„Een
„Ik stap er net
op tijd uit
AFSCHEID GEMEENTESECRETARIS LANGENBARG
HOLTEMS NIEUWSBLAD I
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1984
Waar de scheidende gemeentesecretaris tijdens de maandelijkse
raadsvergaderingen ogenschijnlijk afstandelijk vanachter de collegeta
fel het politieke geharrewar volgt, blijkt de mens Gerrit Jan Langenbarg
(62) wel degelijk met hart en ziel verknocht aan Holten. In een tijd dat je
met het nodige „fingerspitzengefühl" veel bereikte, nam hij in het
voorjaar van 1954 als opvolger van S. Sikkes zijn intrek in „het hok"
boven in het oude gemeentehuis. Op het nieuwe gemeentehuis heeft hij
niet meer kunnen wachten. Na dertig jaar coördineren, adviseren en
leiding geven vindt hij het per 1 maart welletjes. Vooral nu de
overheidsbemoeienis in zijn ogen wel „knap ver gaat" en toenemende
bezuinigingen hun tol gaan eisen. Bezweken voor de geneugten van de
VUT laat hij de leiding over het gemeentelijk apparaat over aan opvolger
J. P. Stegeman. „Ik zal me zeker niet gaan ergeren".
lidmaatschap daarvan vind ik
ook voor mijn eigen functione
ren erg belangrijk. Je ontmoet
de meest verschillende en dus
erg interessante mensen. Nee, ik
ben eerder bang dat er nog te
weinig tijd over blijft. Voor rei
zen bijvoorbeeld want daar hou
den we ook erg van. En dan het
liefst zo primitief mogelijk, zo
ver mogelijk verwijderd van alle
toeristencentra".
„Als hij mij maar niet achter
de broek aan zit" interrumpeert
zijn vrouw terwijl ze haar rol als
gastvrouw met een nieuw bord
versnaperingen meer dan waar
maakt. „Ik weet niet hoe het zal
gaan" vervolgt ze desgevraagd
„Hij is natuurlijk altijd veel
weggeweest. Maar ik heb ook zo
mijn eigen dingen te doen, voor
al in het bejaardenwerk. En als
(Door Matthie Brands)
Slechts onderbroken door de 11-ja-
rige tekkel Arif, die met zijn waaks
geblaf de 20 jaar oude ambtswoning
aan de Diepenveenseweg moet vrij
waren van ongewenst bezoek, praten
we bijna vijf uur lang met het echt
paar Langenbarg. Beide zijn ze blij dat
een verhuizing per 1 maart niet nodig
is. Het Holtens gemeentebestuur
heeft Langenbarg toegestaan de bun
galow vanaf die datum te huren.
„Misschien dat ik nu ook wat
meer tijd over houd voor de
tuin" klinkt het hoopvol uit de
mond van de secretaris. „Want
daar ben ik in al die jaren ei
genlijk nauwelijks aan toegeko
men. Dat is een prettig vooruit
zicht, dat je wat meer tijd kunt
vrij maken voor je hobbies. Zes
jaar geleden bijvoorbeeld ben ik
begonnen met dwarsfluit spelen.
Een moeilijk instrument, ja,
maar ik wilde niet meteen het
makkelijkste nemen. Als het
meezit wordt ik lid van het De
venter salonorkest Abraham Ge
zien. Dat lijkt me leuk. Ik ben
al een paar keer mee geweest.
Ze treden alleen op voor
niet-commerciële instellingen.
Bejaardenhuizen, verpleeginrich
tingen, het Rode Kruis, enz.
Laatst stond er een advertentie
in de krant. Met trillende knieën
heb ik toen gebeld. Ja, je weet
natuurlijk niet of je wel goed
genoeg bent. Maar dat ging
best. Ik moet nu natuurlijk wel
flink oefenen. En straks een
morgen in de week".
„De rest van de vrije tijd?
Nou, eens kijken. Ik blijf nog
een paar jaar secretaris van de
Ruilverkavelingscommissie Hol-
ten-Markelo. Daarbij komt nog
het Groene Kruis-werk, maar
dat wordt steeds minder. Vroe
ger was ik plaatselijk voorzitter
en ook ben ik provinciaal bezig
geweest. Sinds het Groene Kruis
steeds meer geregionaliseerd
wordt ben ik er eigenlijk niet zo
druk meer mee. Wel nog met de
Lions Club in Hellendoorn. Het
Mevrouw Langenbarg-Hols en
tekkel Arif wuiven de secretaris
uit voor zijn dagelijkse fiet
stocht naar het gemeentehuis.
