öpenbais activiteiten in
de Scholengemeenschap
Toespraak gebonden door dr. P. J. Gathier ter
gelegenheid van de officiële ingebruikneming
van de openbare scholengemeenschap Holten
ETvLJrJJ'j; 1
HOLTENS NIÉUWSBLAD - 24 NOVEMBER 1978 - PAG. 5
fittsan -
berging
jTs ~1 h MyirvTÓ
PARKEREN
Kranen
kom er
Ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan en de opening van de
nieuwe school, zal er OPEN HUIS
worden gehouden op de volgende
tijden: vrijdag 24 november van
14.00-16.00 uur voor buren en Hol
tenaren; vrijdag 24 november van
19.00-22.00 uur voor de ouders van
leerlingen; zaterdag 25 november
van 16.00-18.00 uur voor reünisten.
Iedere bezoeker wordt bij binnen
komst door de Oudercommissie
een kop koffie aangeboden, waarna
men de verschillende vakgebieden
in de vaklokalen kan gaan bezoe
ken.
In het kort kan men de volgende
evenementen verwachten:
Bij Textiele werkvormen en Teke
nen vindt men leerlingen aan het
werk met batikken, weven, verven
van wol etc en met het maken van
eigen teken en schilderwerk Door
Geschiedenis. Aardrijkskunde en
Nederlands zijn kleine exposities
opgezet met o.a. ais onderwerp de
geschiedenis van het dorp Holten.
Bij Natuurkunde en Scheikunde
ziet men leerlingen aan het werk
met verschillende proeven, terwijl
bij het vak Biologie de bloedgroep
van de argeloze bezoeker kan wor
den bepaald Bij het vak Sterren
kunde kan men zich verliezen in
het oneindige heelal aan de hand
van een fraai opgezette en uitge
werkte dia-serie Het vak Wiskunde
komt in deze dagen ludiek aan de
bak met een boeiend maanlanders
spelletje, wat gespeeld wordt op
een professionele computer, die de
school deze dagen te leen heeft van
de T H Twente
Geklopt en gehamerd wordt er bij
Handvaardigheid, waar men kan
genieten van de tentoongestelde
eigen werkstukken Bij de vakken
Duits, Engels en Frans kan men op
natuurlijke wijze kennismaken
met deze in de vakantie o zo han
dige hulpmiddelen bij de commu
nicatie. Bij Frans kan men tevens
op een Parijs aandoend terrasje een
stukje kaas proeven. Films vindt
men bij Economie/Handelswe
tenschappen, terwijl het vak Maat
schappijleer u iets over de Maat
schappij zal vertellen. Bij het vak
Latijn waant u zich terug in de
klassieke oudheid; u kuntzich daar
overigens ook in het Nederlands
verstaanbaar maken. Tijdens uw
rondtocht zult u vergezeld worden
door aangename muzikale klanken
in verschillende stijlen, afkomstig
van leerlingen die het vak Muziek
aan het beoefenen zijn.
Tenslotte kan men de vertoning
bijwonen van de door eigen mensen
gemaakte Bouwfilm, die de ver
schillende stadia der bouw weerge
eft.
Verdere feestelijkheden:
Vrijdag 24 november: 14.00-16.00
uur OPEN HUIS voor belangstel
lenden en genodigden (om 't half
uur filmvoorstelling over nieuw
bouw); 19 00-22.00 uur OPEN HUIS
voor ouders.
Zaterdag 25 november: 15.00 uur
Ontvangst reünisten; 1600 uur
Open huis reünisten; 18.00 uur
Broodmaaltijd en cabaret reünis
ten in twee groepen, 21.30 uur B
in aula en sporthal.
liimiiiiiiiiiiiiiiimiiiNimiNiwiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiHiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiNtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiinimiiiu
niet het onderwijs kunnen volgen
dat ze wensen. Meneer de voorzit-
ter dames en heren. Ik hoop dat u
niet de schrik om het hart is gesla
gen bij het aanhoren van zoveel
problemen. Ik heb ze hiet opge
somd om u en de scholengemee
nschap te ontmoedigen. Integen
deel. Ik ken uw energie en vasthou
dendheid en ik heb gemeend van
daag - nu het gebouw klaar is - u
enkele nieuwe kluiven voor te hou
den. Ik wens u daar sterkte bij.
