Tweehonderd jaar geleden gingen de Twentse boeren nog op wolvenjacht t Werkloosheid steeg sterk in Overijssel Zaterdag 30 juli Trekker- Trekwedstrijden op Flevohof HOLTENS NIEUWSBLAD 'DO KWAM ONS ENEN WOLF TE MEUT. DEE BEET ONS IN DE BOLLEN. DONDERDAG 28 JULI 1983 (door Gerard van Schooien) Wie moet meehuilen met de wolven in het bos en uit vrees voor de no nonsense-politiek van onze regering besluit zijn vakantie „thuis in Twente" te vieren kan een heleboel kanten op. Hij kan zich bij voorbeeld een plekje trachten te veroveren op de camping „De Hongerige Wolf" bij Ommen of een tochtje ondernemen naar de sprookjestuin van „De Elf Provinciën" in Hellendoorn waar Roodkapje en de wolf in steen zijn uitgebeeld. Als het regent is het misschien aardig Uw kinderen thuis nog eens het sprookje van de wolf en de zeven geitjes voor te lezen of - als ze zelf kunnen lezen - een spannend stripverhaal van de Grote Boze Wolf cadeau te doen. Wie een echte levende wolf wil zien zal naar de dierentuin moeten. Toch is het nog maar een generatie of zes, zeven geleden dat nog hele troepen hongerige wolven hierin het wild rondliepen en de Twentse veeboeren het leven zuur maakten. De angst voor wolven zit ook de Twentenaren bij wijze van spreken nog zó in de benen dat enkele tientallen jaren geleden toen onze kinderen nog op straat speelden bij een bepaald spelletje het volgende liedje gezongen werd: „Wi-j wollen eens noar 'n Mooien Hagengoam go an En halen 'n pot vol knollen Do kwam ons enen wolf te meut Dee beet ons in de bollen (benen) Wat hadden wi-j do Wat hadden wi-j do Wi-j hadden kapotte bollen Wolf. wolf, kom meer oet!" Bij dat spelletje moest er één zich verstoppen (de wolf) waarna hij moest proberen de anderen te vangen. Een kinderspelletjes.Maar de strijd tegen de hongerige wolf was tweehonderd jaar geleden in Twente helemaal geen kinderspelletje. En wolven zijn er in Twente zeker tot het midden van de achttiende eeuw geweest. Ze waren er toen al eeuwen en vooral nadat in de middeleeuwen de pest de bevolking had gedecimeerd In het museum Capitolini in Rome bevindt zich dit beeld van de beroemde wolvin die de stichters van Rome, Romulus en Remus, zoogt. De bronzen wolvin is al 24-25 eeuwen oud. De beide kinderen er onder zijn nog „maar" vijf eeuwen oud. Het beeld werd n.l. ooit getroffen door de bliksem waarna een beeldhouwer uit de vijftiende eeuw er later Romulus en Remus bij gemaakt heeft. r zwierven ze hier in zulke troepen rond dat men zelfs de kerkhoven moest laten bewaken. De „Twentse" wolven drongen regelmatig in onze streken door vanuit de Bentheimer bossen waar in 1765 nog een georganiseerde wolvenjacht werd gehouden. Die waren er in de 16de en de 17de eeuw ook in Twente evenals gezamenlijk betaalde wolvenwachters om op het vee te passen. In 1590 beloofden Ridderschap en Steden van Overijssel op vertoon van de kop of de vacht het voor die tijd respectabele bedrag van 15 Carrolus-gtildens voor elke dode wolf, een bedrag dat later verhoogd werd tot 25 Carolus-guldens. In. 1675 was dat bedrag al opgelopen tot 50 Carolus-guldens voor een mannetje en 60 Carolus-guldens voor een vrouwtje. Een bewijs dat het menens was met de vernietiging van de wolf. Als U het niet gelooft, bij de Oudheidkamer Twente in Enschede hebben ze een document waaruit blijkt dat ingezetenen van Lonneker en de Esmarke in 1653 en 1654 drie wolven hebben gevangen en hun premie opeisen, al was het alleen maar voor het onderhoud van de „panden", grote netten met wijde mazen waarin men grof wild placht te vangen. Er waren in die tijd bossen genoeg. Men sprak zelfs van oerwouden die zo omvangrijk waren dat - naar men uit overlevering weet - een „kateekert" (eekhoorn) zich van de Twickelse bossen tot aan Oldenzaal kon verplaatsen zonder de grond te raken. Van de Bentheimer bossen tot Oldenzaal was maar een stap, zeker voor wolven en wilde zwijnen