Hl üf De toestand ven den landbouw. Druk en Uitgave van G* ten Gate Hzn, r Horst J.Hzn.straat, Tel et 41, Rijsseru Nummer 307. Zaterdag iï stus 1924. pii Frissche lucht. m n. Bestrijding van emelten* Wm Ël§ WM& Ingezonden Stukken enz. worden ingewacht tot uiterlijk Do Advertentiën 15 regels 50 cent, elke reg Eigenlijk is lucht ook „voedsel", even goed als alles, wat gehaald wordt bij bakker en melkboer. Maar lucht behoeven we niet tekoopen, ze is te krijgen voor niets. Ellfe vier tellen haalt de mensch een groot glas vol lucht naar binnen, 14 maal per minuut, 20 duizend maal per dag. Heel wat gaat er zoodoende naar de longen, ongeveer 8 L. per minuut, meer dan honderd hecto liter per dag. Dan is het waarlijk wel zaak, dat de lucht goed is Een voedsel, zóó belangrijk, dat we het elke vier tel len tot ons moeten nemen, dag en nacht, zonder ophouden, moet „on- vervalscht", onbedorven tot ons ko men. Ook dit voedsel moet „zuivere waar" zijn, moet wezenf r i s s c h e lucht. Frissche lucht bestaat uit zuur stof en stikstof, in de verhouding van 1 op 4. Er mag nog wat water damp in zijn, maar ook zoo goed als niets anders. Die zuurstof en stikstol zijn voor ons van zeer ver schillende beteekenis. De zuurstof is onmisbaar voor ons lichaam, terwijl de stikstof alleen dient ter verdunning van de zuur stof". Evenmin als ons citroensap, zon der met water verdund te zijn, goed bekomen zou, evenmin kunnen wij leven in zuivere zuurstof. Bij iedere inademing stroomt nu dat mengsel van zuurstof en stikstol door neus, neuskeelholte en lucht pijpen naar de longen. De zuurstof wordt in het bloed, dat door de lon gen stroomt, opgenomen. Een ander gas, koolzuur geheeten, ontwijkt uit het bloed en vormt met de over gebleven stikstol de lucht die we uitademen. Ook is de uitgeademde lucht heel wat vochtiger dan de ingeademde. Heeft een mensch eenigen tijd in een kamer vertoefd, dan heeft hij heel wat zuurstof verbruikt en er heel wat koolzuur en waterdamp 'voor in de plaats gebracht. Behalve door de ademhaling wordt de kamerlucht ook nog ver ontreinigd door de stoffen, die door uitwaseming door de huid het lichaam verlaten en in het zweet naar buiten komen. Blijft de kamer voortdurend ge sloten, dan komt er ten slotte zoo veel koolzuur en waterdamp in de lucht, dat de mensch zich benauwd gaat gevoelen hij krijgt hoofdpijn en wordt lusteloos. Al bewonen we nog zoo'n groote kamer, de lucht moet op den duur te rijk aan koolzuur en waterdamp worden. Hoe meer personen in de kamer bij elkaar zijn en hoe kleiner het vertrek is, des te eerder zal zich natuurlijk de behoefte aan nieuwe versche lucht doen gevoe len. De bedorven lucht moet de kamer uit, zuivere lucht van buiten toetreden. Maar daarmede wachten we niet tot de lucht al bedorven is en we ons onprettig gaan gevoelen. Neen, we weten wel, dat we om gezond en krachtig te blijven, voortdu rend moeten ademen in lucht, zoo zuiver als we maar krijgen kunnen. dags 12 uur, Advertentiën tot Vrijdagsmorgens 10 uur. ent. Voor den handel speciaal tarief. Wie zich voedt met slee te lucht, zal even zwakw* den als hij, die slecht vo< sel gebruikt Daarom moet voortdurend fi sche lucht kunnen binnenstroom* dag en nacht, altijd door. De kami moeten dus op tijd „gelucht", minstens één raam moet dag nacht een eindje open blijven. O 's nachts! Vroeger was men o, z bang voor de nachtlucht. Daar geen enkele reden voor. In de groi steden is de nachtlucht zelfs zui verder dan de daglucht, weike v< meer door stof en rook wordt v ontreinigd. Alleen als er een ste gen wind op staat en bij mis' weer'mag het raam gesloten worde Bij warm weer wordt het z wijd mogelijk geopend, in het kou jaargetijde minder ver. Maar zitten we dan, als de tie opengaat, niet in den tocht, wat. door we gevaar loopen verkouden te worden? Weest daar maarniet te bang voorHoe meer gezonc lucht je inademt, hoe minder kant op verkoudheid. Zorg, dat je teg een tochtje kunt, dat is veel beR We kunnen er ons lichaam tege harden. 