Bij afscheid nemen hoort te
rugblikken. Terugblikken op ge
nomen beslissingen. Ergens spijt
van gehad?
Maar soms zou ik graag zien
dat men met elkaar aan één
touw zou trekken. Dan zouden
de resultaten groter zijn. Kijk
naar het collegevoorstel voor het
verhogen van de onroerend goed
belasting in de laatste begro
tingsvergadering. Dat werd afge
stemd, maar volgens mij meer
op politieke merites dan op in
houdelijke. Hoe versteld ik soms
ook sta van de alternatieven die
de raad op „onze" voorstellen
toch nog tevoorschijn haalt, ik
krijg wel vaak de indruk dat ze
dat moeten van achterban, be
stuur of wie dan ook. In ieder
geval zijn de raadsvergaderingen
er wel verrassender op gewor
den. Je kunt nu van tevoren
nooit meer voorspellen hoe de
afloop zal zijn. Die verharding
van standpunten blijf ik echter
betreuren. Je moet open blijven
staan voor eikaars meningen".
carrièreman
ben ik
eigenlijk nooit geweest"
vrouw van de gemeentesecreta
ris heb je toch ook een beetje
een representatieve rol. We gin
gen bijvoorbeeld altijd bij de
nieuwe ambtenaren op bezoek.
Een beetje de sociale contacten
onderhouden".
Mentaliteit
Het is duidelijk, het echtpaar
Langenbarg voelt zich meer dan
thuis in het Holtense. Zij als
dochter van een houtvester op
de Hoge Veluwe opgegroeid in
de natuur en op haar tiende
verhuisd naar de Achterhoek en
hij als zoon van de plaatselijke
kruidenier in de buurtschap Hal
le bij Zelhem kennen de menta
liteit in het oosten van het land
en weten die te waarderen. Lan
genbarg: „In het westen had ik
niet kunnen aarden. Met sollici
taties heb ik daar dan ook be
wust rekening mee gehouden.
,De mentaliteit in Zelhem is de
zelfde als hier in Holten. Je
moet aanvoelen wat de mensen
eigenlijk willen zeggen. Ze zeg
gen niet altijd meteen waar het
op staat. Alles mut zien tied
hebb'n. Die spreuk zal na mijn
vertrek nog wel eens klinken,
maar er zit een kern van waar
heid in. Niet overhaast hande
len. Eerst de zaken laten rijpen,
alvorens te oordelen. Wij zijn
verknocht aan Holten: de sfeer,
de mentaliteit maar ook aan de
mensen zelf. Dat is belangrijk
voor het functioneren in zo'n ge
meenschap. Ik heb nooit de am
bitie gehad mijn functie zwaar
der te laten wegen dan het ple
zier in werken en wonen".
Vanuit Halle fietste de jonge
Gerrit Jan Langenbarg elke dag
op en neer naar de MULO in
Doetinchem. Twaalf kilometer
heen en terug waar pas een
eind aan kwam toen hij op het
gemeentehuis van Zelhem werd
aangenomen als Jongste be
diende". Voor de algemene mo
bilisatie in september 1939 was
hij te jongreden waarom hij
werd ingezet bijhet voorberei
den van de distributie en het
berekenen van kostwinnersver
goedingen. Nog later kreeg hij
te maken met het „kwartje van
Romme" een overheidsmaatregel
die de spaarzaamheid van de
burger in natura beloonde.
Hoe hij steeds aan de drei
gende Arbeitseinsatz wist te ont
komen is hem immer een raad
sel gebleven. „Ik was toen ge
vraagd door de gemeente Lo-
chem voor de afdeling Sociale
Zaken. Ze wilden daar geen
NSB-ers. Steeds wanneer ik
werd opgeroepen voor uitzen
ding naar Duitsland vroeg de
gemeente uitstel aan. Hoe de
gemeentesecretaris het voor el
kaar kreeg snap ik nog niet,
maar dat uitstel werd elke
maand verlengd".
In Lochem haalde Langenbarg
ook zijn eerste diploma's. Met
GA-1 en GF op zak mocht hij
zich adjunct-commies noemen en
in 1950 kwam hij op de afdeling
Personeelzaken en Financiën
van de gemeente Meppel als
commies binnen. Intussen was
hij in 1947 getrouwd en had hij
ook een studie MO-Staatsinrich
ting afgerond als compensatie
voor zijn nooit in vervulling ge-
gane wensdroom om rechten te
studeren. Toen hij in 1953 Mep
pel verruilde voor Doesburg was
Langenbarg hoofdcommies.
