Blozen na 18 jaar Geen wonder, want u krijgt 'm nu twee weken gratis op prod 3JS DAGBLAD/TUBANTIA tor raeu«sgierigeShrterkl3M&veer L;J Sinterklaasverhaal door Emile Block inkopen moeten doen is de krant juist VOOR ALLES WAT U WETEN MOET. EN MEER. HOLTENS NIEUWSBLAD - 30 NOVEMBER 1979 - PAG. 17 Ofschoon het mij oprechtspeet dat mijn vrouw wegens griep niet van de partij kon zijn, mag ik niet ontkennen dat er een gevoel van trots in mij rondwaarde toen ik op een van die clean gepoetste wetenschappelijk ge ordende tafeltjes op een wit kaartje in stemmig zwart de naam van mijn zoon ontdekte met „Ir." er vóór. Floris, drieëntwintig, meer man dan het hem omrin gende hogeschoolvolkje, nam er met een air van on verschilligheid en een door verlegenheid geforceerd hautain lachje zijn post in, in afwachting van de hand drukken die hem deelachtig zouden worden. „Floris, kerel, van harte, zeg". „Ouwe reus, geef me de vyf'. De ouwe reus had er - na ge ruime tijd door de knieën te zijn gegaan voor ontluikend en in minstens één geval voor inmid dels ontloken vrouwelijk schoon - het laatste Jaar in elk geval hard aan getrokken. In genieur Floris, e.i., een jonge ge leerde, zoals het koddig be snorde mannetje met het pe dante kennis-is-machtrsmoeltje hem (en zeventien anderen) tij dens het plechtig uitreiken van de bul had genoemd. Er viel genoeg te genieten. Te gen een ronde pilaar geleund keek ik geamuseerd toe hoe Floris zijn vfjfin tal van vochtige klauwtjes legde waarna telkens beschaafde afstandelijke pompbeweginkjes volgden. Over een glas sherry en langs het verlepte gezicht van een kruidenbuiltje met een o-mondje heen schonk hij mi) nu en dan een knipoogje van ver standhouding. Geurende ou derparen pauwden heen en weer, luid snaterend in een stu dentikoos voertaaltje, de mees ten argeloze kunstkringkabou ters en brave gareelstappers. Daar stapte een klein buikig heerschap naar Floris toe, een geschikte ventnaar het mij leek, van het egocentrische askege- lmorsende type dat met glim mende oogjes meteen van een blanke bonrel begon te nippen. Toen ik van hem wegkeek, viel mij, naast een bleke jongeling, een man op die mij aanvankelijk slechts vaag bekend voorkwam maar die ik bij nader beschou wen met een schok determi neerde als Bas. Terwijl ik een glas rode port van een voorbij- zwevend dienblad tilde kon ik mijn gedachten niet meer in toom houden: zij tolden meedo genloos achttien jaar terug. Het liep tegen Sinterklaas. Flo ris was nog op de kleuterschool, een achter een lange haag van kale Achillea's schuilgaand ge bouwtje met een onbeholpen geschilderde margriet op de bruinhouten gevel. Hij moet vijf jaar zijn geweest, een athletisch gebouwd kereltje met de onver sneden gang van een bouwvak ker en de charmante ogen van de potentiële ladykiller. Inge deeld in over twee avonden ver spreide groepen werden de ou ders zedelijk verplicht gesteld te komen opdraven om de uiter lijke vormen van het namens het schoolcomité te verstrek ken cadeautje dusdanig te ver hullen dat de prille zenuwtjes onder het uitpakken tot het al leruiterste gespannen zouden zijn. Mijn vrouw kon die avond niet en had mij - ondanks haar terechte vrees dat mijn hande narbeid mij naar een avondvul lende frustratie zou voeren - ge smeekt mijn neus te laten zien. Zo zat ik aan de late kantin het speellokaal, als de grote onhan dige, letterlijk te kijk tussen vijf tien of twintig redderende, als mussen tgilpende vrouwen. Er was-, buiten mijzelf, maar één kerel bij, een bonestaak in onbe rispelijk