Antwoord B Kinderzegels: De beste zegels f STOUTE KINDEREN Weet e wetje, laat ZELFS HET PAARD VAN SINTERKLAAS STRUIKELT WEL EENS Dijkerhoekse Plattelands vrouwen op excursie S.v. Holten afd. atletiek HOLTENS NIEUWSBLAD 17 NOVEMBER 1978 PAG. 17 Vervolg van pag. 15 Antwoord: Er worden verwijten gemaakt, dat geen woningmarktonderzoek werd ingesteld. Er moge aan worden herinnerd dat jaren ge- leden een dergelijk onderzoek werd ingesteld in samenwerking met andere gemeenten uit Zuidwest-Overijssel. Het uitge brachte rapport, opgemaakt door het Bouwcentrum, is voor de beleidsvoering nauwelijks van enig belang geweest. Eén uwer heeft in de vorige raad regelma tig aangedrongen om naar aan leiding van de woninglijst van de woonruimtecommissie, inzicht te verkrijgen in de urgentie van de woningzoekenden. Wij hebben daarbij bij herhaling medege deeld. dat deze lijst een onvol doende aanwijzing kon geven omtrent de behoefte aan de soort huisvesting en omtrent de voorkeur voor huur- dan wel koopwoningen. Voorts was deze wens nauwelijks reëel te noe men, omdat de bestemmings plannen Beuseberg en herziening de Haar reeds waren afgerond. Ten aanzien van de differentia tie van de woningbehoefte in het plan Zuiderlook hebben wij inmiddels in overweging een woningmarktonderzoek in te stellen. Voorts zullen wij. zoals gezegd, via een gerichte enquête door middel van een duidelijke vragenlijst, een inzicht proberen te verwerven omtrent de aard van de woningbehoefte. Daartoe hebben wij reeds besloten. Het. wachten is nog slechts op een beoordeling van een ambtelijke notitie met be trekking tot uitgifte van bouw- kavels. Een anti- speculatiebeding stellen wij ons voor in toekomstige verkopen van bouwkavels op te nemen. Inderdaad melden zeer velen zich voor aankoop van bouwka vels in „de Haar" en „de Beus eberg". Wij hebben deze aanvra gen geregistreerd. Honorering van de binnengekomen verzoe ken zal worden getoetst aan de criteria, die wij u in onze bin nenkort verschijnende nota „uit- giftebeleid bouwterreinen" ter goedkeuring hopen aan te bie den. Hierbij zal. zo menen wij, niet kunnen gelden „wie het eerst komt, het eerst maalt". Nu de ontsluiting van het plan „noodverband de Haar" aan staande is. zal de nota „uitgifte- beleid bouwterreinen" waarin een regeling omtrent een anti- speculatiebeding een essentieel onderdeel zal moeten zijn, op korte termijn aan uw oordeel moeten worden onderworpen. Vraag: CDA. Woningbezit woningbouwvereni ging „Onze Woning" verdient aandacht in de onderhoudssfeer. Overleg starten met „Onze Wo ning" om te komen tot het bouwen van betaalbare huurwo ningen. Moeten eenpersoonshuishoudens in gezinswoningen blijven wo nen. C.D.A./P.v.d.A. Achten het gewenst om de ver schillende subsidieregelingen op het gebied van de volkshuisves ting te publiceren. Antwoord: Het woningbezit van „Onze Wo ning" mag dan aandacht ver dienen in de onderhoudssfeer, wij wijzen erop dat zulks be hoort tot de autonome taak van deze woningbouwcorporatie. Niettemin zullen wij de ge maakte opmerking bij het be stuur van deze corporatie ter ta fel brengen. Wij zijn met deze woningbouwcorporatie, wanneer mogelijkheden tot bouw van woningen in de woningwetsfeer aanwezig zijn. in regelmatig en goed overleg. Het bouwen van betaalbare woningwetwoningen is afhankelijk van de wijze waarop het Rijk bereid is daarin te subsidiëren Nieuw te bouwen woningwetwoningen vragen, naar de ervaring leert, tegenwoordig huren van ongeveer f 400,- per maand. Reden temeer waarom de bouw van eigen woningen met alle fiscale voordelen van dien