„Ik speel
't liefst
.slechte'
RIJK DE GOOYER: „EEN LIEVE JONGEN BEN IK NIET'
[Wat de meute
yuer me denkt
nteresseert
ne totaal niet
„Ik maak dapper
gebruik van het
feit dat mensen
me herkennen
r.,.
oto's: Nol Frijsteen
Door Henk Diking
„Giethoorn is eigenlijk een lang lint. Noord is prachtig, in Zuid
zou ik niet willen wonen, daar is het me te druk. Noord is
beschermd gebied, ik vaar er wel eens met m'n punter, je kunt
daar de weidevogels nesten zien maken. Zeldzaam mooi, dat
zoiets nog bestaat. De meeste mensen trekt dat niet, je ziet dat
ook aan het strand, ze zitten op een kluit. Als je nou een paar
meter verder gaat heb je van geen hond last, nee, dat willen ze
niet, ik ben ook een gezelligheidsmens hoor, maar als je dan
toch in Giethoorn bent ga dan de natuur in. Als ik hier terug
kom na een film gemaakt te hebben dan heeft dit de werking
van een oase, ik zou hier niet graag weggaan, ik woon hier nu
al twaalf jaar".
Acteur, schrijver, zanger: Rijk de Gooyer.
(boren in Utrecht, 17 december
25, op zijn plaats in „het Ve-
tië van het Noorden". Heeft,
tegenstelling tot Maarten 't
irt, weinig last van een gere-
rmeerde jeugd. „Het heeft me
rder gesterkt. Die Maarten 't
irt, ach dat hij het er maar
peilijk mee heeft kan ik me
ït voorstellen. Maar ja, hij
eft het ook moeilijk met het
t dat 'ie een jongetje is. Mijn
der heeft me altijd ingeprent
t het laatste wat ik mocht
>rden acteur was, des duivels
nd 'ie dat. Het waren andere
Jen, nu kraait er geen haan
ar wanneer je acteur wilt wor-
n, zelfs geen gereformeerde
an".
Sind september '44 zwom De
loyer samen met een vriend
Waal over en nam dienst
het Engelse leger. Tot '47
rkte hij voor de Engelse In-
ligence Service. Hij was er
toen Heinrich Himmler ge-
lesteerd werd. In datzelfde
Ir keerde hij naar Utrecht
|ug, voor een korte tijd ging
werken in de bakkerij van
I vader. De toen 22-jarige De
)oyer solliciteerde naar de
iictie van verslaggever bij de
?RV en werd aangenomen.
i heb er als verslaggever een
If jaar gewerkt. Kijk, ik
bomde van het flitsende re-
irtagewerk, beklimming van
Himalaja, dat soort zaken.
Bar dat zat er voor mij niet
I het bleef bij de opening
jn een nieuw Leger des
>ils-tehuis of de jubilerende
tjaardenbond. De programma
lder van de NCRV, Gerard
bek was dat, zei tegen me
[t ik beter iets anders kon
lan doen, verslaggever was
I eenmaal niet zo'n succes-
Immer geweest. Hij wist nog
i; wat. Je had in die tijd de
kRA met de Bonte Dinsdag-
jondtrein, de KRO had een
nusementsprogramma, alleen
i NCRV had nog niets in dat
inre. En zo kon het verkeren
it ik zo'n beetje de eerste ge
formeerde komiek was. Ik
!ed een amusementspro-
amma voor de radio. Heel
luw eigenlijk, maar ze waren
jj de NCRV ook niets gewend
I die tijd.
In die tijd was er een loods
de omgeving van Hilversum,
die loods traden regelmatig
ensen als Kees Brusse en
etty Blok op, voor de zeilers
[beurde dat. Nou, Gerard
bek zei tegen me: Rijk, jon-
n, dat is wat voor jou, ik
irg dat jij ook 'es een num-
|er mag doen. In het begin
as het nog „Daar heb je die
ji van de NCRV ook weer",
laar na verloop van tijd wen-
men aan mij, het ging heel
irdig.
raaykamp
Van het een komt het andèr,
a Wim lbo ben ik in het
nd op gaan treden, uiteinde-
k kwam ik bij Wim Kan te-
eht. En na de Wim Kan-pe-
Dde ontstond de samenwer-
ng met Johnny Kraaykamp"
Een samenwerking die door
ruzie beëindigd werd? Hij
neemt een slok sherry, steekt
een verse sigaret op: „Nee, niet
door ruzie, er was natuurlijk
wel eens onenigheid, maar we
zijn niet met ruzie uit elkaar
gegaan. Op een bepaald mo
ment waren er gewoon geen
goede teksten meer, het was
uitgeput. Veel teksten kregen
we uit Engeland, na een jaar
of wat waren die teksten niet
leuk meer. We vonden dat het
dan maar beter was er een
punt achter te zetten.
