stratego SINT-REBUS PIETJE TEKENEN O O tó fcvwe" uu ■'■'nmt 47 T.P. 100 100 vAA% Sinds kort brengt Spellenfabrikant Jumbo International een speciale elektronische uitvoering op de markt van het bekende Stratego-spel. Dit Computer Strate o is eigenlijk méér dan zomaar een nieuwe versie met wat extra licht- en geluidseffecten: door de toepassing van geavanceerde elektronica heeft de fabrikant een aantal nieuwe elementen kunnen toevoegen, die het populaire Stratego een stuk leuker en vooral spannender maken. Voor wie het spel niet kent: Stratego wordt gespeeld door twee spelers met ieder 24 stukken in de rangen van het toenmalige ,PIET!' riep Sint Nicolaas. ,Berg het grote boek maar op, ik ga slapen. Morgen komt er weer een dag en dan zal ik wel verder zien, wie er nog meer stout zijn geweest en wie er verder allemaal nog cadeautjes moeten hebben'. Piet pakte het zware boek aan en wilde het dichtslaan om het in de kast te leggen. Maar daar zag hij opeens, dat er op die open bladzijden helemaal geen rij namen stond, maar wat rare krabbels van de Sint. Daar had zijn meester zeker een beetje zitten tekenen, omdat 't uitzoeken van al die rijen zoete en stoute kinderen hem begon te vervelen. .Watte betekenen, heer?' vroeg Piet. .O, een liedje dat de kinderen in Nederland wel eens zingen', zei Sint en hij stapte moe en slaperig zijn werkkamer uit. Maar Piet was helemaal niet moe en niet slaperig. Hij was wel nieuwsgierig. Hij wilde wel eens weten, wat Sint daar op die blad zijde en op de volgende bladzijden gekrabbeld had. Want op de volgende bladzijden stonden ook al van die vreemde figuurtjes en letters. En Piet prakkizeerde en prakkizeerde.maar hij kwam er niet uit. Want hij kende geen Nederlands. Maar jullie kennen dat wèl. Jullie kunnen deze pietermansknecht zeker wel helpen! Wat staat er nu in dat boek van de goede bisschop? •JBEffl JE J3ïq JBBJS pOJS Mn 'doqossiq apaoS uaumq uio^ï :Suisso[do Napoleontische leger. Die rangen zijn echter voor de tegenpartij niet zichtbaar; hetzelfde geldt voor het vaandel dat, als einddoel van het spel, door de tegenpartij veroverd moet worden. Om beurten verplaatst men zijn stukken. Komt een stuk nu naast of tegenover een van dat van de tegenspeler te staan, dan kunnen de stukken in rang worden vergeleken, waarbij de laagste van de twee verwijderd wordt. Een strategische opstelling en een aanvals- en verdedigingsplan bepalen de loop van het spel. Jumbo brengt:: Stratego in verschillende uitvoeringen van een mini- (f 16.75) tot een De Luxe- (f38.50) versie. Computer Stratego is daar nu aan toegevoegd. Wat dit computergestuurde Stratego nu zo leuk maakt, is niet zozeer dat het is Vind je tekenen moeilijk? Probeer het dan eens met behulp van deze vier voorbeeldjes. Teken eerst plaatje 1 na, dat is makkelijk. Nu plaatje 2, ook al niet moeilijk. Dan plaatje 3, ja hier moet je wel een beetje je best doen. Nu nog even afmaken met plaatje 4 en.je hebt een leuke zwarte Piet getekend. Veel plezier. Wil je een Pietje maken zoals op de hieronder- staande tekening, ja.dan moet je wel even je mouwen flink opstropen. Maar probeer eerst maar de „gemakkelijke" Pietjes, dan ben je al een heel eind. uitgevoerd met allerlei toepasselijke geluiden en lichtsignalen, die wat extra sfeer toevoegen: de toepassing van elektronica biedt tevens een aantal mogelijkheden die de extra aanschafkosten (Computer Stratego kost f 199.