De kampeertarieven
worden onvoorspelbaar
De woestijn kan weer
vruchten opleveren
Geschenk
voor Het
Nijenhuis
Vijf eeuwen
Japanse
keramiek
Maatstaven overheid verschillend
Maak eens een film
van wat voorbij gaat
BEGINNEN MET BOMEN
ROMEINSE
CONSTRUCTIES WERKEN
GROENE GORDEL
STEDEN
1N DE WOESTIJN
KOLTENS NIEUWSBLAD - 17 AUGUSTUS 1979 - PAG. 7
Zeven 3e-jaars studenten van het Nederlands Wetens
chappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie hebben
in opdracht van de Consumentenbond een onderzoek in
gesteld naar de ontwikkeling van overheids- en semio-
verheidstarieven op de Nederlandse kampeerterreinen.
Ook Recron heeft hieraan zijn medewerking gegeven.
Uitgangspunt was in feite: wie is de boosdoener: de
recreatie-ondernemer of de overheid, die de stijging van
de tarieven in de hand werkt? Alhoewel het onderzoek een
beperkt karakter had zijn er toch interessante gegevens
5a?ï Y?-Ten £ek°men* Eén van de conclusies spreekt een
duidelijke taal, nl. „de overheid draagt er toe bij, dat de
tarieven op de kampeerterreinen onvoorspelbaar wor
den;
Hetgeen ter plaatse moet worden afgedragen loopt
aanzienlijk uiteen."
De conclusies van het rapport
wyzen erop, dat er grote verschillen
aljn, hetgeen zeker concurrentie-'
vervalsing In de hand werkt.
Een onjuiste zaak, vooral nu de
economische betalingsbalans in
het nadeel van het toerisme in
Nederland is doorgeslagen.
Deze projektstudie is verschenen
bij genoemd instituut in Breda.
In dit onderzoek wordt de ont
wikkeling van een aantal voor de
verbfijfsrecreatieve sektor van be
lang zijnde gemeentelijke belas
tingen, regionale overheidslasten
en tarieven van nutsbedrijven ge
analyseerd.
De procentuele stijging van ge
noemde externe lasten wordt ge
plaatst tegenover de stijging van
de tarieven van de kampeerbe-
drijven. Tevens zijn de per regio en
per gemeente optredende verschil
len vergeleken. Het onderzoek
heeft betrekking op 6 kampeerbe-
dryven, verspreid over de belang
rijkste toeristische regio's in Neder
land en strekt zich uit over de
periode 1973 t/m 1977.
BTW over toeristenbelasting
Bij de gemeentelijke belastingen,
waarmee een recreatieondernemer
te maken krijgt, neemt de toe
ristenbelasting de belangrijkste
plaats in. In 5 van de 6 gemeenten,
waar de terreinen liggen, is toe
ristenbelasting verschuldigd.
Zowel de bedragen die geheven
worden als de wijze waarop toe
ristenbelasting door de recreatie-
ondernemer moet worden -afgedra
gen, verschillen nogal.
In het algemeen is de toe
ristenbelasting bij bungalows,
voorzover zij geheven wordt, het
hoogst en loopt in 1977 uiteen van
f50.- tot f220.-. Daarna komen
achtereenvolgens jaar- en
seizoenplaatsen, waar de verschil
len resp. uiteenlopen tussen f75.-
en f 130 - en f35.- en f 152 -
De toerlsrische staanplaatsen
brengen in het algemeen wat
minder toeristenbelasting op.
maar ook hi< pon de bedragen
uiteen van f 30.- tot f 92.- per jaar
Gemeentelijke belastingen
De wijze waarop de toe
ristenbelasting geheven wordt
varieert van een vast'bedrag per
overnachting tot de meer inge
wikkelde methoden van teldagen,
waarop vervolgens de aanslag van
de toeristenbelasting voor de
recreatie-ondernemer wordt ge
baseerd. De willekeur, waarmee de
teldagen worden gekozen, heeft tot
gevolg dat sommige recreatieon
dernemers zich voor de zekerheid
indekken door van de gasten een
hoger bedrag te vragen dan feitelijk
betaald moet worden. Het risico
wordt daarmee op de kampeerders
afgewenteld.
In één enkel geval komt zelfs de
situatie, voor dat de be
lastinginspectie van mening is. dat
toeristenbelasting een dienst is en
dat derhalve 18% BTW over deze
belasting geheven moet worden.
