t Grote Bamboeboek,de
droom van Clinton
Per 1 juni worden alle tolkwerk-
zaamheden van de WN overge
dragen aan het Tolkencentrum
Dave Edmonds
Praying Mantis
Accept
M
HOLTENS NIEÜWSBLAD^mEMM^W^
Op bezoek bij Clinton, de Amerikaanse bamboespe
cialist. Nu al weer ruim twee jaar woonachtig in
Tepoztlan, het dorp dat op een uur bussen afstand van
Mexico-City ligt, richting Cuemava. Clinton is inmid
dels verhuisd. Voor 1300 pesos (amper honderd gul
den) huurt hij nu een ruim huis, dat hij zelf wil
opknappen.
Herinneringen. Herinneringen
aan het alternatieve circus,
waarvan Clinton ook ooit deel
uitmaakte. Een circus uit Cali-
fomië dat in Mexico ten onder
ging aan datgene dat gepredikt
werd: verdraagzaamheid. Da
vid, zo zegt Clinton, is sterk ver
anderd. „Eerst nog, toen jullie
amper weg waren, raasde hij
nog als een gek door het dorp
met zijn zoon Sky op zijn hielen.
Maar als gringo kun je hier in
het dorp niet aan iets beginnen
en het dan halverwege laten
staan, omdat je aan iets anders
wilt beginnen.En dan er alsnog
van doorgaan. Zo werkt het hier
niet. Op die manier nemen de
Tepozteco's je nooit serieus. Je
moet niet alleen hard werken, je
moet ook blijven. Zoals zij doen.
Pas dan kijken ze je met een
andere bril aan. „Hun bril", al
dus Clinton.
David, zo vervolgt hij, vertrok
na enige tijd naar Califomië,
waar hij kennelijk meer verant
woordelijkheidsgevoel oppikte.
Carlos, zo blijkt, is afgevallen bij
z'n toenmalige geliefde Karina
en is teruggekeerd naar San
Francisco, waar hij nu massage
geeft'in een instituut.
En dan vertelt Clinton over zijn
droom, over z'n boek, over z'n
liefde: het bamboe. In samen
werking met David, die nu op
reis is in Peru en Brazilië, wil hij
Het Grote Bamboeboek gaan
schrijven. Clinton zegt met
lichte verontwaardiging dat er
op de hele wereld maar één rede
lijk boek over bamboe bestaat
en dat hij aan die situatie een
eind zal maken. Zijn Grote
Bamboeboek zal - dat is duide
lijk - voorzien in een gat in de
markt. Want, zo zegt hij, bam
boe heeft de toekomst. Het is
goed. Het is buigzaam. Het is
duurzaam. Het is hard. En het is
stevig. En dus kun je het overal
voor gebruiken", waarna hij ons
zijn bamboe-klerenhangers
toont, zijn bamboe-douche de
monstreert en zijn bamboe-vork
gebruikt bij een snelle maaltijd.
Alleen bamboecomputers heeft
hij nog niet, maar ik heb er het
volste vertrouwen in dat hij ook
die ooit zal maken.
Clinton doet in elk geval iets.
Hij werkt. Als de Tepozteco's.
Hij heeft visie en hij denkt aan
later. Hij is al bijna een dor-
pelng, ook al zal hij zijn hele
leven lang een gringo blijven.
Oh ja, en Tepoztlan...? Ach, het
zelfde, hè. Norman, de schrijver
uit Amerika die geen woord
Spaans spreekt, woont er nog
steeds. Ernesto, de beeldhou
wer is terug in Barcelona en zijn
zuster is voor de tweede keer
naar India gegaan. Er zijn wat
meer wegen in het dorp gepla
veid en er zijn - schrik oh schrik
- plannen voor een kabelbaan-
annex-pretpark. „Af en toe ko
men er op zondagen helikopters
over", zegt Clinton. „En het zijn
beslist geen militairen. En altijd
blijven hangen boven die plek
ken waar nog gebouwd kan
worden. Nee, dat kunnen alleen
maar investeerders zijn. Ik heb
gehoord dat het om een Zwitser
gaat, die hier zo'n toestand wil
laten bouwen. Kun je met de
kabelbaan omhoog naar de
Tepozteco-pyramide. Maar hij
redt het nooit. Hij krijgt het hele
dorp tegen zich, desnoods met
geweld. Geen enkele dorpeling
die zo'n ding hier wil. Het zou
het einde van Tepoztlan zijn".