-) zeker rechtvaardigen. De rangen en klassen van ieder stuk zijn in de voet gecodeerd. Bij confrontatie tussen twee stukken worden deze codes door het voorgeprogrammeerde speelbord .vergeleken' en de winnaar elektronisch bekend gemaakt zonder dat echter (en dat is een nieuw spelelement) de partijen de rang van eikaars stukken te weten komen. Deze door de chip geopende mogelijkheden maken het spel nog aantrekkelijker dan het al was. Bovendien zijn de mijnen geen .zichtbare' stukken meer, maar worden in een bepaalde strategische opstelling tevoren door de spelers in het speelbord .ingeprogrammeerd'. De tegenpartij bemerkt ze pas als hij er een stuk op plaatst. Een ander nieuw element bij Computer Stratego is de .elektronische verkenner'. In plaats van een zet te doen kan een speler zijn beurt ook gebruiken om met een speciale .verkennersknop' de .klasse' van een bepaald stuk van de tegenspeler te lezen. Maar daarbij is het oppassen geblazen, want de spion (de Napoleon en Mata Haü in een geanimeerd, computerspelletje bij Madame Tussaud (Amsterdam). Zo te zien heeft Napoleon het overigens niet gemakkelijk met dit nieuwe Computer Stratego (Jumbo). Logisch, want bij dit spel is de spion de qnige, die de veldmaarschalk kan verslaan. Door het gebruik van geavanceerde elektronica heeft het populaire Stratego, dat is gebaseerd op de Napoleontische leg er op stelling, een aantal nieuwe extra mogelijkheden gekregen, die het spel nog een stuk spannender maken. enige die de maarschalk kan verslaan) geeft om de tegenspeler te misleiden bij die elektronische verkenning een andere klasse op dan hij in werkelijkheid heeft. Is het vaandel tenslotte ontdekt door een van de partijen, dan schakelt na een vrolijk muziekje en vuurwerkgeluiden het apparaat automatisch uit om de batterijen tegen leeglopen te behoeden. Als het apparaat ,aan' staat en er wordt niet gespeeld, dan geeft de computer om dezelfde reden als waarschuwing op gezette tijden piepsignalen. Spelers van Computer Stratego zullen al spoedig ervaren, dat dit nieuwe spel niet zomaar een elektronissche uitgave van het bestaande spel is, maar dat de elektronica een extra dimensie heeft toegevoegd. Een aardig voorbeeld van positief gebruik van de chip in de vrije tijdssfeer. Voor ontelbaar veel zaken in onze samenle ving geldt dat ze zeer nuttig voor de mens heid zijn zolang zc niet in verkeerde handen vallen. Zo kan een slager met een mes heel zinvolle dingen doen, terwijl een misdadiger er alleen ellende mee tweegbrengt. Goed be schouwt is het met Sint-Nicolaas precies zo. Als hij door gezagrijke ouders wordt ge bruikt om hun kinderen een fijn feest te be zorgen is de bisschop een vriendelijke baas, die met gulle hand zijn zegeningen rond strooit. Maar zie wat er gebeurt als hij in handen valt van opvoeders die hun gezag niet op ei gen kracht kunnen doen gelden en daarvoor een handlanger nodig hebben. Dan verandert SintrNieolaas in een tiran, die een kind geen misstap kan zien begaan zonder onmiddellijk met het intrekken van het recht op cadeau tjes te dreigen. De kinderen van zulke ouders halen ongelovig hun schouders op wanneer hun wordt gezegd dat Sint-Nicolaas niets dan goedheid is; ze zijn immers doof van het ho ren van het tegendeel. Natuurlijk is het laf van ouders om Sinter klaas voor een kar te spannen die ze zelf be horen te trekken. Nog laffer is het wanneer een onderwijzer of juffrouw deze methode hanteert om de aan hem of haar toever trouwde kinderen in het gareel te houden. Van een gezond leerklimaat is dan geen sprake meer. De klas wordt een dictatuur, waarin SintrNieolaas de stok achter elke deur is. Toen ik