Nederlandse successen in een verloren strijd I KLACHTENBOEK „TOEN... 1940-1945" boek over oorlog en bezetting Onderhoud is zelfbehoud EEN öammelf Auto 20 jaren geleden Lenin zei het zelf: Stalin ruw, grillig en onverdraagzaam BURGERLIJKE STAND Tweede druk al in voorbereiding U en Uw voertuig M - IS EEN RIJDENDE DOODKIST Ook in de moderne oorlog speelt persoonlijke moed nog een rol "wk.f Verbond voor veilig verkeer Vaak wordt er beweerd, dat bij de mo derne oorlogsvoering het persoonlijk ele ment niet in het geding komt. Of, een voudiger gezegd, dat door het gebruik van hedendaagse vernietigingsmiddelen alleen dat leger zal winnen, dat het beste is uit gerust en het sterkst is bewapend. „Te genwoordig schieten ze op een onzicht bare vijand", is dan het gezegde. Daar is veel van waar, maar telkens is in de tweede wereldoorlog bewezen, dat moed, beleid en trouw, om deze drie overbe kende woorden weer eens te gebruiken, vaak van invloed zijn geweest op het ver loop van de veldslag. Dit was ook het geval tijdens de 5 meidagen van het jaar 1940. Van 10 tot 15 mei, die vreemde da gen, waaraan de oudere lezers met ge mengde gevoelens zullen terugdenken. Met gemengde gevoelens, omdat alles toen tegenliep, alles verraden scheen en onze nationale trots een gevoelige klap kreeg. Een wanhopige strijd, een verlo ren oorlog. Toch zijn er in die dagen Ne derlandse successen geboekt en kan aan Nerderlandse soldaten, die toen vochten, lof worden toegezwaaid. Getrouw tot in den dood De strijd op de Grebbeberg is in volle gang. Reeds zijn de Duitsers hier en daar doorgebroken. Zij trachten door omtrek kende bewegingen de zich nog verdedi gende afdelingen door omsingeling te li quideren. Bij de Nederlanders is het con tact tussen commandanten en troepen ver broken. In een landhuis, vlak bij het hotel „De Grebbeberg" is de commandopost van het eerste bataljon van het achtste R.I. gevestigd. Een majoor, drie kapiteins en een achttal soldaten vormen de gehele be zetting. Zij weten, dat de toestand ernstig is, dat de vijand tot ver naar achteren is doorgedrongen. Niemand denkt echter aan terugtrekken. En als, toch nog onver wachts, het landhuis van drie kanten wordt aangevallen, denkt niemand aan overgave. Met alle beschikbare wapens wordt de vijand van het lijf gehouden. Een lichte mitrailleur raakt onklaar. De serre van het huis moet worden ont ruimd. Reeds zijn er gesneuvelden. Dan trekt de kleine, dappere groep zich terug in de achterkamer en op zolder. Zuinig heid met de munitie is geboden. Dit geldt echter niet voor de aanvallers, die zelfs mortieren tegen de geïsoleerde comman dopost inzetten. Toch houdt men stand. Het goed gerichte vuur doet aanvaller na aanvaller neerstorten. Maar ook de man nen in het landhuis lijden verliezen. Een kapitein wordt gewond, op de bovenver dieping vallen soldaten neer. Langzaam maar met angstige zekerheid raakt de munitie op. Tenslotte is het pistool het enige wapen waarmee kan worden ge schoten. Even is er een stilte. De stilte voor het einde. De laatste kogel is ver- De nieuwe biografie van Lenin, die bin nenkort in Moskou zal verschijnen, zal kritiek op Stalin bevatten „volgens de lijnen, aangegeven door de grote Sovjet encyclopedie en de jongste geschiedenis van de Russische communistische partij". Dit blijkt uit een uittreksel van de bio grafie, zondag gepubliceerd door het blad „Sovjetskaja Rossija". Hierin wordt opgemerkt dat Lenin met nadruk heeft gewezen op de negatieve kanten van Stalins karakter, n.l. zijn ruwheid, grilligheid en onverdraagzaam heid. Het blad geeft bijzonderheden uit de beroemde brief van Lenin aan het par tijcongres van 1924, waarin hij uiting geeft aan zijn bezorgdheid over de machtsconcentratie in Stalins handen na diens benoeming tot algemeen secretaris van de Russische communistische partij en voorstelt Stalin te vervangen. In 't uittreksel wordt voorts gezegd dat Stalin in het