1 Wie een huis laat bouwen, mot zorgen, dat de ramen van boven e beneden geopend kunnen worden. Natuurlijk mag de opening gerust afgesloten worden met een gazen hor, waardoor vliegen en muggen worden tegengehouden. En een tochtscherm mag er ook voor staan, dan heb je zeker geen last van tocht, terwijl de ventilatie toch on gestoord voortgaat. Dacht ge misschien, dat die open ramen alleen goed zijn in den zo mer en het 's winters veel te koud is 's Winters heeft de mensch even veel behoefte aan frissche lucht als 's zomers eigenlijk nog meer, want dan brandt de kachel, die ook van de zuurstof snoept en zonder dat nuttige gas evenmin branden kan als de gas- en petroleumlamp. Ook 's winters moet men daarom zorgen voor een geopend venster. Als ge het dan koud krijgt, stookt ge de kachel maar wat op. Bedenk daarbij, dat de verbrandingsgassen van de kachel door den schoorsteen moeten ontwijken en niet in de ka mer mogen komen. Daarom moet er geen schuif in de kachelpijp zijn, of zoo ze er wel is, moet ze geheel open staan. Frissche lucht is heel wat anders dan koude luchtze dient zoo on geveer 62o Fahrenheit warm te zijn. Voor weinig geld hebt ge een be trouwbaren thermometer aan den wand. Voor hen, die eenigszins met de tegenwoordige landbouwtoestanden op de hoogte zijn, dat de landbouw thans een buitengewoon moeilijken tijd moet doormaken. De prijzen van de verschillende landbouwvoortbrengselen zijn zoo danig gedaald, dat de teelt van sommige gewassen zeer ernstige verliezen heeft veroorzaakt. We wijzen in dit verband op de prijzen •iultatn 'DU'.,,! wbeias Veras ;)mg t Büv •jrléi "oerbi cop Ven, dappelen, welke in het voor- o '23 tot zelfs beneden één per 100 Kg. waren gedaald f op sommige plaatsen on- baar bleken. Ook de prijzen ge, tarwe en haver enz. zijn n; ar beneden geloopen, zoo- hiervan de geldelijke re- verre beneden de verwach- ijn gebleven. a eer nu de noodige uitgaven mate waren gedaald met angsten, dan was althans wicht niet verbroken ge- Doch dit is juist niet het - /el is er inderdaad daling r, doch de uitgaven aan isloonen, bemesting, exploi- o' en, belastingen enz. zijn og zeer hoog in verhou- ot de opbrengsten, en dien komen hierbij nog al- andere oorzaken. We denken i de eerste plaats aan de en pachtprijzen der lande- w lke zich nog heel weinig in ;e richting bewegen, teit, dat vele p-eldhpzhtprc mei uaien, om in sommige geval len van stijging nog niet eens te spreken. Het directe gevolg hiervan is ook, dat de pachtprijzen niet, of althans zeer langzaam dalen, enkele uit zonderingen daargelaten. De gevol gen blijven dan ook niet uit; vele niet-kapitaalkrachtige landbouwers kunnen de hooge pachten en lasten niet meer opbrengen en gaan ten gronde. Zoo mogelijk nog slechter er aan toe zijn degenen, die in den goeden tijd van eenige jaren geleden zelf een hofstede hebben gekocht, zelf eenig kapitaal hadden, doch overi gens een zware hypotheek op hun bezit hebben moeten nemen en thans daarvan de rente niet meer weten op te brengen. En wanneer deze dan gedwongen worden om te ver- koopen, gaat