De eerste
september
„Op een VU moet niets"
Dansen is ook een
stukje opvoeding
te
De ander is
het, die de
werkloosheid
overkomt
LEREN 1982
Directeur Wim Kramers van Volksuniversiteit
Leren
kreeg
andere
inhoud
a de vormingscentra gaan
ze straks ook weer beginnen.
De eerste VOS-cursusvrouwen
schuiven dan weer achter de
tafel. Een ondernemingsraad
heeft zich aangemeld voor
een cursus discussieren en
vergadertechniek. En niet te
vergeten, de Open school, die
in de afgelopen jaren voor
heel wat vrouwen op een
nieuw spoor heeft gezet.
Want hoewel Openschool net
zo goed voor mannen is be
doeld zijn het toch vooral
vrouwen die daarvan hebben
geprofiteerd.
Zonderwerk projecten
pabcFët]
|gfjthlmn|
jpq'nfët
[uDttjm-l
Het
Ne,
Werkboek
J e? V V w I I L J V> I I _l
J
september. Weer naar
looi. Al vele jaren is die
turn, 1 september, verbon-
n met de start van het
luwe schooljaar. De zomer-
kantie zit er weer op,
luwe moed en energie zijn
gedaan, het kan weer be-
inen.
n ze er nog, de Jantjes, die
n de hand van hun moeder
tt knikkende knietjes en
i naar nieuwe schooltassen
kende schooltas naar de
jte school lopen voor hun
rste schooldag? Of is dat
[schijnsel met het opruk-
n van de basisschool uitge-
irven? Zo'n eerste school-
g, waarop juf als lieve fee
t lokaal ronddwarrelt, hier
tostend, daar kalmerend,
lar komt de moeder van
fitje met Jantje. Dag, me-
juw, en wie hebben we
ar? Dat 'is Jantje. Geef jij
juffrouw eens een handje,
htje. Wil je niet? Niks erg
br, vandaag mag dat nog.
zullen we nu eens een
ik plaatsje voor Jantje uit-
eken? Eens kijken daar bij
t raam. Wat zie ik, water-
ïders? Maar Jantje toch, je
nt toch een grote jongen,
zit nu op de gróóte school.
zullen het best samen
iden. Nu, mevrouw, kunt u
aar beter gaan. Ja, ik ge-
af vast dat het wel zal luk-
h, kop op, mevrouw, we
bben het allemaal over-
fd. Dag mevrouw, Jantje
g eens dag tegen je moe-
r, Jantje.
ee, er zullen nog maar
ünig scholen zijn waar het
i toegaat. Via de peuter-
ieelzaal en de kleuterschool
n de kinderen werkelijk
ielenderwijs gewend geraakt
in het naar school gaan.
lak worden de kinderen
aanden van "te voren al
|orbereid. De kleuterjuf gaat
in met de oudste kleuters
ekelljks op bezoek in de
irste klas. En tegenwoordig
dat meestal helemaal niet
oeilijk omdat veel kleuter
holen en lagere scholen in
n gebouw zijn onderge-
acht en zo samen al één
sisschool vormen. In heel
it basisscholen heet de eer
klas groep 3 en de kleu-
rklassen heten dan groepen
en 2
jl
Jn dan de zesde klassers,
e nu aan het einde van een
kantie die nog langer was
n ze gewend waren naar
t voortgezet onderwijs
an. Dan gaat je vader of
oeder niet meer mee. Dat
oet je helemaal zelf doen.
;n vreemde, nieuwe erva-
ig is riat. Ineens ben je
eer een kleintje. Vorig jaar
dat precies andersom.
»en behoorde je tot de oud
en. Nu wordt er meewarig
je neer gekeken Kijk uit,
h, een kleintje.
ia het brugklassensysteem
ook de intrede in het
tortgezet onderwijs verge-
lakkelijkt. De kinderen hoe-
en niet meer abrupt te
ennen aan vfjf verschillende
raren op één dag voor vijf
'rschillende vakken. Gelei-
elijk aan stappen ze over
an\ het gezellige lagere
choolleven met een heel jaar
ezelfde juf of meneer voor
e klas, met wie je alles
deelt en doet naar het toch
wel wat killere en zakelijker
milieu van het voortgezet
onderwijs. Daar gaan ze dan.