bijzondere aandacht ver dient. Bij de huidige woningnood is het blijven bewonen van gezins woningen door eenpersoonsge- jlnnen moeilijk aanvaardbaar. Het beëindigen van dergelijke situaties is niet eenvoudig, tenzij de bewoner daarin vrijwillig meewerkt. Behoorlijk bestuur brengt overigens met zich mede. dat begrip bestaat voor de privé-situatie van de bewoner. Een andere zaak is het. dat aan een eenpersoonshuishouding vooralsnog geen volledig gezins huis in de huursector meer dient te worden toegewezen. De verschillende subsidieregelingen op het gebied van de volkshuis vesting zijn in het verleden alle gepubliceerd. Voorts liggen op de balie van de afdeling alge mene zaken de folders die daarop betrekking hebben, zodat het opnieuw publiceren van deze subsidiemogelijkheden niet effec tief wordt geacht. „Ziezo", zei Zwarte Piet, ,,'t spijt me wel voor je, dat ik je geen betere slaapplaats kan geven, maar je staat in elk geval droog". De schimmel gaf geen antwoord. Hij keek eens in het rond en bleef zwij gen. Zwarte Piet bemerkte wel dat het dier niet tevreden was met de stal. „T)a, in de bisschoppelijke stallen is het beter toeven, maar in een klein dorp zoals dit zijn de loge ergelegenheden voor paarden wat eenvoudiger ingericht". De schimmel draaide zijn hoofd eens om en zei: „Hier is geen sprake van eenvoudiger, dit is geen stal, dit is een hok en ik heb niet eens een stal alleen". Hierna keek hij naar een wat schichtig klein paard dat in de hoek van de stal stond. „Nou ja", weerlegde Zwarte Piet, Je hebt toch ruimte genoeg. Me dunkt dat hier wel vier beesten kunnen staan". „Praat maar niet verder", onderbrak de schimmel, „later zal ik het geval voorleggen aan de bond van Sinterklaaspaarden". „Toe maar", zei Piet, „straks zegje nog, datje gaatstaken!" „Wie praat er nu over staken? Nee. staken, dat doe ik niet Ten eerste heeft Sinter klaas het veel te druk, ten tweede valt het voor een Spaans paard niet mee om te staken". „Bovendien", zei Piet, Je contract zegt..." „Wat in mijn contract staat, kan me niks schelen. Sinterklaas houdt zich daar ook niet altijd aan. Bovendien gaat het hier anders toe dan thuis". „In ieder geval", zei Piet, „moetje voorlopig genoegen nemen met watje hebt. Een goed Sinterklaas- paard weet zich aan te passen". „Ik vraag een toeslag". „Zou ik doen, Je leeft van de toeslagen: gladdeda- kentoeslag, hardewindtoeslag..." „Jij dan niet? Stoutejongenstoes- lag, ongeveegdeschoorstenentoe- slag". „Ik praat niet verder met je. Ga maar gauw slapen, morgen is de intocht". „Ook dat nog". „Zeg es", zei Zwarte Piet, „wat ben jy moppe rig vandaag, anders vind Je zo'n in tocht altyd erg fyn". „Och Ja, dat is ook wel zo, maar ik..., och, ga maar weg. Ik zal dan maar proberen te slapen. Wat is die grond hard om op te staan!" „Nou. het beste dan maar", zei Piet, „morgenochtend zal ik Je borstelen". Het paard gaf geen antwoord. Al die tyd had de hit. het kleine, maar taaie bruine paardje, niets gezegd. Het was maar een boeren paard en het begreep daardoor niet veel van al dat gepraat. En het was van nature wat verlegen. Het 'drukte zich nog wat verder in de hoek van de stal. Het stro ritselde. De schimmel van Sinterklaas keek naar zyn .slapie" voor de eerstko mende nachten. „Wie ben jy?", vroeg hy. De hit schrok en aarzelde wat „Ik...?" „Ja, jy!" „Ik ben het paard van de schillenboer". „Van de schillenboer?" „Ja...." De schimmel hinnikte. „Waarom hin nik Je zo?" „Ik hinnik van het lac hen, het paard van de schillen boer!" De ander begreep niet waarom de schimmel zo moest lac hen. „Weetje