NAAR"DE NATIONALE HULDEBETOOGING TE] [AMSTERDAM op 6 SEPTEMBER. Ingezonden. Gaarne voldoe ik aan het verzoek van den Heer Uitgever om .bij de in dit nummer voorkomende foto, een eri ander te "ertellen over ons uitstapje^ naar Amsterdam op 6 September 11. Aan de uitnoodiging van het Centraal Huldigings-Comité om de Jute-industrié door eenige meisjes in plaatselijk costuum te doen vertegenwoordigen, werd door de Firma ter Horst en Co. gaarne ge volg gegeven en een achttal meisjes' uit verschillende afdeelingen met onder- geteekende als geleider, werden hiervoor aangewezen, t Spreekt van zelf dat allen gaarne van de partij waren en Douderdagmorgen waren Trui van den Boomleuper, Jannoavande Jesse, Hanna van Enter, Gediene van Keesenwillem, Geese van Truuswillem, Gerre van Boontenengel, Dika van de Hinnen en Potsoornjanneuken aan het station, 't Kissentuug an oftewel op zin Rie&- sens' deftig uitgedost. De mooiste musse op, deftig in 't zwat (eenen broenen was der biej) zieden schulk vuur, fijne knupdeuks umme 'n haals, goold in de musse en umme en üu aorm un mop: iwat sprocrmenken, deitig heur, asol ze hen trouwen gungen. Op de borst na tuurlijk een oranje strik en nog een her- kenningsteeken in zilver en oranje uit gevoerd als bewijs van toegang voor den Dam. Ik twijfelde dan ook niet of onze meisjes in hunne eenvoudige, de gelijke kleedij zouden wel ankieks en bekieks hebben en een goed figuur ma ken. Voor 't vertrek door onzen foto graaf Zandvoort nog even gekiekt, dat hoort er nu eenmaal bij, want voor de meeste deelnemers blijft dit uitstapje, zelfs al worden ze nog eenmaal „beppe" een overgetelijk iets. In Amersfoort stond het perron reeds vol deelnemers van heinde en ver sa mengekomen en allen wachtend op den extratrein uit het Noorden en ont vingen wij reeds een voorproefje van wat ons dien dag in Amsterdam te wachten stond. Toen de lange extratrein, ge trokken door een paar Jumbos langzaam binnenstoomde, ging er een oorverdoo- vend gejuich op en was er direct een sympathiek contact tusschen allen, want immers één doel bezielde allen „Hulde te brengen aan onze Oranjevorstin." Bij aankomst in Amsterdam een prach tig gezicht over het Y met zijn kleine en groote stoomers en schepen waarvan vele tot het topje van den mast ver sierd waren. Aan het Centraalstation werden wij opgewacht door de Orde commissarissen enz.iedere afdeeling had spoedig de bestemde plaats inge nomen en onder de lustige toonen van de muziek der vroegere Enschedesche schutterij marcheerden wij naar onze verzamelplaats in de Spuistraat, hadden van de zijde van het damespubliek zeer veel bekijks en hoorden zelfs telkens „Rieske boavan" roepen. In de Spuistraat nog een aardig mo ment. Bij een paar oude vrouwtjes vie len de Riessensche Meisjes bijzonder in den smaak en bij navraag, bleek dat beiden uit Overijsel afkomstig waren en dat een der vrouwtjes zelfs de muts in Rijssen gedragen had maar t was ongeveer veertig jaar geleden. Het bleek te zijn de Weduwe van Ietswaart uit de „Knieptange" bij de ouderen onder ons nog wel bekend. Ongeveer half twee konden wij ein delijk door rijen van betoogers uit andere provinciën, naar onze plaats op den Dam trekken en van alle kanten wer den de Rijssensche boerinnetjes luide toegejuicht. Een paar uur hebben wij op den Dam gestaan, bijna schouder aan schouder en hoewel er rondom tel kens flauw vielen, hebben onze meisjes zich kranig gehouden want er was zoo veel te zien en te hooren, dat men de vermoeidheid vergat. Ruim drie uur ver scheen de Koninklijke familie op het balcon voor het Paleis en over wat er toen geschiedde, ben ik zoo vrij te ver wijzen naar het verslag in de diverse groote bladen. Het was eene huldebe- tooging zoo ontroerend en grootsch zooals een der groote bladen vermeldt als nog nimmer op den Dam werd aanschouwd en correspondenten van buitenlandsche bladen, verzekeren in het buitenland nog nimmer zoo iets te heb ben bijgewoond. Toen na het zingen van het huldigingslied door meer dan duizend zangers en zangeressen, bege leid door de muziek van de Koninkl. Militaire Kapel, de meer dan duizend vaandels en baniers langzaam daalden, het bazuingeschal der herauten het sein gaf en door duizenden en nog