We praten nog wat na, nemen
afscheid en gaan terug naar de
mercado, de markt. Nog één
keer dan een „moleno poblano",
een stukje kip met een
chocolade-saus. Mmm, lekker.
De eigenaresse van het tentje is
een stuk ouder geworden. Ik
herken haar. Zij mij niet. Als ik
vraag hoeveel ik moet betalen,
zie ik haar denken. Gringo, dus.
En dus mag je meer vragen.
Hetgeen ze ook doet. Ik voel dat
ik wordt afgezet, maar zwijgend
betaal ik de paar peso's. Als de
bus naar Mexico-City vertrekt,
hebben we een opgelucht ge
voel. Voor het eerst voelen we
ons haast blij als we terugkeren
in smog en metro, temidden van
miljoenen andere mensen.
Terug in Mexico-City. Bezoekje
aan Jan Hendrix bijvoorbeeld,
schilder van beroep, gaf ooit nog
een les aan de AKI in Enschede
en nu druk in de weer met
polaroid-projekten. Schrik ook,
als blijkt dat niemand op de
hoogte is van een goedkope
vlucht, via Miami of New York,
naar Madrid. Het idee om recht
streeks naar Nederland terug te
gaan, lokt ons niet aan.
Spanje staat eerst op het pro
gramma. Om al vast te wennen
aan Europa en om daar - aan de
Costa del Sol misschien? - een
huis te zoeken. Na lang gezoek
lopen we uiteindelijk binnen bij
reisbureau Vicky aan de Ham-
burgo, alwaar ons een goedkope
ticket New YORK-Madrid (met
Spantax, een Spaanse charter-
Markt in Tepoztlan. Voor de
dorpsbeiooners een gelegenheid
om mais te kopen en te verkopen.
maatschappij) wordt aangebo
den. Gelukkig. Dus toch eerst
Spanje.
Maar van musea bezoeken,
Mexico-City verder verkennen,
komt niet veel. Met een half oog
gluren we al richting Nederland
en we beginnen te beseffen, dat
de laatste weken van de reis in
Latijns-Amerika zijn aangebro
ken. Nog even
Nog even? Toch niet. Drie we
ken lang moeten we wachten op
geld, dat is zoekgeraakt tussen
Enschede en Mexico-City. Nog
één keer mag ik door de malle
molen, die bureaucratie heet.
Knarsetandend. Maar daarover
de volgende keer meer.
HENGELO - De vereniging voor Vluchtelingen Neder
land van afdeling Twente, heeft vorige week bij monde
van de heer E. Hummels aangekondigd dat binnenkort
een gedeelte van haar taken zal worden overgedragen
aan het Tolkencentrum Twente. Het betreft hier de
dienstverlening aan de in Nederland verblijvende Sy-
risch orthodoxe christenen, waarvan de meesten het
Aramees als voertaal hebben. Tevens werd door de
Stichting Tolkencentrum Twente het jaarverslag gepre
senteerd.
Rinus Hummels vertelt dat per 1
juni a.s. alle tolkwerkzaamheden
van de WN worden overgedragen
aan het Tolkencentrum: „De WN
dient voor de eerste opvang en de
begeleiding van vluchtelingen",
zegt hij. „Van het ministerie van
CRM in Den Haag zijn richtlijnen
gekomen om langzamerhand de
hulpverlening af te bouwen en over
te doen naar de bestaande instel
lingen".
De Aramese tolk die al geruime tijd
werkt bij de WN en die dus thans
in dienst treedt van het tolkencen
trum, is de heer I. Aksan Hij vertelt
dat hij al negen jaar in Nederland
woont en afkomstig is uit het oos
ten van Turkije, waar voornamelijk
het Aramees, niet te verwarren met
het Armeens gesproken wordt.