De veelbelovende bollebozen
naar gymnasium en athe
neum, om later doktorandus
te worden. Als je veel zevens
op je rapport hebt ga je naar
havo of mavo. En als je lie
ver een technisch beroep
hebt kies je voor Lts. Meisjes
gaan in zo'n geval nog steeds
in meerderheid naar het lhno,
het lager huishoudelijk en
nijverheidsonderwijs. Jongens
worden daar maar sporadisch
gesignaleerd. Evenals meisjes
op de lts een kleine groep
vormen.
De Volksuniversiteit, oorspron
kelijk ontstaan uit vrijwilliger-
sinitiatieven, is haar eerste
doel, -de wetenschap eerlijk
vereisten en overdragen- voor
bijgeschoten. „Wat er in de
loop der tijden veranderd is, is,
dat het niet meer alleen gaat
om overdragen, maar dat er
uitgegaan wordt van waar de
mensen aan toe zijn. We gaan
verder met de interesse", ver
telt directeur Wim Kramers van
de VU te Enschede. „We probe
ren mogelijkheden te geven om
je te blijven ontwikkelen, gees
telijk actief te blijven. Men kan
een eigen keuze maken, aange
past aan persoonlijke voorkeu
ren. Dat is een beetje een ver
schil met normale onderwijsin
stellingen, daar heb je normen
waaraan voldaan moet wor
den". Op de VU moet niets. We
richten ons op de dingen, die
niet elders gebeuren". Wat leer
je op andere onderwijsinstelling
niet, niet dat daar iets aan
mankeert hoor, en richten ons
daar op.
Hij vervolgt met: ..Leren heeft
De Volksuniversiteit aan de
Haaksbergerstraat in Enschede
een andere inhoud gekregen; je
leert door te leven; door na te
denken over het leven. Door te
luisteren naar ervaringen van
anderen en met anderen te pra
ten, waardoor een wisselwerking
ontstaat. Leren is zo'n wezenlijk
stukje van het mens-zijn; als
iemand niet meer leert, op
neemt, nadenkt, dan staat het
menselijk leven op de helling.
Het voornaamste is voor ons,
dat mensen voor zichzelf verder
komen. Dat ze zin krijgen en zin
houden in het zich verder ont
wikkelen en het verder leren.
Als je hier komt, moet je het
zelf belangrijk vinden. Je bent
hier niet terecht als een diploma
voor jou belangrijk is, want als
je je vastlegt op inhouden, dan
word je weer school".
Het instituut Volkuniversiteit
kan in Enschede inhoudelijk an
ders zijn, dan in Hengelo of Al
melo. Het zijn allemaal auto
nome instituten, verenigd in een
landelijke bond. De instellingen
kunnen voorzien zijn van be
roepskrachten, maar ook geleid
worden door vrijwilligers. „En
schede loopt wat voorop", vindt
Wim Kramers. „Wij proberen bij
vragen en behoeften van groe
pen aan te sluiten. Er diende
zich bijvoorbeeld destijds een
groep vrouwen aan, waarmee
een brugklas voor moeders werd
opgezet. Een eerste duidelijke
aktiviteit van de VU op
tweede-kansonderwijs. Allengs
kwamen andere groepen. Werk
loosheid diende zich aan. Een
volgende groep waren de mi
granten, de culturele minderhe
den, de. .eh.het is moeilijk
daar een goede term voor te
vinden. Dat was de volgende
groep, die aandacht begon te
claimen. Als VU willen we in
principe aan alle groepen wat
bieden. Maar we hebben meer
vraag, dan we financieel aan
kunnen.
Ons land kent twee vakorganisaties op
dansgebied. De ene beweging heeft als motto:
„Dansen is plezier voor twee", de andere:
I „Dansen moet je doen". Iemand die het niet kan
laten is David Simon van dansschool Simon in
Oldenzaal. Naast dansleraar is hij secretaris van
de Nederlandse Vereniging van Dansleraren. „Die
functie is best wel een ee»", vertelt David Simon.