eens dui zenden op den Dam en tot op den nok van de omringende gebouwen den eed van trouw werd aangeheven, luidend Wilhelma van Nassouwe, Vorstin van Nederland U zweer ik eeuw'ge trouwe U en het Vaderland. In goede en kwade stonden. Geleid door 's Heeren hand, Blijv' vast en trouw verbonden Oranje en Nederland. toen stokte de stem bij de meesten en bleef geen oog droog en zelfs onze Uit de hand gezaaid moet 13|4 4 2 H.L. zaad aangewend worden we hebben dan kans op krachtige, flink gestoelde planten met zware, gevulde aren. We kunnen niet nalaten een en kel geval uit onze ervaring onder Rijssen opgedaan ter illustratie mee te deelen Verleden najaar kreeg een arbeider opdracht een akker met afgemeten hoeveelheid zaad te bezaaien. Hij protesteerde en beweerde, dat 't niet gaan zou er moest twee keer zoo veel op. Tenslotte lukte het. toch, omdat het moest. Hij verzekerde evenwel, dat er niets van terecht zou komen en hoopte dat misschien ook wc! een heel klein beetje, 't Resultaat was, dat de eigenaar eerste prijswin naar is geworden bij de onlangs gehouden ge wasser, keu ring. Zoo worden alle tegenstanders tenslotte toch overtuigd en alle nict- kunners, leeren 't zoomaar ineens! Grond b"e w e r k i n g. Rogge verlangt op onze zandgronden een bouw voor van plm. 20 cM. Ze wil natuurlijk wel genoegen nemen met 10 4 12 cM. maar ze wordt er dan ook naar. Ook hier vindt menig boer, die wel vooruit wil, dus al weer wat te doen. Hij moet door ieder jaar 2 cM. dieper te ploegen tot de ver langde diepte komen. Wie ineens van 12 op 18 4 20 cM, bouwt, komt bedrogen uit. Zijn rogge krijgt de zure (Hooghalensche) ziekte, omdat de ondergrond vergiffen bevat, wel ke geleidelijk onschadelijk gemaakt moeten worden. Ter waarschuwing we zagen dit voorjaar onder Mar- kelo haver, die door 't ineens te diep ploegen zoo ziek was, dat ze moest worden ondergeploegd. Ter bestrijding van 't onkruid ts 't wenscheliik den roggestoppel te schillen, zoodra ze groen is uitge- loopen. Later ploegen we dan op de vereischte diepte, waarmee op nieuw heel wat zaadonkruiden wor den vernield. Bemesting. We kunnen uit sluitend stalmest geven, uitsluitend kunstmest en ook van beide soor ten wat. De eerste methode is de slechtste, niettegenstaande ze dik wijls wordt toegepast. Al is stal mest een z.g. volledige meststof, hek plantenvoedsel komt fenjjy: m alTósforzuur is in geringe mate aanwezig, terwijl de granen nog al wat fosforzuur vragen. Met alleen stalmest kunnen we dan ook geen flinke opbrengst verwachten. We krijgen naast groote kans oplege ren, fijn, slap stroo en kleine slecht- gevulde, puntige aren. In enkel kunstmest daarentegen kan prachtige rogge verbouwd wor den. Welke kunstmest aangewend moet worden, is niet altijd even gemakkelijk uit te maken. Vooral sedert dr. Hudig zijn bekende „theorie van den kalktoestand heelt verkondigd is de bemesting een veel ingewikkelder vraagstuk ge worden. Volgens dr. Hudig zou aan elk bemestingsadvies een grond onderzoek vooraf moeten gaan. 't Wil ons voorkomen, dat, met alle respect voor dr. Hudig, een zoo menigvuldig grondonderzoek voor eerst nog wel tot de vrome wen- schen zal blijven behooren. In aansluiting met die theorie evenwel gaan wij bij ons advies van de veronderstelling uit, dat de zandgronden in onze omgeving over 't algemeen zuur zijn, een ver onderstelling, die niet gewaagd is. We geven dan aan rogge 800 4 1000 K.G. slakkenmeel en 800K.G. kaïniet (of 500 K.G. 20 pCt. kalizout). Slak kenmeel en kaïniet mengen we kort voor 't gebruik. Op groote bedrij ven strooien we 't met den kunst- meststi ooier op kleinere gaat 't heel goed met een schep van uit de wipkar en tenslotte kan 't ook zoo uit den bak. We raden evenwel sterk aan vooraf te mengen het strooit dan beter en 't gaat veel sneller. Slakkenmeel en kaïniet worden in den stoppel gegeven en mee on dergeploegd. Slakkenmeel en kaï niet moeten daarom vroegtiidig besteld worden, wat al te dikwijls wordt verzuimd. Stikstofmest behoeven we als re gel in 't najaar niet te geven, we zouden er zelfs 't gewas mee kun nen bederven, omdat het te geil den winter in zou gaan. Alleen in een zeer ongunstig najaar, zooals in 1221, verdient het aanbeveling 75 -jop V G