Antwoord B
Kinderzegels:
De beste zegels
f
STOUTE KINDEREN
Weet
e wetje,
laat
ZELFS HET PAARD VAN
SINTERKLAAS STRUIKELT WEL EENS
Dijkerhoekse
Plattelands
vrouwen
op excursie
S.v. Holten
afd. atletiek
HOLTENS NIEUWSBLAD 17 NOVEMBER 1978 PAG. 17
Vervolg van pag. 15
Antwoord:
Er worden verwijten gemaakt,
dat geen woningmarktonderzoek
werd ingesteld. Er moge aan
worden herinnerd dat jaren ge-
leden een dergelijk onderzoek
werd ingesteld in samenwerking
met andere gemeenten uit
Zuidwest-Overijssel. Het uitge
brachte rapport, opgemaakt
door het Bouwcentrum, is voor
de beleidsvoering nauwelijks van
enig belang geweest. Eén uwer
heeft in de vorige raad regelma
tig aangedrongen om naar aan
leiding van de woninglijst van
de woonruimtecommissie, inzicht
te verkrijgen in de urgentie van
de woningzoekenden. Wij hebben
daarbij bij herhaling medege
deeld. dat deze lijst een onvol
doende aanwijzing kon geven
omtrent de behoefte aan de
soort huisvesting en omtrent de
voorkeur voor huur- dan wel
koopwoningen. Voorts was deze
wens nauwelijks reëel te noe
men, omdat de bestemmings
plannen Beuseberg en herziening
de Haar reeds waren afgerond.
Ten aanzien van de differentia
tie van de woningbehoefte in
het plan Zuiderlook hebben wij
inmiddels in overweging een
woningmarktonderzoek in te
stellen. Voorts zullen wij. zoals
gezegd, via een gerichte enquête
door middel van een duidelijke
vragenlijst, een inzicht proberen
te verwerven omtrent de aard
van de woningbehoefte. Daartoe
hebben wij reeds
besloten. Het. wachten is nog
slechts op een beoordeling van
een ambtelijke notitie met be
trekking tot uitgifte van bouw-
kavels. Een anti-
speculatiebeding stellen wij ons
voor in toekomstige verkopen
van bouwkavels op te nemen.
Inderdaad melden zeer velen
zich voor aankoop van bouwka
vels in „de Haar" en „de Beus
eberg". Wij hebben deze aanvra
gen geregistreerd. Honorering
van de binnengekomen verzoe
ken zal worden getoetst aan de
criteria, die wij u in onze bin
nenkort verschijnende nota „uit-
giftebeleid bouwterreinen" ter
goedkeuring hopen aan te bie
den. Hierbij zal. zo menen wij,
niet kunnen gelden „wie het
eerst komt, het eerst maalt". Nu
de ontsluiting van het plan
„noodverband de Haar" aan
staande is. zal de nota „uitgifte-
beleid bouwterreinen" waarin
een regeling omtrent een anti-
speculatiebeding een essentieel
onderdeel zal moeten zijn, op
korte termijn aan uw oordeel
moeten worden onderworpen.
Vraag:
CDA.
Woningbezit woningbouwvereni
ging „Onze Woning" verdient
aandacht in de onderhoudssfeer.
Overleg starten met „Onze Wo
ning" om te komen tot het
bouwen van betaalbare huurwo
ningen.
Moeten eenpersoonshuishoudens
in gezinswoningen blijven wo
nen.
C.D.A./P.v.d.A.
Achten het gewenst om de ver
schillende subsidieregelingen op
het gebied van de volkshuisves
ting te publiceren.
Antwoord:
Het woningbezit van „Onze Wo
ning" mag dan aandacht ver
dienen in de onderhoudssfeer,
wij wijzen erop dat zulks be
hoort tot de autonome taak van
deze woningbouwcorporatie.
Niettemin zullen wij de ge
maakte opmerking bij het be
stuur van deze corporatie ter ta
fel brengen. Wij zijn met deze
woningbouwcorporatie, wanneer
mogelijkheden tot bouw van
woningen in de woningwetsfeer
aanwezig zijn. in regelmatig en
goed overleg. Het bouwen van
betaalbare woningwetwoningen
is afhankelijk van de wijze
waarop het Rijk bereid is daarin
te subsidiëren Nieuw te bouwen
woningwetwoningen vragen, naar
de ervaring leert, tegenwoordig
huren van ongeveer f 400,- per
maand. Reden temeer waarom
de bouw van eigen woningen
met alle fiscale voordelen van
dien bijzondere aandacht ver
dient.
