zijde
tegen worden gedaan? Zo op het oog niet
veel. Rotterdam had binnen haar muren
wel heel wat troepen, wel 6.000 man.
Maar meest depot-troepen, d.w.z. of sol
daten die slechts kort in dienst waren
sommigen hadden nog nooit met een
geweer geschoten of oudere lichtingen,
zoals het 39ste Regiment Infanterie. Ai
met al kon slechts 1/10 deel tot de „vecht"
soldaten worden gerekend, o.a. de zeer
goed getrainde mariniers.
De commandant) vanj Rotterdam be
schikte niet over een, voor de oorlogsvoe
ring, geschikte staf. Improviseren was dan
ook een vereiste. Nu, dat is dan ook ge
daan. In het begin namen de comman
danten der afzonderlijke afdelingen op
eigen initiatief maatregelen, doeltreffen
de maatregelen. Op de eerste plaats wer
den aanvallen gedaan op de vijand rond
de Maasbruggen. Dit ging vrij vlot, zo
vlot zelfs, dat men nog kans zag vijande
lijke, bemande rubberbootjes, afkomstig
van de watervliegtuigen in de grond te
boren. Genie-soldaten en mafrinieirs
aanvankelijk slechts tien man zuiver
den een aantal huizen van de vijand en
toen zij krachtige steun ontvingen van
een compagnie zware mitrailleurs van het
39ste R.I. bleven slechts enkele gebouwen
in handen van de parachutisten. Inmid
dels werden elders in de stad belangrijke
punten door het Rotterdamse garnizoen
bezet, spoorwegstations, politiebureau,
stadhuis en postkantoor. Op de Veemarkt
concentreerde zich de bevelvoering en zo
werd de verdediging gecoördineerd. Het
oppercommando Generaal Winkelman
dirigeerde aanvullingstroepen naar
Rotterdam en mede daardoor werd de
vijand meer en meer in de verdediging
gedrongen. Maar de vijand had nog geen
enkele reden tot wanhopen, integendeel.
De aanvoer vanaf Waalhaven, waar on
danks artillerievuur /nog steeds Duitse
vliegtuigen landden, duurde voort. Bo
vendien sprak de Duitse luchtmacht een
geducht woordje mee. Tenslotte naderden
met rasse schreden de vijandelijke pant
sertroepen. Moerdijk-Willemsdorp-Dor-
drecht-Zwijndrecht, steeds dichter bij
kwam de gemotoriseerde colonne. Het was
daarom noodzakelijk zo spoedig mogelijk
de Maasbruggen te veroveren en te laten
springen. Er werd bevel gegeven om in
de nacht van 12 op 13 mei de aanval in
te zetten.
Het verhaal van de Mariniers
Voor hetgeen de Nederlandse militai
ren in Rotterdam hebben gepresteerd in
die bewogen mei-dagen, kan men slechts
grote bewondering hebben. Hier immers
vochten het is reeds gezegd onge
trainde of oudere soldaten tegen elite
troepen. Want de Duitse parachutisten
waren speciaal opgeleid voor het uitvoe
ren van het plan tot verovering van de
Maasbruggen. Reeds vanaf november 1939
waren deze Duitse afdelingen in training
voor dit doel. Nimmer verlieten zij hun
kampen, steeds weer oefenden zij voor
deze ene opdracht. De enige afdelingen,
die zich wat training en geoefendheid
betreft gelijkwaardig aan de vijand
konden noemen, waren de mariniers en
matrozen. De torpedobootjager H. Ms. Jan
van Galen heeft, samen met nog wat klei
nere marine-vaartuigen, een belangrijke
rol gespeeld in de strijd om het behoud
van de Maasstad. Zelfs toen Stuka's het
schip tot zinken hadden gebracht, zette
de bemanning de strijd aan de wal voort.
En ook bij de aanval op de Maasbruggen
later dan het pian was -ondernomen
in de ochtend van de 13e mei, waren het
mariniers, die er in slaagden de brug te
bereiken, want een vijftal hunner zag
kans, zich onder de bruggen schuil te
houden. Van hieruit vuurden ze dag en
nacht op de vijand.Dit sluipschuttersvuur,
maakte grote indruk op de Duitsers.