„Het Aramees is de taal, die de
Syrisch-Orthodoxe christenen in
Turkije spreken,"zegt hij. „Deze
mensen worden ook wel Arameeërs
genoemd. Het Aramees is een se-
mietische taal, die ook al werd ge
sproken in de dagen voor Jezus;
ook de eerste bijbel werd geschre
ven in het Aramees. „De Aramese
taal kent een heel eigen schrift, de
meeste mensen zijn volgens de heer
Aksan anafabeet. „Van de vrouwen
kan meer dan 90 proc. niet lezen en
schrijven; van de mannen is dat
ongeveer 50 proc. Vaak verstaan
deze mensen ook geen Turks. In
Turkije is het verboden gebruik te
maken van de Aramese taal. De
jongens en meisjes zijn verplicht
het Turks te leren op school, wat
tot gevolg heeft dat ook de jonge
ren nauwelijks hun eigen taal kun
nen lezen en schrijven".
De woordvoerders van het Tolken
centrum delen verder mee dat 1980
r
voor het centrum in veel opzichten
een succesvol jaar is geweest. Op 1
januari 1980 werd van het CRM de
toezegging ontvangen van subsi
diëring van de salariskosten van
een fiill-time coördinator en admi
nistratieve kracht, benevens de
apparaatkosten.
In maart vond de
verhuizing plaats. Op 5 september
was er een „Open Dag". Het afgelo
pen jaar toonde een verdere conso
lidering van de dienstverlening.
Het komende jaar zal vooral het
telefonisch tolken worden bevor
derd.
Het Tolkencentrum ontvangt een
jaarlijkse subsidie van het Ministe
rie van Volksgezondheid voor tele
fonisch tolken in de medische sec
tor. Primair richt men zich hierbij
op het Turks. Een deel van de voor
lichtingsactiviteiten heeft zich het
afgelopen jaar gericht op deze -
medische - sector. Aan huisartsen
met veel buitenlandse patiënten,
specialisten en ziekenhuizen in
Twente werd een groene kaart ge
zonden om in de wachtkamer op te
hangen, waarop in het Turks de
buitenlander gestimuleerd wordt
om zelf naar het telefonische tolken
te vragen.
De woordvoerders van het Tolken
centrum merken op, dat door sub
sidie van de Twentse gemeenten en
de ministeries, de financiële basis
van het Tolkencentrum aanzienlijk
is verstevigd en met dat vertrou
wen de komende jaren tegemoet
kunnen worden gezien.
Samen met Billy Bremer, Nick Lowe en Terry Williams vormde
Dave Edmunds de groep Rockpile die met „Seconds of pleasure"
vorig jaar een prima elpee afleverden. Vanwege muzikale me
ningsverschillen heeft Dave de groep verlaten zodat nu een
soloelpee van hem is verschenen. „Twangin" is trouwens al zijn
zesde soloprojekt, voordien verschenen „Rockpile", „Subtle as a
flying mallet", „Get it", „Tracks on wax" en „Repeat when
necessary". Eigenlijk is deze laatste langspeler de eerste groep-
splaat van Rockpile aangezien Dave, Nick, Terry en Billy tezamen
de beleiding verzorgden en de sound van de later uitgekomen
(eerste) officiële Rockpile lp „Seconds of pleasure" duidelijk
aansluit bij „Repeat...".
De allereerste invloed die de in Cardiff geboren Dave Edmunds
ondergaat is de rock 'n roll, evenals vele andere Engelse musici van
zijn generatie begint hij te spelen in een skiffle-groep. Zyn eerste
eigen groep richt hjj op in '59, met the Raiders speelt hij veel obscure
Amerikaanse nummers. Na in de soulband Image te hebben ge
speeld strekt hij naar Londen, een halfjaar later is hy echter al weer
terug in Wales en start the Human Beans. Via een plaatopname in
de Rockfield Studio komen ze terecht in de radioshow van John
Peel; voordien is overigens de naam veranderd in Love Sculpture,
onder welke naam ze een grote hit scoren met „Sabre dance". Als de
band uit elkaar gaat begint Dave in de Rockfield Studio (waarvan
hij ondertussen mede-eigenaar is geworden) te experimenteren en
heeft grote hits met „I hear you knockin'", „Bom to be with you" en
„Here comes the weekend". Nummers die klinken als een kruising
tussen de Everly Brothers en de „Wall-of-sound" van Phil Spector,