De andere gemeentelijke belastin
gen zijn vergeleken met de toe
ristenbelasting veel geringer van
omvang, zeker wanneer ze omge
slagen worden per standplaats
De reinigingsrechten, voorzover de
reiniging althans niet uitbesteed is
aan een partikulier bedrijf, varië
ren in 1977 per bungalow van f 38 -
tot f 55.-:- per vaste standplaats van
f 24.- tot f 52.- en per toeristische
standplaats van f 18 - tot f 52.-.
Do onroerend-goed-belasting, die
inmiddels in alle gemeenten is in
gevoerd. heeft ook voor de
kampeerbedrijven de onprettige
konsekwentie dat zij sterk
lastenverhogend werkt.
De verschillen worden zowel ver
oorzaakt door verschil in de lokale
tarieven als ook door verschil in
uitgangspunt. In de ene gemeente
betaalt de recreatie-ondernemer
een bepaald bedrag per hectare
van het terrein. Hij slaat dan zelf
het bedrag om over het aantal
standplaatsen en bungalows. In de
andere gemeente wordt de
bungaloweigenaar of vaste-
standplaatsbezitter rechtstreeks
aangeslagen voor het aantal
vierkante meters waarop hij staat.
Soms wordt ook de waarde van het
recreatieterrein plus de bebouwing
geschat. De ondernemer betaalt
dan per bedrag geschatte waarde
een bedrag als onroerend-
goedbelasting Als alle gemee
ntelijke beiastingen te zamen wor
den genomen blijken per gemeente
en per camping aanzienlijke ver
schillen op te treden.
Standplaatstarieven
Onder regionale overheidsl^sten
worden in dit onderzoek de waters
chapslasten en zuiveringslasten
verstaan.
In het algemeen zijn de waters
chapslasten niet zo hoog en ze hoe
ven niet overal betaald te worden.
Op de 4 terreinen, waar deze lasten
betaald moeten worden, kunnen de
verschillen, weer aanzienlijk zijn.
iDrie rekreatieterreinen moeten
zuiveringslasten aan een zuiverin
gsschap betalen. Die lasten zijn
bedoeld als bijdrage in de kosten
voor het zuiveren van rioolwater.
De kosten per standplaats liggen,
als ze gelijk over bungalows en
andere standplaatsen verdeeld
worden, tussen f26.- en f38.- per
jaar.
Per standplaats vermen de regio
nale overheidskosten, vergeleken
met de gemeentelijke belastingen,
slechts een klein deel van de totale
externe lasten.
De vastrechttarieven van
electriciteit en water zijn per
bungalow en per standplaats vrij
gering. Voor water ligt dit tussen
f 0.50 en f2.35 per jaar, voor
elektriciteit tussen f0,15 en f3.15
per jaar.
De tarieven per eenheid zijn voor
de verblijfsrekreanten echter veel
belangrijker.
Zo kost drinkwater van f0,19 tot
f 1.39 per kubieke meter en de prijs
van een kilowattuur elektriciteit
ligt tussen f 0.08 en f 0.174. Daarbij
is het opvallend, dat bij de duurste
electriciteitsmaatschappij ook het
hoogste bedrag aan vastrecht moet
worden betaald.
Regionale overheidstalen
De gemeentelijke en regionale
overheidslasten, uitgedrukt in een
percentage van de per camping
geldende tarieven, leveren aan
zienlijke verschillen op. Het blijkt
dat in een enkel geval de overheids
lasten een aanzienlijk onderdeel
uitmaken van de uiteindelijke prijs
van een standplaats. Het grootste
aandeel bij de zes onderzochte hte
campings was 35%, het laagste was
3%.
In het algemeen zijn ln de periode
1973-1977 de overheidslasten veel
sterker gestegen dan de ver-
blijfsrecreatietarieven. Als de
Rijksoverheid sinds 1975 speciale
maatregelen, treft om de prijzen op
de recreatiebedrijven in de hand te
houden maakt zij zichzelf wel
lichtelijk ongeloofwaardig als zij de
lagere overheid toestaat de tarie
ven, meer te verhogen dan de
recreatie-ondernemers is toege
staan.
De procentuele stijgingen van de
overheidslasten en de kampeer
tarieven tonen een zèer on
regelmatig en uiteenlopend beeld.