Bij de huidige woningnood is
het blijven bewonen van gezins
woningen door eenpersoonsge-
jlnnen moeilijk aanvaardbaar.
Het beëindigen van dergelijke
situaties is niet eenvoudig, tenzij
de bewoner daarin vrijwillig
meewerkt. Behoorlijk bestuur
brengt overigens met zich mede.
dat begrip bestaat voor de
privé-situatie van de bewoner.
Een andere zaak is het. dat aan
een eenpersoonshuishouding
vooralsnog geen volledig gezins
huis in de huursector meer
dient te worden toegewezen. De
verschillende subsidieregelingen
op het gebied van de volkshuis
vesting zijn in het verleden alle
gepubliceerd. Voorts liggen op
de balie van de afdeling alge
mene zaken de folders die
daarop betrekking hebben, zodat
het opnieuw publiceren van deze
subsidiemogelijkheden niet effec
tief wordt geacht.
„Ziezo", zei Zwarte Piet, ,,'t spijt me
wel voor je, dat ik je geen betere
slaapplaats kan geven, maar je
staat in elk geval droog". De
schimmel gaf geen antwoord. Hij
keek eens in het rond en bleef zwij
gen. Zwarte Piet bemerkte wel dat
het dier niet tevreden was met de
stal. „T)a, in de bisschoppelijke
stallen is het beter toeven, maar in
een klein dorp zoals dit zijn de loge
ergelegenheden voor paarden wat
eenvoudiger ingericht". De
schimmel draaide zijn hoofd eens
om en zei: „Hier is geen sprake van
eenvoudiger, dit is geen stal, dit is
een hok en ik heb niet eens een stal
alleen". Hierna keek hij naar een
wat schichtig klein paard dat in de
hoek van de stal stond. „Nou ja",
weerlegde Zwarte Piet, Je hebt
toch ruimte genoeg. Me dunkt dat
hier wel vier beesten kunnen
staan". „Praat maar niet verder",
onderbrak de schimmel, „later zal
ik het geval voorleggen aan de
bond van Sinterklaaspaarden".
„Toe maar", zei Piet, „straks zegje
nog, datje gaatstaken!" „Wie praat
er nu over staken? Nee. staken, dat
doe ik niet Ten eerste heeft Sinter
klaas het veel te druk, ten tweede
valt het voor een Spaans paard niet
mee om te staken". „Bovendien",
zei Piet, Je contract zegt..." „Wat
in mijn contract staat, kan me niks
schelen. Sinterklaas houdt zich
daar ook niet altijd aan. Bovendien
gaat het hier anders toe dan thuis".
„In ieder geval", zei Piet, „moetje
voorlopig genoegen nemen met
watje hebt. Een goed Sinterklaas-
paard weet zich aan te passen". „Ik
vraag een toeslag". „Zou ik doen, Je
leeft van de toeslagen: gladdeda-
kentoeslag, hardewindtoeslag..."
„Jij dan niet? Stoutejongenstoes-
lag, ongeveegdeschoorstenentoe-
slag". „Ik praat niet verder met je.
Ga maar gauw slapen, morgen is de
intocht". „Ook dat nog". „Zeg es",
zei Zwarte Piet, „wat ben jy moppe
rig vandaag, anders vind Je zo'n in
tocht altyd erg fyn". „Och Ja, dat is
ook wel zo, maar ik..., och, ga maar
weg. Ik zal dan maar proberen te
slapen. Wat is die grond hard om op
te staan!" „Nou. het beste dan
maar", zei Piet, „morgenochtend
zal ik Je borstelen". Het paard gaf
geen antwoord.
Al die tyd had de hit. het kleine,
maar taaie bruine paardje, niets
gezegd. Het was maar een boeren
paard en het begreep daardoor niet
veel van al dat gepraat. En het was
van nature wat verlegen. Het
'drukte zich nog wat verder in de
hoek van de stal. Het stro ritselde.
