I
2.
3.
4.
5,
6.
7,
OPROEP aan de bevolking van
Nederland en België
d.d. 10 Mei 1940.
Het door de Duitsche troepen
bezette Nederlandsche en Belgische
gebied wordt onder het Duitsche
Militair-Bestuur geplaatst. De Leger
bevelhebbers zullen de maatregelen
noodig voor de veiligheid der troepen
en voor de bestendiging van rust en
orde uitvaardigen. De troepen zijn
gehouden, de bevolking, voorzooverre
zij zich vreedzaam betoont (onder alle
opzichten), te ontzien en haar eigen
dom te eerbiedigen. In geval van loyale
samenwerking met de Duitsche over
heden zullen de Openbare Besturen
op hun post gelaten worden. Van het
gezond verstand en het inzicht der
bevolking verwacht ik, dat zij alle
onbezonnen handelingen, eiken aard
van sabotage, van lijdzamen of daad
werkelijken weerstand aan de Duitsche
Weermacht zal nalaten. Alle verorde
ningen van het Duitsche Militair-
Bestuur zijn stipt en onvoorwaardelijk
te volgen. Het zou de Duitsche Weer
macht spijten, moest zij zich, gedwongen
door vijandelijke handelingen van
onverantwoordelijke elementen der
burgerbevolking, tot scherpe maatrege
len tegen de gansche burgerbevolking
genoodzaakt zien.
Dat ieder aan zijn arbeid en op zijn
post blijve, zoo dient hij niet alleen
zijn eigenbelang maar de belangen van
zijn volk en van zijn vaderland.
DE OPPERBEVELHEBBER
VAN HET
DUITSCHE LEGER.
VERORDENING betreffende het
bezit van wapens in het bezette
gebied, d.d. 10 Mei 1940.
1. Alle vuurwapens en munitie, hand
granaten, explosieve stoffen en
ander oorlogstuig moeten worden
afgeleverd.
De aflevering moet geschieden
binnen 24 uur aan den veldcom-
mandant, die het dichtst bij zit of
aan den commandant ter plaatse,
zooverre niet biiz^-*-"-'
vcoi' de betreffende gemeente
worden bepaald De burgemeesters
(hoofden van de gemeenten) zijn
ten volle verantwoordelijk voor
de stipte uitvoering. De troepen
commandanten zijn gemachtigd,
uitzonderingen toe te staan.
2. Wie in strijd met deze veror
dening vuurwapens, munitie,
handgranaten, explosieve stoffen
of ander oorlogstuig in bezit heeft,
wordt met doodstraf of met tucht
huisstraf, in lichter gevallen met
gevangenisstraf gestraft.
3. Wie in het bezette gebied geweld
daden van een of andere aard
jegens de Duitsche Weermacht
of haar leden pleegt, wordt met
doodstraf gestraft.
OPPERCOMMANDANT
DES LEGERS.
BEKENDMAKING voor het be
zette gebied d.d. 10 Mei 1940.
Bij machtiging van den Opperbe
velhebber van het Duitsche Leger
maak ik bekend
1De Duitsche Weermacht waarborgt
de inwoners volledige veiligheid
van persoon en eigendom. Wie
zich rustig en vreedzaam gedraagt,
heeft niets te vreezen.
2. Gewelddaden en sabotageakten
worden met de zwaarste straffen
bedreigd. Als sabotage wordt
ook beschouwdelke beschadiging
of het achterhouden van oogst-
producten, voorraden en installaties
aller aard, die voor het bezettende
leger van belang zijn, evenals het
afscheuren of beschadigen van
plakbrieven of bekendmakingen.
Onder bijzondere bescherming van
de Duitsche Weermacht staan:
gas-, water- en electriciteitswerken,
spoorwegen en sluizen evenals
kunstwerken.
3. De inlevering van wapens en
oorlogstuig is door bijzondere
bekendmaking bevolen. Voor her
inneringswapens, buiten gebruik,
is deze verordening niet van kracht.
Jachtgeweren zijn onder opgave
van naam, beroep en woonplaats
van den eigenaar bij den burge
meester in te leveren, die voor de
bewaring verantwoordelijk is.
4. Door het krijgsgerecht wordt
gestraft
1. Elke ondersteuning van niet-
duitsche militairen in het bezette
gebied.
2. Iedere hulp verleend aan bur
gers, welke het bezette gebied
willen ontvluchten.
3. Elke inlichting, verschaft aan
personen of instellingen buiten-'
het bezette gebied, welke de
Duitsche weermacht of het
Rijk zou kunnen schaden.
4. Elk verkeer met krijgsgevan
genen.
5. Elke belediging van de Duitsche
Weermacht en van haar bevel
hebbers.
6. Samenscholingen op straat, het
verspreiden van vlugschriften,
het beleggen van openbare„
vergaderingen en optochten,*"
welke niet van tevoren door
een Duitsche bevelhebber toe
gelaten zijn, evenals elke andere
duitschvijandige betooging.