in de tweede klas van de lagere school zat hadden we zo'n onderwijskracht. Een juffrouw. Kwel heette ze. Een naam die te kort is om een vriendelijk persoon toe te behoren en bijna weer te lang om in de zin „Juffrouw Kwel is gek" op een papiertje te krabbelen dat in propvorm geschikt is om met een balpen-zonder-stift, door de klas te worden geschoten. Juffrouw Kwel was heel lang en mager en geen schoonheid naar wie het mannelijk on derwijzend personeel ooit verlekkerd door de ruitjes van de tussendeuren zou gluren. Haar stemgeluid mocht er wél wezen. Wanneer ze haar bevelen door de klas bulkte werd er zo veel lucht verplaatst dat de kaften van de schriften zich vanzelf sloten, zodat het voort durend oppassen was geblazen; een vlek was snel gemaakt en als dat gebeurde, schreeuwde ze de kastdeuren óók nog dicht. Op het onderwijskundige vlak had Juffrouw Kwel één handicap: ze kon geen orde houden. Altijd werd er gepraat en onder de banken geschopt en nooit was de klas vrij van paar- destaarttrekkers. Maar juffrouw Kwel was vindingrijk. Al vroeg in haar loopbaan van schooljuffrouw trok ze haar conclusie: ze had geen overwicht en moest derhalve een drei ging zien te creëren waarmee haar gezag in één klap was gevestigd. Haar keus viel op Sint-Nicolaas: ze wist hoe haar leerlingen naar diens milde gaven uitkeken en had daarmee het middel gevonden hen tot één bonk zoetheid samen te smeden: ze zou het ontvangen van geschenken afhankelijk stellen van de mate van braafheid gedurende het schooljaar. Het was namelijk de gewoonte dat Sinterklaas op 5 december een bezoek aan de school bracht en in elke klas een zak cadeau tjes achterliet. Bij die gelegenheid onderhield de goedheiligman zich met enkele kinderen, liet zijn Zwarte Pieten zo nodig van de roede gebruik maken en gaf in zeer ernstige geval len van ondeugendheid opdracht de zondaren in een zak te proppen en op transport naar Spanje te zetten. Zo was het altijd geweest en juffrouw Kwel wist dat het voorlopig wel zo zou blijven ook. Maar er was meer. Haar was bovendien het bestaan bekend van het dikke boek waarin het gedrag van de kinde ren staat opgetekend. Ze besloot zelf zo'n boek bij te houden en dat op de verjaardag van de bisschop aan hem te overhandigen. Hij kon zich dan naar die gegevens richten bij het belonen en bestraffen van dé kinderen. Aldus voerde ze jarenlang een waar schrikbe wind in de onder haar leiding staande klas sen. Het zou mijn klas - en ik zeg dat niet zonder trots - gelukken de school van Kwels juk te bevrijden. Bij de aanvang van het schooljaar maakte juffrouw Kwel de regeling aan ons bekend; dat deed ze bij elke nieuwe klas. In het boek zou alles worden genoteerd wat we tot 5 december misdeden, zowel de zware vergrijpen, waarvoor de gewone straffen als nablijven, strafregels schrijven en in de hoek staan bleven gehandhaafd, als de lichte overtredingen, waarvoor de aantekening in het boek dan tegelijk de straf was. We zou den maandenlang bovenmenselijk braaf moe ten zijn om op 5 december in de pakjesgolf te mogen delen. Het leven in de klas werd een hel. Bij alles wat je deed liep je het risico in het dikke boek te raken. Daarbij hadden we ook nog rekening te houden met het grillige karakter van juffrouw Kwel. Wat gisteren was toeges taan, was vandaag verboden, zodat je - om een voorbeeld te geven - bij hoge waterstand vertwijfeld je vinger opstak, want als het tegenzat moest je én je plas ophouden èn een aantekening in het boek incasseren. Weldra waren we getransformeerd tot