De koek was op. Als ik die
Mounties zie, ach, ik vind het
een beetje zielig. Die sukkelen
maar door, maar echt leuk zijn
ze niet meer. Die hadden al ja
ren moeten stoppen, iets an
ders doen.
Er staat me trouwens nog
een aardig verhaal voor de
geest uit de tijd met Johnny.
We zaten in Duitsland waar we
een paar shows zouden doen.
In een van die shows zat een
scène waarin Kraaykamp in
het Duits moet zeggen: „Belt u
maar aan". Dus Kraay zegt:
„Bellen Sie mal an", en ik zeg,
nee, Johnny, dat is niet goed,
je moet zeggen: „Klingeln Sie
mal an". Bellen is blaffen en
bellen is klingeln, snap 'ie?
Kraaykamp knikt en herhaalt
wat ik zei. Enfin, het is zover,
de camera's lopen en Kraay
kamp moet het bewuste zin
netje zeggen. En ja hoor, waar
ik al bang voor was, zegt 'ie:
„Blaffen Sie mal an".
Ach ja, Johnny, hij had vre
selijke moeite met een andere
taal, hij heeft alleen maar la
gere school gehad, dus je kunt
het voorstellen. Die man die
zat uren te studeren op een
paar Duitse zinnetjes".
Debuut
Het debuut als acteur maak
te Rijk de Gooyer in de Wil
lem Parel-film met Wim Zonne
veld. Nu, jaren later, is er vrij
wel geen Nederlandse film
waarin hij niet een rol heeft.
Toch moet de Nederlandse film
het in de pers 'dikwijls ontgel
den. Ligt dat aan de scribent,
aan de filmmaker, aan de ac
teurs?
„Het verhaal is vaak zwak.
Van een buitenlands boek krijg
je dikwijls de rechten niet, dus
ben je aangewezen op de pro-
dukten van Nederlandse au
teurs. Die verhalen zijn voor
films vaak niet interessant. We
hebben goede acteurs en actri
ces zat: Jeroen Krabbé, Kees
Brusse, Rutger Hauer, Monique
van de Ven, Willeke van Am-
melrooy. Het scenario, daar
loopt het vaak op stuk. Maar
als ik kijk naar landen als De
nemarken en Noorwegen vind
ik dat wij het nog niet eens zo
slecht doen. Onlangs heb ik
Het Beest gezien, met Willem
Ruis. Tja, dat die film de
/grond in wordt geschreven
vind ik zeer terecht. Het ver
haal is abominabel, Ruis kan
overigens nog geen meter acte
ren. Een quiz leiden is nog wel
even wat anders dan acteren.
Die Ruis dacht bij zichzelf dat
doe ik wel even, maar die jon
gen heeft geen ervaring, ik
vind hem ook geen karakter
speler. Hij is goed op z'n ge
zicht gevallen".
In een van de afleveringen
van de door de genoemde Ruis
geleide quiz werd de vraag ge
steld van wie de Nederlander
het laatst een tweede-hands
auto zou kopen. Een stuk of
zes namen stonden vermeld,
daarbij die van Rijk de
Gooyer, die naam bleef over.
De Gooyer overzijn image.
„Ja, ik heb dat ook gezien, het
beroerde was dat ik in die tijd
net een auto te koop had. Dat
image, ach, het is gevormd
door de rollen die ik speel. Het
publiek denkt dan gelijk, nou,
die De Gooyer is voor geen
cent te vertrouwen. In Soldaat
van Oranje speel ik bijvoor
beeld een slechterik. Ik ken
dorpen waar een toneelspeler
die een slechterik speelt na de
voorstelling door de autochto
nen wordt opgewacht. Nou,
zo'n vent heeft z'n rol dan dus
goed gespeeld. Ik speel het
liefst „slechte" rollen. Wie Rijk
de Gooyer is buiten z'n image?