die men vaak naast elkaar liet bestaan als eikaars vijanden om een plaag te voorkomen. De Twentse wolven waren uiteraard van het Europese type, krachtige dieren met een lichaamsgewicht van 30-45 kilogram en een schouderhoogte van 70-80 centimeter. Om respect voor te hebben dus. In heel wat landen is de wolf nu uitgeroeid. Maar toch... in Europa zijn er nog genoeg, vooral in de Sowjet-Unie. Van 1945-1971 zijn er in de streek rond Woronesj nog meer Wolven in een Twents bos? Nog niet eens zo lang geleden waren er genoeg. -■,/* v*. E' f dan 8400 gedood. Zelfs in Duitsland (Lüneburger Heide. Meckelenburg) werden tussen 1948 en 1961 nog wolven geschoten. In de Balkanlanden en de Karpaten behoort de wolf nog tot het standwild. Roemenië schat 2000 te hebben, Bulgarije zo'n 800. In Spanje en Portugal samen tellen onderzoekers ét* volgens de laatste gegevens 1300, maar ook in Griekenland, Noorwegen en Italië kunt U op een vakantietocht wolven tegenkomen. In Italië worden ze zelfs officieel beschermd, zodat er daar nog zo'n 120 moeten zijn. Zou dat komen door de enige maar dan ook enige sympathieke wolf in de geschiedenis van de mensheid? Die wolf - of liever wolvin - kómt voor in de beroemde Romeinse sage van Romulus en Remus. Volgens dat verhaal zou zelfs de nu Heilige Stad Rome nooit zijn ontstaan zonder de liefdevolle zorgen van een wolvin voor een pasgeboren mensen-tweeling. Het •aat ongeveer zo: In de buurt van het huidige Rome bestond een koninkrijkje waar twee broers elkaar in de haren zaten. Op de troon zat Numitor, de vader van de schone Rhea Silvia. Numitor's broer, Amulius, echter zag kans de vader van het meisje van de troon te stoten waarna hij er zelf op ging zitten. Daar de nieuwe koning Amulius vreesde dat hij later moeilijkheden zou krijgen wanneer Rhea zou trouwen en kinderen zou krijgen, verbood hij zijn nichtje een man tot zich te nemen. In die voorhistorische tijden evenwel was zelfs koningsdochters en goden niets menselijks vreemd. Op een zonnige dag liet de oorlogsgod Mars een oogje op Rhea vallen en verwekte hij bij haar een mannelijke tweeling, Romulus en Remus. Toen oom Amulius ontdekte dat hij er toch ongewenste familie bij had gekregen, ontstak hij in woede. Hij liet de beide jongetjes in een mandje leggen en dat mandje in de rivier de Tiber werpen. - Maar ziet, het mandje-bleef in de modder steken en een rondsnuffelende wolvin, van een duidelijk geheel ander slag dan de boze wolf van Roodkapje, redde de tweeling. De wolvin sleepte de knaapjes voorzichtig naar de wal en begon deze liefderijk te zogen in de schaduw van een vijgeboom. Zo vond een herder de twee spartelende jongetjes. Hij nam ze mee naar huis en Romulus en Remus groeiden onder de hoede van des herders vrouw op tot twee brave herders. Helaas bleven zij niet braaf. Op een dag kwamen zij er achter wie zij waren. Eendrachtig brachten zij eerst hun oudoom Amulius om en stichtten vervolgens een nederzetting op een van de heuvelen van wat later Rome zou worden. Om het verhaal af te ronden: de broers kregen ruzie en Romulus die alleenheerser over het juist gestichte Rome was geworden, doodde zijn broer Remus. Zo eenvoudig was dat. Zo luidt althans de bekendste lezing van de stichtingssage Van Rome waarbij de wolf - in dit geval een wolvin - als een parel glanst te midden van menselijke moord en doodslag. Om op die vakantie terug te komen: mocht U ondanks de no nonsense tóch naar Rome gaan, loopt U dan eens binnen in het museum Capitolini waar de stichters van Rome nog gebroederlijk de tepels van een bronzen wolvin bewerken. Algemeen Na enkele maanden van daling is per eind juni weer een - zeer forse - stijging te constateren van het aantal Overijsselse werklo zen. Hun aantal nam toe met 3.380 personen. Het totale Overijs selse aantal komt daarmee op 70.409 (20%), Van de Overijsselse afhankelijke beroepsbevolking is thans één op de 