„Het is wel een moeilijke job. We hebben 160
aangesloten leden en die vragen nog wel eens
wat". Hij geeft aan, dat zijn beide functies hem
soms nopen tot dag en nacht werken, maar dat
je dat er voor over moet hebben als je de
betrekking ambieert.
.et bfj vroeger is vooral
het voortgezet onderwijs en
de vorming voor volwassenen
veel ingewikkelder van struk-
tuur geworden. Na de lagere
school kon je vroeger kiezen
uit; ambachtschool, huis
houdschool, mulo, hbs, gym
nasium. En daar had je het
mee gehad. Een volwassene
die bij wilde leren was aan
gewezen op de avondschool
of soms een schriftelijke kur-
sus. Tegenwoordig zijn we op
weg naar een systeem
waarbij het mogelijk is dat
een mens bijna van de wieg
tot het graf naar school gaat.
Eerst via het onderwijs, later
via alle mogelijke cursussen
en trainingen. Education
Permanente, wordt dat vaak
genoemd, zoiets van leven
slang onderwijs. Iedereen, on
geacht afkomst, leeftijd, intel
ligentie, inkomen e.d. moet in
principe de mogelijkheid
hebben om onderwijs te vol
gen dat hem of haar aan
spreekt en verder helDt. Op
elk gewenst nivo, zonder finan
ciële drempels.
En, ja, *ze zijn er nog, de
avondscholea Voor de onver
valste blokkers die vaak met
ongelooflijke doorzetting toch
nog het mavo, havo of athe
neumdiploma halep. Drie
avonden per week, snel van
je werk naar huis, een boter
hammetje in je tas en dan
vlug, vlug naar school. Om
kwart over zes in de bank
schuiven en opletten, de les
- begint. Met het gedreun van
de fabrieksmachines nog in je
oren opletten en niet in slaap
vallea
De dansschool bestaat nu al
zo'n tien jaar in Oldenzaal en
begon met 52 leden. Tot dan
toe was dansschool Kolmschot
de enige in deze stad. Een eigen
plaatsje veroveren was zo
makkelijk nog niet. Het bestel
hier in het Oosten, veronderstelt
Simon, is net als het destijds
was in de textiel. De vaders
hebben de dansscholen
opgebouwd en de zonen zijn er
ingerold.
Van de twaalf Oostelijke scholen
zijn er twee, die helemaal voor
j zichzelf begonnen zijn. Simon's
vader had een vak, dat te
maken had met „koud vlees".
Die was slager. Zoon David* was
niet voorbestemd die zaak over
te nemen. Hij mocht doen wat
hij wilde en kreeg alle steun, die
hij nodig had. Dansen
fascineerde hem altijd al; vrij
veel familie van moederskant
zat in het dansvak en hij
waagde de sprong naar het
„warme vlees".
Bij
Simon drijft nu samen met-zijn
vrouw de „Leefplezierschool",
zoals hij zijn centrum omschrijft.
Hij zegt niet: „Dansen is plezier
voor twee", maar: „Dansen is
plezier voor iedereen". „Dansen
is een blij vak", zegt de leraar.
„Mensen komen voor hun
plezier naar dansles en niet voor
hun verdriet; Je leert mensen
bewegen op muziek. Muziek is
op zich iets vrolijks. Dat beetje
„iets" willen we nog vrolijker
m§ken. Wat ik ook leuk vind is
dat mensen voor de eerste keer
komen en nog niet het ene been
voor het andere kunnen krijgen
en na vijf lessen de quick-step
kunnen dansen. In de derde
plaats geef je een stuk
opvoeding mee aan kinderen en
jongelui".
Vorming
Simon vervolgt met op de
Middelbare school leren ze dit
en dat en zus en zo, hier leren
ze respect voor elkaar te
hebben. Een jongen vraagt een
meisje maar het is niet
gebruikelijk, dat hij midden op
de dansvloer staat, op zijn
vingers fluit en hup het meisje
komt eraan. Dansen betekent
een stukje maatschappelijke
vorming".
De aktiviteiten van zijn centrum
verschillen niet zo veel van
soortgelijke instituten. Alleen
het wedstrijddansen is iets,'dat
landelijk gezien- maar weinig
centra kent. Men heeft op dat
gebied al een internationale
naam, zo luidt het met trots.