cv,iF<?i1r"~*'Pr fo """ei De chilisalpeter wordt dus geheel of grootendeels in 't voorjaar aan- gewendalsoverbemesting. Het moet zoo vroeg mogelijk aangewend wor den. Vrees voor uitspoeling behoeft ons niet te weerhouden, We geven het in twee keer half in Februari, half in Maart. Vooral in een gun stig voorjaar loopen we kans het salpeter te laat toe te dienen, waar door we niets bereiken, dan een mooie kleur en een onregelmatig gewas. Met chilisalpeter moeten we niet al te kwistig omspringen. In de eer ste plaats is 't nog al duur en dan „overdaad schaadt". We geven to taal plm. 300 K.G. op de schrale akkers tot 400 K.G. (Op de tentoon stelling te Hardenberg werd opge- mprVt, Har staaFoggp nog wat meer verdragen kan). De derde bovengenoemde methode bedoelt 't gebruik van stalmest en kunstmest gelijktijdig, waardoor de voordeelen van beide vereenigd worden. Het voordeel der stalmest moet bijna uitsluitend aan bacterie werking worden toegeschreven, waarmee we niet bedoelen het te onderschatten. Integendeel laat de landbouwer zijn stalmest waardee- ren een goede vaalt en gierkelder kunnen er best af. We meenen, dat juist door stal- en kunstmest te ge ven de beste uitkomsten te ver wachten zijn. We geven dan naast een matige stalbemesting nog 5 4 600 K.G. slakkenmeel, 400 K.G. kaïniet (2 4 300 K.G. kalizout 20 pCt.) en loO 4 200 K.G, chilisalpeter. Koningin werd het een oogenblik te machtig. Het was al over vier uur rtoen aan ons de beurt kwam om voor de Ko ningin te defileeren. Aan Hendrika Wessels werd reeds op den Dam door den Opperceremoniemeester medege deeld, dat zij na afloop van het Défilé, bij de Koningin verwacht werd, «ene heele onderscheiding dus en van ver schillende zijden hoorde men, misschien wel jaloersche uitroepen „dat knappe boerinnetje uit Rijssen moet ook bij de Koningin komen Bij het défilé voor het balcon was onze achterhoede zoo onder den indruk.dat ze een oogenblik vergat doorteloopen en maar-zakdoek- wuivend bleef staan, wat door een extra buiging van Hare Majesteit en een vriendelijke lach werd beantwoordin een der bladen is hiervan nog melding gemaakt. Het was ruim vijf uur toen wij onze reisgenoote weer van het Paleis op konden halen en wat ze nu allemaal met de Koningin besproken heeft, mo gen we niet verklappen: men vrage haar zelf. Nu was het fluks bellen en slot af en behoorlijk opgeborgen, den inwendigen mensch wat versterkt (de oogen hebben beter den kost gehad dan de maag) en op het pad om nog wat van de versieringen te zien. We wan delden de Kalverstraat, Regeliersbree- straat, Utrechtsche straat door tot aan het Paleis voor Volksvlijt omdat deze het mooiste versierd waren en bewon derden overal de prachtige etalages, versieringen en later in den avond de verlichting, die vooral bij de Gebouwen om den Dam wel het mooist was. Wij hebben nog even de gouden koets ge zien, maar zonder Koningin daar de tijd van vertrek naderde. In de wacht kamer werd aan Hendrika door de Hengelosche Jongelingschap de eerste ovatie gebracht, daar haar naam reeds in de avondbladen voorkwam als ver tegenwoordigster der Industrie. Bij het verlaten van Amsterdam hadden wij nog gelegenheid de verlichting van de schepen op het Y te bewonderen en eveneens van den Westertoren. Ruim elf uur kwamen wij, braaf moe weer in Rijssen aan. Wij waren blij dat de firma ter Horst en Co., in tegenstelling met zoovele firma's (die ook eene uit noodiging ontvangen hebben) aan de uitnoodiging gehoor gegeven heeft en zeggen haar namens het geheele groepje hartelijk dank voor den onvergetelijken dag, dien zij ons bezorgd heeft. R. E. d. V. Tenslotte kan ook de kunstmest enkel als aanvulling gegeven wor den. We geven dan boven een flinke stalbemesting nog plm. 200 K.G. slakkenmeel en 100 tot 150 K.G. chilisalper naar omstandigheden. Ik las laatst een vertelling, Ik lachte om ieder woord, Hans komt zonder kwelling Door zijn domheid voort. Ik ben geen snugger haantje, Ik spreek geen Duitsch of Fransch, Maar krijg ik een baantje, Zooals menig Hans, Zie ik mij vereeren v-c.xlio-adli.gW5i V uormi - Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Copy wordt niet teruggezonden.

Erfgoed Rijssen-Holten

Weekblad voor Rijssen | 1923 | | pagina 2