Steeds weer vielen er slachtoffers. Men
wist niet waar de tegenstander zat. Ner
gens was men veilig. Het waren deze vijf
mariniers, die voor hun befaamde onder
deel geschiedenis maakten. Hun moedig
standhouden toonde weer eens het hoge
moreel en de opofferingsgezindheid van
dit keurkorps. Ze zijn er zowaar nog heel
huids van af gekomen ook
Door dit neer te schrijven wordt niets
tekort gedaan aan de waardering die er
moet zijn voor de houding der andere
verdedigers. Het zijn niet alleen de mari
niers geweest, die het uiterste gaven. De
hopeloze situatie, waarin ons land kwam
te verkeren na de val van de Grebbeberg
en door het oprukken der Duitsers in
Noord-Brabant noopte echter tot het ope
nen van onderhandelingen met de Duit
sers. Toen er reeds met de vijand werd
gesproken, kwam het bombardement. On
gehinderd, als gold het een oefening, lie
ten de talloze vliegtuigen hun bommen
vallen. Rotterdam ging in vlammen op.
Deze misdaad deed de capitulatie ver
snellen, maakte een definitief einde aan
een ongelijke strijd van vijf dagen....
nog vijf jaren van leed zouden volgen.
Het Nederlandse klimaat laat ons nogal
eens in de steek en dan is een gewatteer
de peignoir heel wat prettiger om te dra
gen dan een dunne nylon dito. Overigens
is in elk geval een gemakkelijk wasbaar
exemplaar aan te bevelen. Modekleuren:
lichtgeel, lila en groen.
Foto: „Modenieuws" (Jack P. de Klerk)
S*SV'-"
A.
De zomer nadert snel.
Al aan de vakantietijd gedacht? Naar bos,
hei, strand of duinen?
Vooral de jongelui dromen er soms al
van. Zoals dit vrolijke, gezonde meisje
met haar strandbal.
Was het maar zo ver!
Foto: „Modenieuws" (Jack P. de Klerk)
De Wellfare-afdeling van het Ned. Roode
Kruis te Rijssen houdt tot maandag 23
mei een tentoonstelling van artikelen,
welke door langdurige zieken zijn vervaar
digd in een der etalages an de heer H. ter
Horst, levensmiddelenbedrijf in de Grote
straat.
Wellfare-arbeid beoogt werk te geven
aan hen, die door invaliditeit aan bed en
stoel zijn gekluisterd.
De tentoongestelde artikelen zijn tegen
lage prijs te koop.
Het bestuur van het Roode Kruis roept
de Rijssense bevolking op, door het kopen
van deze artikelen het welslagen van het
Wellfare-werk te bevorderen.
Er zijn tijden geweest,
waarin sierlijke karossen,
ohars-a-bancs, berliners,
diligences en hoe - ze - ver-
der-geheten-mogen-heb
ben, het verkeer op 's we
relds wegen gaande hiel
den. De tijd van schette
rende trompetfanfares,
van fraai uitgedoste postil
jons en van in stofwolken
gehulde reisromantiek.
Haast - die gril waar wij
tegenwoordig allemaal aan
lijden - kende niemand en
er was altijd gelegenheid
om van tijd tot tijd faalt te
houden en het stof van de
tong weg te spoelen met
een frisse drank. Die be
hoefte om te „restaureren"
is door de eeuwen heen
gebleven en zal wel altijd
blijven ook, maar het van
tijd tot tijd doen stoppen
van de koetsen was niet
alléén om de dorst te kun
nen lessen. Onze voorou
ders verstonden immers
de kunst om het nuttige
met 't aangename te com
bineren. Er werd niet al
leen figuurlijk maar óók
letterlijk „uitgespannen"....
Er bestonden in vroeger
eeuwen talloze voorschrif
ten, die het verkeer met de
paardentractie regelden.