schrikachtige wezentjes, die de hele dag stijf met de armen' over elkaar zaten omdat dat de houding was die het minste risico gaf in het boek te wor den opgenomen. We voelden dat we het niet lang vol. zouden houden. Want ondanks ons voorbeeldige gedrag regende het notities. Voor elke leerling had juffrouw Kwel een bladzijde gereserveerd en er waren erbij wier pagina na een paar weken al bedenkelijk vol was. En we wisten: wie over de helft was, kon het 5 december wel vergeten allemaal. Op het schoolplein en op straat smeedden we plannen om een eind te maken aan de tiran nie. Geopperd werd het boek te stelen en te verbranden. Een onuitvoerbaar plan; juffrouw Kwel behandelde het als een relikwie, het zou ons niet hebben verbaasd als ze het 's nachts onder haar kussen legde. We bleven onze her sens pijnigen, maar het ei van Columbis wilde niet komen. De nood steeg inmiddels. Begin oktober begon de juffrouw met het instuderen van de sinterklaasliedjes. Dat was bijzonder vroeg, maar juffrouw Kwel was iemand die zwoer bij grondigheid en daarom kon er niet lang genoeg worden geoefend. Zo zongen we middagen achtereen over manen die door bomen schenen en schoentjes die bartensvol pakjes raakten, nadat er heftig aan deuren en vensters was geklopt. Mensen op straat ble ven verwonderd staan luisteren naar het sin- terklaasgekrijs; by hun weten duurde het nog een eeuwigheid voodat de dure december maand weer aanbrak. De bovenmeester ver scheen in de deuropening om te informeren of een en ander niet rijkelijk vroeg was, maar juffrouw Kwel slingerde hem in het gezicht dat haér klas tenminste goed beslagen ten ijs zou komen. De heer Meppelenberg liep rood aan en verdween schielijk, vermoedelijk het zelfde denkend als wat wij op zéér fijn be schreven papiertjes door de klas schoten. Tijdens het zingen trad er steeds een aante keningenhausse op. Ieder die zijn mond niet ver genoeg losgooide werd opgeschreven. We wierpen onze monden dus open of het vuil nisbakken waren. Een van ons kon de verne dering niet langer verdragen en vroeg hoe ver je je mond moest opensperren om niet in het boek te raken. Hij kon de rest van de dag op de gang doorbrengen en zijn bladzijde was meteen vol. Weer staken we> de koppen bij elkaar. Iemand kwam met een kleine wraak neming aandragen. Hij had zijn grote broer een spotliedje op juffrouw Kwel laten schrij ven dat dezelfde melodie had als „O, kom er eens kijken wat er in mijn schoentje zit". Het was een versje dat niet uitmuntte in stichte lijkheid en teerhartigheid, maar een liedje dat over juffrouw Kwel ging kon deze eigen schappen ook moeilijk bezitten. Het ging als volgt: O, kom er eens kijken wat er aan Kwels kopje zit; alles aanwezig van de knol van Sint: een neus met haartjes en een bles, een mond, heel groot en geluid voor zes, drie kinnen hangend in een rij, voordat ik daarmee vrij! We waren zeer ingenomen met het lied en zongen het overal. Genoeg wraak vonden we er uiteraard niet in. We braken ons opnieuw het hoofd. Kort vóór Sinterklaas werd er in onze kring een lumineus plan geboren, zeer geraffineerd. Het was gebaseerd op het ge bruik op onze school Sint-Nicolaas en de Zwarte Pieten te laten spelen door leerlingen uit de hoogste klas. Dit betekende dat wels lagen van het plan van hun medewerking af hing. De zesde klas wilde ons graag van dienst zijn. Haar ingezetenen hadden in lang vervlogen tijden óók onder het regime van Kwel geleefd en niets leek hun begeerlijker dan haar een hak te zetten. Gelukkig schaarde ook de heer