Meneer de Voorzitter. Nu is het
plechtige moment aangebroken
waarop ik het nieuwe gebouw offi
cieel mag openen. Ik doe dat dan
met de wens dat de 25-jarige scho
lengemeenschap Holten nog vele
jaren een bron van inspiratie mag
zijn voor leerlingen, ouders, leraren
in Holten en omgeving maar niet
minder voor de andere scholen ir
Nederland.
Een blik in de rechter helft van de
aula. Op de voorgrond enkele lera
ren en oud-leraren o.a. de heren
Wittermans en Ras met echtgenote
en de heer en mevrouw Broere.
m co*>cierg«
ujö kabinet
drukkerij
toiiatten
barging
mag m mogarijn
4 mgang
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
auto-test
Peugeot 604 TI
Japan wordt
voorzichtig
(Mitsubishi)
Radarverklikker
in samenwerking
met Rijkspolitie
beproefd
Verscherpte
wettelijke
voorschriften
gas-inbouw
Rubriek
„Onderweg"
„.Vijfde antieke
automarkt
Autotron
„De Stichting en de ont
wikkeling van de scholen
gemeenschap Holten is niet
opgelegd noch geïnitieerd
van bovenaf. Zij is van on
derop opgekomen, zij is als
het ware afgedwongen van
de minister, die het laatste
woord had. Dit staat in het
gedenkboek dat ter gele
genheid van het 25-jarig be
staan van de school is sa
mengesteld en ik kan u ver
zekeren dat het nog waar is
ook. De scholengemee
nschap Holten is niet het re
sultaat van Haagse initia
tieven en inspanningen
maar van de mensen uit
Holten. Den Haag heeft het
de Holtense pioniers overi
gens niet al te moeilijk ge
maakt en zelfs geregeld
hulp geboden. Als dat niet
het geval geweest zou zijn,
dan had ik hier nu niet mo
gen staan en had het be
stuur wel iemand anders
gevraagd om op deze feest
dag het woord te voeren.
Op de allereerste plaats wil ik
hulde brengen aan degenen die hier
in 1964 met de voorbereiding van
het Havo-Mavo-experiment en in
1965 met de uitvoering daarvan zyn
begonnen. Holten behoort tot de 5
eerste scholengemeenschappen
Havo-Mavo en dat wil wat zeggen.
In die jaren van voorbereiding op
de invoering van de mammoetweg
in 1968 waren het in eerste instantie
de vhmo-scholen die zich van het
Havo hadden meester gemaakt. Zij
beschouwden het Havo als voort-
gekomen uit de vroegere MMS, za
ten met het probleem van de vele
zittenbiy vers op het gymnasium en
de HBS en zochten een passende
opleiding voor deze jongens en
meisjes. By het Ulo lag de situatie
anders. Daar zocht men naar moge
lijkheden om onderwys op hoog
gewaardeerd niveau te biyven ge
ven. Het Ulo vreesde dat het Havo
vele goede Ulo-leerlingen zou weg
trekken en wenste dit daarom in
eigen huis te houden. Het was dan
ook niet verwonderiyk dat er
weinig contact bestond tussen de
Havo-experimenten vanuit het
VHMO en die vanuit het Ulo Het
VHMO en het Ulo waren twee ver
schillende werelden met eigen pe
dagogische centra, eigen bekosti
gingsregelingen en eigen doelstel
lingen. Die 5 eerste Havo-Mavo-
scholen moesten hun hulp dan ook
vrywel uitsluitend uit eigen kring
halen. Maar vooral waren het de
experimenterende scholen zelf die -
met goede hulp van de pedagogi-
De plattegrond van het schoolge
bouw met daarboven de verdie
ping.
ihe centra - de problemen moes
ten oplossen. En die waren niet ge
ring. In het voorjaar van 1965 - toen
de school hoorde te mogen gaan
experimenteren - was er nog maar
heel weinig bekend over het toe
komstige Havo en Mavo en per sep
tember 1965 moesten de experi
menten beginnen. De Havo-
experimenten verbonden aan
VHMO-scholen waren pas een jaar
oud en de Mavo-experimenten be
gonnen ook pas zomer 1965.
De richtlijnen voor de scholen wa
ren uiterst summier, nieuw lesma
teriaal ontbrak geheel. Het enige
voorradige was wat vrije tijd voor
de leraren en bovenal de vaste wil
om er wat van te maken. De Ulo
heeft altijd op eigen benen gestaan.
De onderwyskundige pioniersgeest
is altijd actief geweest in het
Ulo/Mulo, maar deze kreeg vooral
bij deze experimenten alle kans om
zich te tonen.