De schimmel van Sinterklaas keek
naar zyn .slapie" voor de eerstko
mende nachten. „Wie ben jy?",
vroeg hy. De hit schrok en aarzelde
wat „Ik...?" „Ja, jy!" „Ik ben het
paard van de schillenboer". „Van
de schillenboer?" „Ja...." De
schimmel hinnikte. „Waarom hin
nik Je zo?" „Ik hinnik van het lac
hen, het paard van de schillen
boer!" De ander begreep niet
waarom de schimmel zo moest lac
hen. „Weetje niet wat een schillen
boer is?", vroeg hy onnozel. „En of
ik het weet", zei de schimmel, „en
als ik het niet wist, dan zou ik het
wel ruiken. Het 6tinkt hier!" „Ik
ruik niets". „Neen, dat begry p ik. Je
bent al zo aan die stank van rotte
schillen gewend". De hit vond de
schimmel een raar beest. Hy schoof
wat onrustig met de hoeven over de
grond en probeerde toen maar te
slapen. „Nou", zei de schimmel
weer, „Ik hoop dat je er rekening
mee houdt dat je naast het paard
van Sinterklaas staat, want ik ben
een stal alleen gewend en je moet
begrijpen wat voor een vernedering
het voor my is om in deze schuur
met jou te moeten verkeren". De
hit antwoordde niet meer, hy was al
ingeslapen.
Zwarte Piet liep nog eens om de
schimmel heen, schikte wat aan
het tuig en knikte goedkeurend.
Sinterklaas kon komen kyken. Het
paard zag er piekfijn uit. Ook de
schimmel voelde zich wat in zyn
oude glorie hersteld en keek wat
minder zwartgallig. Daarby kwam
dathU moest erkennen dat hy goed
had geslapen. Toen hy wakker
werd was de hit al verdwenen, zyn
baas had hem al voor de kar ge
spannen en man en paard waren al
druk aan het werk. De schimmel
was heel wat later gewekt. Sinter
klaas had het dier maar wat laten
slapen. Straks kwamen er weer na
chten, waarin hy het met heel wat
minder nachtrust moest doen. Sint
gaf zyn knecht een compliment
voor zyn werk en het paard kreeg
een goedkeurend en vooral bemoe
digend klopje in de nek. „Goed ge
slapen, ouwe jongen?" „Gaat wel,
maar ik wil u wel vertellen..." „Ik
weet wat je zeggen wilt", zei Sin
terklaas haastig om verdere klaag
zang te vermyden, want hy kende
zyn rijdier maar al te goed. Het was
elk jaar hetzelfde: aan de ene stal
deugde dit niet, op de andere stal
viel weer dat aan te merken. De
schimmel mopperde nog wat na.
maar zyn baas luisterde niet meer.
„Kom Piet, help me eens in de
stygbeugel. we gaan ons wat losd-
raven". Piet hees de oude ruiter in
hetzadel. Spoedig waren zy op weg.
Het was pittig winterweer. Het had
gevroren, maar de zon scheen vro-
fijk en een geurige damp steeg op
uit het veld.
De schimmel draafde naar harte
lust. Hy bemerkte dat hy in prima
conditie was. zyn stemming werd
met de minuut beter. Langs de
route stonden de mensen in dikke
ryen opgesteld, de kinderen voor
aan. De politie zorgde voor een
goede afzetting. Zodra Sinterklaas
in zicht was, werden de zywegen
onherroepeiyk afgesloten. Geen
auto, geen bakfiets, geen brommer
werd meer doorgelaten. Ook de
schillenboer niet, hoewel hy zyn
paard had aangespoord om nog net
de weg te kunnen oversteken, want
in de andere wyk moesten de schil
len ook nog worden opgehaald. En
het was al zo gauw donker. Maar de
agent gaf geen krimp. „Halt' nie
mand mag er meer door!" „Ach,
agent, ik hoef alleen de straat maar
over te steken". „Niets mee te ma
ken, orders zyn orders. Ik moet nu
eenmaal de weg afzetten". En de
schillenboer bleef onwillig in de zy-
straat staan. Hoog op de bok geze
ten kon hy gemakkeiyk over de
mensen heen kyken. Hy zag en
hoorde het muziekkorps, hy zag de
wapperende vlaggen. Zwarte Piet
en Sinterklaas, rijdend op zyn
mooie witte paard. Er kwam een
brede grijns op het gezicht van de
schillenboer. Hy dacht aan zyn
kinderjaren en aan zyn eigen kin
deren. Het bruine karrepaard kon
niets zien. Met gebogen hoofd
stond het te wachten. Even spitste
het de oren by het horen van de
muziek Hy hoorde daama hoefge
trappel. Het was de schimmel, zyn
merkwaardige en deftige stalge-
noot.
Was het een oneffenheid in de weg?
Een misstap van het paard? Iets
glads? Niemand wist het precies.