De overheid draagt er toe bij dat
de tarieven op de kampeerterrei
nen onvoorspelbaar worden.
Hetgeen ter plaatse moet worden
afgedragen loopt aanzienlijk uit
een. Op deze manier wordt ook
concurrentievervalsingin de hand
gewerkt.
Dit schrijft „Rekreaksie, het
vakblad voor de receatie - onder
nemers - (augustus-nummer)
ür
Er verandert nogal wat ln onze
wereld. Er zjjn mensen, die zich
daar terecht zorgen over maken en
die zich verzetten tegen deze ont
wikkeling. Toch zijn veel dingen
niet tegen te houden en dan zijn ze
op een bepaald moment onge
merkt verdwenen. Goede raad voor
wie een fllmcaihera heeft: maak in
elk geval eens een film van de din
gen, die waarschijnlijk voorbij zul
len gaan. Wie ze nu filmt kan ze een
leven lang vasthouden en
zichtbaar maken, ook als ze in
werkelijkheid niet meer bestaan.
Wie zo'n kleine fllmreportage wil
gaan maken, moeter natuurlijk wel
aan denken, dat een filmcamera
vooral zinvol is als je bewegende
motieven opneemt. Stilstaande
onderwerpen zyn meer geschikt
voor de fotocamera om er foto's of
dia's van te maken. Wie filmt, legt
bewegingen vast. Wie een film wil
maken van de dingen, die voorby
gaan, zoekt het dus vooral in le
vende en bewegende onderwerpen.
Stel, dat u in uw eigen omgeving
zo'n film wilt gaan opzetten. Dan is
het verstandig een lijstje te maken
van de onderwerpen, die daarvoor
in aanmerking komen, bijvoor
beeld:
Een dorp waar klederdrachten nog
in ere zijn (als daar tenminste ge
filmd mag worden)
Een markt of braderie, waar oude
ambachten worden ge
demonstreerd
De koetaJesverhuurdery waar
paarden worden ingespannen
Een streek waar nog molens
draaien
Een stadswijk of dorp, waar de on
vervalste kinderfeesten worden
georganiseerd met zaklopen,
koekhappen en dergelijke
Het optreden van een
folkloristische dansgroep
Een optocht van oude auto's
Wie de bovengenoemde of andere
evenementen niet zo gemakkelijk
kan realiseren, kan een dagje door
brengen in het Openluchtmuseum
iri Arnhem, waar vele dingen, h* n
het gewone leven niet of zelden
worden gedaan, nog worden toege
past zoals bijvoorbeeld het met de
hand scheppen van paier en - vaak -
het rietdekken. Dit laatste gebeurt
trouwens ook nog veel op het
platteland en in villadorpen. Een
vraag of u dit werk mag filmen zal
niet licht worden afgewezen.
De kunst van het maken van een of
enkele van deze filmpjes is vooral
om de handelingen duidelijk in
beeld te brengen. Werk dus veel
met totaalbeelden en daarna met
close-ups Bestudeer van te voren
wat er gebeurt, zodat u allé belang
rijke handelingen "in beeld kunt
brengen. Probeer ook een bepaalde
lijn in uw film te brengen door de
volgorde van de gebeurtenissen of
handelingen goed aan te houden.
Niet zonder toestemming
Het is al even genoemd: filmen van
mensen zonder toestemming kan
problemen geven. Voorkom deze
door vooral even toestemming te
vragen. Er is zelfs een plaats, waar
het verboden is te fotograferen en
te filmen. In Staphorst is er een
politie-verordening waarin het aan
de openbare weg niet is toegestaan
een camera te gebruiken.
Wie een goed onderwerp heeft ge
vonden en gefilmd of meer onder
werpen in beeld heeft kunnen
brengen, kan thuis na de ontwikke
ling van het filmmateriaal die losse
opnamen samen voegen tot een
geheel. Met wat opnamen van teks
ten of met een commentaarstem en
toepasselijke geluiden ontstaat er
zo een kleine documentaire, een
persoonlijke visie op zo'n onder
werp, dat het waard is te worden
vastgelegd voor later. Wie zo de
filmcamera gebruikt, heeft er veel
plezier van, want al filmend leg Je
voor altfjd vast wat er straks mis
schien niet meer zal zijn
Zo'n oude Urker op de dijk een
zeldzame verschijning. Maak van de
dingen, die voorbij gaan. eens een
filmpje. Dat is het advies van onze
filmmedewerker in bijgaand artikel.