Onder de vleugelen van de com
missie VWO-Havo-Mavo en met
veel hulp van de pedagogische cen
tra zijn de scholen aan het werk ge
togen. De eerste pioniers hebben
daarbij de weg vrijgemaakt voor
vele volgscholen en daarbij vorm
gegeven aan het Nieuwe Havo en
Mavo. Dit Havo en Mavo is niet tot
leven gebracht in het ministerie in
Den Haag maar in een handvol
scholen zoals Holten.
Maar Holten deed nog meer. Men
beperkte zich niet tot overigens be
langrijke en boeiende onderwijs
kundige zaken maar men stortte
zich ook op de organisatie van het
onderwijs en zijn totaliteit. Men
analyseerde de behoeften aan on-
dérwysvoorzieningen in deze
streek en bundelde deze in een
steeds breder wordende scholen
gemeenschap.
In 1958 werd er hier al geëxperi
menteerd met de 3- en 4-jarige Ulo,
in 1961 is op eigen kosten begonnen
met wat nu Meao heet, in 1974 komt
het Atheneum er by, in 1976 zelfs
een atheneum met latyn. Inmid
dels bleven de onderwijskundige
ontwikkelingen doorgaan. Eerst in
1972 het experiment met het vak
tekenen als examenvak by het Ma
vo, in 1976 gevolgd door het vak
handenarbeid bij zowel Mavo als
Havo. Sinds kort is daar aan toege
voegd het vak textiele werkvormen
bij het Mavo en het vak handenar
beid als examenvak op het Athe
neum. Hulde aan de scholenge
meenschap Holten voor hun ener
gie en inventiviteit. Onlangs
schreef een conrector in het NGL-
blad dat het avontuur uit het on
derwys is en dat de leraren te
weinig bewegingsvrijheid hebben.
Zeker is waar dat de grote vryheid
die in de jaren 1964-1968 bestond
voor de experimenterende scholen
nu niet meer aanwezig is. Zo'n
grote vrijheid betekende tegelyk
een grote onzekerheid voor alle be
trokkenen. Niet ieder kan het op
brengen om lang in zo'n grote on
zekerheid te werken. Na 1968 is de
vryheid steeds meer ingedamd
juist om grotere zekerheden voor
leraren en leerlingen te verkrijgen.
De bedoelde conrector heeft gelijk
als hij dit als een nadeel voor de
verdere onderwijsontwikkeling be
schouwt. Het gehele systeem moet
voldoende flexibel blyven om zich
gemakkelijk te kunnen aanpassen
aan de steeds veranderen behoef
ten en aan regionale situaties. In
itiatieven zoals hier in Holten ge
durende een reeks jaren zijn geno
men zyn gelukkig geen uitzonde
ring. Eigenlijk zou het de normale
situatie moeten zyn want voor on
derwys is niet alleen de minister
verantwoordelijk. maar ook de ou
ders, de studerenden, de leraren,
het bestuur en degenen die ver
antwoordelijkheid dragen voor de
plaats of het gebied waar de school
zich bevindt. Onderwijsvoorzie
ningen maken deel uit van alle
maatschappelyke voorzieningen
waarover een plaats of streek be
schikt en moeten dan ook in sa
menhang met elkaar functioneren.
Onderwij saktiviteiten staan niet
los van andere maatschappelyke
aktiviteiten en vooral langs lokale
en regionale weg moet het verband
hiertussen worden gelegd. De cen
trale overheid moet hiertoe ruimte
bieden en de school zal deze moge
lijkheid moeten gebruiken om in te
spelen op de wensen van de plaats
en de streek. Pas dan worden de
belangen van de gemeenschap en
van de leerlingen in hoge mate ge
diend Van een dergelyk samenspel
zijn heel wat voorbeelden te geven.