Ik ben gewoon als ieder ander,
ik heb natuurlijk een grote
bek, maar dat heb ik altijd ge
had. Een lieve jongen ben ik
absoluut niet. Ik ben niet ie
mand die zich inhoudt, als ze
me irriteren dan sla ik er rus
tig op. En wat de meute over
me denkt interesseert me niet,
als ze maar over me lullen,
daar gaat het om".
Reclame
In het boek Gereformeerd en
andere verhalen schrijft De
Gooyer over acteurs en re
clame, acteurs die het hardst
schreeuwen nooit in een recla
mespot op te zullen treden
worden daarvoor ook nooit ge
vraagd, waar zeuren ze eigen
lijk over? Zo luidt De Gooyer's
mening. „Kijk, in Mona-toetje
zou ik geen zin hebben, maar
zo'n stukkie kaas, ach, wat
kan dat nou voor schade ver
oorzaken? En daar komt bij
dat ik er zelf de hand in heb,
de tekst mag ik dus zo goed
als zelf bedenken. En als je
het leuk doet... Nee, veel ac
teurs die zeggen niet in een re
clamespot op te treden zijn
daarvoor ook nog nooit bena
derd. En als ze zeggen dat je
jezelf verkoopt dan zeg ik op
mijn beurt dat je dat ook doet
als je op toneel staat.
En daar komt bij dat het fi
nancieel zeer aantrekkelijk is,
als je bedenkt dat je voor zo'n
spotje hetzelfde krijgt als voor
een week of zes filmen, en zo'n
spotje maak je in een paar da
gen terwijl filmen betekent dat
je een paar weken je bed
haast niet ziet. Ik zou het
liefst een product zo belache
lijk willen maken dat het an
ti-reclame werd en juist daar
door weer reclame, een beetje
de Monty Python manier,
maar zo ver zijn we hier nog
niet. Als ik genoeg zou verdie
nen met die films zag je mij
niet in die reclamespotjes".
Actiefilms
De Gooyer is de man voor de
actiefilms? „Ja, zeer zeker. Ik
houd niet van ingewikkelde
psychologische drama's, ik
houd van de recht-toe-recht-
aan film. Als ik in de bioscoop
zit en bij een film moet naden
ken ben ik al geweest. Zo'n
Grijpstra en de Gier, dat vind
ik leuk om te doen. Ik interes
seer me bijzonder voor de ver-
houding politie/crimineel. Waar.
ligt de grens? In hoeverre is
een agent ook crimineel?
Waarom wil iemand een ander
opsporen? Ik denk dat de
grens tussen politie en crimi
neel uiterst vaag is. Ik heb
voor beiden sympathie, als een
crimineel uiterst vakkundig
een bank leegrooft dan heb ik
daar respect voor. Aan de an
dere kant, wanneer een agent
erin slaagt dat vakkundig op
te lossen gaan mijn handen
ook op elkaar. In het najaar
gaan we een film maken over
de botersmokkel in de jaren
vijftig. Daarin zie je bijvoor
beeld hoe vaag de grens poli
tie/crimineel is, dat soort films
lust ik wel pap van".
Rijk de Gooyer en het ko
ningshuis? „Ik vind dat een
verouderd systeem. Ik heb Ju
liana een paar keer mogen
ontmoeten en ik vond haar
zeer sympathiek, maar, en
daar gaat het me om, ik denk
dat een president meer in deze
tijd past. Ik denk ook dat een
president er iets meer voor zou
moeten doen dan het konings
huis nu doet. Om de kosten
gaat het me niet, dat maakt
me geen zak uit. Het gaat me
om het feit dat een president
meer in deze tijd past". Rijk
de Gooyer en de film? „In z'n
algemeenheid? Nou, ik denk
dat televisie film nooit zal
kunnen verdringen. Als je die
series toch ziet, neem nou zo'n
Dallas, dat zijn toch verhaal-,
tjes die er achter elkaar uitge-
kakt worden. Die toestanden
worden gemaakt met zeer veel
close-ups, een film wordt veel
mooier en intensiever gemaakt.
