Pianist Daniël Wayenberg: „Als God het van mij eist, stop ik" HOLTENS NIEUWSBLAD „Ik wil spelen tot de kist naast de piano staat" „In mijn leven is geen plaats voor een partner" DONDERDAG 23 JUNI 1983 journalist is vijfvoudig winnaar van de „Grand Of het wel zo gewoon is dat je hier voor je overtuiging mag uitkomen, weet ik niet. Chris tus zegt dat er tegenstand zal komen, vervolging... In de toekomstige tijd zal de an- ti-christ zich openbaren Die tijd is geen duizend Jaar meer weg.Het zal onverwacht ge beuren en in een vorm die ons tot op dat moment onbekend is". Vingers Er valt een lange, hoogst aangename stilte. Wayenberg rolt een sigaretje, nog ongeloof lijk dunner dan de vorige. De jeugdige voetballers in de Kor noeljestraat hebben hun spel blijkbaar gestaakt: het geluid van een regelmatig op een mo torkap neerdalende leren voet bal, begeleid door een groot aantal verwensingen welke be trekking hebben op „het rund" of „de stomme lui" die daar voor verantwoordelijk schijnt te zijn, is althans niet meer hoorbaar. „Vroeger was ik soms enorm bang dat ik iets aan mijn vin gers zou krijgen en daardoor niet meer zou kunnen spelen", zegt hij, naar zijn handen kij kend, „die angst heb ik niet meer. Als je je constant zorgen loopt te maken over de kans dat je iets met je handen krijgt, dan heb je geen natuur lijke reflexen meer. Electrische treinen, dat is ook een hobby van me, soms moet je daar voor een draaibank of cirkel zaag gebruiken, voor het bou wen van een perron of een wachtershuisje. Dat werk be steed ik uit, kijk, ik ga het noodlot natuurlijk niet tarten. Mijn handen zijn hoog verze kerd, dat heeft mijn vader in dertijd gedaan, maar ik wil het liefst doorspelen tot de kist bij wijze van spreken naast de piano staat. Piano De piano... Als Wayenberg speelt krijgt hij vleugels... Fo tograaf en verslaggever ervaren het dan ook niet als storend wanneer de meester voor en kele minuten post vat op het zwartleren krukje en een ui terst dromerig deel van een pianoconcert van Ravel ten ge hore brengt. „Ik wil niet te lang spelen, dat lijkt me zo naar voor de buren", zegt hij, nadat hij zich heeft omge draaid, en hij meent het. „Mijn vroegere pianoleraar, Arie Verhaar, heb ik 'es ge vraagd wat het woord concur rent nu precies inhield. Ik was toen nog piep en allesbehalve droog achter de oren en steeds maar weer zeiden ze tegen me: „Daniël, je speelt aardddig, maar pas op voor de concur rent. Het antwoord van Ver haar is me mijn leven bijgeble ven. Ik zie hem daar nog staan, hij streek 'es door zijn haren, stak een sigaret op, keek me lang aan en zei toen: „Een concurrent.Dat is de meneer die het óók kan In de zomer ga ik altijd een paar weken naar een kennisje van me, die heeft een hotel letje in Zuid-Frankrijk, zitten we dagenlang spelletjes te doen. Ik kan goed tegen mijn verlies, maar ik kan het niet verdragen als ik verlies omdat ik onder mijn niveau speel. Met biljarten bijvoorbeeld. Ver liezen van een sterkere tegen stander vind ik niet erg, maar verliezen door een paar een voudige ballen op een klunge lige wijze te verknallen, nee, dan word ik woedend. Het ver liezen op zich is niet erg, nee, Daniël Wayenberg werd grootgebracht met de bijbel, een boek- dat hij nog immer dagelijks leest. „God bestaat en Zijn Zoon is voor ons op aarde gekomen, dat is zo, daaraan heb ik vanaf mijn kennismaking met het geloof nooit meer getwijfeld. Ik ben mijn ouders dankbaar voor die christelijke opvoeding" „Het geloof sterkt mij. Ik heb collega's