5 zonder werk. Voor Nederland is het werkloosheidspercentage 17, hetgeen in houdt dat er 792.733 personen werkloos zijn. De ontwikkeling op de Overijsselse arbeidsmarkt in de maand juni 1983 is met 2 kernwoorden te karakteriseren: voortdurende seizoensinvloed in de bouw en toestroom van vooral vrouwelijke schoolverlaters. Voor 't eerst sinds 5 jaar zet de afname van de werkloosheid in de bouw zich ook in de maand juni voort met een afname van 600 (B&U en GWW). Hoewel de vraag gewettigd lijkt of in plaats van „voortdurende seizoensinvloed" niet langzaam de term „licht herstel" kan worden gebruikt, dient men te bedenken dat er thans toch nog steeds 1.900 bouwvakkers meer werkloos zijn dan het vorig jaar. Het positieve effect van de ontwikkeling in de bouw wordt tenietgedaan door de toestroom van de schoolverla ters. Beide ontwikkelingen hadden tot gevolg dat de werkloosheid steeg in de metaal (+524), in de sector handel 520), kantoor (+721) en in de sociale en geneeskundige sector (754). De wer kloosheid steeg het sterkst in het rayon Enschede met 1.050. Mannen Bij de mannen steeg de wer kloosheid in juni met 1.206 tot 49.972. Thans is daarmee 19.2% van de mannelijke afhankelijke beroepsbevolking in Overijssel werkloos. Voor Nederland geldt een percentage van 16,3 (540.847). Zoals boven reeds aan geduid: de stijging van de man nelijke werkloosheid deed zich voor ondanks het feit dat de werkloosheid in de bouw met 600 verminderde, uit bijlage 4 blijkt dat de werkloosheidstoe name te wijten is aan de 1.700 mannelijke schoolverlaters. Vrouwen Onder de vrouwen nam het aan tal werkloze ingeschrevenen toe met 2.174 tot 20.477. Dat bete kent een stijging van 19% naar 22.3% van de afhankelijke vrou welijke beroepsbevolking. Eind juni waren er in Nederland 251.886 werkloos ingeschreven vrouwen (18.5%). Bij afwezigheid van enige seizoengevoelige soe laas voor de vrouwen (ook de horeca telde meer werklozen dan in de vorige verslagmaand) betekent een en ander dat de nieuwe ingeschrevenen voor het overgrote deel schoolverlaters zijn. Nieuwe inschrijvingen von den vooral plaats voor de secto ren handel, kantoor en de soci aal-geneeskundige sector. Voor Holten geldt een werkloos heidspercentage voor mannen van 10,5 (195) voor vrouwen ligt dit aantal op 77 (eind juni '83). Zaterdag 30 juli a.s. vinden opgevoerde traktoren met bul- baan. Vanaf 10.00 uur 's mor- op Flevohof Trekker-Trekwed- derend geweld een zware sleep- gens zullen de trekmonsters, strijden plaats, een zeer spekta- wagen achter zich aanslepen waaronder de Europese kampi- kulaire sport, waarbij zwaar over een speciaal aangelegde oenen 1982 in de verschillende Brullend en sissend probeert de trekker de loodzware sleepwa- gen nog de laatste meters over de baan te slepen, terwijl een Ud van de baancommissie al met het meetlint gereed staat om de geleverde prestatie te me ten. klassen aan de start verschij nen. Het publiek kan dan weer genieten van de diverse staal tjes van technisch vérnuft en de snelheid van de vaak prach tig opgesierde trekkers. Inmiddels wordt de Trek- ker-Treksport al weer 7 jaar be oefend in Nederland,. De Neder landse Trekker-Trek Organisa tie, die vorig jaar baar eerste lustrum vierde, werkt nog steeds aan een verdere profes sionalisering en bekendheid van baar sport. Introduktie Frankrijk Ook de Nederlandse sleepwagen, compleet met bemanning, werd naar Frankrijk vervoerd, om Trekker-Trek door niiddel van een demonstratiewedstrijd onder de aandacht te brengen. 20.000 Franse toeschouwers maakten kennis met het spektakel van Trekker-Trek en waren laaiend enthousiast over de Nederlandse traktoren en hun prestaties. Bin nen enkele jaren zal ook Frank rijk wellicht vertegenwoordigd zijn op de Europese kampioen schappen, die nu samen met Engeland en Duitsland worden gehouden.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1983 | | pagina 9