Maar op weg naar de stal had de
schimmel zyn been verstuikt, niet
erg naar het scheen, maar het an
ders zo fier stappende dier was
gaan hinken. Bezorgd keek Piet
naar het gekwetste been. En ook
Sinterklaas voelde zich niet op zyn
gemak. Nauwefijks waren zy in de
stal aangekomen of het paard ging
liggen. „Direkt een dokter halen",
beval Sinterklaas. Piet was al weg
om de veearts te bellen. De dokter,
die begreep dat snelle hulp voor de
schimmel noodzakefijk was, kwam
spoedig voorrijden. Hy onderwierp
het paard aan een nauwkeurig on
derzoek. Sint en Piet keken ge
spannen toe. „En....?" „Het valt
nogal mee, maar een paar dagen
absolute rust is geboden". „Ja,
maar...!", zei Sinterklaas. „Ik weet
wat u zeggen wilt", zei de dierenar
ts. ,,u moet natuurlyk rijden". „In
derdaad, we hebben het erg druk de
komende nachten. De kinderen
hebben al hun schoen gezet, want
zy weten nu dat ik in het dorp ben".
„Ja, Ja, het is erg vervelend, maar
als uw schimmel ermee doorloopt,
komen er natuurlyk complicaties
en dan bent u nog verder van huis.
Met een paar dagen rust zal het wel
beter zyn. Ik beloof u. dat ik elke
dag even kom kyken". „Heb je
pyn?". vroeg de hit en hy keek me-
deiydend naar de schimmel. „Een
beetje wel", hield de patiënt zich
groot, maar zyn stalgenoot zag wel
dat hy het hard te verduren had.
„Zal ik je deken wat opschuiven,
die is helemaal van je rug gegle
den". „Als je wilt. graag", zei de
schimmel. Behoedzaam schoof de
hit de deken wat omhoog. „Van
slapen zal by my wel niet veel ko
men", zei de schimmel. „Stoor Je
dus maar niet aan my, jy moet er
morgen weer vroeg uit". „O, dat
hindert voor een keer niet". „Ga
toch maar slapen". Maar het on-
oogiyke schillenpaard bleef wak
ker. Eindeiyk viel de schimmel in
slaap. Toen pas deed zyn buurman
ook de ogen dicht.
Hoewel de veearts kon spreken van
goede vooruitgang, was Sinter
klaas somber gestemd. „Er moet
wat gebeuren", zei hy telkens tegen
Piet en Zwarte Plet antwoordde
dan: „Ja baas, maar hoe?" zy ston
den in de stal. zy waren op zieken
bezoek by het nog steeds manke
paard. De schillenboer was er ook,
maar hy onthield zich van com
mentaar. Hy vond het niet beleefd
om zich in een gesprek te mengen
dat hem niet aanging. Maar opeens
keek Sinterklaas vragend in zyn
richting en de oude baas keek wel
zo hulpeloos, dat de man wel wat
moestzeggen. Hy zei daarom: „Sin
terklaasik... ik... ik weet niet of u
er wat aan hebt, maar u mag myn
paard wel zolang lenen. Het is een
klein beestje, maar oersterk en als
het erop aankomt niet bang". Voor
het eerst keek Sint naar de bruine
hit. Hy liep naar het dier toe, be
klopte het wat, keek nog eens....
Sinterklaas was een kenner. Het
beest was klein, maar goed ver
zorgd en gewend om hard te wer
ken.
„Hoe ging het", vroeg de schimmel.
„Het viel niet mee", zei de hit, „ik
ben erg moe". Zo zie je maar, over
daken lopen is niet ieders werk".
„Dat is het zeker niet, maar het is
mooi werk. Door elke schoorsteen
wordt een cadeautje in een schoen
of in een klomp gelegd. En dat is
elke keer weer een bly kind". „Ja,
ja", zei de schimmel, „die kinde
ren".
„Maar het mooiste vond ik nog...."
„Ik weet watje zeggen wilt", zei de
schimmel, „want ik weet wat je
hebt gezien. Ver boven je de zwarte
hemel, waarin duizenden sterren.
Je ziet de maan opkomen, een flu
welen glans werpend over de sla
pende huizen, over de velden... Je
ziet de zilverwitte nevel geheim
zinnig boven de sloten hangen. En
onder je zie je ook de rechte stippel-
lynen van de straatlantaarns, de
aan en uitfloepende lichtreclames.