begin van zijn carrière een belangrijke rol speelde in de strijd tegen de vijanden van het Leninisme, doch la ter de door Lenin aangegeven normen schond, de persoonsverheerlijking bevor derde en het socialistische recht ver krachtte. Geboren: Egbert, zv H. Troost en H. Peters, Vennekesgaarden 18. Janetta, dv J. H. ten Bolscher en J. Dommerholt, Graaf Ottostraat 15. Gerard, zv H. J. San derman en E. Jansen, Molendijk 31. Ondertrouwd: Hendrikus Lohuis, 26 j., Rijssen, Walstraat 38 en Manna Ligten- berg, 24 jr., Rijssen ,Bleekstraat 23. Hermannus Poortman, 24 jr., Rijssen, Mo lenstraat 30 en Anna Haase, 21 jr., Rijs sen, Baankamp 15. Gehuwd: Johannes Marinus Musch, 28 jr. en Irene Gijsbers, 19 jr., Rijssen, En terstraat 7. Hendrikus van Heek, 27 jr. en Henriëtte Geertruida Luehof, 23 jr., Rijssen. Kattenhaarsweg 37. Hen drikus Boerman, 25 jr. en Hendrika Baan, 27 jr., Rijssen, Holtentorensweg 9. Gerrit Jan Tijhuis, 26 jr. en Johanna ten Hove, 24 jr., Rijssen, Weth, H. H. Korteboslaan 125a. Overleden: Berend Jan Nijland, 77 j., weduwnaar van A. Hammers, Esstraat 35. schoten. De bevelvoerende majoor dankt met enkele woorden de overgebleven sol daten voor hun moed. Een der aanwezi gen deelt de laatste verkreukelde sigaret ten rond. Dan klinkt buiten een fluit signaal, er volgt een ontploffing, de laat ste stormaanval.Slechts een paar we ten, gewond, te ontsnappen. De majoor vindt de dood Geef ons de middelen „Geef ons de middelen en wij zullen het werk doenDeze woorden van de grote oorlogsleider Churchill golden ook voor onze soldaten. Deze middelen echter ontbraken vrijwel geheel. De bewapening was onvoldoende en verouderd en de ver dedigingswerken waren te zwak om een bombardement te doorstaan. Dit gaf de soldaten een gevoel van minderwaardig heid en onzekerheid. Daar stond tegen over, dat de zeer goed getrainde tegen stander over zeer modern materiaal be schikte en ruim gebruik kon maken van een superieure luchtmacht. De agressieve piloten konden dan ook met succes de aanvallende grondtroepen ondersteunen. Maar niet overal was dit succes verzekerd. Op de 12e mei probeerden Duitse vliegers tevergeefs de betonkazematten op de af sluitdijk te vernietigen. De Nederlandse verdedigers denken aan de zwakke stel lingen bij Wons, waar ze pas zijn uitge- bombardeerd. Daarbij vergeleken zijn de zware fortificaties van Kornwerderzand, waar ze nu in stelling zijn, zo veilig als Abrahams schoot. Zelfs de zwaarste aan vallen worden doorstaan. De nacht daar op versterkt een peloton lucthdoel-mi- trailleurs de defensie. Daarom probeert de Duitser het maar eens met artillerie. Het resultaat van deze beschieting is echter gelijk aan dat van de vliegtuigaanval- lennihil. Het moreel van de Neder landers stijgt met de tijd. Hier voelen de soldaten zich niet langer de minderwaar digen. Hier is moderne bewapening en doeltreffende bescherming. Het is dan ook geen wonder, dat een vijandelijke storm aanval bloedig wordt afgeslagen. Het toe stormende regiment wordt gedecimeerd. De vijand geeft het niet op. Nogmaals wordt artillerie ingezet. Maar ook de ver dediging wordt steeds sterker. De kanon neerboot „Johan Maurits van Nassau" mengt zich in de strijd. Het schip ligt in de Vliestroom en moet dus van veraf schieten. Maar het vanuit de voorposten gecorrigeerde vuur ligt zo goed, dat de Duitse kanonnen tot zwijgen worden ge bracht. Het is de Duitser dan ook niet gelukt de afsluitdijk te veroveren. De al gehele capitulatie maakt een eind aan de gevechten. Met verbeten woede hijst de bezetting de witte vlag. Duidelijker dan waar ook is hier aangetoond, dat, wan neer de middelen er zijn, de Nederlandse soldaten het werk zullen doen. Hier werd de zo vechtlustige vijand een halt toege roepen. De middelenzij waren zo schaars. Ligt uw badpakje al klaar voor de zo mer? Het duurt niet lang meer, of het is zo ver. Kies een model, dat uw figuur zo gunstig en toch zo