niet wat een schillen boer is?", vroeg hy onnozel. „En of ik het weet", zei de schimmel, „en als ik het niet wist, dan zou ik het wel ruiken. Het 6tinkt hier!" „Ik ruik niets". „Neen, dat begry p ik. Je bent al zo aan die stank van rotte schillen gewend". De hit vond de schimmel een raar beest. Hy schoof wat onrustig met de hoeven over de grond en probeerde toen maar te slapen. „Nou", zei de schimmel weer, „Ik hoop dat je er rekening mee houdt dat je naast het paard van Sinterklaas staat, want ik ben een stal alleen gewend en je moet begrijpen wat voor een vernedering het voor my is om in deze schuur met jou te moeten verkeren". De hit antwoordde niet meer, hy was al ingeslapen. Zwarte Piet liep nog eens om de schimmel heen, schikte wat aan het tuig en knikte goedkeurend. Sinterklaas kon komen kyken. Het paard zag er piekfijn uit. Ook de schimmel voelde zich wat in zyn oude glorie hersteld en keek wat minder zwartgallig. Daarby kwam dathU moest erkennen dat hy goed had geslapen. Toen hy wakker werd was de hit al verdwenen, zyn baas had hem al voor de kar ge spannen en man en paard waren al druk aan het werk. De schimmel was heel wat later gewekt. Sinter klaas had het dier maar wat laten slapen. Straks kwamen er weer na chten, waarin hy het met heel wat minder nachtrust moest doen. Sint gaf zyn knecht een compliment voor zyn werk en het paard kreeg een goedkeurend en vooral bemoe digend klopje in de nek. „Goed ge slapen, ouwe jongen?" „Gaat wel, maar ik wil u wel vertellen..." „Ik weet wat je zeggen wilt", zei Sin terklaas haastig om verdere klaag zang te vermyden, want hy kende zyn rijdier maar al te goed. Het was elk jaar hetzelfde: aan de ene stal deugde dit niet, op de andere stal viel weer dat aan te merken. De schimmel mopperde nog wat na. maar zyn baas luisterde niet meer. „Kom Piet, help me eens in de stygbeugel. we gaan ons wat losd- raven". Piet hees de oude ruiter in hetzadel. Spoedig waren zy op weg. Het was pittig winterweer. Het had gevroren, maar de zon scheen vro- fijk en een geurige damp steeg op uit het veld. De schimmel draafde naar harte lust. Hy bemerkte dat hy in prima conditie was. zyn stemming werd met de minuut beter. Langs de route stonden de mensen in dikke ryen opgesteld, de kinderen voor aan. De politie zorgde voor een goede afzetting. Zodra Sinterklaas in zicht was, werden de zywegen onherroepeiyk afgesloten. Geen auto, geen bakfiets, geen brommer werd meer doorgelaten. Ook de schillenboer niet, hoewel hy zyn paard had aangespoord om nog net de weg te kunnen oversteken, want in de andere wyk moesten de schil len ook nog worden opgehaald. En het was al zo gauw donker. Maar de agent gaf geen krimp. „Halt' nie mand mag er meer door!" „Ach, agent, ik hoef alleen de straat maar over te steken". „Niets mee te ma ken, orders zyn orders. Ik moet nu eenmaal de weg afzetten". En de schillenboer bleef onwillig in de zy- straat staan. Hoog op de bok geze ten kon hy gemakkeiyk over de mensen heen kyken. Hy zag en hoorde het muziekkorps, hy zag de wapperende vlaggen. Zwarte Piet en Sinterklaas, rijdend op zyn mooie witte paard. Er kwam een brede grijns op het gezicht van de schillenboer. Hy dacht aan zyn kinderjaren en aan zyn eigen kin deren. Het bruine karrepaard kon niets zien. Met gebogen hoofd stond het te wachten. Even spitste het de oren by het horen van de muziek Hy hoorde daama hoefge trappel. Het was de schimmel, zyn merkwaardige en deftige stalge- noot. Was het een oneffenheid in de weg? Een misstap van het paard? Iets glads? Niemand wist het precies. Maar op weg naar