Je ziet de lichten van de winkels in
de hoofdstraat. Je ziet de voortbe
wegende lampen van de auto's
„Ik kan het niet zo mooi zeggen",
zei het schillenpaard, maar ik be
doel. ik, je, hoe zal ik het zeggen....
nu je zo praat, zie ik het allemaal
weer voor me. Ik heb met nfijn kop
altyd naar beneden gekeken, naar
de straatstenen, naar de stoffige as
faltweg. Ik weet nu wat het is om
het paard van Sinterklaas te mo
gen zfin. Ik begrijp nu ook, waarom
je op my neerkfikt. Iemand die zo
hoog staat kan niet opzien tegen
zo'n gewoon laag-by-de-gronds dier
als ik.
Het paard van Sinterklaas was
weer geheel hersteld, maar ook het
Sinterklaasfeest was al voorby. De
hoge gasten maakten alles gereed
voor de terugtocht naar Spanje,
welke de volgende morgen zou
aanvangen. De schimmel stond in
de stal, hy wachtte op zyn buur
man, de hit Eindefijk, het was al
lang donker, bracht de schillenboer
zyn trekdier naar het warme stro en
de gevulde voederbak. „Druk ge
had?", vroeg de schimmel. „Gaats
wel.... Gaan jullie morgen weg?"'
„Ja". „Dan ga je weer naar je eigen
mooie stal...." „Ja". „Dat zal je be
ter bevallen". „Och Ja, maar ik vind
het toch wel gezelliger hier. zo met
zyn beiden, in Spapje ben ik altyd
alleen, je kunt er nooit eens van
paard tot paard praten". „Ja. dat is
zo„Enne enne, het stinkt hier
heus niet hoor alleen het stro
ruikt anders dan by my. „Daar
ben ik bfij om". „Enne ik heb nog
eens nagedacht over wat je gisteren
zei...." „Wat zei ik dan? Wat bedoel
Je?" „Je zei dat ik op Je neerkeek,
omdat nfijn werk zoveel hoger is en
zoveel mooier dan het jouwe".
„Nou Ja, dat is toch ook zo". „Ik
keek ook op Je neer. ik keek op elk
ander paard neer. doordat die an
deren zo alledaags en zo gewoon
tjes waren' „Maar jy bent ook een
Vanaf 14 november waren de
eerste kinderpostzegels te koop.
In honderden postkantoren zit
ten de vrijwilligers van plaatse
lijke comités voor kinderpostze
gels klaar voor de verkoop van
de nieuwe kinderpostzegels. In
hun stands, die ook in sommige
banken en grootwinkelbedrijven
te vinden zijn, etaleren zij ook
de zeer aantrekkelijke, geheel
vernieuwde collectie wenskaar
ten van het Nederlands Comité
voor Kinderpostzegels.
De afbeeldingen op de zegels
verdienen bijzondere vermelding:
het is bekend dat, behalve de
volwassen vrijwilligers ook hon
derdduizenden kinderen jaarlijks
een geweldige bijdrage aan de
actie leveren. Dat gebeurde dit
jaar voor de dertigste keer.
Daarom heeft de ontwerpster
Babs van Wely ervoor gezorgd
dat „het kind en de school" de
kinderzegels sieren. Lezen,
schrijven en rekenen - zó char
mant is de beoefening van deze
vakken nooit verbeeld. En op de
vierde zegel zien we een jongetje
bij een deur aanbellen, net als
ruim een maand geleden in het
hele land weer gebeurd is.
De opbrengst van de kinderzege-
lactie - vorig jaar werd de tien
miljoen gulden-grens overschre
den - is nog steeds onontbeerlijk
om voor lichamelijk, geestelijk
en sociaal gehandicapte kinde
ren het leven te verlichten.
Talloze instellingen die hen ver
zorgen, begeleiden en verplegen,
mogen rekenen op een bedrag
uit de kinderpostzegelpot voor
uitgaven die zij op grond van de
hun toekomende exploitatiegel-
den en subsidies niet kunnen
bekostigen.
Ook buiten Nederland, in de
ontwikkelingslanden is het Ne
derlands Comité voor Kinder
postzegels actief. Het steunt er
particuliere projecten voor het
gehandicapte kind.
Voor ai uw post zijn kinderze
gels de beste zegels, dit jaar ze
ker door hun buitengewoon aar
dige afbeeldingen, maar natuur
lijk vooral vanwege het goede
doel dat zij dienen
tra
Kinderpostzegels
20 ionjs-tic verkoopt kinétrpotr-
45 - 20 c Iele**? kis*4
55 20 e Schf<:*$fs4 kind
- 25 t rntujt
Sint zat voor de televisie,
wachtend op zijn Zwarte Piet,
die, zoals men weet, steeds uitkijkt
of hij stoute kind'ren ziet.