Meppelenberg - aan wie het zangincident nog knaagde en wiens liefste wens het was juf frouw Kwel van haar Sint-Nicolaasmanie te genezen - zich achter ons. Het leven in de klas veranderde totaal. We hadden voortaan lak aan juffrouw Kwel en gingen tekeer als beesten, zo erg zelfs dat ze zich wanhopig afvroeg hoe het allemaal be straft en genoteerd te krijgen. De veij aardag van de bisschop brak aan. Vol spanning za ten we de komst van Sint-Nicolaas te verbei den, want dit zou ónze dag worden, al sugge reerde het gezicht van juffrouw Kwel juist het tegendeel. Even na elven werd er op de deur gebonsd. Op een teken van de juffrouw zetten wij „Zie ginds komt de stoomboot" in. Ze wandelde zelfverzekerd naar de deiir en gooide deze wagenwijd open. We gingen in onze banken staan om maar niets van de ge beurtenissen te missen. We zagen Sint- Nicolaas aan de hand van juffrouw Kwel waardig binnenschrijden, op de voet gevolgd door een horde zwarte duivels die in één keer de ruimte voor de banken vulde. De juffrouw keek met angstogen naar de zwarte over vloed. We joelden en juichten. De heer Mep pelenberg loerde door de ruitjes van een tus sendeur; zijn ogen straalden. Sint-Nicolaas liet zich zuchtend op een stoel zakken en verzocht juffrouw Kwel hem het boek ter hand te stellen. Ze reikte het be vend aan. De bisschop verdiepte zich in ons gedrag. Het onvermijdelijke liet niet lang op zich wachten. De staf viel kletterend op de grond. Het gezicht van Sinterklaas trilde v&n ontzetting. Juffrouw Kwel voelde dat het uit de hand ging lopen en sloeg aan het sussen. Ze was misschien een tikje aan de strenge kant geweest, Sint moest ook weer niet tè veel waarde aan het boek toekennen, haar leerlingen waren niet allemaal boeven en schurken. De bisschop ontstak in heftige toom. Hij gebood juffrouw Kwel te zwijgen, trok driftig aan zijn baard en begon op boze toon de straffen uit te roepen. „Jan de Boer: de zak!" Een Piet snelde toe, werkte het (voor de vorm) tegenstribbelende jong in een zak en voerde hem af. Sint Nicolaas vervolg de: „Kees Duifhuis: de zak!" Weer een Piet, een zak en weg. „Klaas van Drie: de zak!" Zo ging het maar door, de hele lange lijst. De Zwarte Pieten haalden de klas tot de laatste man leeg, tot verbijstering van juffrouw Kwel. Later hoorden we wat er verder tussen Sint- Nicolaas en juffrouw Kwel was gebeurd. Toen de laatste zondaar uit zijn bank was gesleurd was de bisschop opgestaan en had gezegd: „Juffrouw Kwel, u hebt op alle fronten ge faald. U maakt uw leerlingen rijp voor galg en rad. Foei!" Het mens was door de grond gegaan van schaamte. De goedheiligman had zich omgedraaid en was nadrukkelijk lang zaam de klas uit geschreden. Na het heen gaan van Sint-Nicolaas betrad de bovenmees ter het lokaal. Hij gaf zijn ondergeschikte een uitbrander die tot op het schoolplein was te horen en daar door het bisschoppelijk perso neel en de Spanjevaarders met gejuich werd begroet. De zak met pakjes werd alsnog ver deeld, ondanks de verschrikkelijke straffen die ons hadden getroffen. Juffrouw Kwel heeft Sint-Nicolaas nooit meer voor haar karretje gespannen. De klassen die na ons kwamen konden zich naar hartelust uitleven. Het la waai dat dit teweegbracht klonk in alle loka len van de school door. We keken elkaar dan aan. „Ons werk" stond er op de gezichten te lezen en menigeen werd veroordeeld tot het honderdvoudig noteren van de strafregel: „Ik mag in de klas niet brutaal grinniken".

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1982 | | pagina 7