beschaafd mogelijk doet uitkomen. Op dit plaatje een slank makend model in licht- en donkergroen. (Foto: „Modenieuws"). Vanaf heden zal bij de Nederlandse boekhandel het herdenkingsboek „Toen 19401945" verkrijgbaar zijn, een selec tie van foto's en gedichten over de oorlog en de bezettingstijd. Het is een uitgave van de Staatsdrukkerij, in opdracht van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumen tatie ter gelegenheid van de nationale herdenking in mei a.s. Het boek is sa mengesteld door mej. Lidya Winkel, dr. L. de Jong, directeur van het instituut, voorzag het van een toelichting en Dick Elffers, gaf hef zijn uiteindelijke vorm. „Dit boek is in het bijzonder bedoeld voor 't Nederlandse huisgezin. Het is een eerlijk boek, maar niet al te gruwelijk. We hebben niet het accent willen leg gen op de wreedheden, die zich in de oor log hebben voorgedaan. In elk gezin moe ten de ouders dit boek met hun kinderen kunnen doorbladeren, opdat ook de kin deren goed zullen weten in welk een we reld wij in de jaren van 1933 tot 1945 heb ben geleefd en wat er zit in de aard van de mens. Wij hebben er naar gestreefd de oor log en bezetting in hun meest essentiële aspecten te laten herbeleven". Met deze woorden introduceerde dr. L. de Jong tij dens een persconferentie deze uitgave, waarvan de eerste oplage van 40.000 exemplaren volgens dr. de Jong een niet gering aantal voor Nederland een maand geleden reeds in zijn geheel door de boekhandel is afgenomen en aan de tweede druk (30.000 stuks) wordt met man en macht gewerkt. Uit een collectie van. ruim 100.000 foto's, waarover het in stituut voor oorlogsdocumentatie be schikt, heeft mej. Lidya Winkel een keu ze gemaakt. Enkele foto's zijn reeds be7 kend, maar veruit de meeste foto's die in het boek zijn opgenomen worden hiermee voor het eerst gepubliceerd. Dit geldt ook voor de gedichten, die alle in de oor log zijn ontstaan en waarvan vele nooit eerder werden gepubliceerd. Ook hebben de samenstellers er bewust naar gestreefd op de gebeurtenissen tijdens de oorlog in Ned. Oost-Indië het licht te doen vallen. De stichting 1940—1945 heeft dit boek uitgekozen als geschenk aan alle 8000 ge zinnen, waarin de verzorgden van de stichting zijn te vinden. Onlangs heeft de ANVV de alarmklok geluid. Dat doet zij niet vaak en dat is ook begrijpelijk. Want de ANVV is er om de goede dingen van Nederland te etaleren en niet de verkeerde. Wanneer zij zich dus met een uitvoerige circulaire tot ver schillende organen heeft gericht over de vervuiling van Nederland is daar zeker aanleiding toe. Uit de stroom van inge zonden stukken in de dagbladpers is trouwens wel gebleken, dat de vervuiling van „zindelijk Neder land" een bijzonder aktueel onderwerp is. Vooral de honden-op-de-trottoirs moeten het ontgelden, hetgeen natuurlijk weer reakties uitlokt van lieden, die menen dat kritiek op het gedrag van hun hond een soort anti-dieren-mentaliteit inhoudt. Volkomen ten onrechte natuurlijk. Ofschoon het een gevaarlijke zaak is de verkeerde eigenschappen van een volk in eigen kring te etaleren, kan van tijd tot tijd wat zelfkritiek zeker geen kwaad. En voor zulk een zelfkritiek bestaat in ons eigen land alle aanleiding. Dat heeft in wezen niets te maken met de typisch Ne derlandse neiging alles wat het buiten land betreft te idealiseren. Neen, zelfkri tiek in ons land is nodig, omdat wij aller wegen een afglijden naar het platvloerse moeten vaststellen. De vervuiling, die de ANVV signaleerde, is slechts één ver schijnsel, maar in feite is dat maar één klacht uit het nogal welgevulde klachten- boek van en over het Nederlandse volk. Laten we beginnen met het gedrag der jongelui in onze openbare vervoermidde len. Het is voor buitenlanders onbegrij pelijk met welk een vlegelachtigheid de jonge dametjes en heertjes van omstreeks 1315 jaar zich daar gedragen. Onbegrij pelijk ook hoe het meer volwassen pu- bliëk dat