de stal had de schimmel zyn been verstuikt, niet erg naar het scheen, maar het an ders zo fier stappende dier was gaan hinken. Bezorgd keek Piet naar het gekwetste been. En ook Sinterklaas voelde zich niet op zyn gemak. Nauwefijks waren zy in de stal aangekomen of het paard ging liggen. „Direkt een dokter halen", beval Sinterklaas. Piet was al weg om de veearts te bellen. De dokter, die begreep dat snelle hulp voor de schimmel noodzakefijk was, kwam spoedig voorrijden. Hy onderwierp het paard aan een nauwkeurig on derzoek. Sint en Piet keken ge spannen toe. „En....?" „Het valt nogal mee, maar een paar dagen absolute rust is geboden". „Ja, maar...!", zei Sinterklaas. „Ik weet wat u zeggen wilt", zei de dierenar ts. ,,u moet natuurlyk rijden". „In derdaad, we hebben het erg druk de komende nachten. De kinderen hebben al hun schoen gezet, want zy weten nu dat ik in het dorp ben". „Ja, Ja, het is erg vervelend, maar als uw schimmel ermee doorloopt, komen er natuurlyk complicaties en dan bent u nog verder van huis. Met een paar dagen rust zal het wel beter zyn. Ik beloof u. dat ik elke dag even kom kyken". „Heb je pyn?". vroeg de hit en hy keek me- deiydend naar de schimmel. „Een beetje wel", hield de patiënt zich groot, maar zyn stalgenoot zag wel dat hy het hard te verduren had. „Zal ik je deken wat opschuiven, die is helemaal van je rug gegle den". „Als je wilt. graag", zei de schimmel. Behoedzaam schoof de hit de deken wat omhoog. „Van slapen zal by my wel niet veel ko men", zei de schimmel. „Stoor Je dus maar niet aan my, jy moet er morgen weer vroeg uit". „O, dat hindert voor een keer niet". „Ga toch maar slapen". Maar het on- oogiyke schillenpaard bleef wak ker. Eindeiyk viel de schimmel in slaap. Toen pas deed zyn buurman ook de ogen dicht. Hoewel de veearts kon spreken van goede vooruitgang, was Sinter klaas somber gestemd. „Er moet wat gebeuren", zei hy telkens tegen Piet en Zwarte Plet antwoordde dan: „Ja baas, maar hoe?" zy ston den in de stal. zy waren op zieken bezoek by het nog steeds manke paard. De schillenboer was er ook, maar hy onthield zich van com mentaar. Hy vond het niet beleefd om zich in een gesprek te mengen dat hem niet aanging. Maar opeens keek Sinterklaas vragend in zyn richting en de oude baas keek wel zo hulpeloos, dat de man wel wat moestzeggen. Hy zei daarom: „Sin terklaasik... ik... ik weet niet of u er wat aan hebt, maar u mag myn paard wel zolang lenen. Het is een klein beestje, maar oersterk en als het erop aankomt niet bang". Voor het eerst keek Sint naar de bruine hit. Hy liep naar het dier toe, be klopte het wat, keek nog eens.... Sinterklaas was een kenner. Het beest was klein, maar goed ver zorgd en gewend om hard te wer ken. „Hoe ging het", vroeg de schimmel. „Het viel niet mee", zei de hit, „ik ben erg moe". Zo zie je maar, over daken lopen is niet ieders werk". „Dat is het zeker niet, maar het is mooi werk. Door elke schoorsteen wordt een cadeautje in een schoen of in een klomp gelegd. En dat is elke keer weer een bly kind". „Ja, ja", zei de schimmel, „die kinde ren". „Maar het mooiste vond ik nog...." „Ik weet watje zeggen wilt", zei de schimmel, „want ik weet wat je hebt gezien. Ver boven je de zwarte hemel, waarin duizenden sterren. Je ziet de maan opkomen, een flu welen glans werpend over de sla pende huizen, over de velden... Je ziet de zilverwitte nevel geheim zinnig boven de sloten hangen. En onder je zie je ook de rechte stippel- lynen van de straatlantaarns, de aan en uitfloepende lichtreclames. Je ziet de lichten van de winkels in de hoofdstraat. Je