Sint zat starend voor het toestel
in het kille blauwe licht,
diepe groeven van de zorgen
rimpelden zijn oud gezicht.
Hij keek naar een autowrak, dat
lag versplinterd op de baan,
door een wegpiraat gegrepen,
die er was vandoor gegaan.
Hij keek naar een wilde massa,
opgewonden, desperaat
leuzen torsend, leuzen schreeuwend
en bezeten door de haat.
Hij zag napalmbommen vallen
op een inlands dorpje, dat
nu moest boeten omdat gister
daar een troep rebellen zat.
Hij zag mannen, hij zag vrouwen
straf marcheren in de maat
van de militaire marsen,
voor de strijd met vreugd paraat.
Hij keek naar geschonden graven,
naar een uitgebrande kerk,
naar een opgejaagde massa;
hier was rassenhaat aan 't werk.
En hij hoorde sprekers spreken,
luid beapplaudiseerd;
elke spreker had gelijk en
d' andere spreker was verkeerd.
Hij zag troepen paraderen
met raketten, huizengroot,
tanks, mortieren en kanonnen,
mastodonten van de dood.
Nog geen vijf en dertig jaren
na de grote wereldbrand
zag hij 't rossig licht der fakkeis
van de haat in ieder land.
Hij schrok op toen er geklopt werd,
..Zullen we maar gaan", vroeg Piet
die, zoals men weet, steeds uitkijkt
of hij stoute kind'ren ziet.
„Stoute kind'ren", sprak Sint zuchtend
„Ach, hoe kan ik met fatsoen
kinderen vermanen als ik
zie wat grote mensen doen?"
(NADRUK VERBODEN)
byzonder dier". „Dat is wel zo,
maar Ik heb nu Ingezien, dat een»
ander paard ook kan wat lk doe, als
het de kans maar krygt. Ik bedoel
dit. Omdat lk een schimmel ben en
uiteen voorname stal kom, daarom
mag lk dat werk doen. Dat is een
voorrecht.' Daarvoor moet ik juist
dankbaar zyn. Ik dank Je dan ook
voor alles wat ik van je heb geleerd.
Ik dank je ook voor de kameraad
schap. welke ik de laatste dagen
ondervond En ik zou je willen vra
gen... mag lk volgend jaar hier weer
by Jou in deze stal staan....?" De hit
snapte niet alles van hetgeen de
schimmel zei, maar het laatste was
duldefijk. „Natuurlyk", zei hy
spontaan. „En ik wil Je ook nog
zeggen", begon de schimmel weer,
maar de hit had de ogen al gesloten.
Daarom zweeg de schimmel verder
maar. Hy zuchtte eens en sliep toen
ook in.
(Nadruk verboden)
Bijna 50 leden (om precies te zijn,
het waren er 48) gingen per bus
naar de Hardenbergse buurtschap
Radewijk waar een bezoek werd
gebracht aan de edelsmederij„de
Stavely". Dit bedrijf (in een ver
bouwde boerderij) ontwerpt, ver
vaardigd, repareert en restaureert
gouden en zilveren sieraden.
Ook worden er sieraden verkocht
en verschillende dames kochten als
herinnering een souvenir.
't Was al met al een leerzaam en
gezellig „uitje"
Zaterdag organiseerde de A.V.
Haaksbergen de 6e Nationale
Pingelloop over bospaden in de
bosrijke omgeving van Haaks
bergen. De deelname, wat be
treft aantal en klasse, was goed.
Bij meisjes D behaalde Marita
Kramer een 4e plaats. Ze liep
de 1100 m. in 4.28 min. Sonja
van 't Holt werd negende in 4.55
min. Gezien dat de meisjes voor
het eerst in deze leeftijdsgroep
startten een uitstekende presta
tie. Met een beetje meer erva
ring om in de wedstrijd de
krachten beter te verdelen zitten
er zeker nog betere resultaten
in De heren en veteranen liepen
7200 m. De resultaten waren: 24.
Henk Reitsma 26.04, 30. Jan
Wolterink 26 24, 34. Jan Wegsta-
pel 26.45, 43. Marinus Baltus
27 24 Veteraan Horst Louws
maakte een redelijke tijd van
32.30 min.
t