gestreken vrijetijds- kleding en felle weet-ogen ach ter een potsierlijk brilletje en dat was die Bas. Het cadeau, mij bij binnenkomst overhandigd door een sexy juf met veel been en weinig rok, bleek een doosje lego met een inhoud van naar ruwe schatting vijftig kubieke centimeter. Terwijl ik mij pein zend neerliet in een poppestoel- tje, morste een andere juf met een hartelijk ,,U bent zeker de vader van Floris?" een scheut gloeiende koffie over mijn broek zódat ik „Au, verdomme!" riep en twintig halsrekkende moe ders, quasi-begaan met mijn lot. veertig deernisvolle ogen-op- steeltjes als vochtigglanzende tentakels in mijn richting spietsten. De sexy juf snelde toe met een verfrommelde vaat doek waarvan zij het gebruik he laas slechts mondeling toelicht te. Bas (bij navraag aan mijn vrouw bleek hij hitoricus te zijn) die tegenover mij aan het petie terige tafeltje was komen opere ren vorderde inmiddels tamelijk snel met de constructie van een soort gevechtstoren met een groot aantal in- en uitklapbare deurtjes en raampjes waaruit kant en klaar meegebrachte paars met gele miniatuur- Zwarte Pietjes als doodsverach- tende Jantjes van Schaffelaar naar buiten bungelden. Na een korte maar hevige inzin king besloot ik Bas voor de rest van de avond hooghartig te ne geren en, wegslenterend met het doosje lego in een hand, be gon ik enkele volkomen wille keurige grepen te doen in de kleurige heuveltjes langs de wanden opgetast materiaal. Bij het ontdekken echter van een langwerpige doos rijpte plotseling in mij het stoute plan mijn geest te laten bevallen van een schildpad. Deze glorieuze vondst maakte mijn handen van kwikzilver. Weer gezeten tegenover het vlees geworden geschiedenis boekje (dat zijn toren juist voor zag van een met gele punten be zaaid bolrond knalrood dakje) ontlaadde ik mijn armen en stalde ik, behalve mijn doos, een keur van schildpadaccessoires voor mij uit: roosrode, witte, blauwe en groene vellen papier in verscheidene dikten, twee closetrollen, een strook zilver papier, een stapeltje karton, enkele soepele ijzerdraadjes en vijf of zes elastiekjes. Bedrijvig dribbelend maakte ik mij voorts meester van twee soorten lijm, een kwast, plakband en een schaar waarna ik, opgewonden van louter scheppingsdrang, het reptiel zijn hoofdvorm schonk door een halfrond gat te knippen in de doos (godzijdank mèt de lego als rammelend in gewand) en daaronder een hoek van een graad of dertig een clo setrol in te persen. Voor de rompbeklecling viel mijn keus op vliesdun roserood papier dat echter - en daar begonnen de weeën - door de heersende spanning zelfs na een klodderig opbrengen van de lijmvloeistof en het zeer tijdrovend met beide handen omklemmen van de samen te voegen uiteinden - on- lijmbaar bleek. Tenslotte nam ik mijn toevlucht tot de plak band waarmee ik - al was het geen gezicht - binnen enkele se conden althans enig resultaat boekte. Hoewel ik ter nabootr sing van de huidplooien aan de closethals een groen papieren roesje op het oog had moest ik ook deze inval na ettelijke knip- en plakpogingen prijs geven en te meer daar toerenbouwer Bas uitendelijk een van alle zijden bewonderde driekwart meter hoge paddestoel bleek te heb ben gewrocht, begon het kwik zilver mij te ontvlieden en kwijnde mijn daadkracht tens lotte geheel weg. Terwijl Bas als Hannibal met zijn olifanten en de zege voor de slurf over de Al pen trok zeeg ik moedeloos in een te Waterloo en als een mede lijdende moeder die Mies heette mij (overigens zonder een vinger uit te steken) niet