Terwijl de eerste fles wijn
wordt ontkurkt vertelt de secre
taris hoe hij in Holten terecht
kwam. „Een carrièreman ben ik
eigenlijk nooit geweest, maar ik
heb wel steeds de mogelijkheden
aangegrepen om interessanter
werk te kunnen doen. Dat baan
tje van gemeentesecretaris heeft
mij eigenlijk wel steeds voor
ogen gestaan. Wat meer leiding
gevend en dicht bij de besluit
vorming. Ik kende Holten niet
echt maar ik wist dat de ver
houdingen goed waren in zo'n
plattelandsgemeente. Lang be
dacht ik me dan ook niet en
het eerste schot was meteen
raak. Ik werd benoemd als op
volger van S. Sikkes die het
ambt 4 jaar bekleed had. In al
die dertig jaar heb ik er nooit
spijt van gehad. Ja, één keer
heb ik nog geprobeerd om hoge
rop te komen door te sollicite
ren naar een burgemeesterspost.
Dat was zo'n 20 jaar geleden.
De brief aan Hare Majesteit was
al geschreven, maar ik heb hem
nooit op de post
Holten 1954. Een kleine dorps
kern bepaald door Stations
straat, Dorpsstraat en Larense-
weg en een groot buitengebied.
Geen Kol, geen Gaarden oj
Boschkamp; wijken die pas aan
het eind van de jaren vijftig
verrezen. Eén gemeenschap van
amper 3000 inwoners. Is dat be
stuurlijk te vergelijken met het
Holten van nu? Bedachtzaam
neemt hij nog een slok. Hij heeft
nu eenmaal de aard om behoed
zaam te werk te gaan.
Langenbarg resoluut: „De te
genstellingen waren minder
groot. Als uitgangspunt van de
gemeentelijke politiek gold toen:
een eenheid zoeken. Zoeken
naar dingen die binden i.p.v.
scheiden. De buitenwacht oor
deelde dan nogal denigrerend
dat er in de raad slechts
ja-knikkers zaten. Maar het was
zeker niet zo dat men geen nee
durfde te zeggen. Je moet ook
niet vergeten dat de toenmalige
CHU en ARP een grote meer
derheid hadden. De besluitvor
ming was toen gemakkelijker,
maar een nadeel was dat de
minderheid niet aan bod kwam.
Door die stabiliteit bleven be
stuurders veel langer aan, grote
wisselingen waren er nauwelijks.
Denk maar aan wethouders als
Veeneklaas-Slots, Teeselink en
Rietberg. Mensen die hun hele
leven in Holten woonden en ie
dereen kenden. In b en w was
er bijvoorbeeld ook geen echte
portefeuilleverdeling. Iedeeen
sprak over alles mee en vooral
de burgemeester deed een hele
boel. Hij was nu eenmaal poli
tiek niet aanspreekbaar en de
wethouder wel".
Burgemeester Enklaar.
„Enklaar ja. Met hem had ik
natuurlijk een speciale band. In
je functie heb je uiteraard veel
met elkaar te maken. En na 25
jaar samenwerking weet je wat
je aan elkaar hebt. Die verhou
ding was prima en de contacten
zijn ook na het vertrek van En
klaar gebleven. Trouwens, over
burgemeester Ridder van Rap-
pard heb ik ook niets te klagen.
Het is natuurlijk altijd even af
wachten of je met een nieuwe
burgemeester even goed overweg
kunt, maar dat ging meteen erg
goed. De samenwerking is erg
plezierig".
Op tijd
Lang heeft de secretaris niet
geaarzeld toen zich de kans
voordeed vervroegd uit te tre
den. Hoe plezierig en interessant
het werk ook is, een aantal
dreigende buien aan de horizon
heeft hij al lang zien hangen.
Voor de bui binnen zijn lijkt het
devies. G. J. Langenbarg over
bezuinigingen, toenemende in
vloed van ae Rijksoverheid, re
gulering tot in het absurde en
politisering in de Holtense raad.
„Ik stap er op tijd uit. Steeds
vaker zie je dat door de bezuini
gingen vacatures niet meer kun
nen worden opgevuld. Dat werkt
negatief op het arbeidsplezier.
Daarbij komt dat de overheids
bemoeienis de laatste tijd knap
ver gaat. Onze boekenkast met
wetteksten op het gemeentehuis
wordt steeds groter. Alles is ge
regeld. Van het aroma, soep en
jusbesluit tot aan het knollen,
bollen en wortelstokkenbesluit.
De hele Schuurman Jordens.