Prof. Mohammed El-Kassas geniet
internationale faam als des
kundige op het gebied van de
desertificatie: het gedurig opruk
ken van de woestijn. De hoog
leraar in de plantkunde aan de
universiteit van Gairo vervult of
vervulde tal van functies: hij is lfd
van de Club van Rome bijvoor
beeld, waarin zijn kennis van de
woestijn van pas komt. De
woestijn en wat ermee kan worden
gedaan is een onderwerp waar
over hij graag praat. Hij deed dit in
het Unesco Radioprogramma en
een samenvatting van wat hij te
berde bracht volgt hieronder. Het
gebied tussen Alexandrië en de
grens met Libië was eens de grote
wijngaard voor de Romeinen.
Trouwens al vroeger meldden
antieke Griekse schrijvers een
bloeiende landbouw in deze
streek.
Onder Romeins bestuur bracht de
als Mareotis bekend staande streek
zoveel voort dat in vergelijking de
vruchtbaarheid van de Nljlvallei en
delta erbij in het niet viel. De
Romeinen bouwden met slaven
grote waterreservoirs en gingen er
op grote schaal graan verbouwen
om de groeiende bevolking van hun
metropool te voeden. Dat duurde
zo tot de elfde eeuw na Christus.
\vaarna de streek opnieuw verviel
tot woestijn. Het klimaat is hier
niet noemenswaard veranderd in
de laatste paar honderd jaar. Een
Romein noteerde in de eerste eeuw
van onze jaartelling de neerslag en
zijn cijfers verschillen weinig met
die van nu. Waarom dan is een
vruchtbare streek tot woestijn ver
vallen?
De Romeinen waren zeer vernuftig
bij het exploiteren van de
watervoorraden en ze besteedden
grote zorg aan het in goede staat
houden van de landbouwgrond. Ze
hadden een heel systeem ont-
wikkeld om water op te vangen en
op te slaan in reservoirs, die ze
waterdicht hadden gemaakt om
verliezen tegen te gaan. De kern
van hun systeem was dat ze een
kleine akker bevloeiden met de
neerslag van een groter gebied.
Daar zit voor heden een les in: wie
de woestijn weer vruchtbaar wil
maken moet niet streven naar
grote bedrijven van honderd
duizenden hectaren, maar aan vele
duizenden kleine bedrijfjes. Wat in
de elfde eeuw gebeurde was dat
een aantal stammen werd ver
jaagd uit hun woongebied bij
Cairo. Naar het westen trekkend
vernielden ze de technische
grondslag voor de vruchtbaarheid
van het Mareotisgebied en maak
ten vrij baan voor ongeremd
zwerven met kudden. Tegen het
eind van de eerste wereldoorlog
begon men te experimenteren met
het verbouwen van graan.
Gemiddeld valt rond 150 mm regen
per jaar en dat lijkt niet onredelijk.
Maar het is wel het ene jaar 300 mm
en het volgend jaar slechts, vijftig.
In die slechte jaren was er dus geen
oogt. alleen maar honger. Uit deze
experimenten kon men alleep
maar de conclusie trekken, dat het
in zulke woestijnstreken geen zin
heeft te streven naar een jaarlijkse
oogst om van te leven. Beter is het
om een voorbeeld të nemen aan de
Romeinen die bomen plantten:
olijven, vijgen. amandelen,
pistachenoten zorgden dat er geld
in de kas kwam. Voor 1916 was er
niet één vijgeboom in deze streek,.,
nu staan er miljoenen op de zand
duinen; olijven groeien op de lage
grond waar het water heenstroomt.
Ook nu zijn de oogsten soms rijke
lijk. soms minder dan matig - maar
nóóit helemaal niets zoals in het
geval van gerst.
Duizenden reservoirs uit de
Romeinse tyd zijn weer in gebruik.