ziet de voortbe wegende lampen van de auto's „Ik kan het niet zo mooi zeggen", zei het schillenpaard, maar ik be doel. ik, je, hoe zal ik het zeggen.... nu je zo praat, zie ik het allemaal weer voor me. Ik heb met nfijn kop altyd naar beneden gekeken, naar de straatstenen, naar de stoffige as faltweg. Ik weet nu wat het is om het paard van Sinterklaas te mo gen zfin. Ik begrijp nu ook, waarom je op my neerkfikt. Iemand die zo hoog staat kan niet opzien tegen zo'n gewoon laag-by-de-gronds dier als ik. Het paard van Sinterklaas was weer geheel hersteld, maar ook het Sinterklaasfeest was al voorby. De hoge gasten maakten alles gereed voor de terugtocht naar Spanje, welke de volgende morgen zou aanvangen. De schimmel stond in de stal, hy wachtte op zyn buur man, de hit Eindefijk, het was al lang donker, bracht de schillenboer zyn trekdier naar het warme stro en de gevulde voederbak. „Druk ge had?", vroeg de schimmel. „Gaats wel.... Gaan jullie morgen weg?"' „Ja". „Dan ga je weer naar je eigen mooie stal...." „Ja". „Dat zal je be ter bevallen". „Och Ja, maar ik vind het toch wel gezelliger hier. zo met zyn beiden, in Spapje ben ik altyd alleen, je kunt er nooit eens van paard tot paard praten". „Ja. dat is zo„Enne enne, het stinkt hier heus niet hoor alleen het stro ruikt anders dan by my. „Daar ben ik bfij om". „Enne ik heb nog eens nagedacht over wat je gisteren zei...." „Wat zei ik dan? Wat bedoel Je?" „Je zei dat ik op Je neerkeek, omdat nfijn werk zoveel hoger is en zoveel mooier dan het jouwe". „Nou Ja, dat is toch ook zo". „Ik keek ook op Je neer. ik keek op elk ander paard neer. doordat die an deren zo alledaags en zo gewoon tjes waren' „Maar jy bent ook een Vanaf 14 november waren de eerste kinderpostzegels te koop. In honderden postkantoren zit ten de vrijwilligers van plaatse lijke comités voor kinderpostze gels klaar voor de verkoop van de nieuwe kinderpostzegels. In hun stands, die ook in sommige banken en grootwinkelbedrijven te vinden zijn, etaleren zij ook de zeer aantrekkelijke, geheel vernieuwde collectie wenskaar ten van het Nederlands Comité voor Kinderpostzegels. De afbeeldingen op de zegels verdienen bijzondere vermelding: het is bekend dat, behalve de volwassen vrijwilligers ook hon derdduizenden kinderen jaarlijks een geweldige bijdrage aan de actie leveren. Dat gebeurde dit jaar voor de dertigste keer. Daarom heeft de ontwerpster Babs van Wely ervoor gezorgd dat „het kind en de school" de kinderzegels sieren. Lezen, schrijven en rekenen - zó char mant is de beoefening van deze vakken nooit verbeeld. En op de vierde zegel zien we een jongetje bij een deur aanbellen, net als ruim een maand geleden in het hele land weer gebeurd is. De opbrengst van de kinderzege- lactie - vorig jaar werd de tien miljoen gulden-grens overschre den - is nog steeds onontbeerlijk om voor lichamelijk, geestelijk en sociaal gehandicapte kinde ren het leven te verlichten. Talloze instellingen die hen ver zorgen, begeleiden en verplegen, mogen rekenen op een bedrag uit de kinderpostzegelpot voor uitgaven die zij op grond van de hun toekomende exploitatiegel- den en subsidies niet kunnen bekostigen. Ook buiten Nederland, in de ontwikkelingslanden is het Ne derlands Comité voor Kinder postzegels actief. Het steunt er particuliere projecten voor het gehandicapte kind. Voor ai uw post zijn kinderze gels de beste zegels, dit jaar ze ker door hun buitengewoon aar dige afbeeldingen, maar natuur lijk vooral vanwege het goede doel dat zij dienen tra Kinderpostzegels 20 ionjs-tic verkoopt kinétrpotr- 45 - 