accepteert en waarom het per soneel nooit ingrijpt. Het gedrag van deze jeugdvlegeltjes heeft kennelijk niets te maken met op voeding en opleiding. Want wij hebben onlangs vrij regelmatig gebruik gemaakt van een tramlijn, die jongens en meisjes van een vrij kostbaar lyceum vervoerde en daarbij moeten vaststellen, dat het gedrag van deze „teenagers" geen haar beter was dan dat van jongelui van tech nische scholen uit een volkswijk. Het te kort aan opvoeding doet zich dus kenne lijk voor in alle milieu's. Over het verkeer kan men kort zijn. Geen buitenlander begrijpt er iets van. Onder automobilisten mogen dan vele en grote vlegels schuilen, onder fietsers en bromfietsers komen zij minstens in de zelfde mate voor en zij profiteren bo vendien van hun totale anonimiteit, aan gevuld met hun massaliteit. Ongeacht welke fout een fietser maakt, ongeacht ook welke ongelukken hij veroorzaakt, vaak is hij in de massa niet te achterha len. Onze verkeersregels worden zeer bewust met de voeten getre den, evenals de voorschriften met betrek king tot de maximumsnelheid in de ste den. En er moge dan een maximumsnel heid bestaan voor bromfietsers, geen sterveling stoort zich eraan. En verkeert U wel eens in de noodzaak ook 's nachts „langs de weg" te zijn? Nu, dan kunt U Uw plezier wel op met al die wegpiraten. die er maar op los verblinden, of met „kruiselings gekoppelde lampen" rijden, of zonder deugdelijke achterlichten. En fin, noemt U zelf maar op. Commentaar van de politie: te weinig personeel. En daarmee heet de kous dan af te zijn. In ons klachtenboek mag een enkele opmerking over het bedelen niet ontbre ken. Het is moeilijk om in onze grote ste den op een der gezellige terrassen te zit ten, zonder om de haverklap lastig te worden gevallen door allerhande bede laars. Daartegen helpt natuurlijk maar één enkele remedie: geef deze lieden niets, dan komen ze niet meer terug. Maar het afstropen van terrassen schijnt nog een zodanige lucratieve be zigheid te zijn, zelfs in onze „welvaarts staat" en de neiging om door middel van een muntstuk van het gezeur af te zijn nog zo groot, dat ook hiertegen geen kruid is gewassen. Maar dat het op de buitenlander een ellendige indruk maakt, weten we uit ervaring. Het is beslist geen prettig visitekaartje voor ons land en het vergalt voor velen het anders zo prettige zitje-in-de-zon. Dezer dagen lazen we in een Amster dams blad een artikel, waarin tot uiting kwam, dat Nederlanders ook tegenover elkaar zo uitzonderlijk vlegelachtig kun nen zijn. Wij zijn het daarmee eens. Kijk bijvoorbeeld eens, hoe „men" zich ge draagt op een drukke dansvloer, of op het water op een druk bezeilde plas, in het zwembad, kortom, overal, waar veel mensen bij elkaar zijn. Het lijkt wel, of men er daar op uit is elkander het leven zo zuur mogelijk te maken. Lees de politierapporten over drukbezochte punten, zoals bijv. het be kende „Amsterdamse Bos" en Uw haren rijzen te berge. Nog onlangs werden en kele „jongelui" voor de vierschaar ge leid, omdat ze „voor-de-lol" een jong meisje in 't water hadden gesmeten! Het kind verdonk weliswaar niet, maar had „alleen maar" een hersenschudding. Bij het lezen van dergelijke verhalen begint men heftig terug te verlangen naar de tijd van de lijfstraffen. Het gaat niet om het vullen van het klachtenboek, maar om het vinden van een remedie tegen de steeds slechter wor dende opvoeding van de opgroeiende ge neratie. Wij menen, dat het hier op twee punten schort: aan de ene kant wordt er steeds minder aandacht besteed aan ge drag en opvoeding en anderzijds kan men in ons land veel te veel kwalijke dingen ongestraft doen. Wij geloven dan ook, dat hier een grote taak is weggelegd voor ouders, onderwijzers en andere op voeders, waartoe wij b.v. ook de leger auto riteiten rekenen. En anderzijds me nen wij, dat wij geen volk zijn, dat uit sluitend met nylonhandschoenen moet worden aangepakt. Het