Sommige van die in kalksteen uit
gehouwen spelonken kunnen
duizenden kubieke meters water
bevatten dat wordt aangevoerd
door vernufltge ondergrondse
aquaducten met vele vertakkingen
om de neerslag van een grote op
pervlakte te concentreren En dat
het systeem werkt is ten westen
van Alexandrië en bijvoorbeeld bij
Marsa Matruh te zien: een mozaïek
van groene veldjes in de overigens
dorre woestijn. Olievondsten - tot
dusver klein maar het zoeken gaat
niet zonder hoop door - en in-
dustriqliatie brengen allerlei
grondproblemen met zich. Net als
het toerisme dat zich langs de kust
aan het ontwikkelen is. Een ge
weldig plan voor deze streek is om
door de woestijn een kanaal te gra
ven van El Alamein (beroemd door
de veldslag in de tweede wereldoor
log) aan de kust naar het
Quattara-gebied, dat 140 meter
beneden de zeespiegel ligt. Het
binnenstromende water zou een
waterkrachtstation kunnen laten
draaien. In de Quattara-laagte zou
het water snel verdampen, die
echter niet de neerslag in de streek
zou vergroten al zal men tot in de
Nijldelta wel te maken krijgen met
een vergrote luchtvochtigheid. En
die' zou onaangename gevolgen
kunnen hebben, zoals grotere kans
op plantenziekten. Ook de mensen
zouden het kunnen bekopen met
een aantasting van hun gezond
heid. Bij Quattara zou ook een
meer van pekel of misschien zelfs
een veld met een dikke laag zout
ontstaan De kardinale vraag is:
hoe moet zo'rt kanaal gemaakt
worden? Graven zou enorm duur
zijn. Kernexplosies toepassen is
een ander idee. maar daarover mag
nóg wel even nagedacht worden
Studie vooraf is ook nodig wat het
zoute water van de Middellandse
Zee gaat doen als het naar het har
tje van de woestijn wordt geleid
Diep ligt een in kalksteen opgesla
gen gigantisch reservoir aan zoet
water dat uitstrekt tot in Libië.
Tsjaad en Soedan. Daarvan
profiteren nu oases die wellicht van
hun water zouden worden beroofd
door het giganische project. Een
ander groot project, dat voorge
dragen is tijdens de grote VN-
conferentie over woestijnvorming,
is het aanleggen van een grote
groengordel dwars door heel
Noord-Afrika. Daarmee wordt niet
bedoeld één doorlopende muur van
bomen om de wind te breken die de
zandduinen voortdurend verderop
stuurt.
Het gaat om allerlei methoden om
^e zandduinen te stabiliseren, de
waterhuishouding te verbeteren en
in het algemeen de achteruitgang
van de grond tegen te gaan.
Marokko, Algerië, Tunesië, Libië
en Egypte hebben alle hun acti
viteiten op dit gebied.
De Libiërs hebben bijvoorbeeld
één der grootste boomkwekerijen
ter wereld ingericht om het zand te
bedwingen door herbebossing. Zij
passen, net als de Algerijnen, bij
het stabiliseren van de duinen een
methode toe, die erin bestaat dat
een aardolie-emulsie wordt ge
sproeid die in het zand een laag
laat ontstaan waarin het vocht
wordt vastgehouden zodat de tere
jonge plantjes een kans krijgen
hun wortels te ontwikkelen die
later het zand op zijn plaats moe
ten houden. Al die nationale in
spanningen samenbundelen is het
oogmerk van degenen die ijveren
voor deze groene gordel van de
Atlantische Oceaan tot aan de Nijl.
En zulke samenwerking is in de
vijf landen aan het groeien.
Egypte heeft-o.m. door het voor
beeld van de Romeinen te volgen
van grote stukken woestijn weer
land gemaakt dat vruchten draagt.
Toch is het totale agrarische ge
bied nu niet groter dan het dertig
jaar geleden was. Dat komt door
dat de groeiende steden
landbouwgrond opslokken Om
daaraan een eind te maken is be
sloten dat in de Nijldelta.en het
Nyidal geen stadsuitbreiding meer
zaKworden toegestaan. Wel zullen
steden in de woestyn worden ge
bouwd, een werk waarmee Egypte
ervaring heeft. Heliopolis, de grote
voorstad van Cairo, die nu byna
een onafhankelijke stad is gewor
den, beslaat een gebied dat aan het
begin van deze .eeuw woestyn was
De Belgische baron Empain schiep
hier toen een stad met brede stra
ten en grote tuinen. De
architectuur büjkt traditioneel,
Onlangs hebben de verzamelaars,
de heer en mevrouw Groeneveld ui t
Delft, wier collectie-in J978 door de
Stichting Hannemade Stuers
Fundatie op het Nijenhuis
tentoongesteld is geweest, een
langdurig bezoek gebracht aan het
Nijenhuis. Zij namen als gesfchenk
mee een zeer fraai schilderij van de
bekende schilder Wim Oepts, de
'Place des Lisses', voorstellend te
Saint Tropes, dat reeds de aan
dacht trok op de expositie ln het
Nijenhuis.