Daaronder waren er ook,
die bepaalden, dat de
paarden na het afleggen
van een bepaald traject
gewisseld moesten wor
den. Dat gebeurde dan bij
de „uitspanning", meestal
tegelijk het officiële plaat
selijke poststation Daar
wachtten de bezwete paar
den een warme stal en een
Op maandag 30 april 1945, 56 jaar oud, stak Adolf Hitler de loop van een pistool
in zijn mond en vuurde. Enkele uren later verteerden de laatste hectoliters
benzine van het „Derde Rijk" de resten van een man die, als géén tyran vóór
hem, een bloedig spoor door de geschiedenis had geploegd. In een orgie van
moord en zelfmoord beëindigden de leiders van nazi-Duitsland hun aandeel aan
de historie. Sindsdien wordt er nog praktisch dagelijks geschreven in het logboek
van de Duitse schande, waarbij de verbijstering over wat er in Hitler-Duitsland
is geschied blijft bestaan, terwijl daarnaast de vraag rijst hoe het mogelijk was
dat aan Hitler's misdadige politiek geen halt werd toegeroepen door goedwillende
en weldenkende Duitsers. Hebben zij dan nooit het eigen huis willen reinigen, al
die jaren? Bestonden zij eigenlijk wel? Het propaganda-apparaat van Hitiers
partij heeft de openbare mening in de wereld op dit punt even stellig en handig
misleid als op ander gebied. Het beeld dat Göhbels' ministerie, het „Promi", ophing
van nazi-Duitsland, was dat van een volk dat onverdeeld achter zijn Fiihrer
stond en hem volgde, zowel naar het slagveld als naar de Gestapo-kelders, steeds
instemmend „Sieg, Heil!" roepend.
flinke portie haver. Daar
werd gewreven en geros
kamd. Want in de zorg
voor het paard lag de ga
rantie voor een vlotte en
veilige reis.
In een van de oudste „ver
keersreglementen" ter we
reld - een t.b.v. Dschingis
Kan (1155-1277) uitgevaar-
dige aziatisohe post- en
wegenwet - was bepaald,
dat aan de poststations
(die één dagreis uit elkaar
waren gelegen) steeds een
twintigtal goed onderhou
den paarden gereed moest
staan.
Aan de door Napoleon ge
baande Simplon-route wa
ren 12 „relais-stations"
voor het wisselen en on
derhouden van de paarden.
De zorg voor het gereed
hebben van goed onder
houden paarden was geen
sinecure, vooral wanneer
vorsten op reis gingen.
Toen de Keizerin van Rus
land met groot gevolg in
1858 naar Italië reisde kre
gen de postmeesters aan
de route de opdracht te
zorgen voor 152 „verse"
paarden bij elke officiële
uitspanning
Tempora Mutantur. De tij
den zijn veranderd. Voor
de enkele paardekraeht
zijn er honderden „ver
pakt" in chroom en staal -
teruggekomen. De uitspan
ningen zijn gebleven, maar
uitgespannen in de letter
lijke zin des woords is er
niet meer bij. En er is
niemand die voor deze
chroompaardjes verplichte
rustuurtjes voorschrijft.
Roskammen is (nog) niet
bij de wet verplicht en het
zal niemand een zorg zijn
of onze wegen bevolkt
worden met bezwete paar-
dekrachten. Pas als er ver
moeidheidsverschijnselen
beginnen op te treden,
wordt het een zaak, die de
aandacht trekt. Maar zó
ver lieten onze voorouders
het niet komen. En wij?
Zijn WIJ van de vroege
ochtend tot de late avond
bezorgd voor de staat
waarin onze „paardekrach-
ten" verkeren?
Is een afgesleten autoband
voor ons evenzeer een re
den om „uit te spannen"
als een afgesleten paarde-
hoef in het verleden? Gun
nen wij onze auto ook van
tijd tot tijd de rust en de
verzorging, die hij nodig
heeft?
Onderhoud, regelmatig on
derhoud van onze auto,
motor, scooter of (brom)-
fiets is voor de veiligheid
nog van véél groter bete
kenis dan de zorg voor het
paard in vroeger eeuwen.
Het van tijd tot tijd ver
troetelen van de paarden
was toen een vanzelfspre
kendheid. Laat het dat ook
voor ons zijn. Want - hoe
veel er ook veranderd is in
de loop der eeuwen - nog
altijd geldt, dat „veiligheid
vóór alles" gaat
Publicatie van het
Verbond voor
Veilig Verkeer.
Het leed is echter ook aan hen niet
voorbijgegaan. Zelfs Duitsers waren in
Hitiers vernietigingsprogram opgenomen,
althans een bepaalde groep: de, naar men
selijke maatstaf gerekend, ongeneeslijk
zieken.