Als je daar de lol van in ziet
lach je je rot, maar ik vraag me
toch wel af waar we mee bezig
zijn. Vooral in Holten is de
schaal daarvoor eenvoudigweg
te klein. Die hele bureaucrati
sche structuur vergt enorm veel
procedures. Het bestuur zal te
rug moeten naar een eenvoudi
ger manier van werken. Ga
maar eens na wat de kosten zijn
van een bestuurlijk apparaat
van zo'n 30 man zoals hier in
Holten. Dat is enorm. Een ander
gevaar van al die regels is dat
de afstand naar de burger te
groot wordt".
„En dan die politisering ja.
Kijk, openheid op zich werkt al
leen maar gunstig en ik vind
dat we in Holten met openbaar
heid van bestuur behoorlijk ver
Langenbarg: „Natuurlijk zijn
er dingen die je liever anders
had gezien. Maar op het mo
ment dat de beslissing moet val
len liggen de zaken meestal niet
zo eenvoudig. Het DURA-com-
plex bijvoorbeeld kon toen niet
worden tegengehouden met de
geldende bouwverordeningen.
Had b en w dat toen wel ge
daan dan was de kritiek niet
van de lucht geweest. Je houdt
de ontwikkeling tegen was dan
waarschijnlijk het argument ge
weest. Woningbouw aan de
Raalterweg (aan de voet van de
Holterberg) en aan de Motieweg
is ook zo'n zaak die nu waar
schijnlijk niet meer zou kunnen.
Ook bij de realisering van 300
woningen in De Haar had het
college om de oren gekregen
wanneer met die beschikkingen
toen niet gebouwd \yas. Over
zulke zaken is nu moeilijk te
oordelen".
Afstand nemen
Tot slot nog even over uw op
volger. Wat wenst u hem toe en
bent u niet bang dat u moeilijk
afstand zult kunnen nemen van
uw werk waarbij u zo dicht bij
de besluitvorming stond?
Langenbarg: „Om met dat
laatste te beginnen, ik denk dat
ik daar moeite mee zal hebben.
Ik zal me ook zeker niet gaan
ergeren. Iedereen werkt nu een
maal op zijn eigen manier, op
welke post dan ook. Het is dus
duidelijk dat mijn opvolger een
eigen aanpak heeft. En om daar
over te kunnen oordelen moet je
de achtergronden kennen. Als je
je dan toch gaat ergeren bewijst
dat dat je inderdaad niet op de
hoogte bent van de achter
grond".
„Natuurlijk wens ik hem even
veel plezier in zijn werk toe als
ik zelf altijd heb gehad. Be
stuurlijk is Holten een uitdaging
voor een nieuwe gemeentesecre
taris. Holten is een uitzondering
op gemeenten van gelijke groot
te. Ga maar na: een eigen ener
giebedrijf waardoor je in be
paalde zaken een eigen inbreng
hebt, nog steeds een eigen vlees
keuringsdienst met voorcentrali-
satiedienst voor kadavers en
vergeet vooral niet de gemeente
lijke Scholengemeenschap. Alles
zaken die het werk extra inte
ressant maken. Vroeger was een
gemeentesecretaris meer iemand
die het werk uitvoerde. De laat
ste tijd heeft het een zwaarder
gaan. Er heerst hier zeker geen accent gekregen en is het meer
schijnopenbaarheid. Maar als ik
dan zie dat de politieke heren
en dames bij commissievergade
ringen hun standpunt van tevo
ren al bepaald hebben, dan
denk ik nog wel eens terug aan
vroeger. Toen was zo'n vergade
ring meer een uitwisseling van
gedachten om elkaar te overtui
gen. Nu brengt men het voorin
een managersfunctie geworden.
Zelf ben ik altijd een generalist
gebleven. Ik zou bijvoorbeeld
niet weten wat ik moet doen als
ik mijn rijbewijs straks moet
verlengen. Belangrijk is dat je
de nodige soepelheid kunt be
trachten. Relativeren, vooral om
dat je betrokkenheid bij de
voorstellen van b en w groot is.
genomen standpunt alleen nog Misschien is het wel een beetje
maar naar buiten. Wat dat be- „overdone" maar ik vond het
treft vind ik dat die politisering nooit leuk als de raad die voor
in Holten net ver genoeg gaat", stellen afkeurde. Net alsof ze
We hebben hier gelukkig een aanmerkingen maakten op je ei
knap stel raadsleden. gen werk. Formeel ben je na-
Als secretaris blijf je daardoor tuurlijk geen lid van het college,
waakzaam. Ze zorgen dat je niet maar de verhoudingen waren
in slaap valt en prikkelen je om Wgj zodanig dat dat gevoel wel
actief en creatief te blijven, degelijk ontstond".
aroma, soep en jusbesluit