een sound die ook op zyn solo-elpees tot aan „Repeat..." terug te
vinden is. Nu is met „Twangin" de eerste langspeler van Dave
Edmunds na het Rockpile-tydperk uitgebracht, hoewel ook nu nog
de drie overige ex-Rockpilers meespelen. „Something happens" is
het eerste nummer en werd door John Hiatt geschreven, het heeft
een oosters aandoende intro waarna het overgaat in een prima
rocker met goed gitaarspel van Dave zelf. Mede Welsh-man Ian
Gomm komponeerde „It's been so long", een ongecompliceerde
pop-song. Het in Engeland op single uitgebrachte „Singin' the
blues" (bekend van Guy Mitchell) is door Dave behoorlijk gemoder
niseerd. Samen met Nick Lowe en Valerie Carter schreef Dave
„Living again if it kills me", een country-achtige song; vervolgens
sluit John Fogerty's „Almost Saturday night" kant 1 af. „Cheap
talk, patter and jive" is een nummer dat helemaal in de Rockpile
styl past: bluesy, up-tempo en de pan uit swingend; hetzelfde geldt
trouwens voor „Three time loser". Het gitaarspel in „You'll never
get me up" lijkt erg veel op John Fogerty's „I'm only human" en
„The race is on" (met the Stray Cats als begeleiders) zijn sterk door
rockabilly beïnvloed terwijl „Baby let's play house" (dat al in '68
werd opgenomen) nauwelyks afwijkt van de Elvis Presley uitvoer
ing. Al met al een redelijke elpee van Dave Edmunds, die echter
vroeger heeft bewezen wel wat beters te kunnen laten horen als op
.Twagin".
- 7 lrT^ Swan Song SS 69 411
Dave Edmunds/Twangm
De uit Engeland afkomstige band Praying Mantis bestaat uit Tino
Troy/giitars-vocals, Chris Troy/bass, Steve Carroll/guitar en Dave
Potts/drums. In 1974 vroeg Tino, die samen met een studievriend
bezig was een groep op te richten, zijn broer Chris om ook mee te
doen, iets waar deze wel oren naar had. Tot '78 speelden ze als
semi-profs, na het opnemen van hun eerste'demo besloten ze
beroeps te worden.
Met het nummer „Captured city" was de band te horen op de
hm-verzamclelpee „Methal for muthas", die in Engeland zeer goed
verkocht. Na een zeer suksesvol optreden op het Reading Festival
(aug. '80) kregen ze een platenkontrakt aangeboden, het eerste
resultaat daarvan is sinds kortte koop: de elpee „Time tells no lies".
Het viertal heeft hiervoor 9 songs opgenomen, 8 eigen komposities
en een cover van Ray Davies. „All day and all of the night". Vooral
door de prima meerstemmige zang heeft de band eigenlijk een wat
afwijkend beton-geluid, zeker als je daarbij de vaak zeer melodieuze
opbouw van hun songs optelt. Nummers als „Cheated", „Lovers to
the grave", „Beads of ebony" en „Children of the earth" zijn
daarvoor het beste bewijs. Daarnaast is er natuurlijk het betere
beuk-werk: „All day and all of the night", „Rich city kids" en
„Flirting with suicide". Praying Mantis is een jonge, talentvolle
groep die met „Time tells no lies" een veelbelovend debuut aflevert:
van dit viertal horen we zeker meer.
Praying Mantis/Time tells no lies
Aristona 203 449
Dat ook Duitsland wordt getroffen door de hardrock-rage bewij
zen Udo Dirkschneider/zang, Wolf Hoffman/gitaar, Jörg Fi-
scher/gitaar, Peter Baltes/bass en Stefan Kaufmann/drums. Ge
zamenlijk vormen ze Accept en spelen daarin een sterk op Deep
Purple lijkende hardrock.
Instrumentaal, maar vooral vokaal zijn Blackmore Co. het grote
voorbeeld voor Accept; zanger Udo heeft zeer goed geluisterd naar
lan Gillan en probeert op „Breaker" konstant de beroemde Gillan-
cry te benaderen. Het titelnummer, „Run if you can", „Sun of a
bitch", „Burning" en „Midnight highway": het zijn geen slechte
komposities. Ze hebben echter een ding gemeen: het op den duur
zeer storende gekrijs van Udo Dirkschneider. Als deze zich een wat
minder „uitbundige" zangstijl zou aanmeten hoort Accept zeker
thuis in de beton-le divisie.
Accept/Breaker.
Brain 0060.390
Henk Oldenhof