Ik noem er maar een paar. Ik mag
zo meteen dit nieuwe gebouw ope
nen, betaald door ons allen teza
men. Dit gebouw is - evenals vrijwel
alle schoolgebouwen - speciaal op
gezet voor bepaalde vormen da
gonderwijs. Maar we weten dat het
parttime onderwijs - overdag en 's
avonds steedsl meer belangstelling
Directeur-generaal Gathier reikt
de rector, drs. P. Bakker, de sleutel
van de school over. Burgemeester
Enklaar en wethouder Stegeman
als lachende derden op de achter
grond.
gaat krijgen. Vele gemeenten heb
ben behoefte aan sportaccommo
datie, aan gemeenschapsruimten,
aan ruimten voor maatschappe
lijke en gezondheidsdiensten en
aan bibliotheken en vrijwel altijd
worden daarvoor aparte gebouwen
opgezet. In vele gevallen kan het
voordelig zijn om dergelijke voor
zieningen in één schoolgebouw te
plaatsen maar zeker even belang-
ryk is dat langs die weg de afstand
tussen onderwijs en maatschappij
wat wordt verkleind. Een ander
voorbeeld heeft te maken met het
schrijnende probleem van de
jeugdwerkloosheid. We weten allen
dat dit niet zo maar het gevolg is
van de bestaande aansluitingspro
blemen tussen onderwijs en werk.
Maar toch blijkt dat daar waar
school en bedrijfsleven intensief
met elkaar samenwerken een be
langrijk deel van de problemen kan
worden opgelost en veel jeugd
werkloosheid kan worden voorko
men Het is niet voor niets dat de
staatssecretaris de Jong van on
derwys en minister Albeda van so
ciale zaken in hun beleidsplan voor
nieuwe onderwijsvoorzieningen
voor 16-18-jarigen gewezen hebben
op de wenselijkheid van goede re
gionale relaties van school en be
drijfsleven. Niet om het onderwijs
in dienst te stellen van het bedrijfs
leven maar om de schoolverlaters
een passende dienst te bewijzen.
Tenslotte noem ik u als derde
voorbeeld het stichten en instand
houden van scholen. Om diverse
redenen wordt het steeds moeily-
ker om in een plaats of streek alle
gewenste onderwijsvoorzieningen
te hebben en te houden. U weet dat
het leerlingental bij het lager on
derwijs sterk daalt en dat deze da
ling geleidelijk aan zich ook in het
voortgezet onderwijs gaat afspelen.
In de loop van de 80-er jaren zullen
de gevolgen steeds duidelyker
worden. Heel wat scholen zullen
dan zo klein worden dat ze öf op
grond van de wettelijke bepalingen
moeten worden opgeheven dan wel
hun onderwijspakket sterk moeten
inkrimpen. Het is duidelijk dat
vooral de wat dunner bevolkte
streken hierdoor enigszins in moei
lijkheden zullen komen. Deze in
krimping van onderwijsmogelyk-
heden heeft plaats in een tijd
waarin de behoeften aan een gro
tere variatie aan onderwijsvoorzie
ningen juist toeneemt: moeders
volgen Mavo, ouderen gaan zich
omscholen. Vele ouderen krijgen -
al of niet gedwongen - meer vrije
tijd en onderwys wordt gelukkig
nog altijd als een waardevolle vrije
tijdsbesteding beschouwd. Nieuwe
ontwikkelingen zoals de introduc
tie van expressievakken en de
Open School onderstrepen dit nog
eens. Als we hierbij ook nog besef
fen dat onze financiële mogelijkhe
den zeker niet ruimer zullen wor
den is het in ons aller belang tydig
te overwegen wat er in de loop van
de 80-er jaren moet gaan gebeuren.
Het zal u niet verbazen als ik u zeg
dat we op het ministerie al meer
dan een jaar bezig zijn om - in over
leg met de onderwijsorganisaties -
aan te geven welke mogelykheden
er zyn of moeten komen om het ge
varieerde onderwijspakket ook in
minder bevolkte gebieden in stand
te houden of zelfs nog wat uit te
breiden. De praktijk leert dat er
zo'n grote verscheidenheid aan
wensen en mogelykheden in het
land te vinden is dat alle regels
maar moeilijk te geven zijn. De be
langrijkste initiatieven zullen ook
nu weer - net zoals in de jaren 1964-
1968 - uit het land zelf moeten ko
men. Ter plekke weet men precies
wat er gedaan kan worden en wat in
de lokale omstandigheden moge
lijk en onmogelijk is. Vanuit Den
Haag kunnen moeilijk fusies of
verplaatsingen worden afgedwon
gen, ook als dit vanuit de verte re
delijk ly kt.
Op enkele plaatsen zijn er samen
werkingsverbanden opgezet om te
komen tot een regionaal of lokaal
ontwikkelingsplan voor het voort
gezet onderwys, vaak in nauw over
leg met het ministerie. Ik meen dat
dit de enige mogelijkheid is om te
voorkomen dat al binnen 10 jaar
onze leerlingen - en ook hun ouders