dit vaak met groote verliezen gepaard en is het eigen kapitaal in de eerste plaats verlo ren. Alzoo ontstaat meer en meer verarming van den landbouwer stand, welke thans ernstige vormen heeft aangenomen. Als verdere oorzaken van de hooge pachten kunnen we nog noemen het feit, dat vele jonge landbouwers jaren moeten wachten voor zij een bedrijf kunnen bemachtigen en zoo wordt het bij openbare verpachtin gen vaak een tegen elkaar opbie den zonder rekening te houden met de latere gevolgen. Uit dit oogpunt is het zeer te be treuren, dat de Regeering genoopt was om, uit bezuinigingsoverwe gingen, de steun voor de ontgin ning van woeste gronden op te schorten, te meer, daar hiermede tegelijkertijd ook de werkeloosheid kon worden bestreden. Door al deze omstandigheden verkeert de land bouw thans in een uiterst moeilij ken toestand. Deze wordt nog erger gemaakt door het feit, dat de koop kracht der omliggende landen sterk is gedaald, waardoor uitvoer van onze landbouwvoortbrengselen niet of in geringe plaats heeft. We den ken hierbij vooral aan den uitvoer van aardappelen enz., maar ook van paarden en ander vee. Waar echter ons land aangewezen is op uitvoer, daar spreekt het van zelf, dat de nadeelige gevolgen door ieder moeten worden geveeld. Waar de invoer grooter is dan de uitvoer, daar moet verarming intreden, niet alleen in den landbouw, maar ook, in andere takken van ons volks bestaan. En nu valt het niet te ont kennen, dat wanneer het in het land bouwbedrijf slecht gaat, ook op an der terrein geen weelde heerscht, omdat nu eenmaal de landbouw een hoofdtak is van ons volksbestaan en alzoo een algemeen belang. We mogen echter niet werkeloos blijven toezien, doch moeten maat regelen nemen om zoo vlug moge lijk door de moeilijkheden heen te komen. Er zijn thans vele vraagstukken, die voor den landbouw van o-rnru verueieren valt, toch is tot heden toe nog geen bevredigende oplos sing gevonden, waardoor aan de eene zijde de pachter geholpen is en aan de andere zijde de rechten van den eigenaar-verpachter niet te zeer worden beknot. Dit is dan ook een zeer moeilijk vraagstuk, wat zoo maar niet in eens is af te doen. Waar er echter zooveel be langen mede gemoeid zijn, blijft ernstige studie van deze kwestie een dringende noodzakelijkhid. Wanneer echter een bevredigen de oplossing kan worden gevonden, dan zal dit zeer den algemeenen toestand van den landbouw ten goede komen. In verband met het algemeen schadelijk optreden van emelten gedurende het laatste voorjaar lijkt het niet ongewenscht er op te wij zen, dat thans de tijd aangebroken is, dat de langpootmuggen, die uit de emelten voortkomen, zullen ver schijnen. Men meent wel, dat de emelten in Mei en Juni reeds lang pootmuggen opleveren, doch in den regel verpoppen dan hoogstens 20 of 30 pCt. der emelten, het meeren- deel verpopt eerst thans. De meeste langpootmuggen zal men na mid den Augustus waarnemen en hun aantal zal, het getal emelten in aan merking genomen, groot zijn. Toch is dit nog geen voldoende reden te veronderstellen, dat de emelten in het volgende jaar evenveel schade zullen aanrichten als in het afge- loopen voorjaar dat zal vooral af hangen van het weer. Is het in den vliegtijd der muggen mooi, doch niet al te droog weer, dan hebben de muggen een prachtige gelegen heid hare eieren af te zetten. De jonge emelten komen in de tweede helft van September uit het ei en ze hebben in de eerste weken o sSfPy Ko' gjjgia ;-A' .Uü 00

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1924 | | pagina 1