Reeds op 14 juli van het jaar 1933 werd
een wet „zur Verhütung erbkranken
Nachwuchses" aangekondigd. Men wilde
een jong geslacht van erfelijk zieken voor
komen. En om dit te bereiken, wilde men
alle „ongewenste zieken" die geen nuttige
functie in de maatschappij vervulden en
waaraan „onnodige" en. wellicht overdre
ven zorgen werden besteed in de verpleeg
inrichtingen voor geestes- en zenuwzie
ken, een pijnloze dood („Gnadentod") la
ten sterven. Op persoonlijk bevel van Hit-
Ier, dat strikt geheim moest worden ge
houden, werd op de dag dat het Duitse
leger Polen binnenrukte, 1 september '39,
met dit z.g. „Euthanasieprogramm" een
begin gemaakt, blijkens het volgende be
richt:
„Rijksleider Bouhler en, Dr. Brandt ont
vangen onder verantwoordelijkheid aan
mij opdracht, de bevoegdheden van met
name aan te wijzen artsen zo uit te brei
den, dat zieken, die naar menselijk oor
deel ongeneeslijk zijn, na een zorgvuldige
beoordeling van hun ziektetoestand, de
„Gnadentod" kan worden toegestaan".
AANMELDINGSFORMULIEREN
Al spoedig waaierden vanuit het mini
sterie van binnenlandse zaken aanmel
dingsformulieren over het hele land naar
de inrichtingen voor geestes- en zenuw
zieken, aanmeldingsformulieren, die „met
het oog op een economischer organisatie
der inrichtingen", uiteraard volledig inge
vuld, voor december 1939 weer aan de mi
nister van binnenlandse zaken moesten
worden teruggezonden en waarop o.a.
moest v/orden vermeld, welk soort pa-
tienten werd verpleegd: lijders aan schi
zofrenie, epilepsie, ouderdomsziekten,
zwakzinnigen eiïz. en welke patiënten niet
van Duitse nationaliteit waren of niet
van Duits of daarmee verwant bloed. En,
argeloos als men was, men vulde in
In Grafeneck enl op vele andere plaatsen
werden crematoria geïnstalleerd. Perso
neel werd onder de strengste geheimhou
ding aangetrokken en naar de „reorgani
satie-inrichtingen" overgebracht. Een ver
pleegster vertelt daarover: In 1939
kreeg ik een oproep van de commissaris
van politie, mij op 4 jan. 1940 op het mi
nisterie van binnenlandse zaken te mel
den. Daar was een gezelschap bijeen van
22 a 23 man, die werden toegesproken
door een zekere Blankenburg. Hij zette
uiteen, dat het belangrijk was het Eutha
nasieprogramma geheim te houden en ver
klaarde, dat de Fiihrer een wet op de
Euthanasie had uitgewerkt, die in ver
band met de oorlog niet mocht worden
gepubliceerd. Wij moesten onder ede ver
klaren, hierover te zullen zwijgen en. Blan
kenburg maakte ons erop attent, dat eed
breuk met de dood zou worden gestraft....
Na afloop reden wij naar het slot Grafen
eck, waar de directeur van deze inrich
ting ons ontving".
Intussen stroomden de eerste aanmel
dingsformulieren reeds binnen. De schif
ting kon beginnen en de „Verlegung",
want de verpleeginrichtingen kregen y(a
hun opgaven van de rijksdefensie-commis
saris bericht, dat de opgegeven verpleeg
den naar „andere inrichtingen" zouden
worden overgebracht; welke werd nie!j
meegedeeld. Een van die „andere inrich
tingen" was Grafeneck, waar sinds kort
een crematorium was opgebouwd
ONGERUSTHEID
Het Duitse volk sliep evenwel nog de
slaap des gerusten. Maar toch ook niet zo
heel lang; een enkeling werd wakker. Het
eerst bij de verpleeginrichtingen. Daar
kreeg men namelijk korte tijd later de
mededeling, dat de naar elders overge
brachte patiënten waren gestorven. Hoe
kon dat nu opeens? Ongerustheid maakte
zich van hen meester en deze nam toe,
naarmate plotseling meer rouwadverten
ties in de kranten verschenen!, die nage
noeg alle van dezelfde inhoud waren:
„Wij ontvingen de droeve tijding van
het plotselinge overlijden van onze
enige zoon B. S. De verassing heeft
reeds te Grafeneck in Württemberg
plaats gehad".