hoofdstedelijke „nozemprobleem" was van de ene dag op de andere opgelost, toen de zachtzinnig heid voor de hardhandigheid week. Het plezier was er toen volkomen af. Dat er iets gedaan moet worden en niet al leen tegen de vervuiling van ons land staat voor ons vast. Alleen dan is er kans dat het klachtenboek blanco bladzijden gaat bevatten. („Horeca"). Zelfbehoud is een van die nuttige doeleinden, waarop talloze van onze instinctie ve handelingen gericht zijn. Wij kennen allemaal de onbewuste reflexbewe gingen, als bijv. het weg trekken van de hand, wan neer wij een vinger bran den of het maken van een afweerbeweging voor een vuist, die wij op ons hoofd zien neerdalen. Bij jonge kinderen is het duidelijk te zien hoe zij het hoofd afwenden, zodra de kap per met zijn schaar in de buurt komt. Wie gaat val len, tracht min of meer instinctief nog een steun punt te grijpen. Zo zijn er tientallen voorbeelden van bewegingen en handelin gen in ons leven, die op zelfbehoud gericht zijn en voortspruit uit wat met 'n vage term: 's mensen in stinct wordt genoemd. Nu leert de werkelijkheid wel dat het gevaarlijk is om al te veel op deze op zelfbehoud gerichte in stincten te vertrouwen en dat het bepaald niet ver standig is te zeggen „laat maar waaien, als de nood aan de man komt, heb ik altijd nog mijn instinct tot zelfbehoud". Dit geldt zeker óók in het verkeer. De voetganger, die oversteekt zonder op of om te zien en waarvoor met veel remgepiep een auto nog nét kan inhou den, zal met een instinc- tieve sprong zijn leven trachten te redden. De automobilist, die wegrijdt, wetende dat een van zijn banden tot de draad ver sleten is, zal misschien denken: „als er wat ge beurt, zal mijn instinct tot zelfbehoud mij wel een handje helpen om de wa- gen op de weg te houden en tot stilstand te bren gen". En hoeveel fietsers rijden er zonder een be hoorlijk achterlicht, den kend: „ik spring er nog wel af als het verkeerd gaat"? Bedenkelijke uit gangpunten voor wegge bruikers, die zichzelf èn hun medemens respecte ren. Want door hun zorge loosheid spelen zij hoog spel met de inzet, die zij zichzelf niet of niet vol doende bewust zijn. Beter dan te vertrouwen - v - A'-V' bV'-;.--: - - - *ty-u.'A RAADGEVINGEN van ons VEILIG - VERKEERSMANNET JE Wouter Wegwijs Niet iedere automobilist is een auto technicus. Er behoeft maar weinig te haperen aan de rem- of stuurinstallatie en uw wagen kan plotseling veranderen in een onbestuurbaar voortstuivend moordwapen, dat uw en andermans leven in gevaar brengt. Laat het niet zover ko men, dat uw auto verandert in een rij dende doodkist. Stap regelmatig naar de garage. Luister naar de raad van Veilig- Verkeersmannetje Wouter Wegwijs: on derhoud is zelfbehoud. op „noodsprongen", die al dan niet uit zucht naar zelfbehoud voortspruiten, is het te zorgen dat die noodsprongen overbodig zijn. Bij het weggedrag van de weggebruiker - on verschillig of hij op wielen of op schoenen aan het verkeer deelneemt - zullen „noodsprongen" nooit he lemaal kunnen verdwij nen. In de steeds wisselen de aktuele situatie op de weg, die altijd weer een snelle èn goede beslissing vraagt, blijft een mens een mens, dus feilbaar. De feil loze weggebruiker moet waarschijnlijk nog geboren worden. Maar anders ligt het bij onze vervoermiddelen. Daar kunnen wij regelma tig en in alle gemoedsrust ons voorbereiden door te zorgen voor een feilloze staat van onderhoud. Daar liggen de meeste kansen èn mogelijkheden om noodsprongen te helpen voorkomen. Wie daarvan de noodzaak inziet en het in praktijk brengt door z'n auto, motor, scooter, fiets of bromfiets van tijd tot tijd onder de loep te ne men of beter nog: te laten nemen, is zich bewust zijn instinct tot zelfbehoud in praktijk te brengen. Want zo ergens, dan geldt hier: onderhoud IS zelfbehoud. Publicatie van het Verbond voor Veilig Verkeer.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1960 | | pagina 4