Oepts werd in 1904 te Amsterdam
geboren, doch heeft vrijwel zijn ge
hele leven in Frankrijk gewerkt: in
Saint Tropez en in Parijs, waar hij
thans ook woont. Zijn werk bevindt
zich in de Kröller-Müller Stichting
en in musea te Amsterdam, Den
Haag en Utrecht. Een grote over
zichtstentoonstelling werd op zijn
60ste verjaardag in 1964 ingericht
in de Academie van Beeldende
Kunsten te Amsterdam en onlangs
te Amersfoort. Door zijn rijk ge
nuanceerd palet neemt zfln kunst
in de moderne schilderkunst een
aparte plaats in. Omdat hij zelden
tentoonstelt en niet aan een
kunsthandel verbonden is, kan
men zijn werk moeilijk verwerven.
Meestal is het al verkocht voordat
het gereed is! De Stichting heeft
vele belangrijke geschenken ont
vangen, die een verrijking beteke
nen voor de verschillende afdelin
gen van de Stichting. Dat is voor
elk museum een gelukkige ontr
wikkeling. Het plaatsgebrek begint
langzamerhand nijpend te worden
zo schrijft de conservator dr. D
Hannema.
Voor de fijnproevers van Japanse
kunst biedt het Rijksmuseum voor
Volkenkunde, Steenstraat 1 in Lei
den tot 8 oktober een zeer bij
zondere expositie.
"Vijf eeuwen Karatsu keramiek"
toont honderd voorwerpen van
Japans aardewerk, die van de
zestiende eeuw af tot heden werden
vervaardigd. Deze tot "nationale
kunstschatten" verheven produk-
ten van verfijnde pottonbakkers-
kunst worden nu voor de eerste
maal buiten Japans grondgebied
tentoongesteld. De Karatsu-
keramiek wordt in de thee
ceremonie veelvuldig gebruikt De
geest van deze ceremonie weers
piegelt zich in zich in het voorwerp:
simpel en van een sierUjke zuiver
heid is de vorm en van een innige
warmte zijn de tinten.
Ook in Europa wordt de Japanse
keramiek- en porseleinkunst hoog
lijk gewaardeerd. Vele prachtige
exemplaren van deze kunstuiting
vonden hun weg naar Europese
musea. Ko-Imari-keramiek werd
pas in de zeventiende eeuw naar
Europa geëxporteerd, zodat geen
Europees museum op bezit van
vroeger werk kan bogen. Deze
expositie nu toont dat vroeger
werk, de voorloper van de Imari-
keramiek, waarvan de oudste
stukken teruggaan tot de zestiende
eeuw, toen de invloecfrijke
Matsura-familie pottenbakkers uit
noord-Korea naar Japan liet over
komen om depottenbakkerskunst
nieuw leven in te blazen.
Voor de expositie "vijf eeuwen
Karatsu keramiek" is de keuze van
de voorwerpen gemaakt door de
jongste telg van het voorname
pottenbakkersgeslacht Nakazato,
nu al vyf eeuwen lang producent
van Karatsu keramiek, aan wie in
1976 de titel van Levend
cultuurmonument werdtoege
kend, de hoogste onderseheiding
die ëen japans kunstenaar te beurt
kan vallen.
De openingstijden van de
tentoonstelling zijn maandag tm.
zaterdag van 10 tot 17 uur, zondag
van.13 tot 17 uur.
maar is daardoor uitermate ge
schikt voor het klimaat
De inwoners van verscheidene
Egyptische oases kennen sinds
onheuglijke tijden een systeem
van airconditioning waaraan geen
machines te pas komen. Er wordt
gegoocheld met sleuven en
dubbele wanden en het werkt
Daarvoor is nieuwe aandacht ge
komen, maar niet dan nadat onge
lukkige ervaringen waren opge
daan met flatgebouwen, die ge
kopieerd waren van wat in ge
matigde zones van Europa en
Amerika wel voldeed. Lessen uit
het verleden kunnen ook hier hel
pen de woesijn te makën tot een
plek waar het heerlijk wonen is.