7. Opruiing tot staking, het moed
willige nederleggen van den
arbeid, werkstaking en het
verhinderen van werkwillige
elementen.
5. De staats- en gemeentebesturen,
politie en scholen zijn verplicht,
op normale wijze verder te werkend
Hiermede wordt de eigen bevolking
gediend. De leiders dezer instel-
zijn voor loyale houding ten over
staan van de bezettende machc ver
antwoordelijk. De personen aan
gesteld in openbaren dienst zullen
hunne wedde verder genieten.
6. Alle nijverheidsinstellingen, han
delszaken en banken zijn in het
het belang der bevolking open te
houden. De sluiting dezer zonder
geldige redenen wordt gestraft, 4
en gelijkmatige bevoorrading der
bevolking is het hamsteren van
waren of van artikelen voor het
dagelijksch gebruik (elke overma
tige bevoorrading) streng verboden.
Elke handeling in strijd met deze
wordt als sabotage beschouwd en
bestraft. Het voor de dagelijksche
levensbehoeften van de burgerbe
volking noodige verkeer, bijzonder
ook het marktverkeer, zal, inzoo-
verre de militaire verhoudingen
het toelaten, niet gehinderd worden.
Producenten en handelaars van
levensnoodwendige artikelen zijn
verplicht, hun bedrijf als voorheen
uit te oefenen en hunne waren
aan de verbruikers af te leveren.
3. De verhooging van prijzen en
vergoedingen van eiken aard even
als van loonen boven het peil,
op den dag der bezetting vastge
steld, is verboden, inzooverre geen
uitzonderingen uitdrukkelijk toege
laten zijn.
9. De wisselkoers wordt als volgt
vastgelegd
Voor Rijksnederland:
1 gulden 1.50 Reichsmark.
Voor België:
1 Belga 0.50 Reichsmark.
De toepassing van een andere
wisselkoers wordt gestraft.
Duitsche evenals inheemsche geld
waarden moeten aangenomen
worden.
10. De weermacht en de personen
daartoe behoorende, zullen hunne
inkoopen comptant betalen. Dit
geldt eveneens voor de door de
burgerbevolking geieverden arbeid.
Slechts bij bedragen, hooger dan
500 Rijksmark, of een daarmee
gelijkstaand bedrag, zal de betaling
door de Duitsche militaire over
heden gebeuren op vertoon van
bescheiden door de Duitsche
Weermacht afgeleverd.
DE OPPERBEVELHEBBER
DER LEGERGROEP.
VERORDENING over de
INVOERING
van het Duitsche Stralrecht
en van de Strafrechterlijke
bepalingen in de door Duitsche
Troepen bezette gebieden van
Nederland en België
d.d. 10 Mei 1940.
Bij machtiging van den Opperbe
velhebber van het Duitsche Leger
bepaal ik als volgt:
1.
Inzooverre een handeling, die volgens
het Duitsche recht strafbaar is, aan
het oordeel van krijgsraden of bijzondere
rechtbanken onderworpen wordt, geldt
het Duitsche strafrecht.
2.
Het reizen uit de door de Duitsche
troepen bezette gebieden van Nederland
of België kan slechts toegelaten worden
door plaatselijk verantwoordelijke Orts-
of Feldkommandanten.
Dieper ingrijpende landsrechterlijke
beperkingen blijven geldig. Iedere
overtreding wordt gestraft.
3.
Elk verkeer van onbevoegden met
krijgs- of burgerlijke gevangenen, die
zich in de macht en onder hoede van
de Duitsche weermacht of beambten
bevinden, wordt bestraft.
4.
Samenscholingen op straten of open
bare pleinen, het beleggen, houden van,
of deelnemen aan openbare vergade
ringen of optochten, het verspreiden
en drukken van vlugschriften zal bestraft
worden. Uitzonderingen hierop kunnen
door den plaatselijk verantwoordelijken
bevelhebber toegelaten worden.
Elke uiting van vijandelijkheid
tegenover de bezettende macht zal
bestraft worden.
5.
Wie het werk neerlegt, met de
bedoeling hierdoor de belangen der
Duitsche bezetting te schaden, wie
werknemers uitsluit, en wie anderen
aanspoort, het werk te staken of werk
nemers uit te sluiten, zal bestraft
worden.
6.
Wie in dagbladen of tijdschriften
berichten publiceert, die voor het
Duitsche Rijk schadelijk kunnen zijn,
of wier publicatie door het Militair-
Bestuur verboden is, wordt bestraft.
7"
Wie niet-Duitsche radio-uitzendingen
beluistert, hetzij in het openbaar hetzij
gemeenschappelijk, of wie de mogelijk
heid hiertoe schept, wordt bestraft
Uitzondering hierop maken de niet-
Duitsche zenders, die door het Duitsche
Militair-Bestuur door openbare bekend
making toegelaten zijn.
8.