Wat kun je doen als je in de
omstandigheid verkeert, dat je
gedwongen vrije tijd hebt,
omdat je zonder werk zit?
leder zal proberen om dat feit
op eigen wijze in te vullen.
Ondersteunend daarbij kunnen
zijn de Projecten voor
Werklozen, zoals veel
gemeenten die kennen. Men
kan terecht in Almelo, Hengelo,
Bome, Losser, Oldenzaal, Goor,
Hardenberg en Tubbergen. Er
worden in de meeste gevallen
overdag cursussen in
groepsverband georganiseerd.
Aanmeldingen daarvoor
geschieden meestentijds
middels antwoordkaarten
afgedrukt op folders, die
toegestuurd of via bijvoorbeeld
een Sociale Dienst verspreid
worden.
«ee dan is een Teleac-
cursus sportvissen iets heel
anders. Maar ook daarvoor
moet je je het nodige ontzeg
gen.
Marianca Hümmels van de
Zonder Werk Projecten te
Enschede: „De mensen willen
werk. D&t kunnen wij hen niet
bieden. De cursussen leveren
geen werk op, wel mogelijkheid
tot tijdsbesteding en (het leggen
van) kontakten".
Het cursusaanbod is in de loop
der jaren, we praten dan over
een periode van zes jaar, flink
gestegen. In het nieuwe pand
van de ZWP treft men bij
binnenkomst een overzicht van
in de jaren verspreide folders
met aanbod van cursussen: de
formaten worden steeds groter,
het aanbod steeds ruimer. Een
probleem vormen de
zogenaamde schoolverlaters, die
klaar met hun opleiding vaak
de grootste moeite hebben werk
te vinden.
Uitgeloot
Marianca over hun motivatie
naar school te. gaan: „Het lijkt
mij hoogst afschuwelijk om op
deze manier naar school te
gaan. Dat je niet weet waarvoor
je leert, hoe je verder moet.
Dóór is geen plaats en hier
word je uitgeloot. Hoe het
verder moet weet ik niet. Of ze
blijven op school, omdat ze
niets anders weten öf ze zijn
volstrekt niet gemotiveerd om
naar school te gaan. Het geen
lol aan de dingen beleven
komen we veel tegen. Ze worden
erg klein gehouden op scholen,
denk ik. Er wordt weinig aan
het' eigen initiatief overgelaten.
De dingen moeten zó; horen zó".
vervolgonderwijs. Het boek
bevat een aantal hoofdstukken,
compleet met lessuggesties en is
opgezet rond thema's als:
„Werken of Doorleren",
Solliciteren", „Hoe kom je aan
advertenties" en „Wat betekent
werkloos zijn"? De scholen
kunnen het lesboek zelfstandig
gebruiken, maar hebben ook de
mogelijkheid mensen van het
ZWP uit te nodigen, die dan zelf
les komen geven. Reden tot
verschijning is omdat men bij
het ZWP de indruk had, dat
.jongeren „niet zo best werden
voorbereid op werkloosheid".
Dilemma
„Je kunt, zo vertelt Marianca, je
voorstellen, dat werkloosheid
een dilemma voor scholen is,
want de motivatie om te leren
zou weg kunnen vallen.
Belangrijk in deze is ook de
houding van de jongeren zelf,
die denken: „Dat zijn de
anderen, die werkloosheid
overkomt".
I b t c s uj juun rui
I 11 h i r h I Q Uj
I T»Do-vr}i6yH W» po» 1
- -f i Sudhvyie
Binnenkort zal er, als de
Commissie Sociaal Cultureel
Werk voor WerklozeAhet
goedkeurt, een werkboek
verschijnen, dat toegezonden zal
worden aan de scholen van het
Marianca Hümmels
„Leren" is een speciale bij
lage van de weekbladencom
binatie De Twentse Pers.
Tekstbijdragen: Berend Kok
en Hennie Talens.
Foto's: Margot Arends en Nol
Frijsteen e.a.
Eindredactie/vormgeving: Bob
Braakman.