20 c Iele**? kis*4 55 20 e Schf<:*$fs4 kind - 25 t rntujt Sint zat voor de televisie, wachtend op zijn Zwarte Piet, die, zoals men weet, steeds uitkijkt of hij stoute kind'ren ziet. Sint zat starend voor het toestel in het kille blauwe licht, diepe groeven van de zorgen rimpelden zijn oud gezicht. Hij keek naar een autowrak, dat lag versplinterd op de baan, door een wegpiraat gegrepen, die er was vandoor gegaan. Hij keek naar een wilde massa, opgewonden, desperaat leuzen torsend, leuzen schreeuwend en bezeten door de haat. Hij zag napalmbommen vallen op een inlands dorpje, dat nu moest boeten omdat gister daar een troep rebellen zat. Hij zag mannen, hij zag vrouwen straf marcheren in de maat van de militaire marsen, voor de strijd met vreugd paraat. Hij keek naar geschonden graven, naar een uitgebrande kerk, naar een opgejaagde massa; hier was rassenhaat aan 't werk. En hij hoorde sprekers spreken, luid beapplaudiseerd; elke spreker had gelijk en d' andere spreker was verkeerd. Hij zag troepen paraderen met raketten, huizengroot, tanks, mortieren en kanonnen, mastodonten van de dood. Nog geen vijf en dertig jaren na de grote wereldbrand zag hij 't rossig licht der fakkeis van de haat in ieder land. Hij schrok op toen er geklopt werd, ..Zullen we maar gaan", vroeg Piet die, zoals men weet, steeds uitkijkt of hij stoute kind'ren ziet. „Stoute kind'ren", sprak Sint zuchtend „Ach, hoe kan ik met fatsoen kinderen vermanen als ik zie wat grote mensen doen?" (NADRUK VERBODEN) byzonder dier". „Dat is wel zo, maar Ik heb nu Ingezien, dat een» ander paard ook kan wat lk doe, als het de kans maar krygt. Ik bedoel dit. Omdat lk een schimmel ben en uiteen voorname stal kom, daarom mag lk dat werk doen. Dat is een voorrecht.' Daarvoor moet ik juist dankbaar zyn. Ik dank Je dan ook voor alles wat ik van je heb geleerd. Ik dank je ook voor de kameraad schap. welke ik de laatste dagen ondervond En ik zou je willen vra gen... mag lk volgend jaar hier weer by Jou in deze stal staan....?" De hit snapte niet alles van hetgeen de schimmel zei, maar het laatste was duldefijk. „Natuurlyk", zei hy spontaan. „En ik wil Je ook nog zeggen", begon de schimmel weer, maar de hit had de ogen al gesloten. Daarom zweeg de schimmel verder maar. Hy zuchtte eens en sliep toen ook in. (Nadruk verboden) Bijna 50 leden (om precies te zijn, het waren er 48) gingen per bus naar de Hardenbergse buurtschap Radewijk waar een bezoek werd gebracht aan de edelsmederij„de Stavely". Dit bedrijf (in een ver bouwde boerderij) ontwerpt, ver vaardigd, repareert en restaureert gouden en zilveren sieraden. Ook worden er sieraden verkocht en verschillende dames kochten als herinnering een souvenir. 't Was al met al een leerzaam en gezellig „uitje" Zaterdag organiseerde de A.V. Haaksbergen de 6e Nationale Pingelloop over bospaden in de bosrijke omgeving van Haaks bergen. De deelname, wat be treft aantal en klasse, was goed. Bij meisjes D behaalde Marita Kramer een 4e plaats. Ze liep de 1100 m. in 4.28 min. Sonja van 't Holt werd negende in 4.55 min. Gezien dat de meisjes voor het eerst in deze leeftijdsgroep startten een uitstekende presta tie. Met een beetje meer erva ring om in de wedstrijd de krachten beter te verdelen zitten er zeker nog betere resultaten in De heren en veteranen liepen 7200 m. De resultaten waren: 24. Henk Reitsma 26.04, 30. Jan Wolterink 26 24, 34. Jan Wegsta- pel 26.45, 43. Marinus Baltus 27 24 Veteraan Horst Louws maakte een redelijke tijd van 32.30 min. t

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1978 | | pagina 17