Wie duitschvijandige radio-berichten,
of zoodanige duitschvijandige berichten
verspreidt, wordt bestraft.
9.
Deze verordening treedt met hare
afkondiging in kracht.
DE OPPERBEVELHEBBER
DER LEGERGROEP.
Verordening over den verkoop
en het betrekken van levens
middelen en gebruiksartikelen
van allen aard in het bezette
gebied, d.d. 10 Mei 1940.
Bij machtiging van den Opperbevel
hebber van het Duitsche Leger bepaal
ik in het belang van een geordende en
rechtvaardige verdeeling van levens
middelen over het bezette gebied, als
volgt
1. Levensmiddelen en gebruiksartike
len mogen slechts in eene, met het
normale gebruik gelijkstaande hoe
veelheid, verkocht of betrokken
worden.
2. Hamsteren (d.i. ongewoon hooge
inkoopen of bovenmatige bevoor
rading) is verboden.
De Duitsche soldaten en rijksbur
gers zijn gehouden deze bepalingen
in acht te nemen. Zij mogen slechts
voor hunne eigene onmiddellijke
behoeften koopen en dit tegen comp-
tante betaling. Slechts bij grootere
bestellingen (hooger dan 500 Rijks
mark) kan door de bevelhebber
der koopende eenheid een leverings-
bewijs worden uitgesteld.
4. Elk vergrijp tegen deze bepalin
gen zal bestraft worden,
DE OPPERBEVELHEBBER
DER LEGERGROEP.
Verordening over het verbod
betreffende de verhooging der
prijzen, d.d, 10 Mei 1940.
Bij machtiging van den Opperbe
velhebber der Duitsche Weermacht
verorden ik als volgt:
1.
De op het oogenblik der bezetting
geldige prijzen en vergoedingen voor
alle levensnoodwendige artikelen, voor
de geheele landbouw als voor de nij
verheidsvoortbrengselen, evenzeer voor
het goederenverkeer van eiken aard in
de door het Duitsche Leger bezette
gebieden, en in het verkeer van deze
gebieden met het Duitsche Rijksgebied,
mogen niet verhoogd worden.
Verdragen die door de beide ver
dragsluitenden vervuld zijn, vallen niet
onder deze bepaling.
2.
Het is verboden handelingen te ver
richten, waardoor rechtstreeks of niet-
rechtsreeks de voorschriften, vastge
legd in 1, ontdoken worden, of kunnen,
ontdoken worden.
Als verhooging van prijs of vergoe
ding wordt ook beschouwd elke recht-
streeksche of niet-rechtstreeksche ver
mindering der tegenprestatie, in het bij
zonder wat betreft de betalings- of
leveringsvoorwaarden, evenals de on
gerechtvaardigde weigering, waren te
fabriceeren of te leveren.
3.
Voorzoover uit gerechtvaardigden
economischen grond, of teneinde on
billijke hardheid te vermeiden, een ver
hooging voor prijzen en vergoedingen
noodzakelijk is, kan de plaatselijk verant
woordelijke „Oberfeldkommandant" of
het door mij aangestelde bureel uitzon
deringen toelaten of verordenen.
4-
Wie handelt tegen de voorschriften
dezer verordening of tegen de tot hare
doorvoering uitgevaardigde voorschrif
ten en aanwijzigingen zal bestraft wor
den met geldboeten tot 30.000 RM
en met gevangenisstraffen tot 6 weken,
of met een dezer, inzooverre niet an
dere wetteksten met hoogere straffen
bedreigen. Ook kunnen de in strijd met
de voorschriften in prijs verhoogde ar
tikelen in beslag genomen worden.
DE OPPERBEVELHEBBER
DER LEGERGROEP.
Verordening betreffende de voor-
looplge regeling van het geld
verkeer tusschen de bezette
Nederlandsche gebieden eener-
zljds en het Duitsche Rijksgebied
en het Buitenland anderzijds
(Voorloopige deviezen-verordening)
d.d. 10 Mei 1940.
Gemachtigd door den Führer en
Oppersten Bevelhebber der Weermacht
bepaal ik hiermede het volgende:
1.
In het verkeer tusschen het bezette
Nederlandsche gebied en het Rijksgebied
evenals met het buitenland wordt
behalve de uitzondering in 2— ver
boden
1. niet-duitsche betaalmiddelen en ef
fecten, alsmede goud en andere edele
metalen naar het buitenland mede
te nemen, te verzenden, te ver
vreemden, te verpanden of op
andere wijze over te brengen;
2. vorderingen in Rijksmark of in de
valuta der bezette gebieden of in
buitenlandsche valuta aan het bui
tenland af te staan of te verpanden
3. Rijksmarkmunten of Rijksmark-
bankbiljetten naar het Rijksgebied
of naar het buitenland mede te
nemen of te verzenden of vanuit
het Rijksgebied of van uit
het buitenland binnen te brengen
2.
(1) Betaalmiddelen mogen over de
.7. Dcluiiy vaxi CC11 yCUi