Zo'n Dallas, ach, het zijn clo-
se-ups van mensen die wat
met elkaar lullen. Ik zie ook
weinig nut in het op t.v. uit
zenden van films, een film is
voor een groot scherm ge
maakt, op t.v. ontgaan je zo
veel details. Video bijvoorbeeld
vind ik hard, celluloid is veel
mooier".
Vrouwen
Rijk de Gooyer en vrouwen?
„Vrouwen blijven interessant.
Ik heb graag een actrice naast
me die niet alleen mooi is
maar die ook goed kan acte
ren.
Het huwelijk? Tja, ik heb
daar vaak mijn bedenkingen
tegen. Of dat nu wel zo'n goed
instituut is. Maar ja, als het
niet zou bestaan zou je van de
ene naar de andere vlinderen,
en dat noem ik nou ook niet
het je-van-het. En ik vind ook
dat een vrouw vaak de dupe is
van een scheiding, vooral wan
neer er kinderen zijn. Zo'n
man weet zich wel te redden,
maar de vrouw, die krijgt het
moeilijk. Dat feminisme, daar
word ik niet goed van. Ik vind
die vrouwen ook zo verschrik
kelijk lelijk. Die mooie vrou
wen hoor je niet, die redden
zich wel, maar die lelijkers, die
schreeuwers, als ik die koppen
zie ga ik spontaan over m'n
nek. Ik wil best 'es een keer
de bedden opmaken, okee, pri
ma, maar dan moet mijn
vrouw wel met het zelfde be
drag thuiskomen waarmee ik
thuis kom. Ik vind het onzin
als vrouwen zeggen dat ze zich
achtergesteld voelen, wat te
denken van een man die ie
dere ochtend om acht uur op
kantoor moet zijn en daar
door z'n chef honds wordt be
handeld? Is dat niet frustre
rend? Is dat geen achterstel
ling? Nee, dat feminisme is on
zin".
Populariteit
Populariteit. Heeft De
Gooyer er last of gemak van?
„Ik vind populariteit prima.
Acteurs die zeggen dat ze d'r
zo'n last van hebben vind ik
zeurpieten. Dat zijn figuren die
aan de ene kant beweren er zo
onder te lijden, maar aan de
andere kant wel hun munt er
uit slaan. In restaurants bij
voorbeeld, dan komen ze zeer
luidruchtig binnen, opvallend
gekleed. Dan krijgen ze een
voorkeursbehandeling. Kijk, ik
heb er totaal geen last van als
mensen me herkennen en wat
willen vragen. Ik maak dapper
misbruik van het feit dat ik zo
populair ben. Maar je zult me
niet horen klagen dat het zo
vervelend is om herkend te
worden. Als men in een restau
rant tegen me zegt: „Meneer
De Gooyer wat enig (Hij gaat
staan', spreekt met geaffecteerd
accent) dat u er bent, de wijn
gaat op kosten van het huis",
nou, dat vind ik prima. Ac
teurs die zeggen er last van te
hebben, van hun populariteit,
zijn meer ijdel dan goed voor
een mens is, en dan willen ze
ook nog het doen voorkomen
er zo onder te lijden. Met dat
soort huichelaars ga ik niet
om".
Rijk de Gooyer en de dood?
„De dood is onvermijdelijk. Ze
hebben me wel 'es gevraagd:
Vind je ouder worden leuk?
Nee, dat vind ik absoluut niet.
Ik vind dat ouder worden geen
leuke kanten heeft. Maar het
lijkt me voor een vrouw moei
lijker dan voor een man, ze
zeggen wel eens dat een man
interessanter wordt als hij ou
der wordt. Voor een vrouw
gaat dat niet op. Ik zou niet
als een oud krakkemikkerig
mannetje door het leven willen
gaan, 75 lijkt me een prima
leeftijd om de pijp uit te gaan.
Dat ik ouder word merk ik
sterk, jaren terug was een
nacht doorhalen geen punt
voor me. Ik zakte een nacht
door bij sociëteit De Kring en
ging 's ochtends zo door naar
de set. Dat lukt me niet meer.
Maar de dood, ach, je komt er
niet onderuit. Zo lang ik mijn
tekst nog kan leren kan ik
blijven meedraaien, als acteur
kun je in het harnas sterven.
Iedereen gaat een keer dood,
zo makkelijk is dat".
HOLTENS NIEUWSBLAD - 3 JUNI 1982 - PAG. 11