die niet godsdien stig zijn en toch heel goed pia nospelen, maar in mijn geval heeft God een zekere angst voor het steeds maar weer moeten waarmaken weggen- men. Als ik een serie goede concerten geef, ontvang ik daarvoor geld van God. Dan moet ik natuurlijk wel uitkij ken waaraan ik dat geld be steed. Ik geloof dat ik in de hemel kom, er staat immers in de bijbel dat al wie in Christus gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwig leven heeft. Het bloed van Christus is ver goten met een zeker doel, als je dat bloed gaat weigeren... Kijk, je kunt fantastisch zijn tegenover iedereen maar één van de eisen in de bijbel is dat je de Heer liefhebt met al je kracht, al je ziel en al je verstand. Je hebt er niets aan als je heel lief en aardig tegen al je medemensen doet en je eigen schepper weigert. God zegt ook dat je moet woekeren met je talenten, nou, dat heb ik gedaan. Muziek is een stuk je schoonheid en "heeft als Hij logeert voor enige maan den bij zijn moeder in Den Haag, iets wat hij immer doet wanneer hij in Nederland dient te concerteren. Zijn wo ning staat in Parijs, al jaren. Een nuchter man, wars van kouwe drukte, ietwat intro vert ook - althans, die indruk wekt hij wanneer het langdu rige gesprek een aanvang neemt. Al snel blijkt de ver meende geslotenheid schijn en ontpopt Wayenberg zich als onbevangen prater en enorm gevoelsmens. „Ik ben net als mijn auto, die moet ook even warmlopen, als dat eenmaal is gebeurd, noudan berg je maar", zegt hij, een ongeloof lijk dun sigaretje rollend. Zijn wereld wordt beheerst door muziek, muziek en... muziek. het ondermaats spelen, daar kan ik wanhopig van worden. Maar ik vind het zalig, spelletr jes, ik ben echt een gezellig- heidsdier. Wil je midden in de nacht even mens-erger-je-nie- ten? Prima, ik doe mee, just mention the place and the ti me, and I'll be there". Er is geen vrouw of man in het leven van Daniël Wayen berg. „Voor het huwelijk heb ik nooit tijd gehad, ik ben ook iemand die zich moeilijk kan vastleggen. Dit vak is daarvoor te onzeker, als je alleen bent draag je de verantwoordelijk heid voor jezelf, bent aan nie mand uitleg verschuldigd. Dat ik mijn graf in zal gaan als vrijgezel is echter helemaal niet zeker. Ik ontmoet natuur lijk veel vrouwen maar je kunt mijn leven niet vergelij ken met dat van bijvoorbeeld Liszt, zo'n romantische avontu- renzaak is het niet bij mij. Het blijft toch een vrij eenzaam vak. Dat vrijgezelschap van mij is geen vrijwillig aanvaard celibaat, nee, als kind al wist ik: ik wordt concertpianist. Er is nooit plaats geweest voor een partner, en al was die er wel geweest, ik denk dat die partner na enkele weken gil lend van ellende het huis zou zijn uitgerend(lachend). Wilt u zo goed zijn om indach tig deze uitspraak even een "korrel zout tot u te neme- n...?" Emotie Het meest opvallende in de Haagse Kornoeljestraat is een rode Porsche 912, naar later zal blijken 14 jaar oud en zeer gewild onder de ook in deze crisistijd nog existerende verzamelaars. Wanneer we ons voertuig met passende schaamte achter het pronkstuk hebben geparkeerd en uitstappen, horen we uit een deze zomerse middag openstaand bovenraam van een der rijtjespanden pianomuziek. De paar schooljongetjes valt het niet meer op, onverdroten zetten zij hun partijtje straatvoetbal voort, zo nu en dan onderbroken door wat geruzie over vermeend ruw spel. Een enkele kèer ploft de bal neer op de motorkap van de rode Porsche. Zo moet het voor jaren en jaren geleden ook zijn geweest: een zomerse middag, bij het broeierige af, schooljongens spelen een partijtje voetbal terwijl een kleine jongen van dezelfde leeftijd in een bovenkamer van een Haags rijtjespand ijverig doende is meester te worden over de piano. Thans is hij 54 jaar en geldt als een meesterlijkconcertpianist. Daniël Wayenburg maakte wereldnaam. Na een pianostudie in Den Haag vertrok Wayenberg, toen 17 jaar, richting Parijs. Daar ging hij in de leer bij de befaamde Marguerite Long. Twintig jaar jong won hij de „Grand prix de la ville de Paris", trillend op zijn onderdanen nam hij de prijs in ontvangst uit handen van Jacques Thibaud. Vier jaar later concerteerde hijindeCarnergienergieHallteNewYork.in de pers regende het superlatieven. De zoon van een Russische violiste en een Nederlands enigszins verontschuldigend en wat verlegen lachend op. „Ik ben trouwens dol op alle soor ten spelletjes, uren kan ik doorbrengen met spelletjes. Van Halma tot bridge, en bil jarten natuurlijk, ben ik ook weg van. „Het zal te maken hebben met het Russische bloed dat ik van mijn moeder heb meegekregen. De hele familie van haar kant is ook bezeten van spelletjes. grens van radeloosheid weten te brengen door zich niet, zo als gebruikelijk, een half uur voor aanvang van het concert ten behoeve van de concentra tie in de kleedkamer op te sluiten, maar vriendelijk bezoe kers groetend koffie te gaan drinken in de foyer. „Zo'n mi nuut of vijf voor aanvang trek ik me terug in de kleedkamer. Zeker niet eerder, dan zou ik overgeconcentreerd raken", zegt hij lachend. Terwijl hij een nieuw ongelooflijk dun si garetje rolt informeert hij bij de fotograaf welk type camera het best geschikt is voor on derwaterfotografie. Het ant woord noterend op een onge looflijk klein papiertje klinken van buiten opgewonden Jon gensstemmen: „penalty! pe nalty!" Wayenberg loopt naar het raam, „even kijken, ik ben gek op voetbal", merkt hij functie, in mijn geval, de God delijke eer te verkondigen. Maar als God van mij zou ei sen dat ik mijn carrière opgeef, dan doe ik dat, hoef ik niet over na te denken... Helemaal alleen voel ik mij nooit, door dat besef dat God er is. Ik sta ik de concertwereld eigenlijk als gelovige alleen, eenzaam maar niet alleen, zei Wilhel- mina, mooi vind ik die uit spraak.. enorm mooi.. Het geldt ook voor mij. Ik ga niet zo ver te zeggen dat een niet-ehristen geen vriend van In tegenstelling tot veel van zijn collega's begeeft Daniël Wayenberg zich buiten het re- citalwerk ook op het terrein der kamermuziek. Samen met violist Theo Olof bewees hij ook dit vakgebied in de vin gers te hebben. „Muziek is een verschrikkelijk mooi iets. Het is zowel kunst als wetenschap. Als je je werk opbouwt ben je bijna een architect, voer je het uit, dan communiceer je met het publiek. Niet met woorden, maar met klanken. Je deelt een zeker aantal emoties mee". Managers en impressario's heeft hij meer dan eens tot de me kan zijn. Je mag zo ie mand daar ook niet kwaad om aankijken. Het is toch ook zo dat Christus niet voor de rechtvaardigen op aarde is ge komen, maar voor de verlore nen, om die te redden. Ik heb wel 'es geprobeerd om God weg te denken uit mijn leven, zomaar, ik wilde weten wat dat voor gevoel wasHet duurde een paar seconden... Ik voelde me verschrikkelijk rot. Ik ben er van overtuigd dat iemand die werkelijk ge looft, best 'es twijfels kan krij gen, maar zijn geloof verliezen, nee, dat lijkt mij onmogelijk.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1983 | | pagina 9