een hart on der de riem zou hebben gesto ken, zou ik er de volgende och tend nog hebben gelegen. Zelfs in deze bekentenis achte raf waag ik het niet alle details van mijn openbare afgang te onthullen. Nog jaren daarna glimlachten sommige vrouwen bepaald betekenisvol zodra zij mij ontwaarden. Daarom zal ik er snel een eind aan maken. De hals werd eveneens rood, zonder roesjes, de twee voorpootjes werden gifgroene vlerkachtige driehoekjes, voor de twee ach terpootjes konden er wegens tijdgebrek zelfs geen rudimen ten meer af en als kop stulpte ik als laatste (ook dat nog!) ver trekkend - haastig een prop wit paier in de closetrol. Het was, laat dat voldoende zijn, de bij voorbaat allermiserabelste schildpad die ooit door mens enhanden zou künnen worden gemaakt. En nooit, nooit ver geet ik de als zodanig falende' vergoelijkende toon waarop Bas, de historicus, een bleeks cheet achter een paddestoel, de handen in de zij, met een neus die alle rechtgeaarde beerput ten in verrukking zou brengen, mompelde: „Nou ja Flöris deed er drie angstige da gen later, toen Sinterklaas ten tonele was verschenen, nog een schepje bovenop. Thuisgeko men met mijn schildpad, ver minkte hij mijn diepste innerlijk door het gedrocht kermend op de vloer te keilen en hartver scheurend te snikken: „Dat rotding.dat rotding .nie mand weet wat het is Hij heeft nooit geweten hoeveel schade hij en Bas mijn moreel in die zwarte dagen hebben toege bracht. Daar stonden zij nu, ingenieur Floris, e.i., en twee tafeltjes ver derop Bas, de historicus, die ik al die jaren niet weerzien had, met naast zich een slungel die eens het vergulde knaapje moet zijn geweest dat van Sinterklaas een miniem doosje lego in een huizenhoge paddestoel kreeg, schichtig ving ik Bas' blik op. Ik zag dat hij, al duurde het even, ook mfj herkende. En verdomd, ik bloosde voor het eerst in achttien jaar omdat hy zijn tro nie in een afschuwelijke grijns vertrok en ik, liplezend, bijna zeker weet dat hij „Nou ja" mompelde. enveloppe aan Dagblad Tubantia Antwoordnummer 97 7500 VB Enschede Een postzegel plakken isniet nodig Stuur mij twee weken gratis op proef uw krant. (ijW&w mmu immiïtktgJm) 1 nA|| Invullen, uitknippen en opsturen in open qIIW enveloppe aan Dagblad Tubantia Antwnnrrinummpr Q7 Als ik mij daarna abonneer: O hoort u niets meer van mij en betaal ik mijn abonnement: O per maand O per kwartaal O per jaar O zal iku nader berichten. Naam: Adres: Postcode:. Plaats: DAGEUDTU6AOTIA WORDT M AilE KRMGEN GELEZEN Aardig idee van deze krant in deze dure maand: kennis maken met een zeer complete streekkrant en de eerste twee weken kost dat geen cent. Dat spaart u een paar aardige guldens. En in die tijd kunt u wennen aan een krant die elke dag veel meer aandacht aan het nieuws uit onze streek schenkt dan veel andere bladen. Deze krant is een streekkrant. En komt daar rond voor uit. Een uitgebreide, dikke krant. Met veel achtergrondverhalen, verhelderende commentaren. Een krant die niemand naar de mond praat. Objectief en eertijk is en precies weet waar degrenzen liggen. Deze krant is een complete krant. Is bij de tijd als het gaat om nieuws uit Nederland en uit de wereld. Goed geïnformeerd en snel, dankzij een net van correspondenten die vanuit alle windstreken voor u schrijven. Zo'n krant is een waardevolle krant. Een extra krant. Een huisvriend. De moeite waard om er twee weken lang gratis kennis mee te maken. Even de bon invullen en hij komt in de bus.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1979 | | pagina 17