Dit was op zijn minst merkwaardig.
Ouders, die het dan ook niet helemaal
vertrouwden, wendden zich tot de plaat
selijke gerechtelijke instanties om inlich
tingen en deze op hun beurt weer tot de
minister van justitie. Tevergeefs. Het
Enthanasie-programm was geheim en
moest geheim blijven. Niettemin greep de
onzekerzeid al meer om zich heen, vooral
toen ook de organisatie niet helemaal
bleek te kloppen. Het schijnt, dat sommi
ge van de met de „Verlegung" belaste
commissies overhaast zijn tewerk gegaan.
Zo gebeurde het, dat een familie 2 urnen
met as werden toegezonden. Eén overlij
densbericht gaf als doodsoorzaak blinde
darmontsteking aan, terwijl de betreffen
de patient al 10 jaar geleden aan zijn
blindedarm was geopereerd. Ook kreeg
een familie bericht van overlijden van
een vrouw, die zich nog in de inrichting
voor geesteszieker* bleek te bevinden en
lichamelijk op dat moment nog een goede
gezondheid genoot.
„MORDKISTE"
De ongerustheid werd algemeen. Ge
ruchten drongen overal door en vooral in
de plaatsen, waar de crematoria zich be
vonden, wist men vrijwel zeker wat er in
werkelijkheid gebeurde. De grijze auto
van de S.S., die de verpleegden, bestemd
om te worden vermoord, aanvoerde, werd
een bekende verschijning. Schoolkinderen
uit die omgeving riepen, wanneer zo'n wa
gen in zicht was: „Daar komt weer een
„Mordkiste".
Dat kon zo niet doorgaan. Hier en daar
kwamen nu ook enkele protesten van ker
kelijke en andere zijde tegen de gang van
zaken. Het „Euthanasie-programm" was
geen geheim meer. En men begreep, dat
er iets gedaan moest worden om de onge
rustheid weg te nemen. Zelfs Himmler
liet zich in deze zin uit. In augustus gaf
Hitier dan ook bevel de operatie „Verle
gung" stop te zetten.
Het vaderland kon weer gerust zijn....
Maar de „Ausmerzung" ging door. De
crematoria bleven roken, zij het ook dat
ze, ter misleiding van het Duitse volk,
naar het Oosten werden verplaatst.
VERKEERD UITGANGSPUNT
Het nationaal-socialisme met zijn waan
zinnige ideeën is neergeslagen en, naar
wij hopen, definitief. Aan de gruwelijke
moordpartijen is een einde gekomen en
de bedrijvers ervan zijn hun gerechte
straf niet ontkomen, moordenaars, die
echter niet louter fanatici waren. Waren
Hitier en zijn S.S. van plan een zuiver
Duits ras te kweken en het minderwaar
dige uit te roeien, zij werden althans in
het „Euthanasieprogramm" onvoorwaar
delijk gesteund door medici als Dr.
Brandt, die voor het gerechtshof verklaar
de, overtuigd te zijn van de juistheid van
zijn handelen. Dat lijkt wellicht absurd,
maar dat is het nochtans niet. Uit zijn
verdediging, waarin hij meer dan eens
Hippocrates citeert, blijkt zonneklaar, dat
zijn ganse denken op dit vlak stoelt op
natuurwetenschappelijke basis. En wan
neer men dit als uitgangspunt neemt, dan
kan het niet anders of men komt tot
moorden als in het Derde Dijk hebben
plaats gehad uit humanitaire overwegin
gen. Deze medische opvatting kwam Hit-
Ier c.s. wel van pas. Met te meer vreugde
gingen ze zelfs tot uitvoering van hun
plannen over. Zij wisten de wetenschap
immers achter zich.
Dat deze wetenschap zo verderfelijk
was, heeft men in Duitsland kennelijk
nooit gepeild. Er is ook geen enkel ver
weer tegen, dan dat van het Woords Gods.
En dat had men blijkbaar alleen voor het
„kerkelijk erf" gereserveerd. Daarom was
men zo argeloos en is een haastig ver
derf hun overkomen.